Markt- en straatliedjes te Aalst
van 1860 tot 1950
EEN DOKUMENT
iïïss:
32 - 22-12-1978 - De Voorpost
1 5e I
tioo
lie i
Af f II
en.
A»U4*t***0
ANGELiqilE 6 DOM1EN lt,
en straatlied 1860-1950». Deel
II zal dan handelen over «De
Hedendaagse Liedjeszangers
1950-1980» en Deel III over
«Het Aalsters Verenigingsle
ven 1860-1980»
Voor dit eerste deel verza
melde Jos Ghysens een indruk
wekkend aantal liedjestek
sten, honderden vliegende
bladen, tientallen liedjesschrif-
ten. Een groot aantal personen
werd hierbij door de auteur ge
ïnterviewd en uiteindelijk werd
de stof ondergebracht in vol
gende zes hoofdstukken:
1. de marktkramers en hun
wereld; de volkspoëten, de
komponisten. de muzikanten
en de liedjesdrukkers
2. roepen van marktkramers
3. aftelrijmpjes bij kinderspe
len
4 selektie revueliedjes uit de
wereldoorlogen
5. liedjes uit de volksmond
6. verklarende noten en oor
sprong van ruim 500 liedjes.
Hoofdstuk 5 is onderverdeeld
in een veertigtal rubrieken als
de verwekking, de geboorte, de
devotie, het vrijen, de loyters-
en soldatentijd, de lyrische
volkserotiek, het huwelijk, de
politiek, de sociale bewogen
heid, de drastische liefdeslied
jes, enz. om te besluiten met de
honderdjarige en de tocht naar
de Hoezekouter.
Jos Ghysens werd hierbij ter
dege geholpen door Frans
Wauters. voorzitter van het
Stedelijk Feestkomitee.
Ruim 300 illustraties laten de
verbeelding de vrije teugel en
verschaffen doorlopend zin
tuiglijk en imaginair genoegen.
Een écht «document humain»
dat indruk maakt op iedereen
die zich voor het Aalsters
straatleven en de weerspiege
ling ervan in de loop van de ge
schiedenis interesseert.
HISTORIEK
Het oerlied was vooral gewijde
muziek met mytologische,
krijgs-, feest- en heldenzan
gen. De Middeleeuwen brach
ten geestelijke liederen met
door minnestrelen en barden
gezongen ballades, lofliede
ren, drink- en minnezangen In
de 16e eeuw verschijnt de lied
jeszanger op de marktpleinen
waar hij oorlog en vrede, liefde
en misdaad bezingt en spijt het
verbod der overheid vaak mis-
tiestanden hekelt. .Ook strijd-,
geuzen- en antigeuzenliederen
komen nu aan bod. 17e en 18e
eeuw vormen de glorietijd van
het gewone leutige lied. met
liefdesavonturen, rampen en
moorden terwijl in de periode
onder Napoleon konskriptie-
en straatliederen op de voor
grond komen. In de 19e eeuw
tekenen volkskundigen de ge
zongen liederenschat op en
leggen hem vast voor het na
geslacht. In de tweede helft met
de doorbraak van de industrie
komen de volkspoëten los en
via de drukkunst worden hun
teksten, in kolommen gedrukt,
las «vliegende bladen» gevent
en verkocht. Vóór 1860 werden
weinig van deze zo verganke
lijke blaadjes in de streek vn
Aalst aangetroffen.
In het huidig boekdeel komen
nu de liederen uit de periode
1860-1950 aan bod.
ANGELIQUE EN DOMIEN
Prototype van straatzangers
waren alleszins de op de titel
pagina afgebeelde «twee ver-
maardste Musico s van het
Aalstersche». «les deux musi
cos les plus réputés de Pays
d'Alost». Angélique en Domien.
Angélique met het draaiorgeltje
en Domien met de trommel.
Deuntjes werden gebracht op
eenvoudige, vaak onbeholpen
mien omdat ze bij de gebruike
lijke schooierstournee in een
café niet genoeg had rondge-
haald werd in Domiens hoed
een viezigheid gedeponeerd
toen hij even buiten was. Van
dan af ging hij gekend onder de
naam «Hoejenschijter» in de
volksmond dra veranderd in
«Houilleschijter»
LIEDEREN
Onbegonnen werk uiteraard ze
te willen opsommen of zelfs er
nog maar een overzicht van te
geven. Een greep uit deze
reeks eigenaardige titels willen
we U nochtans niet onthouden:
«De stem der zee», «Het we
zenkind uit Rusland», «De we
reld draait verkeerd», «Wreede
moord te Rekkem». «De liefde
der matrozen», «Ik heb je één
maal gekust», «Geniet ervan».
«De orgeldraaister». «"De Tita
nic». «De verstooten Martha».
«De dubbele kindermoord te
Zelick», «Ramona». «Een
bastaard». 's Avonds in de
maneschijn», «Gebroken ge
luk» enz. enz.
MARKTROEPEN
Voor vitale, krachtige uitdruk
kingen kwam men best op een
markt terecht waar men o.a,
kon horen
«Als 't slecht gaat, volgende
week betalen»
«Komkommers om een
schoon vel te krijgen»
«Patatten zijn geen beeste
kroketten. Van ze leven nie
vervetten, 't Staat in alle gazet
ten»
«Spinazie mee couragie!
Stoemp mee een schelle gere
geld»
Over liedjes en liedjeszan
gers van de periode 1950-
1980 wil Jos Ghysens later
terug komen.
L.H.
Een keurig ingebonden lijvig boekdeel van 370 bladzijden is zopas van de pers gekomen in een
beperkte oplage (500 exemplaren) aan de prijs van 890 fr. Geïllustreerd met een driehonderd
foto's en prentkaarten vormt het een niet te ontberen bijdrage tot betere kennis van het
Aalsters Volksleven uit de periode 1860 tot 1950.
Een eeuw populaire liedjes en deuntjes werd door Jos Ghysens opgetekend, gekommentari-
eerd en geïllustreerd met een Voorwoord door Renaat Van der Linden, voorzitter van de
Koninklijke Bond der Oostvlaamse Volkskundigen.
In het Genootschap voor Aals-
terse Geschiedenis. A. Liénart-
straat 23 te Aalst is het reeds
van bij het ter perse komen uit
geput doch misschien kan U in
de boekhandel nog een exem
plaar op de kop tikken. Voor in
lichtingen hieromtrent kan U te
recht bij Jos Ghysens, tel.
053/21.48.16.
EEN HELE LEVENSLOOP
In 1975 verscheen reeds een
omvangrijke studie over
Aalst-Karnaval of de geschie
denis van de lokale Vastena
vondviering door de eeuwen
heen. Het boek werd entoe-
siast onthaald en was op een
paar weken uitverkocht. De
vraag naar een volkskundige
bundel over Aalst was de
jongste tijd weer toegenomen
en gaf meteen aanleiding om
aan een nieuw, origineel on
derwerp na te denken. Een
paar sjofele straatmuzikanten
op een vergeeld etiket, een ver
frommeld vliegend blaadje, de
foto van een harmonikaspeler
brachten de idee iets te maken
over het Aalsters Volksleven in
19e en 20e eeuw
Van de geplande uitgave ver
scheen nu Deel I. «Het Markt-
VOLKSLIED
Aalst leeft en leefde steeds
hartstochtelijk. In deze karna-
valstad heeft het lied steeds
gedomineerd en getriomfeerd
en floreert het verder Een hele
gamma Aalsterse liedjeszan
gers defileren voor de lezer in
hun eigen leven en wereld: zo
bijna 40 zangers, 14 volkspoë
ten, drie komponisten, zes
drukkers van vliegende bladen
en zeventien muzikanten. Ze
treden U tegemoet met naam
en toenaam, met hun sociale
kant en stand, met hun kunde
en kunst, met hun voorliefde
voor een bepaald genre.
«Vliegende bladen» spelen in
de?e uitgave slechts een kleine
rol: ze gingen immers zo ge
makkelijk verloren. Dit boek
wordt daarentegen een uitgave
van blijvende waarde die van
generatie tot generatie wordt
overgereikt als kijk- en lees
boek. Het is immers een
nieuwe vorm van direkte ge
schiedenis en autenticiteit: de
medemens van vroeger wordt
er langs rijm en lied benaderd,
grondig en doordringend zoals
we zelden hebben gezien of
gehoord.
wijze en sterk aangedikt door
een sensationele noot en aan
gepaste mimiek. Gezongen
werd op markten, kermissen,
aan de uitgangen van kerken,
op bruiloftsfeesten, aan de
Oude Schouwburg aan de
Hopmarkt of aan de kiosk op de
Grote Markt.
Straatzang ging gepaard aan
straatschilderij en waar gezon
gen werd over «De Moord te
Cruybeke» moest men de
moordenaar zien, liefst met het
mes waar het bloed nog af
droop in de hand. De zanger
sloeg dan daarbij met een
lange mattestok tegen het zeil
op het vak waar de betrokken
personen naar het leven ge
schilderd waren.
Angélique en Domien woonden
aan «den Heeten Oven» (St
Jobsteeg) en daarna aan de
St -Annaweg in één van de
«Zeven Huizekes» doch bij de
aanleg van de St-Annalaan
verhuisden ze naar de Mijl-
beekse barakken. Was Angéli
que overal bekend als bede
laarster, Domien stond inge
schreven als hulp
horlogemaker maar om wat bij
te verdienen vormden ze een
muzikaal duo. Na een bestraf
fing van Angélique door Do-