FRED DE BRUYNE Ik heb niets met »N FRANKRIJK, ETIENNE VAN DER HELST
de zaak Pollentier te maken" H,ER' BESTE PR0FS
'h.rVs'U V'
li flTrs»
WILFRIED WESEMAEL de renner die
zichzelf wegdenkt
"Ik zakte door de grond van schaamte" WILFRIED WESEMAEL EN LUCIEN VAN IMPÏ
Frans Caethoven, Alain De Smet
en William Tackaert
maken
het
zege-
gebaar
15
Na de fraude van Pollentier op AIpe d'Huez heeft Fred De Bruyne
nogal wat kritiek meegekregen. Fred werd nagetrapt, kreeg ver
dachtmakingen naar het hoofd geslingerd, is werkelijk met de rug
tegen de muur geduwd.
Hij heeft het allemaal opgekropt. Dagenlang. Zonder fel te rea
geren. Wél zegde hij tot vervelenstoe dat hij onwetend was over
het truukje waarmee de nationale kampioen de kontroledokters
poogde te verschalken.
VAN IMPE niet geschitterd in de Tour de
France, toch mag van de laureaat 1976 gezegd dat hij één van de
beteren was wie op de negende plaats arriveert in zo'n krach-
tenslopende rittenkoers, is geen meeloper. Lucien had veel meer
verwacht. Maar de ongunstige omstandigheden waarin hij aan het
spektakelstuk van Lévitan en Coddet deelnam, sloegen hem alle
troeven uit de handen. Vooral de eerste tijdrit was hem fataal.
Details vertelde hij over dit
onverkwikkelijk zaakje niet. Tot
het plots erg hoog zat en hij
in Nancy de journalisten bijeen
riep. De Bruyne vindt het al
te gortig dat hij in de „affaire
Pollentier" als medeplichtige
wordt genoemd.
Fred, sportdirekteur van het team
Maertens-Pollieter, was inder
daad ooggetuige van de poging
tot fraude bij het dopingplasje
op Alpe d'Huez „Toevallig",
zegt De Bruyne. „Er is verteld
dat ik Pollentier na de aan
komst naar het hotel heb ge
bracht, maar daar is niets van
aan. Ik was zo aangedaan door
de zege van Michel dat ik in
er gewoon zitten wenen, want
de wagen hen gebleven. Ik heb
Fred De Bruyne is een gevoels
mens een knalresultaat van één
van zijn jongens beroert hem
tot in de toppen van zijn te
nen".
Minuten later, nadat hij over
zijn emoties heen was, is De
Bruyne naar de plasjescaravan
gegaan en heeft gevraagd of Pol
lentier er was „Die is naar het
hotel", is hem door de „por
tier" gezegd. Fred „Pollentier
wist dat het hotel in de onmid
dellijke buurt lag en ik ver-
onderstelde dat hij zich eerst
wat wilde verfrissen. Ik ben
daar naartoe gereden, doch mis
te hem, want Michel was in
tussen op weg naar de caravan.
Ik erheen. Binnengekomen zag
ik links Gutteriez staan, rechts
Pollentier. Die Gutteriez werd op
op fraude betrapt en ging er
als de weerlicht vandoor. Toen
Pollentier aan de beurt kwam,
trok de dokter het broekje
van Michel naar beneden en
zag het plastieken buisje han
gen..."
Ik wilde dat de caravan ont
plofte
„Er was geen sprake van een
gekompliceerd in een shirt „in
gebouwd" apparaat", zegt Fred
De Bruyne, „gewoon een blaas
met een buisje. Het was alsof
ik een slag op het hoofd kreeg
toen ik zag wat er gebeurde.
Ik dacht door de grond te zak
ken van schaamte. Liefst zou
ik toen meegemaakt hebben dat
de caravan uiteenspatte..."
Fred De Bruyne heeft toen ge
scholden. Als een briesende
leeuw heeft hij Pollentier aange
pakt. Nee, er tegen gevochten
heeft hij niet. Maar hem vier
kant de waarheid verteld. En op
de man af gevraagd waarom hij
stiekem, zonder over zijn in
tenties te reppen, gepoogd had
fraude te plegen.
Die stiekeme daad van Pol
lentier is kenschetsend voor het
kliitaat waarin Fred De Bruyne
in de ploeg moet werken „Ik
ben een ploegleider zonder vol
machten. Voor de outsider lijk
ik de baas, doch praktisch heb
ik niets te vertellen. De „zaak
Pollentier" heeft dat nog maar
eens duidelijk geïllustreerd.
Sportdirekteur Kom, laat ons
ernstig blijven".
Fred De Bruyne zegt dat hij in
de waan verkeerde dat de „kon-
troleurs" de poging tot fraude
naast zich zouden leggen „De
dokter heeft gezegd dat hij de
urine van Pollieter moest heb
ben. Alle formaliteiten werden
vervuld. Toen later werd mee
gedeeld dat Pollieter wegens
fraude werd weggejaagd, ver
baasde mij dat een op bedrog
betrapte renner moet niet eens
meer plassen. Dat laatste is wél
gebeurd. Alle formaliteiten tei»
zake werden trouwens vervuld.
Vandaar..."
Pollentier werd de dag van het
„voorval" buitengezet en ver
oordeeld. De Fransman Gutte
riez, een mannetje dat dezelfde
misslag beging, werd pas 's an
derendaags gevonnist. En pas na
dat De Bruyne erover had ge
praat.
Tijdens „Konfrontatie", het te
levisiedebat dat zondagvoormid
dag werd uitgezonden, verklaarde
Pollentier dat hij de verantwoor
delijkheid opnam voor zijn
daad. Het sluit niet uit dat hij
„raad kreeg" van mensen wier
naam hij niet wil prijsgeven.
Die (eventuele) man achter de
schermen is alleszins Fred De
Bruyne niet. Die is ervaren ge
noeg om te weten dat in een
Tour de France vooral (en daar
om weer niet exclusief) de bui
tenlanders in het oog worden
gehouden. Fred De Bruyne is
iemand die in de renner ook de
mens ziet, niet 't nummer. Om
dat hij destijds zélf op een race
fiets zot en dus begrip kan op
brengen voor de „dwangarbei
ders van de weg". Dat hij vijf
dagen zweeg vooraleer de zaak
met de journalisten uit te pra
ten, heeft daar waarschijnlijk
erg veel mee te maken. En
Pollentier Laten we die jongen
niet veroordelen. Het kan best
dat hij ervan overtuigd is dat
Alupine geen dopingmiddel is.
Het is voorts niet onmogelijk
dat hij zich heeft laten leiden
door verhaaltjes die de ronde
deden over het „gemakkelijk bij
de neus nemen van de kontro-
leurs die niet te nauw toeke
ken". Een en ander werpt even
wel een schril licht op de prak
tijken die in de topsport (en
daarmee bedoelen we niet de
wielrennerij, want in verschei
dene andere disciplines gebeurt
een en ander) heersen. Het
heeft allemaal te maken met het
extrasportieve waarin de... sport
is verzeild geraakt en van de
beoefenaars alsmaardoor meer en
beter eist. Ten detrimente van
het lichaam, van de gezondheid.
Dat hij zelfs de bollekestrui niet
veroverde, was een teken aan de
wand. Een slecht jaar is geen
slechte eeuw en misschien heeft
hij in 1979 minder pech bij de
voorbereiding. Voor WILFRIED
WESEMAEL, de meesterknecht
bij uitstek, is 1978 een fantas
tische belevenis geworden de
ploeg Post kaapte een rekord-
aantal etappes weg. Wilfried nam
er één voor zijn rekening. In
er één voor zijn rekening. In
de andere had hij zijn aandeel
door stevig labeurwerk en onver
beterlijke ploeggeest.
Intussen is de kriteriumtournee
op gang geschoten. Lucien Van
Impe was vierde te Ronse en
13de ex-aequo te Aalst. Wilfried
was in Ronse vijfde en te Aalst
tiende.
ETIENNE VAN DER HELST
Liefhebbers
bleek de beste „thuiskoereur".
De Ledenaar duikt weer op
in Eiseringen maakte hij jacht
op de ontsnapte Dirk Baert
doch hij haaide het net niet.
Hij was tweede. Te Strijpen
finishte hij als nummer drie,
te Tisselt was hij zesde, te
Duffel tiende en in het B-kri-
terium te Ronse 23ste.
FRANK ARIJS is één vafi onze
regelmatigste kermiskoersers.
Jammer dat zijn palmares niet
af en toe wat wordt opgesmukt
met een overwinning. Zijn uit
slagen zesde te Vrasene, 8ste
te Zwijnaarde, elfde te Sinaai,
13de te Aalst, 18de te- Brecht
en Ronse, 20ste te Maria-Aalter.
ETIENNE VAN DER SNICKT
gaat eveneens zonder veel mis
baar te maken door het prof
leven 12e te Eizeringen, 13de
te Aalst, 15de in Zele, 15de te
Tisselt, 18de te Duffel en 24e
Voor EDD PEELMAN zat er
ditmaal een plaats bij de eerste
tien in. Het was lang geleden
te Zele finishte hij als achtste
en in Vrasene werd hij 28ste.
OSCAR DIERICKX was in Tis
selt 11e, 13de te Aalst en 27ste
in Ronse. RAF CONSTANT
kwtftu uit Gistel met een 10e
prijs naar huis, was 15e in Ei
zeringen, 13de te Aalst, 18de in
Gistel, 20ste te Vrasene en 26e
in Strijpen.
JOHNY DE NUL rijdt veel beter
dan zijn eerder bescheiden re
sultaten laten vermoeden 14e
te Dentergem, 15de in Zwiip-
aarde, 13de te Aalst, 25ste in
Tisselt, 28ste te Temse en 30e
in Duffel. FRANK VAN IMPE
was 19de te Eizeringen, 24e in
Ronse en 29ste te Sinaai.
Voor JOHAN VAN UFFEL
werd het een 13de ex-aequo te
Aalst.
Dat in hel lund van Schelde, Dender en Durme heel wat amateurs-
talent schuilt is geen geheim meer. Steeds duiken dezelfde win
naarsnamen op en af en toe komen ook andere jongens uit de
schaduw. Zoals ALAIN DE SMET bievoorbeeld, als nieuweling
destijds DE belofte, doch nadien weggedeemsterd. Alain is van ver
teruggekomen en zijn jongste prestaties lieten vermoeden dat een
zege niet lang meer kon uitblijven. Te Denderhoutem mikte hij
midden in de roos. Wordt het de aanloop naar een lange reeks
Nee. Kandidaat voor de gele trui was hij niet. Zal dat ook nooit
worden. Op de cols tref je hem niet in de kop aun. Hij spurt als
een mes. Op zijn best zelfs sneller dan Maertens, Van Linden en
Sercu. Hij won een echte etappe. De Gijzegemnaar, dit seizoen
in de roodgele kleuren van Peter Post, fietste van de eerste tot de
laatste kilometer in dienst van de ploeg. In Toulouse had het er
al eerder ingezeten. Maar wat wil je eerst achter alle demarranten
flitsen om de heer Karstens te plezieren bot je eigen „sprong"
af.
En toch in de straten die naar
de arrivee slingerden, waagde
Wilfried alles of niets. Maar
daar staken de „werkers" van
de andere teams een dikke stok
voor.
Er kwam nog een tweede kans.
Teoretisch althans Weseinael
kontroleerde in de rit van Lau
sanne naar Belfort de ontsnap
ping met elf omdat „kopman"
jan Kaas onder het„spandoek
ongeveer even snel is als Mare
De Meyer en Miguel Lasa. In
de finale mocht Wilfried „sprin
gen". Dai was zo afgesproken.
Hij deed het. Met erg veel
kracht, punch en overtuiging.
Doch ook ditmaal kreeg hij de
vrijheid niet. Wesemael deed
toen maar wat in de gegeven
omstandigheden zijn opdracht
was Raas tot op het goeie mo
ment uit de wind zetten. De
Nederlander moest eigenlijk 'n
beetje te vroeg aan de kop ko
men Willy Teirlinck, eerst
langs links op zoek naar een
opening voor de beslissende
demarrage doch door Jean-Luc
Vandenbrourke de pas afgesne
den, probeerde het langs de
binnenkant. Maar dat was Raas
niet ontgaan, zodat het keesje
zelf naar de opening dook. Jan
zette alles op alles, maur werd
op de streep dV>r De Meyer
voorbijgereden. Een streep door
de rekening van de Postploeg
en ook door die van de verba
zend flink presterende Wese
mael. Al kunnen de roodgelen
bezwaarlijk klagen over het ver
loop van de Tour 1978 een
massa ritoverwinningen, verschei
dene dagen in het geel en met
Paul Wellens en Lubberding
vooraan in liet klassement. De
spurt die Wilfried Wesemael te
Compiègne won, was een rit-
overwinning waard. Verdiend
bad hij het alleszins.
In de wielrennerij wordt het
tijdrijden, niet ten onrechte,
erg hoog aangeslagen een race
„zonder gangmaking", moeder
ziel alleen, noemen insiders „de
rit van de waarheid".
Al had Wilfried Wesemael geen
„klassement" te verdedigen, tus
sen Metz en Nancy, in de indi
viduele rit over 15 km., toonde
hij zich op zijn preciese waar
de hij stak Hinault en Bruyère
niet naar de kroon doch boekte
een tijd die zelfs de kenners
met verbazing sloeg. Als je
zelfs voor een Freddy Maertens,
dan toch een specialist, finisht,
mag je hoog van de toren bla-
Welke konkluzics kunnen uit
de prestaties van Wilfried We
semael getrokken worden. Ver
schillende. En vooral positieve.
Hij ontpopte zich als een vol
waardig ronderenner ontgoo
chelde nooit in de bergritten en
had zelfs vlugger over de cols
geklauterd indien dat in het be
lang van hel team cclit nodig
was gebleken was de lokomo-
tief gedurende het ganse ver
loop van de ploegentijdrit
werkte als een labcurpaard voor
de „bazen" en legde, als iemand
die zich totaal voor anderen kan
wegdenken, alle persoonlijke
ambities langs de kant omdat
hij in de profwielrennerij meer
het teamwork en het gezamen
lijk streven naar sukses dan wat
anders j4et.
Wilfried Wesemael is één van de
onmisbaren in de pelotons: de
meester-knecht. De vedette is de
vlag de helpers zijn de mas
ten waarlangs die vlag wordt
gehesen.
Eigenlijk toch een beetje jammer
dat Wilfried Wesemael niet één
enkel keertje als etappewinnaar
werd gehuldigd hij had het
dubbel en dik verdiend. Hij
wordt evenwel financieel be
loond voor dat wekenlange lij
den op de Franse, DuiSse, Bel
gische en Zwitserse wegen waar-
lungs de Tour de France in '78
leidde zijn talent wordt naar
waarde geschat en verzilverd
langs een auntal kritcriumkon-
trakten, vooral in Nederland.
Voor Wilfried Wesemael zijn
de goede jaren aangebroken
reeds eerder meldde hij zich
als één van de beteren de
toprenners, van de eerste tot
de laatste, weten maar al te
goed wat ze aan kerels van zijn
formaat hebben en zijn recente
prestaties kunnen zijn handels
waarde nog gevoelig doen stij
gen. (mm)
William Tackaerthoop op selektie voor de Nurburgring.
Vertrek van het criterium van Aalst
het peloton tijdens het criterium van Aalst
De goede ontsnapping met Francesco Moser, Rent Dillen en Jos De Schoenmaker.
Aalst criterium, veel publieke belangstelling in de Nieuwstraat.
WILLIAM TACKAERT, die
zondag na het nationaal kam
pioenschap verneemt of hij al
dan niet naar de Nurburgring
mag waar het wereldkampioen
schap 1978 plaats heeft, deed
er in zijn Zele nog eentje bij.
Dinsdag was hij er ook nog
eens zevende.
FRANS CAETHOVEN is snel
als een hazewind. Wanneer hij
„erbij" is, wordt het voor de
konkurrenten aartsmoeilijk om
hem één stro in de weg te leg
gen. Al bewees hij in de ope
ningswedstrijd te Gent dat hij
ook een soloren aankan. Dins
dag flitste hij te Zele als nr.
één door de finish.
RIK CAETHOVEN blijft zich
bij de elite handhaven en rijgt
de reeks goeie prestaties aan
een lang snoer tweede en
tierde te Zele en zesde in Waas
munster. WALTER ONGENAE
deed voor zijn buren niet on
der hij was in Zele tweede
en ERIK ARIJS kwant uit Ide-
gem met een tweede prijs naar
huis. PATRICK LERNO won
ook nu weer niet, maar met *n
derde prijs te Zele kwam hij-
evenmin berooid uit het voorbije
weekeinde. ETIENNE DE WIL
DE, die even stooin afliet en
nu weer „volle petrol" geeft
in het vooruitzicht van het na-
tionual kampioenschap, was in
Leerbeek derde. Een derde
pluats werd ook het deel van
EDDY D'HERDE. Dat was in
Ninove. Te Idegent werd de
Nieuwerkerkenaar zesde. EDDY
VAN DEN ABBEELE reed
twee krileriuins in Lochristi
was hij vierde en te Ninove 18e.
Uitstekend deed ook AIME
VAN AEVERMAET liet op
nieuw. Zijn palmares Vierde
te Waasmunster, vijfde en ne
gende te Zele. Voor iemand die
het fietsen als een hobbymens
benadert, mag dat gewoon schit
terend genoemd worden. Vech-
terke PETER VAN HUFFEU
fel benadeeld tegenover de
snelle spurters, was in Dender
houtem vijfde en elfde te Si
naai. LUC ROELS finishte te
Hofstade als nummer zes en
een verrassende ROGER PLE-
TINCK was zevende en elfde
te Zele. De onverslijtbare HED-
WIG BLOEM was weer biezon-
der bedrijvig achtste te Ninove
12de in „zijn" Hofstade en 15e
te Idégem. EDDY VAN DE
MEIRSSCHE deed het prima
met een achtste prijs te Hof
stade, een 12de te Lochristi en
een 17de in Massemen.
Onze andere „prijsduiven" zet
ten we op een rijtje ETIENNE
STEVENINCK, negende te Si
naai, WILLY DE BACKER, He
te Denderhoutem, RONALD
VAN AEVERMAET 8e en 12e
te Zele, LUC COLLJN, 14e in
Ronse, ANDRE VAN DER
HAEGEN, 15de te Masseinen,
JOHAN DE MAN, 15de in
Denderhoutem, DANIEL VAN
ZIJPE, 16de in Lochristi, LUC
VAN BEVEREN 20ste Ie Lierde
en PAUL DE BRAUWER 20e
te Lochristi.