Batiken met llde Phlips Lyrische renaissance in Dido Oostvlaamse kunstambachten in de kijker IAK IN 565 IVER KUNST EN AMBACHTEN ue voorpost - 29-12-1978 - Dm onze lezers de moeite te besparen de «grote van Dale» te nemen en naar de betekenis van dat vreemde woord «batikken» te gaan zoeken, geven wij die maar onmiddellijk. Volgens van Dale: «Indische methode om weefsels in figuren te verven, waarbij telkens het gedeelte dat giet gekleurd moet worden met was wordt bedekt»Hiermede is natuurlijk niet alles gezegd, en jaarom gingen we even aankloppen bij ilde Phlips. We leerden haar kennen op de Aalsterse Kunst- en Ambachtsmarkt van september laatstleden. Zij is de echtgenote van kunstschilder Leon Boel. Misschien zullen sommigen zich nog het uitgebreide vraaggesprek herinneren met leze man dat we vorig jaar in onze kolommen lieten verschijnen, llde en Leon stonden ons lereidwillig te woord. Zelfs hun enkele maanden oude zoontje Jonas deed af en toe een duit in iet zakje! Om praktische redenen echter laten we de kommentaar van laatstgenoemde terzij- Ie. tik». Sommigen echter een onderscheid maken tussen «batik» en «plangi». Voor het batikken is eigenlijk niet zo veel materiaal en ge reedschap nodig. Een speciaal instrumentje is de «tjanting». Het werd op Java ontwikkeld. Het bestaat uit een kuipvormig reservoirtje uit messing, met een gebogen afvoerpijpje en In jeugdhuis Dido te Erpe waren zaterdag II. Bob, Frank en zussen te gast. Dit uiterst charmante gezelschap (Bob en Annemie van Pottelberghe, Frank en Gina Claessens) wist op een ongewoon boeiende wijze het 30-40 koppige publiek in zijn muzikale ban te houden. En inderdaad, wat we die avond te horen kregen bleek traditionele folk en renaissancemu ziek te zijn van het hoogste allooi, de leeftijd en ervaring van de groep in acht genomen. Op een nu eens luchtig-speelse, lieve wijze, dan weer stijlvol en subtiel werden traditionele Europese en Angelsaksische volkszangen, ballades, dansen ten gehore gebracht, afgewis seld met autentieke of bewerkte renaissance-stukken. Het geheel werd voornamelijk door Annemie aaneengepraat, uitleg verschaffend over de nummers. De technisch-muzikale vaardigheid van de groep, (Frank: gitaar, dwarsfluit, kornamuze, Bob: gitaar, Gina: aller hande fluiten, viool viola da gamba, Annemie, percussie) en de haast geschoolde stemmen wisten de weinige aanwezigen in die mate te bekoren, dat de groep tot tweemaal toe op het podium werd teruggevraagd. DDT en klaar te verkrijgen in hobby winkels. Een ander belangrijk aspekt bij het batikken is de aanwending van de kleurstoffen. Daartoe gebruikt men «stoffenverf». Men mag dit echter niet verwar ren met de verf die gebruikt wordt om op stof te schilderen of om op stof te drukken. De stoffenverf wordt gemengd met fikseerzout, dit om de ge kleurde stof te beschermen. Ofschoon de verfstoffen zo goed als lichtecht zijn, zijn ze nog niet «indanthreen», dit wil zeggen voor honderd procent licht- en wasecht. Men dient dus een batik te beschermen tegen al te fel licht en het rein igen mag alleen chemisch ge beuren of door het wassen in wasbenzine. De kleuren kunnen ofwel van natuurlijke oorsprong zijn, of wel worden ze langs scheikun dige weg bekomen. Er is wel een merkbaar verschil tussen deze beide soorten kleuren. Kleuren van natuurlijke oor sprong zijn warmer van tint, «natuurlijker» van toon. Over het bereiden van natuur lijke kleurstoffen is heel wat te vertellen. Men kan voor de meest onverwachte dingen komen te staan. Rode kool bij voorbeeld kleurt zeer sterk, maar wil men wol verven in een afkooksel van rode kool, dan bekomt men... grijs. Sterk kleu rend ook zijn de bolsters van noten. Ook ajuin geeft zon der chauvinistisch te zijneen zeer mooie kleur. De pel van de ajuin geeft bruin; de vrucht zelf geeft een mooi goud-gele kleur. Alles is natuurlijk ook af hankelijk van de'gebruikte hoe veelheden. Dit laat een mooi gamma tonali- teiten toe. De schors en de bla deren van een berk kunnen eveneens aangewend worden. Meestal worden kleurstoffen van plantaardige oorsprong met metaalzout gemengd, on der meer kopersulfaat. Zo geeft berkenschors met kopersulfaat een groen-gele kleur. Donker groen kan het worden door toe voeging van een ander zout. Ook de temperatuur kan de in tensiteitvan natuurlijke kleuren sterk beïnvloeden. Ekspert in al deze zaken is ons aller «pikkels en ajontjes»- man, Dolf Boel, vader van Leon. Eén van zijn hobby's is het bereiden van natuurlijke kleurstoffen. Keren we terug naar het batikken zelf. De kleu ren worden aangebracht met een penseel, ofwel kleurt men door onderdompeling in een bad met kleurstof. Nadat een kleur aangebracht is wordt de was, die de niet te kleuren plaatsen beschermd, verwijderd. Dit gebeurt als volgt: de batik wordt tussen twee vellen bruin inpakpapier gelegd. Met een warm strijkij zer gaat men er over: de was smelt en dringt in het papier. Het spreekt vanzelf dat de laag was niet te dik mag zijn. Anders wordt het verwijderen bemoei lijkt, en bekomt men vlekken. Het principe van het batikken is in feite zeer eenvoudig, maar er is wel enigszins ervaring nodig, wil men mooie resultaten be komen. Tot nog toe spraken we enkel over de wasbatik. Er bestaat ook, we schreyen het reeds, een andere werkwijze, namelijk de knoopbatik. Hierbij legt men knopen in de stof of bindt men de stof op bepaalde plaatsen samen met een touwtje. Zo gaat de stof het verfbad in en bekomt men allerlei vormen, die op louter toeval berusten. Op de plaats waar de knoop werd gemaakt kan geen verf komen. Wie zelf wil batikken kan dit doen met een minimum aan materiaal. Wat daarvoor nodig is: in de eerste plaats, de tjan ting. Dit instrumentje beschre ven we hoger. Met een beetje handigheid kan men er zo zelf één maken. De was in de tjan ting wordt verwarmd met een spiritusbrander. De stof wordt opgespannen op een batikraam. Dit is nodig om dat de stof in de «lege ruimte» moet zweven, m.a.w. niet op een ondergrond mag liggen. Om grote plaatsen met was te bedekken gebruikt men best een penseel. Best is een platte varkensharen kwast. Verder hebben we om de verf- oplossing te koken een pan nodig. Uitstekend geschikt is een oude emaille pan met dek sel. Soms kan het gebeuren dat de was stolt in het afvoerpijpje van de tjanting. Met paardehaar of een zacht metalen draad kan men het pijpje doorsteken. Het bevestigen van de stof best gebruikt men zijde op het batikraam gebeurt eenvou dig met duimspijkers. Wanneer men stoffen verft beschermt men de handen best met rub beren handschoenen. U merkt, beste lezer, er is echt niet zo veel nodig om te batik ken. Dat er mooie resultaten te bekomen zijn werd reeds ten volle bewezen door llde Phlips. Langs deze weg danken we haar ook voor de bereidwillig heid waarmede zij ons te woord stond. And ré De Groeve De Toeristische FedeFatie Oost-Vlaanderen, te Gent geves tigd aan het Maria-Hendrikaplein, geeft reeds jaren een zeer geapprecieerd, zo qua inhoud als presentatie, tweemaande lijks tijdschrift uit: «Toerisme in Oost-Vlaanderen». In zijn toespraak tot de afge vaardigden van toeristische or ganisaties en overheidsperso nen van de provincie wees be stendig afgevaardigde R Tim merman er o.a. op dat de Fe deratie, onder direktie van de heer Daniël De Moor, reeds verschillende Jaren een be paald aspekt of onderdeel van het toeristisch patrimonium van onze provincie aksentueerde. Door de kunstwerken heen wil de toerist immers de jongste ja ren ook de scheppende mens die er achter verschuild gaat le ren kennen als mens met zijn streekgebondenheid. In deze gedachtengang kwamen initia tieven van de grond als het Kastelenjaar. het Folklorejaar en het jaar van de Zeven We reldwonderen. Naast interesse voor bezienswaardigheden wordt inderdaad uitgekeken naar de historisfche back ground ervan. In 1979 wenst de Federatie het tijdschrift vooral af te stemmen op de Oostvlaamse Kunstam bachten. Deze zijn echter zo rijk en gevarieerd dat een ge motiveerde keuze zich op- j drong, waar het immers onmo gelijk was ze allemaal te be handelen. In het november- decembernummer kwamen vooral de textilia in de kijker, die voor onze provincie toch de his torische aanzet zijn geweest voor opbouw van materiële welstand, en die tevens kunst- produkten voortbrachten die ver over de landsgrenzen heen vermaardheid verwierven en waardering afdwongen. De député bood dan ook aan de heer gouverneur De Kinder een speciaal ingebonden exemplaar van dit eerste num mer aan. Opvallend bij dit nummer waarvoor de Gouver neur zelf een voorwoord schreef, zijn de mooie illustra ties, ook van wandtapijten en kantwerk. In volgende nummers van 1979 komen andere disciplines aan bod zoals keramiek, glaze nierskunst, lithografie e.a. Zo wordt de lezer het hele jaar door gekonfronteerd met een bepaald aspekt van de kun stambachten en bovendien worden andere initiatieven als tentoonstellingen, gepro grammeerde dagtrips en an dere formules waarbij Oost vlaamse kunstenaars met hun waardevolle werken in de kijker worden gesteld onderzocht. Naar aanleiding van de jaar wisseling bracht de Federatie dan ook een reeks postkaarten uit: twaalf afbeeldingen van merkwaardige kunstprodukten uit de textielsektor. LH Antwerpen. Tot 3 januari is de galerij gesloten waarna tot 12 februari de hier be sproken expositie door loopt. Roger D'Hondt h de galerij 'S65' van Au- just Hoviele, (in de Spaar- iaamheidstraat 65), worden :ot 12 februari grafieken ge loond van de Israëliër Ben jamin Levy en de Belg Mau- tlce Pasternak. Twee ult- fenlopende kunstenaars die llgenlijk los van elkander In Üe galerij te kijk hangen. Dat ze specifieke, eigen ka rakters uitstralen merk je niet alleen aan de inhoud van hun werken maar ook aan de manier van doen. Bij Levy bijvoorbeeld zie je een kinderachtige naiëvlteit welke wordt uitgebeeld In een rustige en eenvoudige techniek. Bij Pasternak an- rHei huwelijk- werk van Benjamin Levy, tentoongesteld in de galerij S derzijds is er een meer bru tale indruk te merken en is zijn techniek in deze mate aangepast. Naar we ons hebben laten voorlichten graveeh Paster nak eerst honderden punt jes op zijn etsplaat, waar door bij het afdrukken met een pikzwarte fond bekomt. Naderhand werkt hij een zeer groot gedeelte weer weg en daaruit ontstaat zijn vorm, het beeld dat hij zich voorhoud te maken. De meest gangbare benaming voor deze techniek heet «mezzotint» en vindt zijn oorsprong in oude Italiaan se druktechnieken. In onze streken wordt ze ook nog wel eens «zwarte kunst» ge noemd wat inderdaad klopt met de zwarte tint die kan worden bereikt. Een zeer zonderlinge werkwijze wel ke hier maar erg weinig be kend is. In sommige van zijn etsen experimenteert hij zelfs met deze techniek. Zo krijgen de figuren een wreef mee met een uiterlijk winderig ak sent. Net alsof de figuratie wordt uitgedreven. De daar door ontstane beweging gaat bijna over In een neo- abstrakte vorm. Spijtig dat Pasternak r.iet zoveel in houdelijke faktoren kan la ten meespelen als Benja min Levy. Dat heeft uiter aard ook wat te maken met de aard van het werk op zich, maar persoonlijk heb ik weinig essentieels kun nen opmerken. Pasternak geniet nochtans een vrij goede bekendheid in zijn di- ciptine. Hij was op zowat elke belangrijke grafiek- biennale vertegenwoordigd en behaalde er een aanzien lijk aantal prijzen. De Israë liër Benjamin Levy houdt zich bij de klassieke ets a- quatint. Zijn figuratie is su bliem op papier gezet en men krijgt de indruk dat hij speels omgaat met zijn te- ma. Hij speelt zonder enige twijfel op een veel hogere snaar dan Pasternak. Levy ontdoet zich van diverse in vloeden en werkt zeer per soonlijk. Het humorachtige in zijn werk misleid de te ernstige kijker. Het werk «The Marriage» stelt zijn ou ders voor op hun trouwdag. Levy verbeeldt zich die voor hem uiteindelijk onbekende situatie In, en zet dat zon der kompleks op papier. Het krokante is dan ook dat je een bijna zekere onwaar schijnlijke situatie voor je krijgt waarvan je alleen maar kan vermoeden dat ze onecht is. Maar toch be vindt men zich op een wan kel pad. In februari (vp 3.2) publiceerden wij een inter view met deze in New York levende kunstenaar naar aanleiding van zijn toenma lige one-man show In 'S65'. De volgende expositie bij 'S65' zal werken tonen van Guy Vandenbranden uit gen. Wie haar op de am bachtsmarkt aan het werk heeft gezien zal misschien het te gengestelde hebben vermoed; ten onrechte want de weers omstandigheden waren alles behalve ideaal om te batikken. Afgezien van dit heeft ze niets dan goede herinneringen aan die dag over gehouden. Terzake nu: oorsprong, speci fieke technieken, materialen en werkwijze bij het batikken. De techniek van het batikken is afkomstig uit het Oost- Aziatische gebied en loopt te rug tot in de zesde eeuw. De 'ontleding van het woord «batik» leert ons dat «tik» het indone- sisch is voor punt, druppel. «Amtik» betekent fijn. strepen, tekenen, schrijven. We schre ven het reeds: het patroon wordt bekomen door die delen van het weefsel, waar men geen kleur wil hebben, met was te bedekken. De plaatsen die dus met was bedekt zijn be houden hun oorspronkelijke kleur. Naast deze techniek, ook wasbatik genoemd, bestaat ook nog knoopbatik. De inter nationale naam voor knoopba- tikis «plangi», hetindonesische woord dat «verkleuring» bete kent. Ook dit is een techniek om patronen op stof aan te bren gen, waarschijnlijk afkomstig uit Indonesië. Wasbatik en knoopbatik hebben in techniek veel gemeen en daardoor wor den beide procédé's tegen woordig aangeduidt als «ba- een houten handvat. Het valt best te vergelijken met een theepot, maar dan ter grootte van een luciferdoosje. In de tjanting wordt de vloeibare was gegoten en via het afvoerpijpje kan men dus lijnen trekken en punten zetten. Het biedt de mogelijkheid te werken tot in de fijnste details. Men kan ook de was aanbrengen met een pen seel. Het batikken met de tjan ting onderscheidt zich van het batikken met penseel door de fijne lineaire vormgeving, die eerder aan een tekening doet denken. Grote vlakken worden ook in de tjanting-batik met het penseel ingevuld. Het best geschikt voor batik zijn gladde stoffen van natuurlijke vezels. Dat zijn in de eerste plaats zijden weefsels met lin nenbinding, pongé genaamd, en een katoenen weefsel met linnenbinding, batist genaamd. Onder linnenbinding verstaat men een techniek van het we ven; namelijk de meest een voudige: het principe van het gewone mazen: één op en één neer. Katoen moet gekookt worden vooraleer het gekleurd wordt. Dit om de zogenaamde «pap» te verwijderen die kunstmatig wordt toegevoegd om de stof glans en stevigheid te verlenen. Bij zijde hoeft dit echter niet. Voor het batikken wordt een speciale batikwas gebruikt. Het is een mengsel van bijenwas en parafine. Dit mengsel is kant ooreerst een korte kennisma- ing met llde Phlips. Zij volgde edurende vier jaar sierkun- ten in de Aalsterse Akademie oor Schone Kunsten. Het oofdvak dat ze koos was glas i lood (glasramen). Deze nch- ng lag haar het nauwst aan het art. Naast schetsen, tekenen n schilderen kreeg ze ook een urtje per week batik, en llde hlips behoorde tot de meest eïnteresseerde leerlingen oor wat batik betrof. Toch eeft ze het batikken groten- eels door zelfstudie geleerd, ont de leraar in kwestie hield peciale technieken angstvallig erborgen voor de buitenwe- Bld, waarschijnlijk om konkur- jntie tegen te gaan. Hoe te- enstrijdig het ook moge klin- en, llde Phlips heeft wat dit be eft op school weinig of niets elangrijks kunnen leren. Dit temt natuurlijk tot nadenken... et doornemen van vaklitera- yur en het eksperimenteren leeft llde Phlips tenslotte ge- Iolpen om de techniek van het

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1978 | | pagina 17