De ANDERE match Achter de schermen van de arbitrage (9) Patrick Schoofs tekent profcontract bij Beveren Alois Carmeliet nodigt ten dans De Voorpost - 29.2.1980 - 27 Paul De Moor won in Schoonaarde en halve uitzet 'eze zondag wordt de zondag van 1980, denk ik als mijn ogen opensplinteren. Het jaren geleden dat ik me op een zonnige zondagochtend zo uitgeslapen voelde als indaag. Met een grimmige uitvalgedachte denk ik aan het andere dappere iterdagavondvolkje dat nu met dikke zwachtels om het hoofd ligt te kreunen, •rwijl maag en lever een bikkelharde strijd aan het leveren zijn. Het leed is nog niet ■eral geleden. 'vorens iets te gaan nuttigen om de smaaklust nog wat aan te scherpen werp ik me >p de verroeste fiets. Op eerder rustige plaatsjes lijkt het wel alsof duizenden vogels ich met hun schril getsjirp rond de eenzame fietser verdienstelijk maken. Ook mkele vroege halftwaalf-wandelaars kijken verbaasd op wanneer ik langs hen heen leddel. Maar ze vergissen zich deerlijk wanneer ze denken dat ik met een tigantische vogelkooi rondhots. De ketting is dringend, nee hoogstnodig aan een literst doorgedreven smeerbeurt toe. Ik krijg slechts met de grootste moeite de ene rapper naar omhoog, terwijl ik de andere naar beneden duw. Ik haal de snelheid ion 20 km per uur niet en toch vloeien zweetdruppels samen tot een daverende interval. Over energieverspilling geleuterd. Toch maak ik rechtsomkeer en trappel aar een oase waar frisse drank wordt geschonken. Onderweg knal ik bijne tegen \en mediterende non aan, ik kon nog net een uitwijkingsmaneuver uitvoeren, voor •en gierende wagen wegvluchten om op het voetpad te keilen. Het arme mens is er danig van geschrokken, maar toen ze me zag rechtklauteren haalde ze hemels- opgelucht adem. Hopelijk was het een echte kloosterzuster, want er bestaan er ook valse. Valse nonnen zijn geen zusters die geen geld genoeg hebben om hun belofte van armoe af te leggen, doch vrouwen die zich de gewaden van echte zusters aanschaffen om onwetenden in fiet optje te nemen. Onlangs liep ik er nog zo eentje op het lijf. Weldenkende mensen zouden het wel vlug door hebben dat er wat aan de hand is, wanneer een kloosterlinge omstreeks vierentwintig uur (om midder nacht, jawel) staat te rocken in een verduisterde kroeg. Maar ja, ik kan niet op alles acht slaan. Tot mijn steeds toenemende verwondering bleek die meid, eh excuseer, ar jdie eerwaarde zuster me te herkennen. Ik dacht al aan een zeventiende wereldwon- 3 bi der of iets in die zin. Maar de waarheid kwam al spoedig aan het kunstmatig h i kt daglicht; de ex-non bleek iemand die ik af en toe in haar ware gedaante zie, een ieg, zeer aktieve vrouw. Hoe die nog tijd vindt om op nachtelijke stonden te gaan ek tempeesten, gaat mijn bolhoed ver te boven. Een Vestaalse maagd was eveneens in de buurt. Waar ontmoette ik die eerder? Dat uitgaansvolkje zal van hetzelfde laken nog wel een broek maken (van dezelfde neus een feest). Je moet een ouwe aap geen dza smoelen leren trekken, zegt Marcel altijd wanneer het een beetje te gortig aan het ipel worden is. Maar het is nu niet het moment om het proces te maken over de jew nachtelijke uitspattingen van het uitgangsvolkje. Gesteund door een ragfijne aria kreunt de auto wakker. Zoals gewoonlijk laat ik \j\me wegbrengen door mijn vader. Op mijn teergeliefde broer moet ik nog altijd niet zi\rirekenen, waar die momenteel aan de kost komt is me nog steeds een raadsel. Aan iu r vage berichtgeving over zijn lotgevallen te horen, loopt alles bijzonder gesmeerd. two Ik denk zelfs dat de goeie god niet meer weet waar die vogel de aankomende lente t tri verkondigt. De vrouw op de radio staat zo hoog op de toonladder dat ik er eventjes mijn oren moet voor afstoppen. Straks zitten we nog met een klapband, dacht ik (ten onrechte). Bij Marcel op tafel staan de koekjes verleidelijk te glimlachen. Ik kruip eerst ver weg in een zetel omdat ik daar makkelijkst pozitie kan kiezen, maar later schuif ik toch op naar die tandenverknoeiers. Op de dag des heren mag een uitzondering toch wel? Niemand die antwoordt? Het zijn toeren. En maar kletsen aan tafel. We zitten zo druk te palaveren dat Marcel zich tweemaal koffie moet uitschenken om zijn keel vochtig te houden en de stembanden bij te werken. Het gezamelijk besluit (eenparig goedgekeurd, geen onthoudingen) over de studieronde in verband met het voetbal staat vast; met schrijven word je niet rijk. Dit maar om te zeggen dat we even van het onderwerp afdwaalden. In al dat gebabbel is iedereen het werkende uurwerk uit het oog verloren. Vijf voor drie. We kunnen misschien best zelf een wedstrijd organiseren, stel ik voor. Maar Marcel is niet voor dat uniek voorstel te vinden, ook niet wanneer ik zeg dat hij mag arbitreren. In de volle hitte van het debat vinden we dan toch nog een wisseloplossing. We gaan naar Schoonaarde, dat is maar drie minuten rijden, en als de wagen onmiddellijk start, slechts twee. Ik voel me als een echte politieker; die werpt ook altijd een stok in het hoenderhok zonder er op te letten dat de hanen meteen aan het kraaien gaan. De leeuwen hebben echter helemaal geen last van het lawaai; je mag nog een kernraket in hun kooi droppen, ze horen de dreun toch met. In Schoonaarde stamp ik de deur tegen een te hoge stoep, maar ik doe alsof mijn neus bloedt als Marcel het spul nader onderzoekt. Nauwelijks zit mijn zakdoek in mijn vestzak of ik loop Armand tegen het lijf. Gelukkig is hij niet al te mager of ik mocht de zakdoek terug uit mijn zakken toveren. Blij U te zien, je kent dat, een ganse rimram en ondertussen zonder een cent af te dokken binnenlopen. Ik heb het gevoel mijn zoveelste bankoveryal te hebben gepleegd (zonder de steun van de rijkswacht die handelt in drugs de politie niet, vandaar mijn lijfspreuk: de politie uw vriend, de rijkswacht uw dealer). We lopen niet te ver het plein op, want de zon maakt ons wat loom. Armand was nog moe, die had dringend wat frisse lucht nodig en kwam daarom naar het voetbal. Hij knipt het vuur aan zijn eerste sigaret en ik neem een kiekje (nee, niet dat van de kippenboer die achter de omheining de wacht houdt. Ik bedoel een fotootje nemen). Ik hou de Jap voor een tweede maal voor mijn linkeroog, maar de film zit muurvast Twee voetbalfanaten hebben al aardig wat lol. als ik ze zo naar mij zie kijken. Maar ik ben wel op mijn hoede, wees gerust. Uit een of andere zak sleur ik een iri- reservefilm die ik nog deze ochtend kocht van een kameraad-medewerker die ook na de derde wereldoorlog nog films zat zal hebben. Met gespannen zenuwen probeer ik de strook in die donkere kamer te wringen. Tientallen, honderden malen heb ik die eenvoudige beweging reeds uitgevoerd. Maar altijd stuit ik op onvoorziene moeilijkheden, vandaag heb ik echter vrouwe fortuna aan mijn zijde. De scheidsrechter heeft nog geen rust geblazen of het ding zit al gemonteerd. Hopelijk lukken de beeldjes nu ook nog. Eind goed, al goed. Maar het spel gaat verder; Die heeft evenveel techniek als die verlichtingspaal», merkt Marcel van een speler (nu ja) op. Normaal spreekt of schrijft men van koppen, shotten... maar hier moet een nieuwe term worden ingevoerd», zegt Armand lakoniek; «ruggen» (een beweging waarbij een speler een doelpunt tracht te maken of te verhinderen door middel van de rug). Ik proest het al uit. Misschien zou mijn lachspier iets harder hebben doorgewerkt indien een supporter me niet hoofd schuddend had aangekeken. Straks vergast die kerel me nog op een fikse oplawaai. Mijn glimlach gleed van mijn smoel als de sneeuw voor het lentezonnetje in februari. Nooit moeilijkheden zoeken, zeg ik altijd, en als er toch zijn: eervol voor de aftocht blazen. Dat denkt de in het zwart verklede scheidsrechter ook, want hij laat de spelers maar van het een naar het ander lopen. Van links naar rechts, van rechts naar links, en in alle vier de windstreken. Van onder naar boven is er voorlopig nog niet bij. Burgers met een armband rond de mouw, dwalen langs het veld. Eerst denk ik nog dat een oorlog is losgebarsten en dat de civiele bescherming werd opgeroepen. Bij nader inzien bleken het slechts mensen te zijn die lotjes voor de tombola verkochten. Zouden er prijzen in de lucht hangen», vraag ik. «Ik heb nog in mijn hele leven geen prijs gehad,antwoordt Marcel. Ik weet wel beter. Ik nam zelfs ooit foto's van een door hem gewonnen beker om ijsblokjes in te bewaren, maar hij nam de negatieven mee en verwisselde ze voor die van een volleymatch. Protest werd in de prille kiem gesmoord. Maar ik heb het bij het rechte eind. Het nummer 656 en nog enkele andere getallen werden in mijn handen gewrongen, mits een vergoeding van 20 frank. Je hebt er nog geen brood voor, laat staan een hotdog. Ik sta met de biljetten op mijn hart naar de rust te snakken. Hier win ik, hoor ik mezelf nog zeggen, want ook het cijfer met het jaar van mijn plechtige geboorte behoort tot een van de nummers. Trouwens vandaag is het toch zondag, mijn dag. Marcel sust mijn drang naar het verstrijken van de eerste speelhelft. «Er is hier geen receptie, vergeet dus je koffie maar». Kijk, die koffie wil ik met alle plezier van de wereld missen, maar wat het borreltje betreft.dat is een ander paar mouwen. Ik kan zo zien dat Armand het eveneens anders had gewild. Maar kom, voor één keer gaan we geen ruzie maken. De scheidsrechter stuurt iedereen het veld af, en wij op zoek naar een pintje. De kantien steekt zo vol als de Amerikaanse ambassade in Teheran. We lopen een eindje het veld af op zoek naar een herberg, maar we moeten onze exploratietocht afbreken; in de verste verte is hier niks te zien dat ook maar eventjes op een kroeg zou lijken. Dan maar drummen in het voetballokaal, wie zonder al te veel kleerscheuren en blauwe plekken tot bij de toog kan spartelen verliest en betaalt drie pintjes. Ik gooi me het eerst de massa in, zie plots het bord met de tombola-uitslag staan en.ik heb prijs met het nummer 656. Ik laat een luid hiep hiep hoera weerklinken en haast me om het goeie nummer aan een vriendelijk meisje te overhandigen. Voor een papiertje krijg ik een melkkannet je en een suikerpot. Met mijn ~mooie prijzen stuif ik naar Marcel. «Ik heb gewonnen», juich ik met de Jcostbare kleinoden boven het hoofd. «Verdorie», roepen Marcel en Armand samen uit. Vlug haasten ze zich de kantien in op zoek naar het bord maar dal is reeds weg. Met rooie wangen drink ik van een pint alsof ik zopas de lotto zou gewonnen hebben, maar dat kan natuurlijk niet. De lotto wordt de laatste tijd door jongens van de post in de wacht gesleept. De posterij heeft zelfs de namiddag-bedeling al moeten afschaffen omdat haar personeel slag om slinger de miljoenen toegespeeld krijgt. Straks moeten we hoogst persoonlijk nog De Voorpost gaan ronddragen, bij gebrek aan postlui. Tuurlijk dat die anderen geen geluk hadden die dag. Voor één keer moet Marcel met lege handen naar huis. Het vertoon op de grasmat blijft echter mager, hoewel een witte krullebol van Herdersem meer dan fraai speelt. Naast ons staat een wisselspeler van de geelblauwen zijn mening over de show op te dissen. Toen wist ik het meteen; die kerel zat steeds op de trein toen ik alle dagen naar Brussel moest om mijn land te beschermen. Ik mag er niet aan denken, maar toch word ik weeral geconfronteerd met een cliché die reeds jaren oud is: «Wat is de wereld toch klein». De bal wipt tegen de punt van de schoen van een Schoonaardenaar en vandaar op zijn hand. In het voetbal mag je nooit of nooit de bal in eigen handen nemen of je begaat een grove fout. Enkel de doelwachter mag zoiets doen en dan nog. De scheidsrechter stormt naar de rechthoek voor het doel van het in rouw gedompelde Schoonaarde en wijst naar de penaltystip. Een beetje licht toegekend, zeggen de omstaanders, maar de arbiter moet toch de spelregels eerbiedigen? Je kan van die kerel toch niet verlangen dat hij zijn eigen reglementen gaat ondergraven? Geelblauw maar juichen als de bal in de netten van de vijand tuimelt. Ik vond die elfmetertrap schitterend gegeven; de handschoenen van de keeper bleven van de enorme kracht in het net bengelen. Je moet toch maar kunnen. Even later scoren de bezoekers nog een tweede goal. Overwinningskreten stegen naar de blauwe hemel op. De arbiter gaf er de brui aan en vertelde tegen iedereen die het horen wilde, dat ze naar huis konden gaan. Thuisgekomen besefik plots dat mijn prachtig geschenk in bittere strijd is achtergebleven. Ik verdenk er Marcel van de buit te hebben geheeld. Een dezer dagen keer ik zijn wagen ondersteboven om de schat terug te veroveren. Als het echter niet te laat zal zijn, want die schurk zou mijn zuurverdiende prijs durven weggeven ook. Mijn wraak zal zoet zijn, ook al ben ik mijn suikerpotje kwijt. De tijd dat de Beverense transfercommissie pas voor goed op volle toeren draaide bij het einde van de koop- en verkoopperiode van (duur) talent is nu wel goed voorbij. Wil je echter mee aan de top blijven draaien dan moet je ook tijdens het seizoen op je qui- vive blijven inzake scouting van «bruikbaar» talent. Zo werden eerder al de gebroeders Verhelle uit Oostakker, vroeger aangesloten bij AA Gent binnen gerijfd en tekende Zeienaar Hans Cristiaens, een talentrijke plus vijftiener, begin deze maand voor geelblauw. Betekenen deze nieuwkomers vooral wis sels op de toekomst, het tweejarig profcontract dat de Limburger Patrick Schoofs deze week bij SK Beve ren onderschreef kadert in de politiek om het fanion- team in de run te houden bij de topclubs. Patrick Schoofs, op 10 maart 21 lentes, speelt momenteel bij hekkensluiter Sporting Hasselt. Indien de mijnploeg zich gehandhaafd had in eerste, iets wat nu utopisch is, dan had Patrick wellicht een verbintenis als niet- liefhebber bij zijn huidige werkgever ondertekend. Voor deze talentrijke Hasseltse aanvallende midden velder en schakel in de Belgisch Olympische ploeg was eveneens belangstelling van andere ligaclubs,, o.m. vanwege Beerschot. Een doorwegend element waarom Schoofs voor Beveren tekende is ook dat hij hierdoor zijn werk als bediende op de hoofdzetel van de Kempense steen kool mijnen te Houthalen kan combineren met voetballen. Patrick Schoofs maakte in feite een blitz-carrière als voetballer. Aangeboren talent heet dat in het vakjar gon. Drie jaar geleden werd de kandidaat-olympiër getransfereerd van derde privincialer Vrijheid Zolder naar tweede klasser Sporting Hasselt. Zijn eerste seizoen werd meteen succesrijk afgerond want via de eindronde belandde Hasselt onverwachts in eerste. In de loop van dit seizoen neusden de Beverense talentscouts ook nog naar andere «beloften». Zo toonden de Waas landers heel wat belangstelling voor Leo Clijsters (21) van SK Tongeren. Nu het geval Hofkens» werd uitgepraat wil men over deze Lim burgse middenvelder voorlopig nog in alle talen zwijgen... Luk Van Bel Zidane speelt Djamel Zidane zal er dan toch bijlopen in de thuis- match tegen Racing Jet. De door de Gentse doelman Laureyssen erg toegetakel de Algerijn werd maandag van zijn gipsverband ver lost. De linkerarm is lang niet in orde en er werd een speciaal verband gelegd. SK Sint-Niklaas heeft so wieso Luc Bevers als bank zitter aangewezen. Men kan nooit weten... De Zeelse weiter kon in het Deense Randers de Europese titel niet pakken, maar tussen twee kampen door heeft zijn supportersclub toch een extra-sportie ve aktiviteit op het getouw gezet. Zaterdag, 1 maart om 20 uur heeft in het Zeiehof het eerste Alois Carmeliet bal plaats. Het Belgisch weltergewicht nummer één hoopt er alle boksliefhebbers en sport- minnenden te mogen ontmoeten. BENO loor Marcel an Hauwermeiren Met heel wat vertraging (de bespreking gebeurde op 12 januari, en meer dan een maand later staat er wal in Sportlevenhet officieel orgaan van de KBVB) vertelt de Bonds kroniekeen en ander over het voorstel van de Nationale Voetballiga omtrent de kontroles van de scheidsrechters. Die liga suggereer de de examinatoren te verbieden voor of tijdens de wedstrijd kontakt op te nemen met de gekontroleerde referees. De groepering zegt dat de kontrole van een scheids rechter een eksamen is en geen les, en dat opmerkin gen van pedagogische aard even goed na de match als tijdens de rust kunnen geformuleerd. Door het konlaklverbod zou de «stress» wegvallen bij de gekontroleerde scheidsrechter, zal die man tevens zijn taak veel serener kunnen uitvoeren en kan daardoor de beoordeling ook objektiever zijn. Het Uitvoerend Komitee konkludeert dal het dit voorstel niet kan steunen, omdat het indruist tegen de richtlijnen van de UEFA en afwijkt van de procedure die in naburige landen wordt toegepast. Voorts betreurt het hoogste orgaan van de «bond» dat hel voorstel van de liga alle scheidsrechters, ongeacht hun kategorie, over dezelfde kam scheert. Slechts met die laatste konklusie van het Uitvoerend Komitee kunnen we het eens zijn. De andere contra argumenten zijn weinig steekhoudend. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen een debutant je en een man met enige ervaring. Het beginnelingske heeft begeleiding nodig. De examina tor die op hem wordt afgestuurd, kan hem beschei den terzijde staan bij de voorbereiding van zijn wedstrijd, kan tijdens de rust zinnige dingen vertellen en nu afloop van «het gebeurensereen de prestatie vun het element ontleden. Eenmaal «in de stiel» doet de ref week na week nuttige ervaring op, verslijt gras fn maakt al dan niet vorderingen, leder nazicht is van dat ogenblik af een eksamen. De kontroleur moet van achter het hoekje» en liefst zonder dal de nageziene ref weet dat hij «bespied» wordt, het doen en laten van zijn «mannetje» kunnen bestuderen Als de ref niet weet dat iemand van de scheidsrechterskommissie hem staat gade te slaan, zal hij arbitreren zoals hij dat gewoonlijk doet. Is hij van de aanwezigheid van de «spion» op de hoogte, dan kan je er in de meeste gevallen donder op zeggen dat de examinandus het anders wil doen dan anders, en loopt het al eens een keertje fout. We zouden het zo stellen: een bezoek in de kleedka mer voor de match bij een scheidsrechter die ofwel nog voor zijn praktische proef» staat, en ook bij degene die een eksamen in een hogere kategorie aflegt. Deze laatste weet immers uit ervaring (en ook al omdat het zo hoort) dat hij gevolgdwordt. Persoonlijk deed ik het steeds als volgt: ik ging een tiental minuten voor de kick-off de scheidsrechtersvestiaire binnen, wenste ref en grens rechters veel sukses en verdween dan tussen het publiek. Als alles losliep, zag het trio me pas terug nadat ieder afgekoeldwas en in burgerpak stak. In om het even welk ander geval zou het betreden van de kleedkamer voor de match en tijdens de rust moeten verboden zijn. Daar zijn verscheidene slui tende argumenten voor. Eén ervanVolgens de onderrichtingen mag de koffiepauze in de vestiaire slechts vijf minuten duren. In die korte tijd heeft de scheidsrechter meer dan de handen vol om enkele administratieve karweitjes op te knappen, eventueel een en ander aan zijn grensrechters te vertellen, en zich wat op te frissen. Wat kan de examinator daar in godsnaam komen doen? Raadgevingen verstrekken? Die zullen nauwelijks doordringen tot de discipel. Bovendien bestaat het gevaar dat een goede arbitrage omslaat in een panikerig gedoe, met alle gevolgen vandien: door een andere aanpak is die ref zichzelf niet meer, doet hij zichzelf geweld aan. Pak hem na de match aan, zodat hij een week lang de tijd krijgt om over de gouden raadna te denken. Hoe het in de ons omringende landen gebeurt, heeft geen belang: de centrale scheidsrechterskommissie maakt een «werkplan» op dat de provinciale kom missies «soepel» kunnen uitvoeren. Er moet een zekere eenvormigheid zijn, doch ons lijkt het toch belangrijker goede scheidsrechters te vormen dan te teorelizeren. Alleen het resultaat telt. De vaststellin gen van een oud-internationaal scheidsrechter vind ik het noemen waard: «Ik wist niet dat het peil van de arbitrage in Oost-V laanderen zo hoog lag». Het bewijst de goede aanpak van de jongste jaren, want daar werd een progressistischbeleid gevoerd. Bevelen hoe het moet en hoe het niet mag, dient de bevoegdheid van techniekers blijven. Welk lid van het Uitvoerend Komitee heeft ooit als scheidsrechter op het terrein gelopen? Schoenmaker blijf bij uw leest. Fout vinden we ook de zwijgplicht die de scheids rechter (onrechtstreeks) wordt opgelegd. Refs heb ben de volledige vrijheid inzake spreekbeurten, kon- ferenties, interviews, enzovoort, waartoe ze worden uitgenodigd onder voorbehoud dat ze de verant woordelijkheid opnemen voor de woorden die ze uitspreken en dat ze er eventueel rekenschap van geven aan de bevoegde instanties. Zo staat het zwart op wit in de door de centrale scheidsrechterskommis sie uitgevaardigde officiële onderrichtingen aan de scheidsrechters. Voor een televisie-interview moet de betrokken scheidsrechter in ieder geval vooraf de tekst ter goedkeuring aan het Uitvoerend Komitee voorleggen. In hoeverre dat laatste demokratisch is, laten we aan het oordeel van de lezer over. Voor ons is het noch min noch meer laakbare censuur. Dat een scheidsrechter volledige vrijheid» krijgt inzake spreekbeurten, konferenties en noem maar op, is teorie. Hij mag alles zeggen op voorwaarde dat (en precies daar zit de adder onder het gras) hij gebeurlijk rekenschap zou geven aan de bevoegde bondsinstanties. Dus... Hel zou niet de eerste keer zijn dat iemand zich moet verantwoorden. Over die zwijgplicht had André Blancke het onlangs nog in «Het Volk»: «We hadden graag met Roger Verhaeghe de scheidsrechtersproblematiek uitge praat, maar dat mag niet, hoe graag hij het in het belang van de arbitrage, zijn vriënden-scheidsrech- ters in dit land op een weinig demokratische zwijg plicht». Blancke zegt voorts dat al eerder Marcel Van Langenhove een gelijkaardig verzoek van journalist Vic De Roeck had afgewezen, alhoewel de interna tionaal met de walrussnor inzicht te geven over bepaalde situaties. Blancke stelt vast dat de centrale scheidsrechterskom missie blijkbaar niet van deze demokratie houdt: «De CSC respekteren we als hoogste gezag en we willen onze medewerking verlenen, doch dan moet het de ouderwetse principes opgeven in deze voor scheidsrechters erg moeilijke tijd». We kunnen erin komen. Op voorwaarde dat de klubs de verklaringen van de ref, wanneer hij uitleg verstrekt over zogenoemde omstreden fazen», niet tegen hem uitspelen wanneer een «zaak» (bievoor- beeld de uitsluiting van een speler) door een of ander komitee wordt uitgepraat. Waarom kan in Duitsland en Nederland wél, wat binnen onze landsgrenzen niet mag? Als het Uitvoerend Komitee zich beroept op procedure «in de naburige landen» om het kontrolevoorstelvan de Nationale Voetballiga af te wijzen, waarom wordt de lijn dan niet doorge trokken? De reeds genoemde André Blancke stelt dat de centrale scheidsrechterskommissie niet.erg logisch is met zichzelf, aangezien ex-internationaal Luc Van Nuffel wél het recht heeft in een krant te schrijven: «Waarom heeft Van Nuffel niet de zwijgplicht van de andere referees? Waarom mag hij, tegen betaling kwijt wat een ander niet mag?» We zouden het nog scherper durven stellen: waarom wordt in de scheidsrechterskommissies met twee maten en twee gewichten gewerkt? Wat de een (lees Van Nuffel) reeds jaren doet, wordt de andere verboden: geen sportjournalistiek, kreeg ooit iemand zowel vanwege een lid van het Uitvoerend Komitee als van een lid van de centrale scheidsrechterskom missie als veto mee: «Het is kiezen of delen. Ofwel ontslag nemen, ofwel je pen laten rusten». Zo zie je maar. (vervolgt) Van Mossevelde (Lebbeke): «Vijverman niet gezien» wijzen dat ik me op de tenland bevond.» «beruchte dag» in het bui- Woensdagmorgen kregen we het bezoek van Dender- houtemvoorzitter Jozef Vijverman, die (hoe kon het anders) een boompje opzette over de Verhulst- story. Vijverman toonde ons tijdens het gesprek een door Herman Van Mosse velde ondertekende verkla ring. Daarin zegt Van Mos sevelde dat hij op 1 februa ri de heer Vijverman niet heeft gezien. «Ik kon die dag trouwens niet in Schoonaarde zijn,» stelt de Denderhoutempraeses: «Ik beschik over de nodige be- Preben Larsen blijft Naar verluidt heeft Preben verlengd. De nieuwe ver- Larsen, de Deen van Spor- bintenis zou over twee -v; ting Lokeren, zijn kontrakt zoenen lopen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1980 | | pagina 27