i
BEGROTING 1979: ZWARE BEWOLKING MET DREIGEND ONWEER
De begroting in cijfers
De zeven suggesties van raadslid Etienne Bogaert
BSP bekijkt de begroting met kritisch oog
OPCENTIEMEN
Hi'
6 -1-12-1978 - De Voorpost
Vervolg pl
én de u'rtbreitSng van de cen
trale diensten ten voordele van
een «stadsdrukkerij» en een
«aankoopdienst». Op termijn
zou men komen tot een dienst
van interne fakturering, zeker
wat betreft de werkingskosten
van de centrale diensten.
De schepen had het vervol
gens over de begrotingsuit
komst: 290 miljoen globaal te
kort op de gewone dienst, en
een boni van 3,6 miljoen op de
buitengewone dienst (zie sa
menvatting elders: «De begro
ting in cijfers»).
Het vermoedelijk tekort van
1978 werd op 137 miljoen frank
berekend, wat de schepen be
ter noemde dan in de begroting
van 1978 werd geraamd (374
miljoen)
Voor het dienstjaar 1979 zelf
werd het tekort op meer dan
150 miljoen geraamd: «Dit is
een verontrustende vaststel
ling, zo zei de schepen, de in
komsten van de stad zijn inder
daad onvoldoende om de uit
gaven te dekken. (Inkomsten
1.093.309.000 fr. tegenover de
uitgaven: 1.244.263.000 fr.).
Maar, zo zei de schepen ook:
de inkomsten van de stad wa
ren reeds vóór de fusie ontoe
reikend. Hij had het over de
ontwikkeling van de gewone
inkomsten (zie ook résumé) en
zei hierover dat het overgroot
deel van onze inkomsten voor
komt uit de «overdrachten», of
toelagen in al hun vormen. En
wel voor meer dan 88 van de
totale gewone inkomsten.
T.o.v. de begroting van 1978
zijn de ontvangsten gestegen
met 92 miljoen frank (9
waarvan uit overdrachten» al
leen al 77 miljoen. De inkom
sten uit de «prestaties» liggen
evenwel lager. «Hoewel de in
komsten van de stad met 9
stegen, kunnen ze struktureel
niet veel verschillen met deze
van 1978. Inderdaad is de fiska-
liteit bijna onveranderd geble
ven», zo vervolgde de sche
pen. De meer-inkomsten kwa
men van de belastingen
(66.000.000 stijging, of 18%).
De schepen zei ook dat er over
de verdelingsfondsen voor
1979 weinig goeds te vertellen
was: van het gemeentefonds
werden de dotaties geampu
teerd, en werd het speciaal
fonds afgeschaft.
Meer-ontvangsten waren er
'ook op andere toelagen en tus
senkomsten (toelagen voor de
wedden in het Lager Onder
wijs, kunstonderwijs, het biblio
theekwezen, enz.)
Bij de uitgaven merken we dat
deze gestegen zijn met 30 mil
joen (gewone)of slechts 2%,
wat de schepen zeer gering
noemde, en wel om deze rede
nen: de kredieten voor de per
soneelsuitgaven werden zeer
nauwkeurig geraamd, en de
standsschuld werd op realisti
sche wijze berekend. De provi
sie voor de op te nemen lenin
gen werd beperkt tot de uitga-
venlast die zich reël in 1979 zal
voordoen. Ook de uitgaven
voor «Personeel» en «Schuld»
bleven praktisch ongewijzigd.
De schepen gaf verder een on
derzoek per uitgavensektor
(zie résumé). Bij de personeels
uitgaven valt ook nog aan te
merken dat een provisie van 41
miljoen werd voorzien voor de
tewerkstelling van werklozen.
Wat de schuld betreft: de snelle
toename is het gevolg van aan
zienlijke investeringen die wor
den gedaan, investeringen die
volgens de schepen zolang
mógelijk gespreid zouden moe
ten worden.
De overdrachten verminderen
met 11 wat vooral te maken
heeft met een mindere toelage
aan het O.C.M.W., wat even
wel gecompenseerd wordt met
het inschrijven van een aan
deel uit het bijzonder fonds voor
maatschappelijk welzijn. Voor
de ziekenhuistekorten wordt 15
miljoen uitgetrokken, en voor
de tekorten van de kerkfabrie
ken is een inschrijving nodig
van 5.832.000 fr.
Ook de werkingskosten gingen
de hoogte in met 15 miljoen
(12 %),wat evenwel normaal is,
gezien bijvoorbeeld de stijging
van de prijzen van goederen en
diensten, de tewerkstelling van
werklozen, de uitbreiding van
het voertuigenpark, moderni
sering van administratie, Euro
pese verkiezingen, enz.
De schepen noemde de begrc
ting realistisch (zonder belar
rijke, fïktieve uitgaven) en t
treurde dat het gemeenteforw
wordt afgetakeld. De
crisiswet was, op nationaal
vlak, moeilijk te verdedigei
omdat hij de gemeenten be
langrijke inkomsten onttrekt
De schepen betreurde ook dal
tegen dit alles weinig te doen is»
en dat de fiskale maatregelen
die de gemeenteraad had ge,
nomen het begrotingseven]
wicht niet kan herstellen.
Wilfried Li»
Globaal tekort in de gewone dienst: 290 miljoen. Hiervan slaat
1S1 miljoen nog op vorige dienstjaren. De buitengewone
dienst sluit af met een boni van 3,6 miljoen.
Een vergelijking met vorige jaren (in duizendtallen):
Inkomsten
Uitgaven
Tekort
Rekening
1976
764.007
805.378
41.371
Rekening
1977
876.216
937.417
61.201
Begroting
1978
1.001.777
1.214.836
213.059
Begroting
1979
1.093.309
1.244.263
150.954
Ontwikkeling van de gewone inkomsten
1. Ontvangsten van prestaties
1978:45.987.000 (4.59%)
.T979 (ontwerp): 43.525.000 (3,98
2. Overdrachten (toelagen)
1978: 885.653.000 (88,40%)
1979: 962.375.000 (88,02
3. Schuld (dividenden)
1978: 70.137.000 (7%)
1979: 87.409.000 (8%)
Meer-inkomsten van de «Belastingen»
Begroting 19787349.000.000 belastinginkomsten
begroting 1979:415.000.000, of een stijging van 18%
Verdellngsfondsen
Begr.
1978: 368 miljoen
1979:367 miljoen (of 1% minder)
Ontwikkeling van de uitgaven
(in duizendtallen)
Personeel
Schuld
1978
590.113
364.463
954.576
Overdrachten 120 624
workings 139 £36
kosten 1.214.837
48,40
30,—
78,40
9,9
11,45
100,—
1979
630.013
349.321
979.334
108.157.
156.775
1.244.266"
50,63
28,—
78,63
8,70
12,60
100
Overdrachten (in duizendtallen)
O.C.M.W.
Ziekenhuistekort
Kerkfabrieken
Rekening
1977
83.110
59.820
9.000
5.636
Begroting
1978
120.624
88.978
15.000
5.062
Begroting
1979
108.157
76.000
15.000
5.832
1978-1978
11
for
hall
stai
Öiv<
BVC
Onderzoek van de uitgaven
(in duizendtallen)
Rekening Begroting Begroting 1978-1979
1977 1978 1979 40 ^ipgn (6 7
M 479-291 590.113 630.013 - 15,142 miljoen
Schuld 252.670 364.463 349.321 (—4,3%)
Pers
Evolutie van de stadsschuld
1976: 1.107 miljoen, of per inwoner 15.333 fr.
1977: 1.270 miljoen, of per inwoner 17.376 fr.
1978: 1.415 miljoen, of per inwoner 18.752 fr.
Werkingskosten (in duizendtallen)
Rek. 1977
122.346
Begr. 1978
139.636
Begr. 1979
156.775
1978-1979
17 miljoen
12%)
Enkele voorbeelden die deze verhoging verklaren:
Rekeningen RTT 1979: 3.427.000 fr. (1978: 2.575.000)
Verzekeringspremies B.V. 1979: 2.606.000 fr. (1977: 1.566.000)
Gebouwen
Stoom, elektriciteit en gas: 12.937.000 (9.751.000)
brandverzekeringen, onderhoud, en water: 2.910.000 (1.507.000)
huishuren: 1526.000 (1.008.000)
Verzekeringen voertuigen: 2.035.000 (1.095.000)
Met dit resumé voor ogen, kon het betoog van schepen Van Den
Eede (van Financiën) gemakkelijker worden gevolgd.
Oud-Schepen van Financial Etienne Bogaert nam op de Jongite
gemeenteraad de begroting gcberp op de korrel. Maar dan wei in een
koostrnctieve ittyl. HQ dankte om te beginnen de Schepen ran
tr dit ren lag.
«De inspiratiebron bij de begro
ting vinden wij in de cirkulaire
van de Minister van Binnen
landse Zaken, en de brief van de
heer Goeverneur, zo zei het
raadslid: «De voorschriften van
de Minister komen enigszins
hard over, maar zijn ongetwij
feld ingegeven door informaties
bij de kontrole van de begrotin
gen van de gemeenten zelf, maar
tevens in een gedeelte van de
alternatieven die we voorstelden
tegenover uw beleidsnota, zijn
de: het opmaken van een
aangepast programma aan de
behoeften en de werkelijke
mogelijkheden, het vastleggen
van prioriteiten (in funktie van
de urgentie), een meer jaren
programma met redelijke sprei
ding van de investeringen, geen
nieuwe ontwerpen starten tenzij
na zorgvuldige planning van de
ireerslag ervan op de huishou
ding van de stad, en niet afzien
van mogelijke overheidstoela
gen. De minister heeft de
alternatieven van onze fraktie
beter gelezen, zo zei raadslid
Bogaert, en het getuigt voor hem
dat hij een inspanning wil doen
om de financiën op het vlak van
beleidsvoering te verbeteren».
Het raadslid wees vervolgens op
dedeficitaire begroting voor 290
miljoen en op de leningenlast
van meer dan 2 miljard, maar
verklaarde ook dat niet alle
schuld aan de stad zelf lag, en
dat dé staat ook niet vrij uit ging.
Want van 1972 tot 1976 werden
de dotaties van het «Gemeente
fonds» met 10 miljard vermin
derd. Ook de andere Fondsen
vertoonden een daling: het
«Fonds voor bijzondere op
drachten» werd afgeschaft.
Aalst derft hierdoor een belang
rijk voordeel, evenals door
vermindering van het bijzonder
Fonds (oud vennootschaps
fonds), en door de afschaffing
van de automatische hulp aan
gefusioneerde gemeenten (afge
schaft in 1976). Sedert 1974
kwam het tekort van de zieken
huizen ook al ten laste van de
gemeenten. De nieuwe wet op
het OCMW verhoogde de toe
name van de toelagen op een
spektakulaire manier.
Raadslid Bogaert aanvaardde
ook het argument van de kosten
van de füsies, waarvan geen
preciese raming gekend was:
«Eigenlijk zijn hier maatregelen
bij, zo zei hij, die het wankel
evenwicht van de gemeente-
fincanciën op de helling stelt.
Het gaat nier meteen om een
ernstige inbreuk op de autono
mie van de gemeenten. Het
gemeentefonds beoogt in werke
lijkheid een herverdeling van de
opbrengst van een gemeentefis-
kaliteit (in een systeem van
solidariteit), die in 1948 aan de
gemeenten ontnomen werd.
Dit alles, zo vervolgde het
raadslid, zal leiden tot ernstige
financiële gevolgen, zodat de
gemeenten in de onmogelijkheid
gesteld worden verder een aktie
te voeren om de werkloosheid op
te slorpen en de werkgelegen
heid te bevorderen door werk
verschaffende investeringen.
Een verder aanzienlijk opdrijven
van de gemeentelijke fïskaliteit
leek het raadslid dan ook
onverantwoord: ze wordt al
zwaar aangevoeld, is al tot een
maksimum opgevoerd, en het is
onbillijk de gemeenten de re
kening te doen betalen van
beleidsopties waaraan zij
vreemd zijn. Het raadslid herin
nerde aan het verslag van vorig
jaar van Schepen Van Den Eede
(Financiën) waarin stond dat de
verhoging van de inkomsten er
vooral moest komen via de
verdelingsfondsen, en dat daar
voor geijverd zou worden.
«Maar», zo voegt het raadslid
eraan toe: «de staat knoeit
verder aan het gemeentefonds,
waar is het dynamisme van de
gemeenten? Het spijt me dat de
werkgroep van Centrumsteden
met verder vecht. Sinds meer
dan een jaar kwam de groep niet
meer samen. Bij de Staat ligt
niet alle schuld, vervolgde raads
lid Bogaert die zich afvroeg of er
nog mogelijkheden bestaan om
de begroting in evenwicht te
brengen, gezien de uitgaven 150
miljoen hoger zullen liggen dan
de inkomsten, en de vorige
dienstjaren nog 138 miljoen
deficit achterlaten, niettegen
staande het wegwerken van de
konsalidatielening en de finan
ciële overschotten van de deel
gemeenten.
Het raadslid bleef stilstaan bij
de struktuur van de uitgaven, en
legde vooral de personeelsuit
gaven onder het vergrootglas
(50,64%). Hij wees erop dat,
niettegenstaande de stijgende
curve, de bovenbouw van het
kader nog niet aangepast was
aan de realiteit van de schaak-
vergroting. Het enige vastgestel
de feit is de adjunkt-sekretaris,
en vermoedelijk om andere
redenen, zo zei het raadslid:
«Het is niet met de Spitaelsers
dat men een beleid voert, men
improviseert zonder meer. De
werklozen bevelen in verschil
lende gevallen het vast perso
neel», hekelde het raadslid, en
herinnerde aan een uitspraak
van burgemeester D'haeseleer
uit 1966 waarin deze zei dat het
statuut van het personeel moest
herzien worden, en dat zulks
voordeel zou bijbrengen op
gebied van rendement en bezui
niging.
Wat de werldngikosten van de
stad betreft, was raadslid Bo
gaert van oordeel dat er wel
besparingen mogelijk zijn: «de
uitgaven van propaganda kun
nen achterwege gelaten worden.
Uitgaven die buiten de gemeen
telijke opdracht vallen en waar
door nationale instituten be
staan. Zo kloeg hij ook het feit
aan dat op 11 november 11. op
één plechtigheid twee stadsfoto-
grafen aktief waren.
Over de overdrachten zei het
raadslid dat het stadsbestuur
een beleidsfout begaat door niet
alle middelen aan te wenden om
overheidsuitgaven te bekomen.
Ook moet aflossing voorzien
worden van de op te nemen,
buiten het gedeelte aan intrest
«Het is duidelijk, aldus de heer
Bogaert, dat dit financieel beleid
moet uitlopen op moeilijkheden
Op een slechte kastoestand
waarvan personeel en leveran
ciers van de stad het slachtoffer
zullen zijn. De grotere aangroei
tegenover de ontvangsten brengt
een ontwrichting mee.» Hij
betreurde verder dat er bij een
uitgavenbudget van 1,2 miljard
ook geen uiteenzetting over het
toekomstige beleid van de an
dere schepenen dan alleen van
Financiën te vinden was. Hij
stelde ook de vraag waar het
saneringsplan bleef, en gaf zelf
alvast zeven postieve suggesties
«omdat onze oppositie er een is
van samenwerking en opbou
wend van inhoud»:
1. Meer inspanningen leveren
om toelagen te bekomen.
2. Meer aandacht voor de
werkelijke behoeften en moge
lijkheden met uitsluiting van
prestigieuze projekten.
3. Afzien van Luxe-projekten en
vervangen door meer rationele
en funktionele oplossingen zon
der luxe.
4. Meer spreiden van de
investeringen voortvloeiend uit
fan
een meerjarenplan. jen
5. Meer vastleggen van prioriteit
ten: voor wanneer een planning
van openbare werken, die he(,en
grootste gedeelte opslorpen vao,en
het budget. Een opsomming
werken kan een programm$un
zijn, maar is geen planning. ^e6
6. Opdrachten vervullen die
eigen zijn aan de stad en niet
deze vervangen, waarvoor"-
staatsinstellingen uitgebouwd t
werden.
7. Meer waakzaamheid door een
dynamische aanpak in de werk
groep van de steden md
belangrijke funkties met het ooj
op een redelijke verdeling van d«
fondsen.
WJ. I
In zijn bespreking van de stadsbegroting 1979 wees Bert Van
Hoorick namens de B.S.P. erop dat Aalst sedert een tiental
jaren een deficitaire rekening kent Waar dit vroeger steeds
opgevangen werd door verhoging van belastingen of door
kon8olidatieleningen vreesde hij dat het nieuw tekort ditmaal
weinig kans maakt om door nieuwe extra-inkomsten opge
vangen te worden, enerzijds wegens de slechte financiële
toestand van het Rijk zelf, anderzijds omdat de gemeentelijke
belastingen op een bijzonder hoog peil staan.
Van HooncK herinnerde er
trouwens aan dat het tekort van
1979 een raming is, die lich
ter de werkelijkheid benadert,
dan zulks bij vorige ramingen
het geval was.
Op de vraag wat de Stad aan dit
tekort kon doen, gaf hijzelf 2
mogelijkheden. Vooreerst
moet zij hopen dat de Staat zijn
financiële tussenkomsten voor
de gemeenten zal opdrijven, en
dat 1979 een groter rendement
van de belastingen zal mee
brengen.
Tevens moet Aalst een zuinig
en doelmatig beleid voeren.
Alle diensten moeten dit doen,
niet in het minst het kollege van
burgemeester en schepenen
zelf. Spreker gaf hierbij het
voorbeeld van de meubilering,
die na vervanging, dikwijls op
nieuw kan aangewend worden.
De recepties door het Stads
bestuur vond Van Hoorick geen
luxeuitgave en nog minder een
misbruik. De B.S.P. is van oor
deel dat dergelijke ontvangsten
een noodzakelijke uiting zijn
van erkentelijkheid en waarde
ring t.o.v. de ontelbare vereni
gingen en personen die be
langrijk zijn voor het gemeen
schapsleven in de stad. Hij
verweet trouwens de CVP stel
selmatig afwezig te zijn op deze
recepties, nu zij zelf de macht
niet in handen heeft.
Bijdragen tot ekonomische
groei
Volgens de BSP kan het stads
bestuur bijdragen tot een eko
nomische groei door het ter be
schikking stellen van nieuwe
nijverheidsgronden. De Inter
communale Land van Aalst is
van haar kant bezig met de uit
breiding van de industriezone
Erembodegem. De gemeente
raad van Aalst zou zich, vol
gens de socialistische partij,
zonder verwijl dienen uit te
spreken voor de uitbreiding van
het Wijngaerdveld.
De stad Aalst zou ook vesti
gingsmogelijkheden moeten
kunnen aanbieden voor gede-
koncentreerde en gecentrali
seerde rijksbesturen.
Spreker stelde verder voor or
ganen te scheppen om de be
staande nijverheid te verdedi
gen en om prospektie voor het
aantrekken van nieuwe nijver
heden te kunnen doen. «Er
moeten ook betere relaties ont
staan tussen het Stadhuis en
de Interkommunale» zo ging hij
verder.
Daarna ging hij dieper in op de
politiek van investeringen door
Openbare Werken, dat op de
krisisbestrijding en de tewerk
stelling moet gericht zijn. Van
Hoorick was van mening dat
men in krisistijd moet trachten
meer openbare werken uit te
voeren, waarbij men weliswaar
selektief moet tewerk gaan. De
investeringen die sterker werk
verschaffend zijn, zoals de wo
ningbouw moeten de voorrang
hebben.
Signaleren wij nog dat hij ook
aandacht vroeg voor meer en
betere parkeermogelijkheden.
Inspraak voor personeel en
verbruikers
De B.S.P. verheugde zich over
de invoering van een sociale
dienst voor het personeel. Vol
gens deze partij heeft de CVP,
met de aansluiting door de stad
bij de gemeenschappelijke so
ciale dienst te Brussel, het pleit
gewonnen.
De socialisten zijn ook voor
stander van arbeiderskontrole,
leidend op lange termijn naar
zelfbeheer. Bij monde van Van
Hoorick meent zij dan ook dat
het stadspersoneel en dit van
het O.C.CM.W. 'recht hebben
op inspraak. In sommige geval
len vb. bij bejaardentehuizen
kan deze inspraak ook gege
ven worden aan de verbruikers
in casu de bejaarden. De
woordvoerder drong eveneens
aan op spoed voor de uitwer
king van het nieuw kader en op
de verkorting van de arbeids
duur tot 36 uur per week.
Milieuzorg
Van Hoorick behandelde ver
volgens uitvoerig het probleem
van het huisvuil en inzonder
heid van het interkommunaal
stort te Voorde en te Vlierzele.
Op deze laatste plaats zal
trouwens dienen gewerkt te
worden met een kompaktor. Dit
procédé zal volgens de spreker
misschien wel meer kosten
voor de stad dan de huidige op
lossing, maar een breekwerf of
verbrandingsinstallatie zou de
uitgave voor het huisvuilpro-
bleem tot het vijfvoudige of het
tienvoudige doen oplossen.
Voor het zuiveringsstation te
Hofstede hoopte hij op een uit
voering op korte termijn.
Onmiddellijk hierop aanslui
tend werd het probleem van het
dierenasiel te Nieuwerkerken
behandeld. Van Hoorick vroeg
dat het Schepenkollege naar
een geschikte nieuwe vesti
gingsplaats zou uitkijken. Ver
wijzend naar Brugge, waar de
stad zelf een asiel bouwt, was
hij van mening dat men mini
mum de grond diende aan te
wijzen die door het Aalsters
dierenasiel zou kunnen ge
kocht worden.
Tot besluit sprak de woord
voerder van de BSP-fraktie zijn
tevredenheid uit over de toe
komstige eerstesteenlegging
van het nieuw hospitaal, over
de geplande opvangcentra
over de woningbouw, de stads-
verfraaiing, en de politiek in
zake jeugd en sport Het wai
dan ook vanzelfsprekend da
de BSP een dergelijk vooruit
strevend beleid, ten gunste var
alle inwoners van Groot-Aalst
veruitwendigd in de stadsbe
groting, goedkeurde.
VEHE
Het goedkeuren van de stadsbegroting stond achteraan o(
het agenda van de gemeenteraad. Tevoren werden eerst ck
opcentiemen goedgekeurd.
Om te beginnen de opcentie
men op de onroerende voor
heffing. Het getal 1900 werd
behouden. Raadslid Bogaert
zei evenwel dat de CVP-fraktie
tegen was, omdat de belas
tingdruk al te zwaar was.
Raadslid Uyttersprot voegde
daar nog aan toe ook niet ak
koord te gaan met de aanwen
ding ervan zoals die in de be
groting was voorzien.
De aanvullende dlrekte be
lasting op de personenbelas
ting werd op 6% behouden, en
daar kon de oppositie om
voormelde reden ooKTnet mee
akkoord gaan, evenmin als mei
de opcentiemen op de provin
ciale belasting op de drijf
kracht (550), op het nijver-
heldspersoneel (440 opcen
tiemen), en op honden (300
fr.). De direkte belasting op de
niet-bebouwde percelen
bleef vastgesteld op 2500 fr. de
strekkende meter. Ook de
nieuwe slachthuisrechten
kwamen op het agenda, al!
voorzorgsmaatregel in gevj
van wijziging (op 1 januari) var
de toestand in het slachthuis.
W.L