De ANDERE match
Achter de schermen van de arbitrage (9)
Patrick Schoofs
tekent profcontract
bij Beveren
Alois Carmeliet nodigt ten dans
De Voorpost - 29.2.1980 - 27
Paul De Moor won in Schoonaarde
en halve uitzet
'eze zondag wordt de zondag van 1980, denk ik als mijn ogen opensplinteren. Het
jaren geleden dat ik me op een zonnige zondagochtend zo uitgeslapen voelde als
indaag. Met een grimmige uitvalgedachte denk ik aan het andere dappere
iterdagavondvolkje dat nu met dikke zwachtels om het hoofd ligt te kreunen,
•rwijl maag en lever een bikkelharde strijd aan het leveren zijn. Het leed is nog niet
■eral geleden.
'vorens iets te gaan nuttigen om de smaaklust nog wat aan te scherpen werp ik me
>p de verroeste fiets. Op eerder rustige plaatsjes lijkt het wel alsof duizenden vogels
ich met hun schril getsjirp rond de eenzame fietser verdienstelijk maken. Ook
mkele vroege halftwaalf-wandelaars kijken verbaasd op wanneer ik langs hen heen
leddel. Maar ze vergissen zich deerlijk wanneer ze denken dat ik met een
tigantische vogelkooi rondhots. De ketting is dringend, nee hoogstnodig aan een
literst doorgedreven smeerbeurt toe. Ik krijg slechts met de grootste moeite de ene
rapper naar omhoog, terwijl ik de andere naar beneden duw. Ik haal de snelheid
ion 20 km per uur niet en toch vloeien zweetdruppels samen tot een daverende
interval. Over energieverspilling geleuterd. Toch maak ik rechtsomkeer en trappel
aar een oase waar frisse drank wordt geschonken. Onderweg knal ik bijne tegen
\en mediterende non aan, ik kon nog net een uitwijkingsmaneuver uitvoeren, voor
•en gierende wagen wegvluchten om op het voetpad te keilen. Het arme mens is er
danig van geschrokken, maar toen ze me zag rechtklauteren haalde ze hemels-
opgelucht adem. Hopelijk was het een echte kloosterzuster, want er bestaan er ook
valse. Valse nonnen zijn geen zusters die geen geld genoeg hebben om hun belofte
van armoe af te leggen, doch vrouwen die zich de gewaden van echte zusters
aanschaffen om onwetenden in fiet optje te nemen. Onlangs liep ik er nog zo eentje
op het lijf. Weldenkende mensen zouden het wel vlug door hebben dat er wat aan
de hand is, wanneer een kloosterlinge omstreeks vierentwintig uur (om midder
nacht, jawel) staat te rocken in een verduisterde kroeg. Maar ja, ik kan niet op alles
acht slaan. Tot mijn steeds toenemende verwondering bleek die meid, eh excuseer,
ar jdie eerwaarde zuster me te herkennen. Ik dacht al aan een zeventiende wereldwon-
3 bi der of iets in die zin. Maar de waarheid kwam al spoedig aan het kunstmatig
h i kt daglicht; de ex-non bleek iemand die ik af en toe in haar ware gedaante zie, een
ieg, zeer aktieve vrouw. Hoe die nog tijd vindt om op nachtelijke stonden te gaan
ek tempeesten, gaat mijn bolhoed ver te boven. Een Vestaalse maagd was eveneens in
de buurt. Waar ontmoette ik die eerder? Dat uitgaansvolkje zal van hetzelfde laken
nog wel een broek maken (van dezelfde neus een feest). Je moet een ouwe aap geen
dza smoelen leren trekken, zegt Marcel altijd wanneer het een beetje te gortig aan het
ipel worden is. Maar het is nu niet het moment om het proces te maken over de
jew nachtelijke uitspattingen van het uitgangsvolkje.
Gesteund door een ragfijne aria kreunt de auto wakker. Zoals gewoonlijk laat ik
\j\me wegbrengen door mijn vader. Op mijn teergeliefde broer moet ik nog altijd niet
zi\rirekenen, waar die momenteel aan de kost komt is me nog steeds een raadsel. Aan
iu r vage berichtgeving over zijn lotgevallen te horen, loopt alles bijzonder gesmeerd.
two Ik denk zelfs dat de goeie god niet meer weet waar die vogel de aankomende lente
t tri verkondigt. De vrouw op de radio staat zo hoog op de toonladder dat ik er eventjes
mijn oren moet voor afstoppen. Straks zitten we nog met een klapband, dacht ik
(ten onrechte). Bij Marcel op tafel staan de koekjes verleidelijk te glimlachen. Ik
kruip eerst ver weg in een zetel omdat ik daar makkelijkst pozitie kan kiezen, maar
later schuif ik toch op naar die tandenverknoeiers. Op de dag des heren mag een
uitzondering toch wel? Niemand die antwoordt? Het zijn toeren.
En maar kletsen aan tafel. We zitten zo druk te palaveren dat Marcel zich tweemaal
koffie moet uitschenken om zijn keel vochtig te houden en de stembanden bij te
werken. Het gezamelijk besluit (eenparig goedgekeurd, geen onthoudingen) over
de studieronde in verband met het voetbal staat vast; met schrijven word je niet rijk.
Dit maar om te zeggen dat we even van het onderwerp afdwaalden. In al dat
gebabbel is iedereen het werkende uurwerk uit het oog verloren. Vijf voor drie. We
kunnen misschien best zelf een wedstrijd organiseren, stel ik voor. Maar Marcel is
niet voor dat uniek voorstel te vinden, ook niet wanneer ik zeg dat hij mag
arbitreren. In de volle hitte van het debat vinden we dan toch nog een
wisseloplossing. We gaan naar Schoonaarde, dat is maar drie minuten rijden, en
als de wagen onmiddellijk start, slechts twee. Ik voel me als een echte politieker; die
werpt ook altijd een stok in het hoenderhok zonder er op te letten dat de hanen
meteen aan het kraaien gaan. De leeuwen hebben echter helemaal geen last van het
lawaai; je mag nog een kernraket in hun kooi droppen, ze horen de dreun toch
met. In Schoonaarde stamp ik de deur tegen een te hoge stoep, maar ik doe alsof
mijn neus bloedt als Marcel het spul nader onderzoekt. Nauwelijks zit mijn
zakdoek in mijn vestzak of ik loop Armand tegen het lijf. Gelukkig is hij niet al te
mager of ik mocht de zakdoek terug uit mijn zakken toveren. Blij U te zien, je
kent dat, een ganse rimram en ondertussen zonder een cent af te dokken
binnenlopen. Ik heb het gevoel mijn zoveelste bankoveryal te hebben gepleegd
(zonder de steun van de rijkswacht die handelt in drugs de politie niet, vandaar
mijn lijfspreuk: de politie uw vriend, de rijkswacht uw dealer). We lopen niet te ver
het plein op, want de zon maakt ons wat loom. Armand was nog moe, die had
dringend wat frisse lucht nodig en kwam daarom naar het voetbal. Hij knipt het
vuur aan zijn eerste sigaret en ik neem een kiekje (nee, niet dat van de kippenboer
die achter de omheining de wacht houdt. Ik bedoel een fotootje nemen). Ik hou de
Jap voor een tweede maal voor mijn linkeroog, maar de film zit muurvast
Twee voetbalfanaten hebben al aardig wat lol. als ik ze zo naar mij zie kijken.
Maar ik ben wel op mijn hoede, wees gerust. Uit een of andere zak sleur ik een
iri-
reservefilm die ik nog deze ochtend kocht van een kameraad-medewerker die ook
na de derde wereldoorlog nog films zat zal hebben. Met gespannen zenuwen
probeer ik de strook in die donkere kamer te wringen. Tientallen, honderden
malen heb ik die eenvoudige beweging reeds uitgevoerd. Maar altijd stuit ik op
onvoorziene moeilijkheden, vandaag heb ik echter vrouwe fortuna aan mijn zijde.
De scheidsrechter heeft nog geen rust geblazen of het ding zit al gemonteerd.
Hopelijk lukken de beeldjes nu ook nog. Eind goed, al goed. Maar het spel gaat
verder; Die heeft evenveel techniek als die verlichtingspaal», merkt Marcel van
een speler (nu ja) op. Normaal spreekt of schrijft men van koppen, shotten...
maar hier moet een nieuwe term worden ingevoerd», zegt Armand lakoniek;
«ruggen» (een beweging waarbij een speler een doelpunt tracht te maken of te
verhinderen door middel van de rug). Ik proest het al uit. Misschien zou mijn
lachspier iets harder hebben doorgewerkt indien een supporter me niet hoofd
schuddend had aangekeken. Straks vergast die kerel me nog op een fikse oplawaai.
Mijn glimlach gleed van mijn smoel als de sneeuw voor het lentezonnetje in
februari. Nooit moeilijkheden zoeken, zeg ik altijd, en als er toch zijn: eervol voor
de aftocht blazen. Dat denkt de in het zwart verklede scheidsrechter ook, want hij
laat de spelers maar van het een naar het ander lopen. Van links naar rechts, van
rechts naar links, en in alle vier de windstreken. Van onder naar boven is er
voorlopig nog niet bij. Burgers met een armband rond de mouw, dwalen langs het
veld. Eerst denk ik nog dat een oorlog is losgebarsten en dat de civiele bescherming
werd opgeroepen. Bij nader inzien bleken het slechts mensen te zijn die lotjes voor
de tombola verkochten. Zouden er prijzen in de lucht hangen», vraag ik. «Ik heb
nog in mijn hele leven geen prijs gehad,antwoordt Marcel. Ik weet wel beter. Ik
nam zelfs ooit foto's van een door hem gewonnen beker om ijsblokjes in te
bewaren, maar hij nam de negatieven mee en verwisselde ze voor die van een
volleymatch. Protest werd in de prille kiem gesmoord. Maar ik heb het bij het
rechte eind.
Het nummer 656 en nog enkele andere getallen werden in mijn handen gewrongen,
mits een vergoeding van 20 frank. Je hebt er nog geen brood voor, laat staan een
hotdog. Ik sta met de biljetten op mijn hart naar de rust te snakken. Hier win ik,
hoor ik mezelf nog zeggen, want ook het cijfer met het jaar van mijn plechtige
geboorte behoort tot een van de nummers. Trouwens vandaag is het toch zondag,
mijn dag. Marcel sust mijn drang naar het verstrijken van de eerste speelhelft. «Er
is hier geen receptie, vergeet dus je koffie maar». Kijk, die koffie wil ik met alle
plezier van de wereld missen, maar wat het borreltje betreft.dat is een ander paar
mouwen. Ik kan zo zien dat Armand het eveneens anders had gewild. Maar kom,
voor één keer gaan we geen ruzie maken. De scheidsrechter stuurt iedereen het veld
af, en wij op zoek naar een pintje. De kantien steekt zo vol als de Amerikaanse
ambassade in Teheran. We lopen een eindje het veld af op zoek naar een herberg,
maar we moeten onze exploratietocht afbreken; in de verste verte is hier niks te zien
dat ook maar eventjes op een kroeg zou lijken. Dan maar drummen in het
voetballokaal, wie zonder al te veel kleerscheuren en blauwe plekken tot bij de toog
kan spartelen verliest en betaalt drie pintjes. Ik gooi me het eerst de massa in, zie
plots het bord met de tombola-uitslag staan en.ik heb prijs met het nummer 656.
Ik laat een luid hiep hiep hoera weerklinken en haast me om het goeie nummer aan
een vriendelijk meisje te overhandigen. Voor een papiertje krijg ik een melkkannet
je en een suikerpot. Met mijn ~mooie prijzen stuif ik naar Marcel. «Ik heb
gewonnen», juich ik met de Jcostbare kleinoden boven het hoofd. «Verdorie»,
roepen Marcel en Armand samen uit. Vlug haasten ze zich de kantien in op zoek
naar het bord maar dal is reeds weg. Met rooie wangen drink ik van een pint alsof
ik zopas de lotto zou gewonnen hebben, maar dat kan natuurlijk niet. De lotto
wordt de laatste tijd door jongens van de post in de wacht gesleept. De posterij heeft
zelfs de namiddag-bedeling al moeten afschaffen omdat haar personeel slag om
slinger de miljoenen toegespeeld krijgt. Straks moeten we hoogst persoonlijk nog
De Voorpost gaan ronddragen, bij gebrek aan postlui.
Tuurlijk dat die anderen geen geluk hadden die dag. Voor één keer moet Marcel
met lege handen naar huis. Het vertoon op de grasmat blijft echter mager, hoewel
een witte krullebol van Herdersem meer dan fraai speelt. Naast ons staat een
wisselspeler van de geelblauwen zijn mening over de show op te dissen. Toen wist
ik het meteen; die kerel zat steeds op de trein toen ik alle dagen naar Brussel moest
om mijn land te beschermen. Ik mag er niet aan denken, maar toch word ik weeral
geconfronteerd met een cliché die reeds jaren oud is: «Wat is de wereld toch klein».
De bal wipt tegen de punt van de schoen van een Schoonaardenaar en vandaar op
zijn hand. In het voetbal mag je nooit of nooit de bal in eigen handen nemen of je
begaat een grove fout. Enkel de doelwachter mag zoiets doen en dan nog. De
scheidsrechter stormt naar de rechthoek voor het doel van het in rouw gedompelde
Schoonaarde en wijst naar de penaltystip. Een beetje licht toegekend, zeggen de
omstaanders, maar de arbiter moet toch de spelregels eerbiedigen? Je kan van die
kerel toch niet verlangen dat hij zijn eigen reglementen gaat ondergraven?
Geelblauw maar juichen als de bal in de netten van de vijand tuimelt. Ik vond die
elfmetertrap schitterend gegeven; de handschoenen van de keeper bleven van de
enorme kracht in het net bengelen. Je moet toch maar kunnen. Even later scoren de
bezoekers nog een tweede goal. Overwinningskreten stegen naar de blauwe hemel
op. De arbiter gaf er de brui aan en vertelde tegen iedereen die het horen wilde, dat
ze naar huis konden gaan. Thuisgekomen besefik plots dat mijn prachtig geschenk
in bittere strijd is achtergebleven. Ik verdenk er Marcel van de buit te hebben
geheeld. Een dezer dagen keer ik zijn wagen ondersteboven om de schat terug te
veroveren. Als het echter niet te laat zal zijn, want die schurk zou mijn
zuurverdiende prijs durven weggeven ook. Mijn wraak zal zoet zijn, ook al ben ik
mijn suikerpotje kwijt.
De tijd dat de Beverense transfercommissie pas voor
goed op volle toeren draaide bij het einde van de
koop- en verkoopperiode van (duur) talent is nu wel
goed voorbij. Wil je echter mee aan de top blijven
draaien dan moet je ook tijdens het seizoen op je qui-
vive blijven inzake scouting van «bruikbaar» talent.
Zo werden eerder al de gebroeders Verhelle uit
Oostakker, vroeger aangesloten bij AA Gent binnen
gerijfd en tekende Zeienaar Hans Cristiaens, een
talentrijke plus vijftiener, begin deze maand voor
geelblauw. Betekenen deze nieuwkomers vooral wis
sels op de toekomst, het tweejarig profcontract dat de
Limburger Patrick Schoofs deze week bij SK Beve
ren onderschreef kadert in de politiek om het fanion-
team in de run te houden bij de topclubs. Patrick
Schoofs, op 10 maart 21 lentes, speelt momenteel bij
hekkensluiter Sporting Hasselt. Indien de mijnploeg
zich gehandhaafd had in eerste, iets wat nu utopisch
is, dan had Patrick wellicht een verbintenis als niet-
liefhebber bij zijn huidige werkgever ondertekend.
Voor deze talentrijke Hasseltse aanvallende midden
velder en schakel in de Belgisch Olympische ploeg
was eveneens belangstelling van andere ligaclubs,,
o.m. vanwege Beerschot.
Een doorwegend element waarom Schoofs voor
Beveren tekende is ook dat hij hierdoor zijn werk als
bediende op de hoofdzetel van de Kempense steen
kool mijnen te Houthalen kan combineren met
voetballen.
Patrick Schoofs maakte in feite een blitz-carrière als
voetballer. Aangeboren talent heet dat in het vakjar
gon. Drie jaar geleden werd de kandidaat-olympiër
getransfereerd van derde privincialer Vrijheid Zolder
naar tweede klasser Sporting Hasselt. Zijn eerste
seizoen werd meteen succesrijk afgerond want via de
eindronde belandde Hasselt onverwachts in eerste.
In de loop van dit seizoen neusden de Beverense
talentscouts ook nog naar andere «beloften». Zo
toonden de Waas landers heel wat belangstelling voor
Leo Clijsters (21) van SK Tongeren. Nu het geval
Hofkens» werd uitgepraat wil men over deze Lim
burgse middenvelder voorlopig nog in alle talen
zwijgen...
Luk Van Bel
Zidane
speelt
Djamel Zidane zal er dan
toch bijlopen in de thuis-
match tegen Racing Jet. De
door de Gentse doelman
Laureyssen erg toegetakel
de Algerijn werd maandag
van zijn gipsverband ver
lost. De linkerarm is lang
niet in orde en er werd een
speciaal verband gelegd.
SK Sint-Niklaas heeft so
wieso Luc Bevers als bank
zitter aangewezen. Men
kan nooit weten...
De Zeelse weiter kon in het Deense Randers de
Europese titel niet pakken, maar tussen twee kampen
door heeft zijn supportersclub toch een extra-sportie
ve aktiviteit op het getouw gezet. Zaterdag, 1 maart
om 20 uur heeft in het Zeiehof het eerste Alois
Carmeliet bal plaats. Het Belgisch weltergewicht
nummer één hoopt er alle boksliefhebbers en sport-
minnenden te mogen ontmoeten.
BENO
loor Marcel
an Hauwermeiren
Met heel wat vertraging (de bespreking gebeurde op
12 januari, en meer dan een maand later staat er wal
in Sportlevenhet officieel orgaan van de KBVB)
vertelt de Bonds kroniekeen en ander over het
voorstel van de Nationale Voetballiga omtrent de
kontroles van de scheidsrechters. Die liga suggereer
de de examinatoren te verbieden voor of tijdens de
wedstrijd kontakt op te nemen met de gekontroleerde
referees.
De groepering zegt dat de kontrole van een scheids
rechter een eksamen is en geen les, en dat opmerkin
gen van pedagogische aard even goed na de match
als tijdens de rust kunnen geformuleerd. Door het
konlaklverbod zou de «stress» wegvallen bij de
gekontroleerde scheidsrechter, zal die man tevens
zijn taak veel serener kunnen uitvoeren en kan
daardoor de beoordeling ook objektiever zijn.
Het Uitvoerend Komitee konkludeert dal het dit
voorstel niet kan steunen, omdat het indruist tegen de
richtlijnen van de UEFA en afwijkt van de procedure
die in naburige landen wordt toegepast. Voorts
betreurt het hoogste orgaan van de «bond» dat hel
voorstel van de liga alle scheidsrechters, ongeacht
hun kategorie, over dezelfde kam scheert.
Slechts met die laatste konklusie van het Uitvoerend
Komitee kunnen we het eens zijn. De andere contra
argumenten zijn weinig steekhoudend.
Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een
debutant je en een man met enige ervaring. Het
beginnelingske heeft begeleiding nodig. De examina
tor die op hem wordt afgestuurd, kan hem beschei
den terzijde staan bij de voorbereiding van zijn
wedstrijd, kan tijdens de rust zinnige dingen vertellen
en nu afloop van «het gebeurensereen de prestatie
vun het element ontleden. Eenmaal «in de stiel» doet
de ref week na week nuttige ervaring op, verslijt gras
fn maakt al dan niet vorderingen, leder nazicht is
van dat ogenblik af een eksamen. De kontroleur
moet van achter het hoekje» en liefst zonder dal de
nageziene ref weet dat hij «bespied» wordt, het doen
en laten van zijn «mannetje» kunnen bestuderen
Als de ref niet weet dat iemand van de
scheidsrechterskommissie hem staat gade te slaan,
zal hij arbitreren zoals hij dat gewoonlijk doet. Is hij
van de aanwezigheid van de «spion» op de hoogte,
dan kan je er in de meeste gevallen donder op zeggen
dat de examinandus het anders wil doen dan anders,
en loopt het al eens een keertje fout.
We zouden het zo stellen: een bezoek in de kleedka
mer voor de match bij een scheidsrechter die ofwel
nog voor zijn praktische proef» staat, en ook bij
degene die een eksamen in een hogere kategorie
aflegt. Deze laatste weet immers uit ervaring (en ook
al omdat het zo hoort) dat hij gevolgdwordt.
Persoonlijk deed ik het steeds als volgt: ik ging een
tiental minuten voor de kick-off de
scheidsrechtersvestiaire binnen, wenste ref en grens
rechters veel sukses en verdween dan tussen het
publiek. Als alles losliep, zag het trio me pas terug
nadat ieder afgekoeldwas en in burgerpak stak. In
om het even welk ander geval zou het betreden van
de kleedkamer voor de match en tijdens de rust
moeten verboden zijn. Daar zijn verscheidene slui
tende argumenten voor. Eén ervanVolgens de
onderrichtingen mag de koffiepauze in de vestiaire
slechts vijf minuten duren. In die korte tijd heeft de
scheidsrechter meer dan de handen vol om enkele
administratieve karweitjes op te knappen, eventueel
een en ander aan zijn grensrechters te vertellen, en
zich wat op te frissen. Wat kan de examinator daar in
godsnaam komen doen? Raadgevingen verstrekken?
Die zullen nauwelijks doordringen tot de discipel.
Bovendien bestaat het gevaar dat een goede arbitrage
omslaat in een panikerig gedoe, met alle gevolgen
vandien: door een andere aanpak is die ref zichzelf
niet meer, doet hij zichzelf geweld aan. Pak hem na
de match aan, zodat hij een week lang de tijd krijgt
om over de gouden raadna te denken.
Hoe het in de ons omringende landen gebeurt, heeft
geen belang: de centrale scheidsrechterskommissie
maakt een «werkplan» op dat de provinciale kom
missies «soepel» kunnen uitvoeren. Er moet een
zekere eenvormigheid zijn, doch ons lijkt het toch
belangrijker goede scheidsrechters te vormen dan te
teorelizeren. Alleen het resultaat telt. De vaststellin
gen van een oud-internationaal scheidsrechter vind ik
het noemen waard: «Ik wist niet dat het peil van de
arbitrage in Oost-V laanderen zo hoog lag». Het
bewijst de goede aanpak van de jongste jaren, want
daar werd een progressistischbeleid gevoerd.
Bevelen hoe het moet en hoe het niet mag, dient de
bevoegdheid van techniekers blijven. Welk lid van
het Uitvoerend Komitee heeft ooit als scheidsrechter
op het terrein gelopen? Schoenmaker blijf bij uw
leest.
Fout vinden we ook de zwijgplicht die de scheids
rechter (onrechtstreeks) wordt opgelegd. Refs heb
ben de volledige vrijheid inzake spreekbeurten, kon-
ferenties, interviews, enzovoort, waartoe ze worden
uitgenodigd onder voorbehoud dat ze de verant
woordelijkheid opnemen voor de woorden die ze
uitspreken en dat ze er eventueel rekenschap van
geven aan de bevoegde instanties. Zo staat het zwart
op wit in de door de centrale scheidsrechterskommis
sie uitgevaardigde officiële onderrichtingen aan de
scheidsrechters. Voor een televisie-interview moet de
betrokken scheidsrechter in ieder geval vooraf de
tekst ter goedkeuring aan het Uitvoerend Komitee
voorleggen. In hoeverre dat laatste demokratisch is,
laten we aan het oordeel van de lezer over. Voor ons
is het noch min noch meer laakbare censuur.
Dat een scheidsrechter volledige vrijheid» krijgt
inzake spreekbeurten, konferenties en noem maar
op, is teorie. Hij mag alles zeggen op voorwaarde dat
(en precies daar zit de adder onder het gras) hij
gebeurlijk rekenschap zou geven aan de bevoegde
bondsinstanties. Dus... Hel zou niet de eerste keer
zijn dat iemand zich moet verantwoorden.
Over die zwijgplicht had André Blancke het onlangs
nog in «Het Volk»: «We hadden graag met Roger
Verhaeghe de scheidsrechtersproblematiek uitge
praat, maar dat mag niet, hoe graag hij het in het
belang van de arbitrage, zijn vriënden-scheidsrech-
ters in dit land op een weinig demokratische zwijg
plicht». Blancke zegt voorts dat al eerder Marcel Van
Langenhove een gelijkaardig verzoek van journalist
Vic De Roeck had afgewezen, alhoewel de interna
tionaal met de walrussnor inzicht te geven over
bepaalde situaties.
Blancke stelt vast dat de centrale scheidsrechterskom
missie blijkbaar niet van deze demokratie houdt:
«De CSC respekteren we als hoogste gezag en we
willen onze medewerking verlenen, doch dan moet
het de ouderwetse principes opgeven in deze voor
scheidsrechters erg moeilijke tijd».
We kunnen erin komen. Op voorwaarde dat de klubs
de verklaringen van de ref, wanneer hij uitleg
verstrekt over zogenoemde omstreden fazen», niet
tegen hem uitspelen wanneer een «zaak» (bievoor-
beeld de uitsluiting van een speler) door een of ander
komitee wordt uitgepraat. Waarom kan in Duitsland
en Nederland wél, wat binnen onze landsgrenzen
niet mag? Als het Uitvoerend Komitee zich beroept
op procedure «in de naburige landen» om het
kontrolevoorstelvan de Nationale Voetballiga af te
wijzen, waarom wordt de lijn dan niet doorge
trokken?
De reeds genoemde André Blancke stelt dat de
centrale scheidsrechterskommissie niet.erg logisch is
met zichzelf, aangezien ex-internationaal Luc Van
Nuffel wél het recht heeft in een krant te schrijven:
«Waarom heeft Van Nuffel niet de zwijgplicht van de
andere referees? Waarom mag hij, tegen betaling
kwijt wat een ander niet mag?»
We zouden het nog scherper durven stellen: waarom
wordt in de scheidsrechterskommissies met twee
maten en twee gewichten gewerkt? Wat de een (lees
Van Nuffel) reeds jaren doet, wordt de andere
verboden: geen sportjournalistiek, kreeg ooit iemand
zowel vanwege een lid van het Uitvoerend Komitee
als van een lid van de centrale scheidsrechterskom
missie als veto mee: «Het is kiezen of delen. Ofwel
ontslag nemen, ofwel je pen laten rusten». Zo zie je
maar. (vervolgt)
Van Mossevelde (Lebbeke):
«Vijverman niet gezien»
wijzen dat ik me op de tenland bevond.»
«beruchte dag» in het bui-
Woensdagmorgen kregen
we het bezoek van Dender-
houtemvoorzitter Jozef
Vijverman, die (hoe kon
het anders) een boompje
opzette over de Verhulst-
story. Vijverman toonde
ons tijdens het gesprek een
door Herman Van Mosse
velde ondertekende verkla
ring. Daarin zegt Van Mos
sevelde dat hij op 1 februa
ri de heer Vijverman niet
heeft gezien. «Ik kon die
dag trouwens niet in
Schoonaarde zijn,» stelt de
Denderhoutempraeses: «Ik
beschik over de nodige be-
Preben Larsen blijft
Naar verluidt heeft Preben verlengd. De nieuwe ver-
Larsen, de Deen van Spor- bintenis zou over twee -v;
ting Lokeren, zijn kontrakt zoenen lopen.