feklubfilm Een vrouw als... Leen Persijn mam «Al Groeiend Bloeiend» aan de beurt «DE HARMONIE» MET GESMAAKT CECILIAKONSERT VERRASSEND DEBUUT VAN AALSTERS AUTEUR LANDELIJKE GILDE HOFSTADE 14 - 1-12-1978 - De Voorpost In deze periode van hoogkonjunktuur voor de muziekmaat schappijen, de Ceciliaperiode, hield ook de Koninklijke Har monie «Al groeiend bloeiend» haar traditioneel Ceciliakon- sert, het 157e reeds in de reeks. Voor een eerder schaars opge- moet het ons uit de pen dat we komen publiek, misschien voortspruitend uit de pré- elektorale periode waarin we momenteel vertoeven, trad de dertigkoppige formatie, «dé harmonie», op met een gevari eerd programma onder de lei ding van Leon Van den Bos sche. Voor de gelegenheid was de maatschappij wel aangevuld met een tiental muzikanten waarvan er een zelfs uit het verre Ruddervoorde was ge komen. De harmonie, stilaan vergrij zend maar toch aangevuld door een pleiade jonge instru- mentisten waaronder enkele zelfs veelbelovende, legde vooral de klemtoon op het ou dere repertorium maar ver smaadde ook het moderne, zij het dan in mindere mate niet. De openingsmars, een andere dan de geplande, bracht onz reeds een voorsmaakje van hun kunnen al waren er wel on zuiverheden bij de zware ko pers in de trio. «De Stomme van Portid» van Auber, een vertegenwoordiger van de Franse Opéra-comique, doet het steeds. Reeds uit hun schoolperiode in het lager on derwijs heeft ieder er over ge hoord door de vonk van bege estering die uit het bezingen van de strijd tegen de Span jaarden oversloeg op de pa triotten tegen de Nederlanders, het begin van de beruchte sep temberdagen van 1830 daar mede inluidend. Vooral de door de klarinetten vertolkte aria Amour sacré de la Patrie» werd naar waarde geschat. Alleszins een briljante uitvoering met enig voorbehoud altans voor té zware begeleiding. Ter afwisseling voorzag het programma een optreden van de gekende baszanger Luc Demot, begeleid door de Moor- selaar Rudi Tas aan de piano. In een enigszins bizarre opstel ling, zanger, pianist en «bla den keerder» op een opper vlakte van nauwelijks 1 m2 ver tolkte Luc Demot vier liederen, voortreffelijk begeleid. Toch Luc reeds briljanter hoorden en dat we de indruk kregen dat de zanger enigszins verkouden was. In het Mephistolied van Moussorgski onderkenden we wel de Slavische gevoeligheid doch de Mephistolach leek ons minder overtuigend demo nisch. Misschien kan een vol gende maal ook een lied met Nederlandse tekst worden in geschakeld. Dergelijke vala bele zijn er toch bij de vleet. Het vijfdelig werk van Grétry, «Dorpsdansen», reeds me nigmaal door het Balletkorps van de Muntschouwburg ver tolkt leek ons wel reeds voor bijgestreefd. Toch kon vooral het houtwerk en ook de kleine kopers ons bekoren. Een parafrase op de overbe kende Loreley door Seeling bracht ons enkele minuten in een romantische Rheinstim- mung. De geschiedenis van de Meermin die met haar verlok kend sirenengezang de schip pers lokt en op de klippen laat lopen, hen aldus in het verderf stortend, wordt hier behandeld. Vooral het klarinettenwerk met Freddy Van Laer en William Ruyssinck was mooi al waren er wel onzuiverheden bij de tweede stemmen. Laatste werk werd dan de «Bal lad for Band» van Waignien. Klaarblijkelijk ligt het moderne genre minder in de interesses feer van deze formatie waarbij en de tempi en de beklemto ning niet steeds gepast waren. Ook de reeksen breeknoten in de trage passage leken ons niet altijd zo «katoliek». Minder geslaagd was het optreden van de hobo die toch, nog jong, een flink instrumentist kan worden. Ook de man aan de grote trom die de dirigent slechts spora disch in het oog hield, volgde niet steeds het aangegeven tempo. Met de schitterende Ameri kaanse mars «National Em blem», waarin de diminuendo nog kunnen worden verbeterd, werd besloten. Voorzitter Etienne Bogaert feli citeerde, terecht, de muzikan ten met hun prestatie die, en kele schoonheidsfoutjes ter zijde latend, als zeer goed kan worden bestempeld. Niettegenstaande de moeilijk heden die de muziekkorpsen, vooral dan in de stad, doorma ken blijft de Harmonie, mits versterking op peil. Misschien kan volgende maal wel worden gezorgd voor ietwat verzorgd programma en kan de kom- mentaar wel iets pittiger en in teressanter worden geser veerd. LH Te gast in jk Dido Erpe zaterdag jl. was Leen Persijn met haar gloednieuw programma «een vrouw als wij...». Werkelijk een show die èf was, ook al was de kwantiteit publiek tamelijk aan de lage kant doordat kollega Jan de Wilde nagenoeg op het zelfde ogenblik te Aalst zijn iongen uit zijn lijf aan't zingen was... Maar al wordt Leen dan met zo begeerd als Jan in 't Aalsterse, werkelijk opvallend. Dit is geen kleinkunst, dit is méér kabaret, kleinkunst, chanson, teater, humor, leed en tederheid. Leen zingt niet alleen haar liedjes, ze staat er ook helemaal achter, en ze mogen geëngageerd ge- Er scheen vorige week blijkbaar wat mis met de ons doorge speelde fdminformatie in cinema Feestpaleis. Men gaf ons de verkeerde titel op van de film die verlengd werd en daarbij gaf men ook nog een verkeerde titel voor de nieuwe film. De aange kondigde film «Elisa Vida Mia» van Carlos Saura begon niet vorige week zijn roulatie, maar pas deze week, en dit in zaal 2 van het Feestpaleis. In zaal 1 gaan «De krijgsheren van Atlantis» hun tweede week Leen Persijn met zang. voordracht en kabaret in jeugdhuis Dido. (SJ) haar optreden was er zeker niet minder om. Integendeel, in heel het programma was geen enkel zwak moment te vinden en de toeschouwers waren zeer en- toeziast. Haar teksten zijn on- gekompliceerd maar toch veel zeggend, de muziek is fijn en sereen, en haar présence is Cinema Palace programmeert twee nieuwe films. In de bene denzaal loopt vanaf vandaag «The Swarm», in het Nederlands «De onvermijdelijke ramp», een film van Irwin Allen met in de voornaamste hoofdrollen Michael Caine, Katharine Ross en Ri chard Widmark. Bijen, die herkomstig zijn van Afrika, hebben zich in Zuid- Amerika vermenigvuldigd en zetten nu koers naar de Verenigde Staten. De steek van deze bijen is dodelijk. Het is dus een waarachtige plaag die elke vorm van leven vernietigt. Het zijn voornamelijk de grenssteden van de Verenigde Staten die door deze dodelijke plaag geteisterd worden. Na talrijke mislukkingen zullen de eto- mologen en de Amerikaanse overheid er in slagen de invasie in te dijken, en dit juist op het ogenblik dat een gigantische en moor dende bijenzwerm over Houston zou neerstrijken. Een rampenfilm zoals er twaalf in een dozijn gaan. Voor mensen die houden van spannende ogenblikken. In de studio van cinema Palace «Mort d'un pourri» Dood van een rat een film van Georges Lautner met in de voor naamste rollen Alain Delon, Omella Muti, Stéphane Audran en Mireille Darc. Om 5 u. 's morgens komt kamerlid Philippe Dubaye bij zijn vriend Xavier Maupin om hem te bekennen dat hij het kamerlid Serrano gedood heeft. Hij deed dit om de bewijzen te bemachti gen waarmee hij andere politiekers chanteerde. Om hem een alibi te verschaffen zegt Xavier aan de politie dat zijn vriend de ganse nacht bij hem heeft doorgebracht. De volgende dag krijgt Xavier kontakt met een vreemde man, Fondari. Het is een oude gangster, die .hem doet begrijpen dat in zekere middens Dubaye ervan wordt verdacht de bewijzen te hebben gestolen. Hij moet ze aanstonds teruggeven wil hij zijn vel redden. S.J. noemd worden. Denk maar aan de chansons uit haar latijns- amerikaanse suite, met liedjes over wantoestanden uit Para guay, Chili enz... Maar dit leed wordt met lief gekombineerd, met liedjes over triestige liefdes (Sara), over verloren liefdes (eenzaamheid, in deze familie, wat was ik zonder jou), over eenzame mensen zoals Franske en over oudjes die in «Het fijne gesticht» gestopt worden. Ook de humor, de iro nie brengt Leen op meesterlijke wijze naar voor. Ze spot met een aanbidder in «wachten op Godot», met het buurjongetje dat steeds maar «Für Elise» speelt op zijn piano, met de ge zusters Karamazof die elkaar benijden om hun erfenis enz. De liedjes worden aangevuld met kleine sketches, Leen ver staat de kunst het publiek te boeien, aan te grijpen en soms ook te foppen, zoals in het Griekse volksliedje Sto Mpaza- ri, waarvoor ze het publiek tot viermaal toe laat applaudisse ren! Aangevuld ook met ge dichtjes, van Brecht, van Hans Andreüs (Voor een dag van morgen), met wijze raad voor verliefden en schuchtere jon gens, en met ervaringen uit ei gen leven. De veelzijdigheid van dit pro gramma is misschien te begrij pen als je weet dat een breed spektrum aan auteurs voor de teksten zorgde, schrijvers zoals Gijs Vaji Rode, Jaak Dreesen. Pieter Bruwel, Magda Daman. Herman de Komnck, Pierre Plateau en natuurlijk ook Leen zelf. De muziek komt van Leen, Wim Huys, Raymond van het Groenewoud en Jean Blaute. Voor deze avond werd Leen Persijn begeleid door pianist Mare Matthys, een be gaafde toejsenkriebelaar die, ook in belaische jazzmiddens' geen onbekende is. Wim Verbeiren GILBERT TEMMERMAN: VOOR DE SOEP «De karrière van G. Temmerman (1927) Is zowat op z'n Ameri kaans: leergast bij een banketbakker te Brussel, reiziger in naaigarens en chlcorei, fabrieksarbeider, ambtenaar. Schreef na 1948 liedjesteksten onder het pseudoniem Willy Hartman, schetsen, monologen, kluchten en parodieën. Was vast me dewerker aan het voormalige N.I.R.-cabaretgezelschap 'Kop en Staart'. Verwierf in 1961 de eerste prijs in een wedstrijd voor radio-verhalen met 'Spiegelgevecht'. Zette jarenlang geen pen meer op papier, om pas onlangs weer het genre van de korte verhalen op te nemen». len (het voorwoord - «Vóór de soep» is een verhaal op zich zelf!) kunnen we deze wel vle iende appreciatie enkel be amen. In een verbazend vlotte, doch zeer eigen stijl, ontpopt de au teur zich tot een eigentijds ras verteller. In een eeuwhelft waarin de vertelkunst steeds meer de plaats ruimt voor de excessen van een intellectua listisch maniërisme (veelal stierlijk vervelend), brengt dit debuut van een als gerijpt overkomend talent een frisse verademing. De humor van Gilbert Tem merman, gaande van sprankelend-speels tot beklij vend hard, paart de gevatheid van de cursiefschrijver aan de verbeeldingskracht van de no vellist wijl deze binding door weven blijft van een warme menselijkheid, die niet zelden weet te ontroeren. Naast het dagelijks-concrete («De kool en het sop», «de Vuurproef»; «Een gouden been en»), krijgen we een haast ge concretiseerd surrealisme («De vierde dimensie», «De miskans», «De perikels van Pe rfides», «Retro»), dat ergens steeds het kontakt met de wer kelijkheid handhaven wil. Gaat de voorliefde van de schrijver, naar het ons voorkomt, naar het tweede genre, steeds blijft een verteller aan het woord, die begreep dat een goed verhaal Tot daar het geschreven por tret afgedrukt op de flap van deze prettig gepresenteerde paperback. Over de inhoud le zen we in de catalogus: «Een reeks kortverhaaltjes met af wisselend speelse, ondeugen de, harde en zelfs macabere humor. Met ook tussenin een SF-je En ook een pregnant gebald verhaal dat de allure van een groot schrijver ver raadt. Een prachtige, rijk ge schakeerde ruiker voor de fijn proever». Is een door de uitgever be zorgde beoordeling niet nood zakelijk een soliede norm, na lezing van deze negen verha- van de eerste tot de laatste zin moet kunnen boeien. De dialoogvorm, zwak punt nochtans van niet weinig au teurs, hanteert deze late nieuwkomer met doordachte handigheid en zin voor variatie. Is er zelfs kwistig mee - doch dat mag best, gezien het nooit overdaad wordt. Werkelijk een verrassend de buut, dat ons met ongeduld naar meer uit kijken doet, want nu deze jonge vijftiger toch van start ging, menen wij er te mo gen op rekenen dat hij tot en met het dessert zal doorgaan. Het negatieve: enkele zetfou- tjes, en éénmaal staat er «haak jes» waar duidelijk «aanha lingstekens» bedoeld werd. Voor het overige niets dan lof. Een uitnemend geschenkboek (en niet eens duur) voor de na derende feestdagen. Maar moge dit gevarieerd entree ook jjw eigen leeshonger scherpen. A.D. Gilbert Temmerman: «Vóór de soep» (verrassende verha len) D.A.P. Reinaert-LJitgaven, ,160 blz. - 175 fr Ter kennismaking en met toe stemming van D.A.P. Reinaert-uitgaven publiceren we hierbij (het eerste gedeelte van) het voorwoord«Voor de soep...» Op woensdag 6 december draait de landelijke gilde van Hofstade in de Meisjesschool de film van fred Zinneman «A man for all seasons», een man voor de eeuwigheid. Aanvang: 20 u. Deze film die handelt over de voornaamste perioden uit het leven van sir Thomas More (gelatiniseerd: Thomas Morus), Engels staatsman en humanist, kanselier van Hendrik VIII, en dit tot aan zijn dood op 6 juli 1S3S. Thomas Morus was de zoon van een rechter der «King's Bench», en werd in 1480 te Londen geboren. Hij was enige tijd page bij kardinaal Morton en studeerde te Oxford in de humanistische wetenschappen en in de rechten. Als advokaat en onder-sheriff trad hij in 1503 in het Parlement op tegen de belastingen van Hendrik VII. Omwille van zijn optreden moest hij naar Frankrijk vluchten. Hij kwam pas na de dood van deze koning terug naar Engeland waar hij lid werd van de geheime raad van Hendrik VEI, schatmeester der kroon en kanselier van Lancaster. In 1523 werd hij voorzitter van het parlement. In deze funktie was hij de voornaamste steun van kardinaal Wolsey, terwijl zijn geoefende pen de katholieke politiek van Hendrik tegen de hervormers, alsook tegen Luther, verdedigde. Na de vredesonderhandelingen te Kamerijk in 1529 verhief Hendrik hem in de plaats van Wolsey tot Lord- kanselieren gaf hem het staatszegel. Morus oefende zijn ambt met grote onbaatzuchtigheid uit, doch toonde zich tegen de aanhangers van de reformatie onverbiddellijk streng. Toen Hend rik Vni, om zijn echtscheiding door te drijven, in 1532 met Rome brak, legde Morus zijn ambt neer en trok zich terug te Chelsea. Toen hij in 1534 de nieuwe suksessiebepaling waarbij het eerste huwelijk van de koning nietig werd verklaard, moest bezweren, was hij bereid de suksessie te bezweren, maar hij wees de bijko mende punten af. De koning liet hem hierdoor samen met bis schop Fisher in de gevangenis werpen en vervolgens, na tever- geefse pogingen om hem van mening te doen veranderen, in een schijnproses veroordelen. Thomas Morus eindigde op 6 juli 1535 zijn leven op het schavot. Thomas Morus was een tijdsgenoot van ons aller Erasmus. KFL Op donderdag 7 december om 20 u. vertoont de KFL-Aalst in de filmzaal van het Sint Jozefkollege aan de Pontstraat de film «The Last Tycoon» van Elia Kazan, naar het scenario van Harold Pinter, gebaseerd op het onvoltooide boek van F. Scott Fritsge- rald. De regisseur, Elia Kazanjoglou werd op 7 september 1909 in een voorstad van Konstantinopel geboren. Zijn vader, een tapijthan delaar, week uit naar de Verenigde Staten en lmiet in 1931 zijn familie overkomen. Het is in de VS dat Elia Kazan zijn karrière als regisseur opbouwde. In een interview zei hij over Amerika het volgende: Ik heb eerbied voor dit land met zijn demokratie en open beschaving. Ik hou van Amerika, maar ik bekritiseer het in al mijn films». Het scenario van de film kan als volgt worden samengevat: Monroe Starh is een geniaal en geweldig produktieleider die de artistieke, organisatorische en financiële touwtjes van de studio in handen heeft. Als «executive» aan de top vindt hij voor alle problemen een oplossing. Hij paart doorzettingsvermogen aan vriendelijkheid en vastberadenheid. Op een dag wordt hij plots verliefd op een zekere Kathleen. Het meisje doet hem opnieuw denken aan zijn overleden vrouw, het filmidool Minna Davis. Zijn verlangen naar een romantische liefde projekteert hij op dit doodgewoon, nuchter meisje dat enkel een rustig leven wenst. Kathleen wordt voor Monroe de ongrijpbare Grote Liefde. Het meisje wil met hem geen nieuw leven beginnen en wijst hem na een kortstondige relatie met reserve af. Monroe geraakt hierbij emotioneel uit de balans. Hij faalt dan ook tijdens de onderhande lingen die hij voert met de New Yorkse vertegenwoordiger (kommunistische) van de vakbond van de scenaristen. Hij gaat zelfs met de man op de vuist. Hierdoor wordt hij persona non grata voor de vakbond, en speelt het vertrouwen van de Ne- wyorkse geldschieters van de filmmaatschappij kwijt. Studioboss Brady en de andere leden van de raad van beheer manen Stahr aan een lange vakantie te nemen. Zo wordt Monroe zachtjes de laan uitgestuurd. JEUGDKLUBS In diverse jeugdklubs is er deze week een drukke filmaktiviteit. Kreja programmeert op zaterdag 2 december de film «Monthy Python and the holy grail». In jeugdhuis Leeuwerik te Lede wordt op zondag 3 december de prent «Taxi driver» afgerold. Jeugdklub Ypsilon programmeert voor zondag 3 december «De on verbetelij ke», een komedie met Jean-Paul Belmondo. In de Marcellinoldub tenslotte loopt voor de jongeren onder de jeugd «Vier vuisten in de lucht». In deze film wordt de moed van Bud Spencer nog eens ekstra getest. ANTRAKT VZW Eveneens op zondag 3 december om 20.30 u. in de Stadsschouw burg, Vredeplein te Aalst een film gepresenteerd door de vzw Antrakt «De angst van een doelman bij een elfmetertrap», een film van de Westduitse regisseur W. Wenders uit 1971. De toegang voor deze voorstelling bedraagt 55 F. CJP-ers, TTT- ers en 65-plussers betalen slechts 45 F. S.J. S1EM STtbA WO N°A WJDOQj \rfl)DQEN N06 IETS MEER. STGh N)°& OMDAT DIER1 OOK BE «JVK 2I)N STEM l) 3 OP ONS KONT U UITRE KENEN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 14