In het voetspoor van JAAC0V ...doorheen ISRAEL
De Zwarte Bende
van «Tijger»
Verstuyft 14
Stampen en Dagen stelt LP voor
Nationale sportdag
S.M.I. Moorselbaan
en Langestraat
Faluintjes aktief!
Feuilleton
IL
VI
MtitZ
uu:
SCHOTSE PIPERS OP LUSTRUM
MUZIEKKONSERT TE HEKELGEM
Door Louis De Lentdecker
Zwakke darmen zijn voor een boef. een avon
turier, een soldaat gevaarlijker dan een zwak
hart of zwakke zenuwen. Uit de eindeloze ge
schiedenis van de bandieterij in Vlaanderen
die, naar een gevleugeld woord van de dichter,
als «een eeuwig herbeginnen» zou kunnen be
paald worden, blijkt dat meer dan een misdadi
ger aan de galg of in de gevangenis kwam
omdat hij het in de cruciale momenten van een
carrière of een «operatie» letterlijk en figuurlijk
«in zijn broek deed» en ter plekke souvenirs
naliet die misschien wel aan de mens maar niet
aan het oog van speurders, rijkswachters en
politiemannen ontsnapten. Wat baten organiza-
tie, wapens, mededaders, medeplichtigen, oe
fening als, wanneer men koelbloedig de buit
moet nemen of het slachtoffer in bedwang hou
den, de stalen zenuwen ondermijnd worden
door zwakke ingewanden die onverwacht, on
middellijk, de meest dringende eisen stellen en
een onoverkomelijke hinderpaal zijn naar ho
ger sukses in schurkenwereld.
Dit blijkt ook uit dit vervolg van de avonturen
van de bende van Tijger René Verstuyft.
Oscar Spilliaert - «officier judiciaire ofte rech
terlijk officier, medehelper van mijnheer den
prokureur des konings» (zoals men die lui toen
noemde) was overtuigd dat zowel jongens
van goede komaf als geboren bandieten de kern
vormden van een bende die bijna driemaal per
week overvallen pleegde en mensen doodde.
Hij onderzocht nauwkeurig al de gegevens die
hem van verschillende zijde vaak naamloos
bereikten en die geregeld dezelfde namen in
verband met de schelmerijen vernoemden. Dat
intellektuelen en rijkemanskinderen samen met
arme lieden en ongeletterden in de bende
«werkten», dat deze bende tussen Brugge,
Gent, Aalst, Dendermonde en het Waasland
opereerde, scheen hem als het ware een voort
zetting van het verleden. Niet alleen was er de
legendarische bende van Jan de Lichte geweest
maar ook de minder gekende maar niettemin
gevaarlijke en beruchte Bindersbende (in de
streek van Aalst) geleid door Jacobus Vosse-
laar had heel wat onrust en miserie over het
land gebracht zoals nog werd verteld door ou
deren.die het wisten uit de afschuwwekkende
Verhalen van hun grootvaders. Van Jacobus
Vosselaer werd gezegd dat hij als notaris een
prachtige herenwoning betrok aan de Nieuw-
straat te Aalst, dat hij vier klerken in dienst had
en dat sommigen van deze laatsten de beste
bendieten in zijn dienst waren. Toen tegen het
eind van de vorige eeuw het huis van de notaris
werd afgebroken vond men er het geraamte van
een jonge man. Het onderzoek besloot toen dat
dit het stoffelijk overschot was van een neef
van de pastoor van Onkerzele die door de «zor
gen» van de notaris levend tussen twee muren
werd gemetseld en de hongerdood stierf. Jaco
bus Vosselaar werd later zelf vermoord door
een van zijn «trouwste» medewerkers, zekere
Pieter Lamarche (een berucht bordeelhouder
uit Aalst) die jonge mensen oefende en opleidde
in moorden, branden en roven, speciaal om
lucht te geven, «aan zijn haat tegen de pas
toors»
Opgevoed'door de weduwe van een terechtge
stelde moordenaar uit Snellegem werd Jacobus
Vosselaar jong opgenomen ten huize van een
Engelsman die in Bruggge woonde, zekere Ed
gar Smits die beweerde van adel te zijn en de
belangen van Engeland en van zichzelf op alle
mogelijke manieren op het vasteland verde
digde. Daar het in Engeland op een of meer
Smit's niet aankomt kon men nooit met zeker
heid achterhalen in welke graad de heer in
kwestie werkelijk tot de adel behoorde. Zeker
is dat hij Jacobus Vosselaar in gezelschap van
zijn zoon James liet studeren aan de Universi
teit te Leuven en dat Jacobus nadien in Aalst als
notaris werd geïnstalleerd. In de strijd tegen de
Fransen werd Vosselaar spion voor rekening
van de Engelsen en de geallieerden. Aange
houden in Parijs werd hij tot de galeien veroor
deeld en overgebracht naar de tuchthuizen van
Toulon waar hij kennis maakte met Hendrik
Sprietvlechter. Samen vluchtten zij uit de ge
vangenissen en kwamen zij naar Aalst.
Daar vormden zij een bende die vijftig a zestig
leden telde, die overvallen en moorden pleegde
in Massemen, Wetteren, Oordegem, Hofstade,
Lede. Mere, Aalst, Mespelare, enz. Zij waren
onverschrokken hardvochtige voetbranders,
moordenaars, plunderaars, dieven en werden
«de binders» genoemd. Zij hadden vrouwen in
dienst die zij, zoals Judoka Opschelders, tevo
ren als «meid» in dienst brachten bij pachters
en andere mensen die ze van plan waren te
bestelen of te doden. Het werk van de meid
bestond erin zoveel mogelijk inlichtingen te
verzamelen en de dag van «de operatie» de
honden te vergiftigen of mogelijk alarm uit te
schakelen. De bende had steeds hetzelfde
wachtwoord: «Drie voor één. Geen is geen».
Zij pleegde een overval op de postkoets die uit
Brussel naar Vlaanderen kwam, doodden en
kele personeelsleden in de koets, sloegen de
postiljon halfdood en gingen op de loop met
méér dan één miljoen goudfrank. De buit werd
later teruggevonden in «de studie» van notaris
Vosselaar. Deze laatste was trouwens niet de
enige «intellektueel» van de bandietenbende.
Disschers studeerde wijsbegeerte en Treem
was «meester in de rechten».
Over het einde van deze Binders schreef men in
1882: «Drieënveertig van de voornaamste
schelmen werden terechtgesteld te Aalst. Zij
aanhoorden hun vonnis onverschillig. Zij on
dergingen de doodstraf met grote koelbloedig
heid. Vooraleer te sterven verzochten zij als
laatste gunst te mogen roken. Dat werd hen
toegestaan. Toen zij aan de voet van het scha
vot stonden, inde rij, wachtend tot de ene na de
andere de trappen op moest om zijn hoofd on
der de guillotine te leggen, stond degene die het
eerst de straf zou ondergaan een pijp te roken.
Wanneer de beulsknecht hem kwam halen gaf
hij de pijp over aan de tweede, die zijn pijp
overgaf aan de volgende als zijn beurt gekomen
was. Zo ging het verder tot 42 van de veroor
deelden waren gedood. Vooraleer op zijn beurt
de trappen van het schavot te bestrijden wierp
de laatste rover de pijp tegen de grond aan
stukken».
In hoever al die verhalen met de waarheid over
eenstemden wist Spillaert niet. Wél viel het
hem op dat in de Oostvlaamse streken vooral
geregeld benden waren opgetreden, dat zij heel
dikwijls hun zwaarste misdaden pleegden on
der het mom van opstandigheid tegen een be
zetter of een zwak gezag, dat zij zegden het rijk
van de armen te willen stichten, maar dat zij in
feite zonder politiek doel of zonder politieke
vorming enkel op geld en allerlei buit uitwaren.
Tussendoor pleegden die benden, in de voor
bije eeuwen net als nu, ook van hun standpunt
uitgezien totaal nutteloze moorden, hetzij om
dat hun slachtoffers niets bezaten hetzij dat zij
alléén een wraak wilden koelen of dat nog
erger zij er plezier in vonden oude mensen
eerst grote schrik aan te jagen en daarna te
doden.
Iets van dar alles vond men terug in de dubbele
moord die in februari 1920 in Oostakker werd
gepleegd op Ivo De Man en Marie Janssens.
Het eerste proces-verbaal omtrent deze zaak
dateert van 15 februari 1920 en is opgesteld
door eerste opperwachtmeester Renii Taver-
nieren wachtmeester Frederic Schoonjans. Het
is in het Nederlands gesteld maar in de marge
leest men in het Frans: «Analyse du proces
verbal constatant un assassinat de la nommée
Janssens Marie-Louise née a Waerschoot le 13
mai 1855 et coups et blessures sur le nommé De
Man Ivo né a Evergem le 11 mars 1840 a
Oostacker». Letterlijk zegt dan het p.v.:
«Wij hebben op gemelde datum om 8.30 uren
nieuwen tijd verwittigd geweest door Van
Damrne Emiel als dat er ingebroken was bij De
Man Ivo en voorzeker iemand vermoord was
daar zij geene antwoord kregen op hun geroep
van aan het venster. Wij hebben ons spoedig ter
plaats begeven en vastgesteld als volgt en ook
de volgende personen onderhoord.
Claus Remi geneesheer te Oostacker was bij
onze aankomst ter plaats. Dezen had reeds de
eerste noodige zorgen toegediend aan De Man
Ivo oud 78 jaar ongeveer, die nog leeft maar
zonder spraak ligt. Den geneesheer verklaart
dat De Man geen uitwendige wonden heeft, een
slag op het hoofd moet hebben bekomen, dat
hij reeds veel is verbeterd en denkt dat hij nog
de spraak zal terugkrijgen.
Wij onderhooren Van Damme Emiel, 25 jaar
landb. zoon van Jozef te Oostacker, Gentse
steenweg, verklaart in 't vlaamsch: Dezen
morgend kwam ik met mijne zuster Sylvie van
de kerk van Lourdes, om 7.45 ure, nieuwe uur,
kwamen wij voorbij de woning van De Man.
Wij zagen dat een gordijn naar buiten waaide
over de bareer en bemerkten glasscherven voor
dat venster. Zekeren Moeraert, melkvoerder te
Loochristi Hyfte, die voorbij reed kwam mij op
het hof tot aan gemeld venster. De luiken waren
toegesteken, een gordijn waaide er onder uit.
Moeraert trok de luik open en riep «Ivo». Dan
hoorden wij zuchten, dan ben ik spoedig om U
gendarmen gekomen. Ik heb niets anders bij
zonders rond het hof bemerkt.
Na voorlezing volhard en tekend in ons zak
boekje.
Van Damme Sylvie, oud 18 jaar, dochter van
Jozef, doet heel dezelfde verklaring als haar
broeder hierboven. Van Damme Jozef, oud 60
jaren, landbouwer te Oostacker, verklaart in 't
vlaamsch: Dezen morgen een weinig voor 8
uren is mijn zoon en dochter mij komen zeggen
dat voorzeker iets buitengewoons gebeurd was
op de hoeve van De Man Yvo, dat het venster
was ingestooten, op hun geroep slechts met
gezucht geantwoord werd, Ik ben seffens ter
plaats geloopen en in gezelschap van Moeraert
Theofiel, zekeren Temmerman Theofiel en nog
twee anderen aan mij bekenden zijn wij bin
nengegaan in het huis van De Man. Deze lag in
den gang tegen de deur uitgevende in eene
achterkeuken, Moeraert heeft met mijne hulp
De Man opeen kussen gelegd. Hij zuchtte maar
kon niet spreken.
De dienstmeid Janssens Louise lag dood in den
gang voor de voordeur. Wij hebben den ge
neesheer doen verwittigen.
Oudenaert Lievin, oud 41 jaren, werkman en
herbergier te Oostacker, verklaart in 't
vlaamsch: Dezen nacht tussen 11 en 12 uren is
bij mij een jongeling binnengekomen heel in 't
zweet en gejaagd. Hij zegde dat men bezig was
met inbreken aan 't Kapelleken, dat men naar
hem geschoten had. Hij heeft een glas bier
gedronken en is voortgegaan. Hij zegde thuis te
zijn bij Vanhoutte August, Ik ken anders dezen
jongeling niet.
Vanhoutte Cyriel, 21 jaar, fabriekwerker thans
zonder werk, geboren te Watervliet, zoon van
Emiel, thuis bij Vanhoutte August verklaart in
't vlaamsch: Dezen nacht 14 en 15 dezer rond
22.45 uren kwam ik van den Cinema van Gent.
Gekomen op omtrent 200 meters van de plaats
der misdaad hoorde ik verschillende schoten
afgaan. Ongeveer tien. Bevreesd ging ik stil
voort. Aan de hoeve gekomen werden nog twee
schoten buiten gelost. Ik hoorde een persoon
weglopen van aan het Kapelleken. Ik ben zeer
in de richting van Oostacker gegaan. Gekomen
aan het Meuleken ben ik eene herberg binnen
gegaan bij Oudenaert waar ik het gebeurde
verteld heb. Ik ben dan seffens naar huis ge
gaan zonder verder gendarmen of politie te
verwittigen.
Wij opstellers ter plaats stellen vast alsdat bin
nen in de woning alles in de grootste wanorde
verkeerd, de dienstmeid Janssens Marie Louise
oud ongeveer 65 jaren ligt in nachtgewaad
blootvoets in den gang. Den man. De Man Yvo,
was door den geneesheer reeds te bed gelegd.
Wij vinden de sporen van verschillende revol
verschoten, twee ledige patronen en twee ko
gels heel verplet alsook een douille afgeschoten
van een jachtgeweer. Deze riekt nog naar poe
der. Lag nevens de stoof. Het slachtoffer bezat
sedert eenige tijd een jachtgeweer. Dat geweer
is niet meer te vinden. Het is verdwenen.
Achter de woning in den hof zijn lichte in
prenten van voeten bijzonder van een
schoenhiel met ronden kaoutchou er onder.
Dezelfde voetprent is te vinden langs den
buitenkant langs de haag waar hij zijn ge
voeg gedaan heeft, hem heeft afgekuist met
een brief in twee deelen gescheurd. Dezen is
gezonden door een zekere Bertha van Wil-
rijck naar een soldaat genaamd Achiel. De
zen brief is gedagteekend van 29 januari II.
hetzelfde voetspoor gaat voort door de ak
kers in de richting van port Arthur en
Gent...»
Tot daar het eerste p. vDe passage over de man
die «zijn gevoeg» deed en daarbij een stuk van
een brief gebruikte was belangrijk voor het
onderzoek. Spillaert kwam via dat «briefgle-
ment» een stap dichter bij de waarheid. Later
heeft Verstuyft mij verteld dat schier bij elke
overval en diefstal bendeleden last van de dar
men kregen en dringend «ergens heen moes
ten». Wat altijd sporen naliet. En wat vandaag
bij moderne dieven én boeven nog méér ge-,
beurt dan geweten.
(Vervolgt)
ll)l(
letii
Vorige week werd in het kader van het «Jaar van hef
Kind», nationale sportdag gehouden in de scholen va t
de Moorselbaan en de Langestraat.
's Morgens was er voor het
eerste, tweede, derde en
vierde leerjaar wandel- en
zoektocht doorheen Mijl
beek, terwijl de vijfde en
zesde klas aan het voetbal
len en handballen waren,
In de namiddag was het
zoektocht voor het vijfde en
het zesde leerjaar, terwijl
het voetbal was voor 3B te
gen 4B, 3B tegen 4A en 4A
tegen 4B.
Dan werden er nog leuke
spelletjes gedaan, onder
andere handbal, hinkelen,
ldz...
Alles verliep heel plezierig
en het is te hopen dat het
volgend jaar nog eens het
«Jaar van het Kind» wordt.
Jan Caudron
3e leerjaar
S.M.I. Moorselbaan
Ook in de Falulntjesgemeenten Baardegem en Meldert laat
de georganiseerde jeugd zich horen.
Eet- en dansavondje: Op met als titel «De Holle Weg»,
zaterdag 31 maart heeft het Het wordt opgevoerd te
jaarlijks eet- en dansavondje Baardegem op zondag 20
van de skouts. de VVKS.
plaats in zaal «Ons Huis» te
Baardegem. Op het menu
forel op zijn Ardens of
kalfsblanket. Daarna ten
dans op muziek door DJ's
van het jeugdhuis uit de
Aalsterse Zonnestraat.
Buiten de skouts zelf zijn er
oud-leidsters en leiders en
ouders zeer welkom.
Jongerengemeenschap voor
Evangelisch leven: te Mel
dert op maandag 9april en te
Baardegem op woensdag 11
april, telkens te 20 u. in de
respektievelijke parochie
kerk. jongerenvastenwake
onder het tema «in Uw
handen beveel ik mijn geest».
Iedereen is er van harte
welkom.
Wagenspel: De Verkenners -
Baardegem schreven en rea
liseren een eigen wagenspel
mei aan «'t Kastrolleken» en
op uitnodiging van de JIN-
groep «Genesis» Meldert ook
in deze laatstgenoemde deel
gemeente op zondag 27 mei
aan 't Parochiecentrum.
LH
Het hoeft weinig betoog; Stampen en Dagen beluisteren en bekijken is plezier en
goede muziek bijeen. Een garantie temeer om deze Leedse groep aan het werk te
moeten zien is hun pas verschenen tweede langspeelplaat. Reeds op hun eerste
LP bewezen ze over voldoende inspiratie te beschikken om het ver te schoppen in
hun genre. Hun optredens worden dan ook met veel ambiance omlijst. Puur plezier,
én voor het publiek én voor de mannen van Stampen en Dagen zelf. Ze laten het
niet aan hun hart komen. Muziek maken op de voor hen zo typische manier is uit het
leven gegrepen. Het kon dan ook niet bij één elpeetje blijven. Al die inspiratie moest
toch ergens in resulteren. Wie wil kennis maken met dit kersverse geesteskind
moet zeker op zaterdag 31 maart te 20 uur naar 't Lijsternest te Burst stevenen. We
krijgen een selektie te horen uit oud gekend werk en liedjes van de nieuwe
langspeler. Allen naar Stampen en Dagen!
erli
alli
•'ge
De Koninklijke Fanfare «De Katholieke Gilde» met zes leden van «The Scottish Red Hackle
van Hekelgem is op zaterdag 7 april aan haar Pipe Band», een uniek gebeuren in de streek.
Lustrum Muziekkonsert toe. Op doedelzak, met begeleiding door de fanfa-
Het vindt plaats in de zaal «Gildenhuis», Kerk- re, kan u dan «Scotland the brave, en het zo
straat te Hekelgem vanaf 20 u. gekende «Amazing Grace» dat U ook op de
Buiten de stukken te spoten door het eigen beeldbuis reeds kon meemaken, beluisteren,
korps uiteraard onder de leiding van Henri De Het wordt voor kenners allicht een niet te
Vis, de verdienstelijke dirigent, worden ook versmaden buitenkansje,
een paar nummers gebracht in samenwerking LH
Het Israëlische landschap is erg afwisselend en
bijzonder rijk aan kontrasten. Vanaf de zee heeft
men eerst een lange duinenrij van zand, vele
kilometers lang. Vlak daarachter heeft men over
de ganse kustlengte de groene sinaasappelplan
tages en rijke groentetuinen doorsneden met slo
ten en grachten voor de zeer verzorgde en inge
nieus geplande irrigatie. Verder oostwaarts komt
men in een gebied van lage heuvels met uitge
strekte wijngaarden, tarwe en maïs en, grenzend
aan deze eerste zacht glooiende heuvels, wordt
het bcrgachtiger met goed verzorgde terrasbouw
Steeds oostelijker komt men aan de kale kalkrot
sen die overal als koepels uitsteken maar allen
zijn thans beplant met jonge bossen - het is de
streek van dè olijven, de vijgen en ook nog drui-
vcnplantages. Daarna komt de hoogvlakte van
Juda en daar tekent zich de water - afvloeiingsli jn
tussen het middellandse zeegebied en het water-
verdel ingsgebied 'voor de Dode^Zce en daar be
landen wc dan midden in het woeste landschap
van de krijtbergcnwocstijn van Judea met min
der, ja schaarse plantengroei. Maar zo afwisse
lend blijft het ganse landschap met als hoofdsom
eindeloze keiënvcldcn die vruchtbaar bewerkt
werden. Land en stenen die eeuwen en eeuwen
bleven blaken in de brandende zon en die plots in
de helft van onze eeuw een gans andere bestem
ming kregen: vruchtbaar gemaakt worden... om
de ware betekenis van het land van melk en
honing terug te vinden.
Wanneer wij bij onze aankomst te Tel Aviv di-
De nieuwe bibliotheek van Tel Aviv.
rekt per autobus doorreden naar de heilige stad
Jerusalem sprak Jaacov ons herhaaldelijk van
«de weg van de moed». Het was toen ons eerste
kontakt met dit aktieve, ploeterende. Israël en
pas nadien werd ons duidelijk welke enorme
risico's tic Israëlische soldaten in 1948 hebben
genomen om doorheen tic nauwe bergpas - hun»
slatl Jerusalem te veroveren toen tic arabieren
twee maanden lang de heilige stad bezet hielden.
Langsheen tie ganse, geasfalteerde en thans druk
bereden baan ziet men nog overal wrakstukken
van de Israëlische pantserwagens die toen wer
den ingezet om de onafhankelijkheid van dit
toen nog droge en onherbergzame gebied
tot het hunne te maken. Aan het einde van deze
«Weg der moed», vlak bij Jerusalem dat na de
6-daagse Juni - oorlog in 1967 volledig Israëlisch
werd, ligt het Martelarenwoud, aangclegtl ter
nagedachtenis van de 6 miljoen Joden die door
Hitier - Duitsland werden omgebracht...
Al deze plaatsen blijven dagelijks bij oud en jong
de vingerwijzing van de zware strijd die het hui
dige Israël heeft moeten leveren om op dit ogen
blik in staat van alarm te verkeren om tot een
vredesakkoord met Egypte te komen. Als men
dat land doortrekt kan men pas moeizaam begrij
pen hoe sterk dit volk eindelijk naar vrede
snakt... na al die jaren onafhankelijkheid onder
gevechtsbedreiging. Nu maglsraël nog geholpen
zijn door al de rijke Joden die in Amerika en
Europa deel hebben aan tic zo - gchaatte kapita
listische rijkdommen, toch blijft het bij elke ob-
jektieve toerist, bij elke bezoeker, bewondering
afdwingen wat hier werd gerealiseerd.
Wanneer wc straks ''oorheen de meest onhcr-
Tel Aviv, gelegen aan de Middellandse Zee.
bergzame Sinaï-woestijn zullen* trekken zullen
we ook daar weer telkens wrakstukken - in -
verering langs de wegen zien gemonumenteerd.
Maar ook dan wéér zullen we aanvoelen hoe jong
en oud daar van bij de prilste jeugd tot de laatste
ademsnik in bange oorlogsnood leeft en werkt...
en tracht tot een menswaardig bestaan te komen.
Elke vierkante centimeter grond is hier duur be
taald het land moest en moet nog voortdurend
op de hoede zijn de grillige vorm van het
land, breed bovenaan in Galilea en brede, ruwe
Negcv - woestijn onderaan en die beide grote
gebieden slechts verbonden met een smalle,
vruchtbaar gemaakte strook die soms slechts 20
km breed was... zo was het vóór de 6-daagse
oorlog en de gebieden die erbij kwamen na deze
zware gevechten, nl. het Cisjordanië met Oost -
Jerusalem de ganse streek van de Golan -
hoogte en dan onderaan die ganse meest onher
bergzame Sinaï - woestijn zijn nu ook wéér de
twistpunten voor dc vredesonderhandelingen.
Eigenaardig is het Jat die nabuurlanden nooit tot
een vergelijk zullen komen terwijl in het joodse
binnenland de immigranten van oosteuropa met
'Ie vluchtelingen van het nazi - regime uit Cen
traal Europa samenleven en wonen en werken
met Aziaten en Afrikanen: oneindig veel verschil
(en soms wel onbegrip) lag er lussen die vluchte
lingen uit die landen die enorm ver uil elkaar
lagen, de Jemenitische herder en geilenwaehters
hadden enkel de Bijbel als bind teken met de
duitse dokter of professor... hun enig punt van
verstandhouding was echter de IFRIETISCHH
taal... iedereen die dit land zijner dromen he-
Het stadhuis van Tel Aviv.
reikte leerde eerst met veel moeite en inspanning
het Ifriclisch en nu bestaat er een ganse generatie
die geen andere taal dan Ifriet spreekt. Hadden,
ook onze Walen, het veel gemakkelijker Neder
lands willen leren dan zouden wij hier in ons
zalig landje niet gekonfronteerd zijn met die gek
ke onontwarbare knocitoestand waarin we nu
verzeild zijn. Maar ja. - dan moet men willen
samenleven en ook de inspanningen getroosten
die zulk nabuurschap met zich brengt.
Natuurlijk stellen zich in dit land heel wat pro
blemen die moeilijk aan le voelen zijn wanneer
men niet in hel milieu zelf vertoefd heeft. De
bevolking steeg tot ruim boven de 3 miljoen in 15
jaar lijd maar onder hen vertoefde minstens een
kwart miljoen Arabieren en natuurlijk zijn er
nog de ruim 900,000 Palestijnse vluchtelingen
die in chaotische kampen rondom hel Jordaanse
Jerusalem wonen voor hen schijnt slechts een
konflikl met Israël als -oplossing» le beslaan
Laat ons hopen lat onderling begrip en samen
onderhandelen uilein lelijk een gezonde oplos
sing kan brengen (vervol at)