AALSTERS STATION
WORDT STILAAN
GETRANSFORMEERD
VARKENSKWEKERIJ
TE NIEEWERKERKEN
MOET VERDWIJNEN
Jyettelmj k?
«SOFORT PRESS»
ANDELDE
ER GEM EES TER
RAY EZ
WIE ZAL EITEINDELIJK FIETSPAD
AALST-OPWIJK AANLEGGEN
Editie
Aalst
DROOGKUIS
1 UUR
SNEL EN VOORDELIG!
Varkensmarkt, AALST
SCHEPEN KOLLEGE IN ONGELIJK GESTELD
De Voorpost
een uitgave van
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1970
32* JAARGANG NR. 47 - 22 F
UITGEVERIJ DE CUYRER
Oude Vest 34
9330 Dendermonde
Tel. 052-21.40.60
Bankrek KB 442 8601481 36
Prijs per nummer: 22 F
Abonnement: 1 jaar 990 F
6 maand 545 F
3 maand 285 F
Verantwoordelijke uitgever
A. DE CUYPER
Redaktie
Pontstraat 64 - 9300 Aalst
Tel 053-70.41 19
ainas net Aaisters station geklasseerd werd als monument,
heeft het reeds een belangrijke gedaantewisseling ondergaan.
Over de vernieuwing van de bakstenen kantelen is niet ieder
een even gelukkig. In feite gaat het hier slechts om een eerste
faze in een ganse reeks vernieuwingswerken, die tot gevolg
zullen hebben dat het station een totale gedaantewisseling zal
ondergaan.
BUITENGEVEL
Voor vele Aalstenaars waren de sing. Nochtans had minister
vernieuwingswerken aan de van Verkeerswezen Jos Cha-
kantelen, die het station het uit- bert, op een werkvergadering
zicht geven van een pseudo met de Interkommunale Land
far-west fort, een totale verras- van Aalst te Geraardsbergen op
26 juni 1978 verklaard dat nog
in datzelfde jaar (dus 1978) aan
het buitenuitzicht van het Aals-
terse station zou gewerkt wor
den.
Uit het antwoord dat dezelfde
minister gaf op een parlemen
taire vraag van het Aaisters ka
merlid Willy Van Renterghem
(PW) d.d. 5 oktober 1979
wordt meteen de reden van de
huidige vernieuwingswerken
opgegeven. Volgens de heer
Chabert waren de werken
noodzakelijk «voor de veilig
heid van het publiek om te
voorkomen dat vallende stuk
ken voorbijgangers zouden
kunnen kwetsen».
Gezien het hier een geklasseerd
monument betreft, gebeurden
de werken trouwens in samen
werking met de Rijksdienst
voor Monumenten- en Land-
schapszorg. Op dit ogenblik
kunnen zij zowat als voltooid
beschouwd worden, en alles bij
elkaar bedroeg de kostprijs er
van 2.721.700 fr.
Met de Rijksdienst voor
Monumenten- en Landschaps-
zorg worden trouwens op dit
ogenblik nog besprekingen ge
voerd betreffende een even
tueel volledig reinigen van de
gevel. De kosten voor deze ge
velreiniging zijn op dit ogenblik
nog niet gekend gezien deze
zullen afhangen van het door de
Rijksdienst opgelegde pro
cédé.
Lees verder p. 4
Sommige straten in Aalst zijn bekend om hun
winkels, andere door hun dancings, maar de Bremt-
straat te Nieuwerkerken dreigt bekend te worden
om de varkenskwekerijen, die er gelegen zijn.
Zo behandelden wij in dit weekblad van 10 augustus
1979 de geschiedenis van de kwekerij van de firma
Versele-Laga aan de Bremtstraat, 4a, te Nieuwerker
ken, die van de bestendige deputatie van Oost-
Vlaanderen op 20 juli 1979 een vergunning kreeg om
verder te mogen uitbaten tot 30 mei 1988.
lieer het eerste agendapunt van de Leedse gemeente
zitting werd besproken, wenste de heer Ruyssinck als
meenteraadslid enige uitleg over de positie in de burge-
esterszetel. Dit ontlokte de heer Gravez de opmerking «Ik
hier goed!». Maar het raadslid ging ongestoord verder en
ilde vast dat de Ledenaars ondertekeningen zien van een
rgemeester met verlof (open brief aan de jeugdraad - re-
imblad), als burgemeester wd. (uitnodiging gemeente-
ttrzitter Gravez probeerde Het verweer klonk erg klein:
ig de vraagsteller in te binden «Maar ik ben toch de burge
rt de mededeling dat hij niet meester!»
dig kon terug zijn uit verlof. Het raadslid ging echter verder:
i bleek enkele dagen voor de «Ge hebt de bewijzen gegeven
meenteraad weer te Lede te dat ge niet ziek waart en niet
i en nam dus «zijn» plaats mmmtm^mam
ter in. Toch liet raadslid
lyssinck zich niet inpakken en
leg verder: «ledereen weet
ge niet ziek waart, iedereen
leeft u overal kunnen zien!» Hij
Le rwees naar de gemeentelijke
sswet waarin staat dat een af-
edend burgemeester verplicht
het ambt te blijven waarne
men, tot er een nieuwe burge-
eester benoemd wordt. Het
bkel 107 vermeldt dat er bij
dstentenis of verhindering
tl een mogelijkheid is de be-
legdheid aan een andere
hepen over te laten. Maar,
lus het raadslid, er is hier
«n ontstentenis of verhinder-
j! Ge zijt niet ziek, ge ziet er
ch gezond uit! Wij vermoe
it dat er hier een andere re
in meespeelt: een steuntje
ven aan een kandidaat bur-
meester... Vervolgens: in-
ge uw ambt van burge-
eester niet uitvoert, dan hebt
geen recht om een publikatie
lekenen met burgemeester in
jflof, dan ben je slechts raads-
Tegelijkertijd wees de heer
lyssinck er ook op dat de heer
®vez in dit geval geen recht
op de voorbehouden par-
erpiaats, waar hij toch ge
beerd stond!
verhinderd. Vandaag (21 no
vember - gemeenteraadszit
ting) hebt ge weer uw funktie
opgenomen: want het betekent
een man meer voor de meer
derheid...
Hierop stelde de heer burge
meester dat hij ingeval hij zijn
ambt niet voldoende kan
waarmaken, een vervanger
aanstelt.
De heer Ruyssinck besloot:
«Dit is onwettig. Er is geen ont
stentenis, noch verhindering.
Trek er zelf uw besluiten uit
RDV.
Even verder in de straat
ligt een andere varkens
kwekerij toebehorende
aan de familie Scheer-
linck. Deze fokkerij is in
de omgeving nog be
roemder en beruchter
dan de eerste, en kwam
onlangs terug in het
nieuws door een beslis
sing van de Bestendige
Deputatie van Oost-
Vlaanderen.
GESCHIEDENIS
Voor wie de geschiedenis
wenst te kennen van be
paalde hinderlijke bedrij
ven in de stad heeft
steeds een goede infor
matiebron aan de maan
delijkse infoblaadjes van
de Werkgroep Leefmilieu
Aalst. Zo ontdekten wij in
de WLA-lnfo nr. 4 en nr. 8
van 1978 en nr. 2 van
1979 dat de heer Jozef
Scheerlinck op 11 mei
1978 van het Kollege van
Burgemeester en Sche
penen van Aalst een wei
gering bekomen had om
in de Bremtstraat 55 te
Nieuwerkerken, een var
kenskwekerij uit te baten.
Het beroep dat hij tegen
deze beslissing ingesteld
had bij de Bestendige De
putatie werd op 15 sep
tember 1978 onontvanke
lijk verklaard.
Tot 12 februari 1979 had
dan een nieuw openbaar
onderzoek plaats op
naam van Mevrouw
Jeanne Scheerlinck
waarbij een toelating
aangevraagd werd om
ter plaatse 200 varkens te
kweken. Op 5 april kwam
het Schepenkollege tot
ieders verrassing terug
op haar beslissing en
werd deze mevrouw toch
een uitbatingsvergun
ning afgeleverd voor 200
dieren.
Het sprak voor zichzelf
dat de buren zich hier
mee niet konden verzoe
nen en enkelen hadden
dan ook de moed om
hiertegen beroep aan te
tekenen bij de Bestendi
ge Deputatie van Oost-
Vlaanderen. Zoals later
bleek was hun beroep
niet tevergeefs geweest.
BEROEP
Wie kennis neemt van de
beslissing van de Provin
ciale Overheid d.d. 7 sep
tember 1979 komt hierbij
tot verrassende vaststel
lingen.
Zo leren wij dat het be
roep door de omwonen
den ingesteld werd op 18
mei 1979 zijnde binnen
de 10 dagen na de aan
plakking van de beslis
sing door het Aaisters
Schepenkollege. In hun
argumentatie hadden de
buren er reeds op gewe
zen dat er in de Bremt
straat 55 te Nieuwerker
ken geen enkel bedrijf
meer kon bestaan gezien
de laatste geldende ver
gunning, die daartoe
werd afgeleverd, reeds
vervallen was op 21 april
1974. Dit betekende met
een dat de familie
Scheerlinck bijna vijf jaar
verder uitgebaat had zon
der enige wettelijke toe
lating. Anderzijds argu
menteerde men dat de
laatste varkens uit de
stallen verwijderd wer
den op 15 december
1978, zodat het ook, zoals
het stadsbestuur ten on
rechte van mening was,
geen twee jaar nodig was
om het bedrijf over te
brengen naar een andere
plaats.
Anderzijds waren diege
nen, die beroep aante
kenden, van mening dat
alhoewel de vergunning
toegestaan was op naam
van Mevrouw Scheer
linck Jeanne dit niets af
deed aan het feit dat het
hier om dezelfde inrich
ting ging als deze die toe
behoorde aan de heer
Scheerlinck Jozef. Men
was ook van mening dat
de exploitant ruim de tijd
gekregen had om zijn be
drijf over te brengen naar
een geschikte plaats, met
name van 21.4.1974 tot
15.12.1978. Zij herinner
den er ook aan dat de
exploitatievoorwaarden
in geen geval nageleefd
werden, en dat de exploi
tant ook te Erpe-Mere
een soortgelijke inrich
ting uitbaatte.
De Bestendige Deputatie
van Oost-Vlaanderen
heeft in grote lijnen de
argumentatie van de om
wonenden bevestigd,
Lees verder p. 4
Ni het Voorpost-nummer van 26 oktober jl. brachten wij reeds de oude spoorlijn, beter bekend
verslag uit over het antwoord dat Minister van Verkeerswezen onder de naam «Leirekens-
Jos Chabert gaf op een parlementaire vraag van senator Van route», tussen de Albrechtlaan
den Broeck over de aanleg van een fietspad op de bedding van en de Moorselbaan te Aalst zelf,
de vroegere spoorlijn Aalst-Opwijk. en vanaf de Moorselbaan tot
Dit fietspad is de jongste tijd trouwens zeer aktueel geworden het station te Moorsel, op het
in onze stad, ondermeer naar aanleiding van een interpellatie grondgebied van de vroegere
van raadslid Oscar Redant (PW) over de aanleg ervan. gemeenten Moorsel. Het over-
Ondertussen is er in de parle- raardsbergen, kwamen toen blijvende deel tussen het sta-
mentaire Vragen en Antwoor- ook de toeristische fietspaden tion van Moorsel en de grens
den een nieuwe vraag gepubli- ter sprake. Zijn departement met de gemeente Opwijk zou,
ceerd van het Aaisters parle- bleek toen bereid de verlaten na opmeting door het 2de Co-
mentslid Van Renterghem wegzates van afgeschafte mité van Aankoop, voor ver-
(PW) over dezelfde materie, spoorwegen tot toeristische koop aan de stad Aalst kunnen
Vooraf willen wij echter nog fietspaden in de richten. Daar- voorgesteld worden. Hieruit
kort een aantal gegevens ver- voor kwam «in de eerste bleek dus duidelijk dat het de
melden, die belangrijk zijn voor plaats» in aanmerking de weg- stad Aalst zelf zou zijn. die voor
de oplossing van dit dossier, zate van de oude lijn Aalst de aanleg van het nieuw fiets-
Op 26 juni 1978 bracht Minister Moorsel - Opwijk. pad zou instaan. Zonderling
Chabert,. die toen reeds be- Naar aanleiding van bovenver- genoeg antwoordde Minister
voegd was voor Verkeerswe- melde interpellatie van raadslid Chabert op een vraag van sena-
zen, een bezoek aan ons arron- Oscar Redant kon men verne- „tor Van den Broeck dat het
dissement. Op een werkverga- men dat de stad Aalst reeds ei- proces-verbaal van overgave
dering, die hij hield te Ge- genares was van de delen van vermeldde dat het gemeente
bestuur van Opwijk kandidaat
was voor de aankoop van de
bedding. Het slot van het mini-
strieel antwoord was' in dit ver
band opvallend. Het luidde let
terlijk als volgt: «Na aankoop
door de gemeente Opwijk is het
derhalve deze laatste welke ei
genmachtig de aanvraag der
werken aldaar bepaalt en hoe ze
zullen uitgevoerd worden.»
Het nieuwe antwoord dat Minis
ter van Verkeerswezen Jos
Chabert geeft op een parlemen
taire vraag van volksvertegen
woordiger Willy Van Renter
ghem dd. 5 oktober 1979 is al
even verbazend.
Nochtans was de vraag van het
Aaisters parlementslid klaar en
duidelijk. Hij vroeg ten eerste of
de noodzakelijke ter beschik
kingstelling van de spoorweg-
gronden voor de aanleg van het
toeristisch tietspad «De Leire-
kensroute» aan de toeristische
dienst reeds uitgevoerd was,
en zo ja voor wanneer de door
trekking van Opwijk naar Aalst
gepland was. Ten tweede wen
ste hij te vernemen of met be
trekking tot de aanleg van het
fietspad op het grondgebied
van de stad Aalst met het
stadsbestuur reeds contact op
genomen was.
Het antwoord dat de Minister
op deze vragen geeft is verba
zingwekkend en daarom publi
ceren wij het dan ook integraal:
«Uit inlichtingen verstrekt door
het Departement van Openbare
Werken werd het gedeelte fiets
pad tussen Opwijk en Aalst
opgenomen in het programma
van de heer Minister van Open
bare Werken voor het aanleg
gen van fietspaden in Vlaande
ren.
In de gegeven omstandigheden
wordt dit trajekt niet meer door
het Commissariaat-generaal
voor Toerisme gevolgd»,
(einde citaat).
Dit antwoord is totaal in tegen
spraak wat met de Minister van
Verkeerswezen amper enkele
weken vroeger antwoordde aan
een ander parlementslid. Blijk
baar weet men op het Ministe
rie zelf niet meer wie uiteindelijk
het toeristisch fietspad zal aan
leggen.
Alleszins kan uit alle beschik
bare gegevens besloten woe
den dat Verkeerswezen haar
eerder gedane beloften verge
ten is, en de aanleg overlaat aan
een andere overheid. Wie deze
overheid zal zijn, is meer dan
ooit een raadsel.
Wordt het inderdaad het Minis
terie van Openbare Werken? Of
wordt het de gemeente Opwijk,
wat hoogstonwaarschijnlijk is,
vermits de verlaten spoorweg
bedding volledig op het grond
gebied Aalst ligt?
Alles schijnt er nochtans op te
wijzen dat de aanleg van het
toeristisch fietspad uiteindelijk
door de stad Aalst zelf zal moe
ten bekostigd worden.
Het antwoord op de parlemen
taire vraag van volksvertegen
woordiger Van Renteghem is
alleszins een belangrijk nieuw
element. De aanleg door het
Ministerie van Openbare Wer
ken zou beslist voor het Aais
ters stadsbestuur een onver
wacht geschenk zijn, niet in het
minst op het financiële vlak.
Wie gaat uiteindelijk een klaar
heid brengen in dit verwarrend
dossier? VEHE