Kulturele doorlichting van onze streek
BOEKEN IN AALST, ERPE-MERE EN LEDE
TONEEL MUZIEK EN BALLET
PARK, 0SBR0EK EN KRAVAAL
GEKLASSEERD
ULRIC VAN DER BIEST EN LUC R0BIJNS
Landschappen van Coppens te Affligem
«Meetje Wrijver» te Terjoden
Oostvlamingen
gingen heen
KAREL MECHNIG
3oii
1?£
3%
10 - 1-12-1978 - Oe Voorpost
"e*KVltureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, 31e jaargang over het dienstjaar
1977, kwam van de pers.
Naast het gebruikelijk administratief gedeelte zijn er de rubrieken over letterkunde, bibliothe
ken, toneel, muziek, geschiedenis, heemkunde, volkskunde en kunstgeschiedenis, plastische
kunsten, fotografie en film, kuituurpatrimonium en musea.
Als nieuwigheden wordt in «Wat schreven Oostvlamingen in 1977?» een overzicht gegeven
van de literaire publikaties en komt er een «Beknopt overzicht van de industriële Archeologie
in onze provincie». Plaats werd ook Ingeruimd voor een artikel over het Aalsters Oud-
Hospitaal.
Bedoeling Is In een reeks bi|dragen speciaal eruit te belichten wat betrekking heeft oo de
aktiviteiten in en om Aalst, Erpe-Mere en Lede.
DE ADVIESRADEN
Opvallend is alleszins dat in de
samenstelling van de Provin
ciale Advieskommissies als die
voor Kulturele Aangelegenhe
den, voor Letterkunde, voor
Openbare Biblioteken; voor
Toneel, voor Muziek en in het
Komitee tot bevordering van
toneelvoorstellingen en muziek
uitvoeringen voor de school
gaande jeugd ons gebied en
zelfs het hele arrondissement,
zeer karig is vertegenwoordigd.
Alleen de heer Raymond Cot-
tyn. Parklaan 31 te Aalst komt
voor onder het zeventigtal be
stuursleden.
WAT SCHREVEN
OOSTVLAMINGEN?
Alleen boekwerken werden
hier in aanmerking genomen
en herdrukken enkel als het
een heruitgave betrof.
Louis Paul Boon (Aalst,
15.03.1912, Vogelenzang 4
Erembodeqem) bracht «Het
jaar 1901verhalen naar de po
litiearchieven der stad Aalst»,
De Arbeiderspers, Amsterdam,
231 blz., roman.
Aleidis Dierick (Antwerpen,
27.07.1932, Kerkstraat 22
Aalst) schreef «Een zomer
voorzien». Orion Brugge en
Gottmer Nijmegen, 61 blz,
poëzie.
Amedee Suenaert (Schoon-
aarde, 5.01.1925, Dorp 66 Aai-
gem) gaf een poëziebundel
«Schuif wat cSchters bij» uit bij
Orion Brugge.
BIBUOTEKEN
In de opleidingskursussen voor
bibliotekarissen sprak de Aals-
terse hoofdbibliotekaris
Etienne Buyle te Gent over
«Boekverzorging» en te St-
Niklaas maakte hij deel uit van
de jury.
De provincie betoelaagde 276
openbare biblioteken. Die van
Baardegem werd heringericht
als wijkbiblioteek van Aalst.
Aalst:
Openbare stadsbiblioteek:
uitleningen 342.201
leners 13.798
boekenbezit 128.320
V.O.B. «Nut en Vermaak»,
Erembodegem:
uitleningen 22.846
leners 653
boekenbezit 8.290
V.O.B. «Terjoden»,
Erembodegem:
uitleningen
leners
boekenbezit
A.O.B. «St-Jozef»,
Gijzegem:
uitleningen
leners
boekenbezit
V.O.B. Herdersem:
uitleningen
leners
boekenbezit
V.O.B. «Willemsfonds»
Herdersem:
uitleningen
leners
boekenbezit
A.O.B. «Volksverheffing'
Moorsel:
uitleningen
leners
boekenbezit
Erpe-Mere
A.O.B. «St-Niklaas»,
Aaigem:
uitleningen
leners
200
5.347
boekenbezit
1.454
278
A.O.B. «Davidsfonds»,
4.918
Bambrugge:
uitleningen
1.702
leners
84
8.909
boekenbezit
1.559
219
A.O. Biblioteek,
4.312
Burst:
uitleningen
1.995
6.474
leners
148
214
boekenbezit
2.817
3.427
A.O.B. «Hoger Op»,
Erondegem:
uitleningen
1.143
4.765
leners
95
156
boekenbezit
2.508
4.863
A.O.B. «Pax»,
I».
Erpe:
7.280
uitleningen
4.203
leners
202
247
boekenbezit
3 284
6.053
Aang. Davidsfondsbibl.
Mere:
uitleningen
15.000
leners
997
boekenbezit
9.432
Lede
Vrije Par. Boekerij,
Impe:
uitleningen
leners.^
boekenbezit
A.O.B. «Davidsfonds»,
Lede:
uitleningen
leners
boekenbezit
A.O.B. St-Martinus
Oordegem:
uitleningen
leners
boekenbezit
A.O.B. «St-Pharalldis»,
Smetlede:
uitleningen
leners
boekenbezit
A.O.B. «Davidsfonds»,
Wanzele:
uitleningen
leners
boekenbezit
hc
2.03^
IR
;tl
stl
5.39 fr
23f
5.29T
aa
de
3.24(fle
00
Na de verschenen boeken van Oostvlamingen uit de streek en
het biblioteekwezen te hebben doorgelicht willen we nu to
neel, muziek en ballet zoals het in 1977 aan bod kwam volgens
het Kultureel Jaarboek van Oost-Vlaanderen onder de loupe
nemen.
PROVINCIAAL
TONEELTORNOOI
Met «Helena of de Levens
vreugde» trad toneelkring «De
Schakel» uit Aalst op in het pro
vinciaal toneeltornooi waar
mede het in derde kategorie
werd gerangschikt.
Andere te Aalst gesubsidieerde
toneelverenigingen waren «De
Catharinisten» (Marcel Carlier,
Geldiofstraat 126), «Hoger
Op» (Etienne Baetens, Nestor
de Tièrestraat 2) «Kunst, Licht
en Liefde» (mw G. Boulem-
bercq - Van Nieuwenborgh,
Landbouwstraat 34), t Land
van Riem» (Piet Rombaut, Dr
A. Goffaertstraat 49), «Nieuw
Leven» (Edmond Wellekens,
Park De Blieck 13) en «Taal er
Vrijheid» (Norbert Desutter,
Geraardsbergsestraat 256).
Voor Lede was dat «Vreugd ir
Deugd» (Roger Ivens, Rossel-
straat 20).
MUZIEK
Te Erpe-Mere traden in de ge
meenteschool van Burst op de
fanfare «St-Cecilia» uit Burst,
de harmonie «De Voorwacht»
uit Ninove en de Vlaamse Kato-
lieke Fanfare St-Cedlia uit
Welle-Denderleeuw. Welle
werd geplaatst in ere-divisie,
Ninove in tweede en Burst in
derde divisie.
In 1977 gesubsidieerde har
monieën en fanfares waren
verder de socialistische Har
monie «Hand aan hand», Aalst:
Jeugdgroep «Bardo» te Baar
degem en de Kon. Harmonie
St-Cedlia te Herdersem, te
Erpe-Mere de Fanfares
«Nieuw Leven» van Aaigem en
St.-Cedlia van Burst en te Lede
de Kon. Harmonie St-Cedlia
van Oordegem.
VOKALE MUZIEK
Te Aalst had een zitting plaats
van het Provinciaal Tomooi
voor Zangkoren waaraan deel
namen het gemengd koor
«St-Martinus» uit Gijzegem,
het meisjeskoor «Halleluja» uit
Aalst, het mannenkoor «St-
Jan-Berckmans» uit Hofstade,
het gemengd koor «Schola
Cantorum» uit Aalst en het ge
mengd koor «Laat blijde weer
galmen» eveneens uit Aalst.
In ere-divisie werd «Laat blijde
weergalmen» geplaatst, in uit
muntendheid «Cantate Domi
no», in eerste divisie «Hallelu
ja», in tweede «St-Jan-
Berchmans» en ir. derde «St-
Martinus».
Werd verder nog door de pro-
vinde betoelaagd het kinder
koor «Edelweisjes» uit Hofsta
de
BALLET
Het «Ballet van Vlaanderen»
trad ook op te Aalst met «Opus
Vivaldi», «Drie Préludes»,
«Aranea» en «Grand Hotel».
LH
Niet minder dan 9 monumenten en 13 landschappen werden
In 1977 bij Koninklijk Besluit geklasseerd.
Bij de monumenten zijn er geen uit ons gebied maar bij de
landschappen is Aalst vertegenwoordigd met liefst drie ge
bieden: het stadspark, het Osbroek en het Kravaalbos te Mel-
dert.
Weliswaar op verschillende maar toch verwante terreinen
kwamen twee jonge Aalstenaars in 1977 in het zonnetje te
staan. Ulric Van der Biest die de provinciale prijs voor familie
geschiedenis behaalde en Luc Robijns die laureaat werd in de
prijs kunstgeschiedenis en oudheidkunde.
zogenaamde «kleine kunsten»
als het houtsnijwerk, de edel
smeedkunst het tapijtweven en
de orgelbouw kwamen precies
in het werk van Robijns aan
bod.
ULRIC VAN DER BIEST
In 1942 te Aalst geboren stu
deerde Ulric na Latijn-
wiskundige humaniora aan het
St-Maarteninstituut Romaanse
filologie te Leuven. Hij promo
veerde er op de licentiaatsver
handeling «Literaire studie over
l'Espinette Amoureuse van
Froissart»
De provinciale prijs voor fami
liegeschiedenis werd hem toe
gekend voor zijn studie «Fami
lie Van der Biest van
Ophasselt-Voorde naar Aalst.
1637 1878».
Reeds in 1976 kende deze stu
die een tweede druk. Ze munt
vooral uit door haar verzorgde
uitwerking en materiële presen
tatie, haar goede bibliografie en
bronnenvermelding en door de
knappe situering van de voor
ouders in het geheel van het
politiek, sociaal en ekonomisch
gebeuren
Ondanks de relatieve armoede
van historische bronnen en
voorouders wist Ulric Van der
Biest een verhaal te distilleren
dat vaak leest als een roman.
De gave van de geboren histo-
rikus, de bronnen interpelleren
en interpreteren, kwamen hier
bij flink van pas.
LUC ROBIJNS
Licentiaat Luc Robijns uit
Nieuwerkerken werd laureaat
van de provinciale prijs voor
kunstgeschiedenis en oud
heidkunde met als tema van
zijn studie «het koormeubilair
van de St-Marti nuskerk te
Aalst». Na een inleiding over de
geschiedenis van de parochie
en over de bouwgeschiedenis
van het monument behandelde
hij afzonderlijk alle elementen
van het koormeubilair: het
hoofdaltaar, de sakraments-
huizen, het koorgestoelte, de
wandtapijten, het koordoksaal,
het orgel, de koorafschuitingen
en diverse koormeubelen.
Vooral de «artes minoires», de
Luc Robijns getrooste zich een
bizonder tijdrovende aktiviteit
bij opsporing van archiefdoku-
menten waarbij hij enkele
nieuwe feiten kon ontdekken.
LH
HET STADSPARK
Ten zuiden van het stadscen
trum, gevat tussen de stede
lijke sportterreinen en de indus
triezone aan de Dender loopt
dit park zuidelijk over in het na
tuurreservaat «Osbroek».
Het stadspark werd te Aalst
aangelegd tussen 1911 en
1916 onder impuls van sche
pen Désiré De Wolf. Het is op
gevat als een rekreatieoord
met wandelpaden en speelter
reinen rond twee visvijvers: de
Ballon- en de Spiegelvijver.
Op het water ziet U eenden,
zwanen en waterhoentjes en in
de ernaast liggende weiden
grazen schapen en herten. Via
de oorspronkelijke konstrukties
in het park (een «melkhuis»,
een kaarthuisje, een tuinhuisje
en een brug) waant U zich in de
typische sfeer van de laatste
eeuwwisseling.
Wegens zowel de impressio-
nante aanleg van boom- en
struikpartijen maar vooral om
wille van de diversiteit (meer
dan 100 verschillende boom
soorten) is het stadspark een
kombinatie van een kunstmatig
natuurdomein (arboretum) met
edukatieve en rekreatieve funk-
tie.
HET OSBROEK
'Tussen Aalst en Erembode
gem, gevat tussen de industri
eën aan de Dender en de
woongebieden aan de auto
snelweg Oostende-Brussel Het
Osbroek is een overblijfsel van
het polderlandschap dat we
gens gebrekkige afwatering en
Goede wijn behoeft geen krans. Waar Edmond Coppens, kunst
schilder, voor twee jaar te Affligem bij zijn tentoonstelling in het
Kultureel Centrum reeds een goede beurt maakte, kende zijn expo
deze keer absoluut sukses.
Goede wijn behoeft geen krans.
Waar Edmond Coppens, kunst
schilder, voor twee jaar te Affli
gem bij zijn tentoonstelling in het
Kultureel Centrum reeds een
goede beurt maakte kende zijn
expo deze keer absoluut sukses.
Er was ruime belangstelling en de
kollektie doeken die zowel bene
den als boven de keurige ruimte
sierden was het bekijken waard.
Edmond Coppens uit Aalst is niet
te verwarren met zijn naamgenoot
Frans die beurtelings te Haaltert en
te Hekelgem zelf woonde. Zijn
stijl is er evenwel niet vreemd aan.
-Modern kan ik niet waarderen,-
zegt hij ons, «ten ware bvb. voor
een paneel in een hall. Het ligt me
ten andere niet en ik voel er me
niet toe aangetrokken».
Schilderen aanzag hij vroeger ge
woon als een hobby. Hij is trou
wens reeds van zijn negende jaar
aan de beoefening van de plasti
sche kunst bezig, weliswaar in
verschillende vormen. Eerst was
het de bouwkunde die hij volgde
doch natuurtekenen hield hem in
de ban en de eerste uitgereikte Va
lerius De Saedeleerprijs ging dan
ook naar Edmond Coppens.
Coppens houdt het vooral bij land
schappen, landschappen uit de
streek zelf maar liever uit de Ar
dennen. Het Ardens landschap ob
sedeert hem inderdaad. «Enkele
passen en steeds hebt ge er een
wisselend, boeiend landschap-
zegt ons de schilder hij wie de
hobby is geëvolueerd tot een ne
venberoep. In de streek van La
Roche, op een vijftal kilometer
buiten het toeristisch pleister
plaatsje bij uitstek, bouwde hij
zich een chalet en vandaaruit haalt
hij zijn inspiratie. «Mensen die
naar de Ardennen gaan zien dik
wijls het fnooie niet», zegt hij.
«Ze flaneren door stadjes, bekij
ken winkels en rijden langs de
hoofdbanen». Dat is inderdaad
niet de manier om van onze onvol-
vooral na het verhogen van dey
dijken van de Dender van wa-®1
terziek tot moerassig evolueerp
de. In deze natte omgeving1
wisselen zich weiden af met eN^a
zenbroek en populieren. OpSf
opgehoogde delen werden be^e
rken aangeplant. BC
Door manipulaties allerhande**
als afgravingen, ophogingen.Gr
stortingen en dempen van vij-21
vers is de oorspronkelijke bio-Ee
toop fel verstoord. Op recentehe
terreiningrepen treft men dariDa
ook vooral stortings- en nitrotza
fiele vegetaties aan. Bi
Niettemin behield het OsbroeljGe
een landschappelijke en we-cc
tenschappelijke waarde en al^
bosgebied vormt het sameqzo
met het stadspark een belang-^
rijke groenvoorziening midder)
Groot-Aalsterse woonkernen. -
HET KRAVAALBOS TE I
MELDERT I
Tussen de woonkernen van
Meldert, Baardegem, Mazen]
zele en Asse Terheide situeert 1
zich dit bos op de noordelijke 1
uitloper van de waterschei]-
dingskam Dender -. Rupel erj I
op de grens van de provincies^
Oost-Vlaanderen en Brabant.]"
Overblijfsel van het Zoniën-
prezen Ardennen terdege te genie- woud is het een gevarieerd
ten. -
Coppens schildert naar de natuur.
«Voor mij is een boom nog altijd
een boom», zegt hij ons «Om de
natuur naar goeddunken te mis
vormen en te ver-minken is ze in
derdaad veel te mooi.»
Naast tal van landschappen met
opmerkelijk attraktieve luchten en
bospartijen waarin het bruin do
mineert brengt Coppens ook merk
waardige stillevens met bloe
men, vazen, kruiken e.d.m. Ook
enkele winterlandschappen zijn
niet onaardig.
LH
kl
Oud Volksspel
-In Terjoden moet men met anders niets afkomen dan met sport,
onder welke vorm dan ook» zei ons destijds de vertegenwoordiger
van deze aktieve gemeenschap in de raad van koórdinatoren van het
Jaar van het Dorp. Bovendien schijnt men in Terjoden ook aan
In het Kultureel Jaarboek van de provincie wordt uit ons
gebied slechts één persoon vermeld die in 1977 overleed.
Karei Mechnig.
praktische psychologie tcTdoen wetende dat als men de mannen naar
een samenkomst wil krijgen zulks veel beter lukt als ook moeder de
vrouw erop is uitgenodigd.
Op 12 mei 1919 te Köln gebo
ren woonde hij van zijn elfde
jaar te Aalst. Hij studeerde er
aan de Akademie voor Schone
Kunsten. Net als zijn jongere
broer Wilhelm die kunstschilder
is gebleven zocht Karei het ook
aanvankelijk in de schilder
kunst.
In 1965 verwisselde hij echter
penseel en doek voor metaal
plaat en lasser. Hij voelde zich
•immers aangetrokken tot het
meer robuuste werk van de
smederij maar vooral door de
mogelijkheid te experimente
ren met een aantal basistech
nieken. Hamerend maakte hij
ijzer en koper gnmg gerit
meerde vormen met als motie
ven o.a. vissen, bloemen,
zonne-ogen. Daarna werden
die met bijtende zuren bijge
kleurd. Door zijn grondige am
bachtelijke kennis slaagde hij
erin op originele wijze een zui
ver utilaire grondstof, basis van
konstruktie maar ook van mili
taire vernietiging, om te vormen
tot een gevoelvolle, menselijk
aansprekend kunstgewrocht
Slechts uiterst zelden stelde
Karei Mechnig tentoon, o.m. te
St.Martens-Latem te Aalst in
het Belfort (1968) en te Gent in
Galerij Trio (1969)
LH
De plaatselijke KWB-afdeling
hield verleden zaterdag in het Pa
tronaat vlakbij de kerk een belot-
ting met 2.000 fr. vooruit en beker
aan de overwinnaar. Waar men el
ders de dames lokt met bvb. par
tijtjes pitjesbak waar alleen het
toeval aan bod komt, hield men
het in Terjoden bij een oud café-
spel, een van de zovele die voor
een paar tientallen jaren hier en
daar nog fel in zwang waren maar
nu totaal verdrongen en in de ver
geethoek zijn geraakt.
In typische vroegere dorpsherber
gen deed men immers wel vaak
aan bollen, gerrebollen, kegelspel
en ook wel aan vloerbollen.
Vogelpik en bakschieten doet men
nu nog wel en juist met deze twee
soorten volksspelen evenals met
het meetje- of tapkeschieten houdt
«Meetje Wrijver» verband.
Naar een kurk met of zonder geld
erop schieten met een stuiver van
een bakspel gebeurde vaak, 't zij
binnen of buiten. Ook met derge
lijke stuiver zo kort mogelijk naar
een meet, een lijn schieten was in,
zo bij de jeugd als bij volwasse
nen.
In «Meetje Wrijver» dat we, ter
wijl de mannen aan een tiental ta
fels duchtig aan het beloften wa
ren, door vele dames maar ook
kinderen en heren zagen beoefe
nen komt vooral behendigheid en
handigheid aan bod.
In een afgesloten ruimte, gehurkt,
schuift men een aantal stuivers,
tegen de vloer wrijvend, vooruit in
de richting van een doel.
Dat doel kan een soort vogelpik-
schijf zijn met koncentrische krin
gen waarbij de middenste en uiter
aard de kleinste meest met punten
wordt gehonoreerd. Het kunnen
ook lijnen, «meten» zijnen in Ter
joden waren er drie met elk een
verschillende puntenwaarde.
Op die meet kan men bovendien
een grote stip tekenen en als men
er in slaagt een stuiver pal op die
stip te -wrijven», te schuiven,
wordt het puntenaantal van die
meel verdubbeld.
Naar ons gevoel bij het bekijken
van dit esbattement een boeiend
tijdverdrijf, niet alleen voor de
beoefenaars maar ook voor de tal
rijke kijkers die dit spel met inte
resse volgde. Misschien waren er
bij de jongere kijkers wel een
groot aantal die dit spel ook voor
de eerste maal zagen want ook in
Terjoden is dit niet meer courant.
Ie
De gepensioneerdenbond van Wanzele vierde haar 10 jarig bestaan. Op
de foto de vedetten van de avond. EDV
In ae herberg in de buurt, bij «de
Witten», speelde men zulks laatst
maar dit is toch reeds een vijftien
tal jaren geleden. Hopen de man
nen met hun kaarting ook op een
geldprijs, voor de dames waren er
andere, hen meer aantrekkende,
lokvogels.
Een weelde van bloemstukken en
tuilen stond inderdaad op de win
naars te wachten want ook in Ter-
joden zegt men het liever «met
bloemen».
LH
met open plekken. Op de Fer]
rariskaart (1771-1778) k(
het «Cravaillen Bosch» ongt
veer overeen met het huidig
Daar de steile hellingen, de g<
ringe diepte van het kleisul
staat en talrijke bronniveaus dé
grond weinig geschikt maken
voor de landbouw bleef he
deels van ontginning gespaard
Perifere exploitatie te Mazen
zele veroorzaakte wel een wij
ziging door massale naald'
boomaanplantingen i.p.v. loof-
woud
Geomorfologisch is vooral de
westelijke helling van de cuesta
interessant Kleine assymetri-
sche valleien werden hier uit-
geschuurd door de Molenbeek
en haar bijbeken (Heibeek
Graatbeek en Kuipersmeers
beek) die in of bij het Kravaal
bos hun oorsprong vinden
Het westelijk deel (Meldert) ver
toont dan ook de meeste gra
diëntsituaties en heeft
meer natuurlijke begroeiing. D<
sterk versneden bosranden
het reliëf geven het gebied eer
hoge estetische belevings
waarde Het biedt tevens ver
rukkelijke panoramische ver-j
gezichten. De laatste tijd word
geijverd om het Kravaalbos
een bestemming te geven
centrum van natuurstudie er
edukatie gepaard aan een be
perkt wandelrekreatie.
Door bescherming kan dit pro-
jekt gestalte krijgen; in afwach
ting is een goed beheer van di
uniek bosgebied noodzakelijk.
INDUSTRIËLE
ARCHEOLOGIE
De «Werkgroep voor Indus
triële Archeologie» te Aals
(p a. D. Gheys, Zeeldraaiers
straat 35) stelt een gedétaiH I
leerde inventaris van alle indus-^
triële onroerende en roerende
erfgoederen op. Gelijktijdig zet
deze Werkgroep zich in voor
het redden of beschermen van
waardevolle gebouwen en do-
kumenten die verbonden zijn
aan de industriële geschiede
nis van de regio. Op de eerste
plaats werd gegageerd voor
definitieve wettelijke bescher
ming van het station van Aalst.
LH