EEN OASE VAN RUST VOOR DE LANGSTE DAGEN MARC GALLE OP BEZOEK IN RUSTHUIS TE HERDERSEM Na enige honderden meters van de Grote Baan te Herdersem af meegekronkeld te hebben over een smalle weg waar het dorp nog geen jaar nodig heeft, bereikten we het bejaardenoord «Denderrust», een oase van landelijke stilte, waar ouderlingen hun oude dag komen laven aan de zorgen van de zusters Jozefienen, die hier in 1861 de eerste stenen legden van een kompleks waarvan de laatste steen nog moet gebakken worden. Een rusthuis, een klooster en een lagere school. Een kompleks waar het tegelijk avond en morgen is: schemer licht van ondergaande ouderdom, en rijzende zonnetjes van kwetterende kleuters op nauwe lijks een paar tientallen meters van elkaar. Terwijl de ouderlingen nog eens en voor hoelang nog de brand in hun pijpen zuigen, zitten deze dwergjes met vingerverf onherkenbare portretten te maken, stoten eikaars blok- bouwwerken om, en maken zich klaar op een leven dat hier niet werd uitgebeeld, maar tenslotte toch weer aan de overkant moet eindigen. De oudjes sluimeren in de zon, terwijl aan hun voeten de kleuters stoeien: een uniek rustoordbeeld. Dr. Mare Galle en Martin Hutsebaut brachten kort geleden een bezoek aan dit rustoord. «Want als je beweert op te komen voor de belangen van de mensen, dan moetje dat ook doen. Je moet ze opzoeken, met hen praten, naar hen luisteren». En dat gebeurde. Zonder veel omhaal, maar met intense belangstelling. Ongedwongen, maar bijzonder gewaardeerd door deze mensen die stilaan de weg teruggaan, zich evenwel nog goed Dr. Mare Galle's taalwen- ken herinnerd, en dankbaar voor deze belangstelling. De Direktrice, Zuster Beatrijs, was de joviale gidse van ons viertal bezoekers. Je merkte dat ze voor veel van deze mensen de vlam op de kaars was. Dit is geen overdreven uitspraak, als je hoorde met welke bezorgdheid ze zei: «Voor veel van deze bejaarden hangt zovéél af van de verzorging». Ze wordt op de handen gedragen. Maar ze vroeg ons haar in dit verslag niet te vernoemen, omdat niet zij, maar de hele kloostergemeenschap en het personeel de zorg hier uitmaakte». Wat blijkbaar met volle inzet en overgave gebeurt. We houden ons dus zoveel mogelijk aan haar wens, en nu we hier toch zijn doen we ons tegoed aan... een stukje historiek. Veel bronnen zijn er niet. maar we gebruiken een door de zusters zelf opgemaakt verslag, getijpt, met oude foto's verlucht, en met veel fiere uitroepingstekens in de tekst. We gaan terug tot 1861. Op 11 door zondagonderwijs aan ver kommerde kinderen te geven. In Herdersem schonk pastoor Van Haevermaet aan de pas aan gekomen kloosterlingen het huis dat rechtover de pastorij stond. zijn plaats kwam zijn broer Charles-Louis De Feyter die erop- aanstuurde een klooster te heb ben waar de kinderen onderwijs zouden krijgen. Het moederhuis in St.-Kruis-Winkel was evenwel fi- Marc Galle en Martin Hutsebaut maakten er een praatje n Meyst EL t de vroegere stadssekretaris van de stad de heer De ters zelf sliepen soms in de gan gen. Op 10 augustus 1880 werd de ka pel ingewijd door Deken De Blieck van Aalst. De kapel was aanvankelijk vanaf de straat toe gankelijk. Maar later slechts langs binnen, langs het klooster. Toen de Duitsers zich in 1918 meester maakten van de parochiekerk en die als gevangenis inrichtten, gin gen de kerkdiensten in deze kapel door. De stichting is ook niet van tegenslag gespaard gebleven. In 1894 was pastoor Ch. L. De Feyter overleden. Hij werd opge volgd door E.H. K. Bauwens die in 1910 ontslag moest nemen (door het bisdom verplicht), om dat hij «misleid door politieke vijanden, zich aan het hoofd stelde van hen die een nieuwe leke- meisjesschool bouwden»Hij blijkt de zusters zware moeilijk heden te hebben aangedaan. Hij legde de eerste steen van de nieuwe meisjesschool op de «kou ter», tot ergernis van de «rechtlij nige katholieken». Er werd een hevige strijd uitgevochten. Na het overlijden van E.H. De Feyter, werd E.H. Van Malleghem als onderpastoor benoemd. Hij was «deugdzaam en rijk», en werd "met een een goed weldoener van het klooster, waar moeder Agnes, in 1902 overste geworden, voor 50.000 F schulden had gevonden. In 1906 verkocht het klooster (uit noodzaak) het «Kasteelken» aan de Grote Baan aan E.H. Van Mal leghem. Met dit geld werd een stal gebouwd en een weide gekocht die aan de boerderij paalde. Het huis «Kasteelken» deed sedertdien al tijd dienst als woonhuis voor de onderpastoors. E.H. Van Malle ghem schonk 't later terug aan het klooster. In 1909 schonk Gravin d'Elzières du Chennoy (van Gent) op aanraden van Notaris Van Der Donckt de weiden «Congo» aan het klooster. Deze werden in 1958 verkocht. In 1910 werd E.H. Nuttinck pas toor. Het Daensistisch gemeente bestuur werd door de Katholieke Partij vervangen, maar de strijd tussen de twee meisjesscholen duurde voort. Bijzonder hard waren de Eerste - Wereldoorlog-jaren voor het klooster. Maar er kwam tenslotte toch steun. o.a. van Mgr. Stille mans, bisschop van Gent. en van Baron de Béthune van Aalst (Kas teel «Overhamme»). Ook vluchte lingen werden geholpen. In 1920 stevende men stilaan op «schoolvrede» af. De twee scho len werden verenigd, maar hier mee waren de moeilijkheden nog niet opgeruimd. Dat gebeurde pas in 1924 (de zusters waren als ge meenteonderwijzeressen be noemd). Maar terug nu naar het ouder- lingentehuis, waar in 1864 de eer ste bejaarden aangekomen waren. In 1932 werd begonnen met het bouwen van de mannen-afdeling (het klooster was enigszins «wel varend» geworden). Het bejaar dentehuis heeft stelselmatig ui- breiding genomen. F.n is nu allang «gemengd». Er staat een gebouw aan de overkant van het klooster dat algemeen als het bejaardente huis aanzien wordt. Maar achter het klooster zelf ligt nog een afde ling die zeker even groot is, en waar een vleugel tamelijk recent vernieuwd werd. Zuster Beatrijs loopt trouwens nog met verbou wingsplannen rond. Momenteel zijn er 106 bejaarden gehuisvest in dit tehuis dat wel er kend is, maar niet gesubsidieerd wordt. Dus moet een dagprijs ge vraagd worden, waardoor uiter aard alleen meer-begoeden in aanmerking kunnen komen. Zus ter Beatrijs kwam zeer sterk op voor financiële hulp aan de be jaarden hulp die wordt afgesneden van zodra men in dit huis wordt opgenomen. Daardoor is het uiter aard ontoegankelijk voor de min der begoeden. Toch is de wacht lijst voor dit tehuis groot, en moe ten veel aanvragen afgezegd wor den. Er zijn nog een twintigtal zus ters in dienst en bijna evenveel an der personeel en verpleegsters. Het rusthuis, beheerd door de VZW «Dienstbetoon te Gent», moet zichzelf financieren. Bijna twee uur lang wandelde het gezelschap doorheen de gebou wen. Te beginnen aan «de over kant» waar de bejaarden het was toen al rond elven stilaan naar de middagtafel toekwamen, velen in rolstoel. Het was er kraakhelder, overal, en iedereen bleek er tevreden De bejaarden waren ook zichtbaar gelukkig om deze belangstelling. Mare Galle en Martin Hutsebaut onderhielden zich gemoedelijk met de ouderlin gen, waarbij Zuster Beatrijs af en toe als «geluidsversterker» optrad, omdat de trommelvliezen hier en Dit is de nieuwe afdeling van het rusthuis te Herdersem. vooral het aksent op ruimte en licht (EL) Op deze binnenkoer kunnen de rusthuisgasten even verpozen, nodigt tot een avondwandeling of tot tuinieren uit (EL) kleuters vlak naast rustende be jaarden. We liepen tegen Hubert De Neef aan, van het «Wijkkomi- tée Alfons De Cockstraat» (Kata- kombenfeesten) en merkten hoe goed die buurtwerking hier in el kaar haakt. We hoorden Mare Galle's verzuchting naar echt plu ralisme. 't Kan inderdaad allemaal zoveel beter draaien... In dit landschap kan evengoed de schildersezel van Valerius De Saedeieer gestaan hebben. Maar ook zonder die schildersezel is het hier zalig slenteren. De oudjes ver toeven er op een benijdenswaar dige plaats. Wilfried Lissens De ouderlingen waren wel tot een praatje bereid. Ook niet elke dag komt een volksvertegenwoordiger op bezoek (EL) Hel klooster verbonden aan het rusthuis, klassiek en rustig (EL) daar door de ouderdom al wat ver hard waren. We noemen uiteraard geen namen van «kostgangers» in dit rusthuis. Tenzij toch deze ene: onze vroegere stadssecretaris Frans De Meyst, de nog altijd flinke, eenvoudige en erudiete verschijning van vroeger. We be zochten ook de andere ver nieuwde vleugel achter het klooster, de «boerderij», of ten minste de stallingen die er nog van overgebleven waren, de (groen ten) tuin en de boomgaard, onder de indruk van de stille groene rust die hier heerstte. Zuster Beatrijs praatte over haar plannen. We liepen door de pasto rij. met in de gangen en kamers nog altijd die serene sfeer van voor zóveel jaren toen de pastoors zij wisten waar ze hun intrek namen nog volop konden gedijen te midden van hun «bloeiende wijngaard», en waar de rust nooit door het «volle leven» werd ge stoord. De pastorij met jammer genoeg een laag grijze cement op de gevel, maar toch nog stemmig ontsnapte nauwelijks aan het puin. Zij zal worden gerestau reerd. We bezochten ook de lagere school en de kleutertuin waar Dr. Mare Galle getroffen werd door deze echte «brok leven»: kleine Hier werd later het bejaardente huis ingericht. De pastorij zelf werd tot klooster omgevormd. Links en rechts werden er later stukken aangebouwd. Aan de ach tergevel is dit nog goed te merken. Vooraan niet, omdat de (vroegere; pastorij achteruit staat, achter een klein voorhofje. Zij maakt nu nog deel uit van het klooster dat dus werd aangebouwd. Het huis dat als bejaardcnverblijf werd inge richt en eigendom van het klooster werd, werd in 1932 afgebroken en opnieuw opgericht. Het «man- nenkwarticr» werd er onderge bracht Op 12 november 1861dus daags na de aankomst, werd ook een school geopend, waarin om te be ginnen 40 wezen en arme kinderen werden opgenomen. In 1862 werd Charles-Louis De Feyter als pas toor aangesteld. Aan hem dankte de stichting haar voorspoedig be staan. Het aantal leerlingen groeide, en in 1863 kwam er een derde zuster bij. Een verklaring voor het feit dat vanuit St.-Kruis-Winkel een stich ting welbepaald in Herdersem ge beurde, ligt in het feit dat E.H. Joseph De Feyter (geboren te Mere) in 1855 naar Winkel ver trok, na 17 jaar onderpastoor te zijn geweest in Herdersem bij de zieke E.H. Van Havermaet In nancieel niet begoed, en dus was er geen sprake van, een nieuw klooster te bouwen. Pastoor Van Havermaet stelde z'n huis, recht over de pastorij, dan maar ter be schikking. Hijzelf ging daar later bij de zusters inwonen, waar hij in 1865 stierf. Van zijn zuster, Cornelia-Sophia, wondt verder niets meer gezegd in de kronieken, tenzij dat «dit klooster, gesticht met de goedkeuring van Z.D.H. Mgr. Delcbecque, zijn ontstaan te danken heeft aan haar milddadig heid -Ook zij bracht haar laatste levensdagen door in dit «rust huis». Terwijl de school groeide, nam ook het rusthuis uitbreiding. In 1864 werden er door het Armbe stuur van Herdersem, twee zieke oude vrouwen in het gesticht ge bracht. Er volgden er later nog meer. ook uit de omliggende ge meenten. Het klooster was arm. Maar op een dag meldden zich drie juffrouwen aan uit Aalst. Zij wil den religieuze worden, en brach ten huisraad en meubelen mee: men kon beginnen met de hui selijke inrichting van het «klooster-rusthuis», zonder veel kosten. Maar uitteraard nog primi tief: zonder waterleiding, zonder electriciteit, en zonder gediplo meerd personeel. Toch groeide de stichting onophoudelijk: de zus- k I november van dat jaar kwamen I Eerwaarde Heer Joseph De Fey- I ter. bestuurder van het klooster I van de Josefienen te Sint-Kruis- Winkel, de overste van dit kloos- I ter Eerwaarde Moeder Maria, en nog twee zusters, Josephiena en j Pharaildis. in de valavond aan te Herdersem. Vanaf Aalst was de reis te voet ondernomen. Ze wer den verwelkomd door E.H. Van Haevermaet, de oude en ziekelijke li pastoor van Herdersem. Ook de co-adjutor, E.H. Charles- Louis De Feyter, broer van de bestuurder II was aanwezig. «Het moederhuis van deze kloos- S terlingen. vertelde ons Zuster Bea- fll trijs, lag in St.-Kruis-Winkel Hl (Mare Galle wees ons op het juiste (1| gebruik van het woord «moeder- ifl huis-, dat vaak verkeerd aange- I wend wordt als men over een «kraaminrichting- spreekt). In 0 1842 was de gemeenschap der Jo- 1 sefienen daar gesticht. In die tijd I rezen er veel «kloosterverenigin- gen» uit de grond. In de lagere H bevolkingslagen heerste veel ar- moede en ellende. Vaak ont ij fermde een pastoor zich over het lot van bejaarden en kinderen. H Vandaar dat deze kloosterge- "a meenschappen zich meestal met bejaardenzorg en onderwijs (van - wezen en armen) bezig hielden. In J St.-Kruis-Winkel was het Juf- I frouw Goossens die de start nam

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 9