«Ik wil van mij hobby mijn ber maken» W Hendrik Caethoven digest OLMO jü - 14.3.1 yau - ue voorpost SPORTMAGAZINE - WIELRENNEN Het had voor één van de drie Zeelse profs: Rik Caethoven heel wat voeten in de aarde om voor zijn tweede seizoen onderdak te vinden. In extremis kon hg een verbintenis tekenen met de nieuwe Wase formatie Masta, waar hg wil meehelpen om kopman Johnny De Nul aan zijn rechtmati ge plaats in de profwereld te helpen. De welbespraakte Rik is een jonge man die de zaken kan relativeren en over een levensfilosofie beschikt om het wielrennen voor zichzelf in de juiste kontekst te plaatsen. Reeds 15 jaar in de beweging De 23-jarige Caethoven heeft reeds een wielerloopbaan achter de rug, waar velen maar toekomen als ze einde carrière zijn. De Caethoven's begonnen er vrg vroeg aan. Samen met nonkel Francois trok hij als 9-jarige knaap naar Holland om er deel te nemen aan de wedstrijden, die ginder wel en in België niet mochten gereden worden. Vader Jef. zelf nog aktief bij de veteranen en met de ambitie van een beginne ling, situeert de omstandig heden: «Voila (en hij wijst naar een foto aan de muur) met dat fietsje is hij begon nen. Het was een koersfiets van de indertijd furore ma kende Zeelse beroepsren ner Gilbert van de Wiele, die ik volledig ombouwde en er een racefiets voor Hendrik van maakte.» Het kleine ventje, dat met moeite over zijn grote stuur kwam, kon in die korte wedstrijden makkelijk zijn man en sedertdien hield het niet meer op. «Op 10-jarige leeftijd was ik drie keer kampioen van België», lacht Rik er tussen in. «Ik hecht daar niet het het minste belang aan, maar toch was het zo. Maar op die velodrooms te Wa- lem en Erembodegem was het plezant rijden. Prijzen mochten er niet gegeven wordenDe organisators kregen moeilijkheden met de wet op de kinderarbeid. Wekelijks had ik een palm, maar ik wisselde die tel kens prompt om voor een bakje van 100»Uit een vroeg debuut resulteert pe,. Ik moet kracht bijwin- nen om langere demarrages te kunnen plaatsen. Ze moeten verder dragen.» Impuls om beroepsrenner te worden 1978 was het topjaar voor Riksken Caethoven, niet groot van stuk maar rap van tong, en een nuchtere doordenker, die zich niet vergaloppeert in zijn woor denvloed. Zijn derde amateurssei zoen moest wel een beves tiging of de doorbraak wor den, wilde hij een keuze nopens zijn toekomst maken. «Een grote overwinning kan een gunstige wending op een sportloopbaan te weeg brengen. Ik onder vond dit met mijn overwin ning in de Omloop van de Vlaamse gewesten. Ik had het moreel te pakken en voelde dat het plots vlot ging. Ik won dat seizoen 14 koersen. Het betekende wel de stimulans om te be ginnen denken aan een loopbaan bij de beroeps- renners. De klassieker die op mijn naam stond was er nodig om uit de midden moot te geraken en me te tonen in de rij van de kan- onderschatten hulp. Met enkele ereplaatsen als een 10e prijs te Knokke, een 3e prijs in Harelbeke-Poperin- ge - Harelbeke zat er zeker een goed seizoen in. «Als het noodlot er mee gemoeid is», mediteert Rik Caethoven, «Mijn goede voorjaarsforme speelde mij in feite parten. Normaal was ik niet aangeduid voor de Driedaagse van De Pan ne, maar ik werd als inval ler opgeroepen en in de tweede rit werd een een halve seconde verstrooid heid mij fataal. Een valpar tij en er reed iemand over mijn sleutelbeen. Een breuk. Dokter Derwedu wen uit Mol, de specialis voor de vlugge helingen van dergelijke breuken plaatste twee platen en ver zekerde mij na een veer tiental dagen opnieuw kompetitie. Het werd een lange lijdensweg. Mijn li chaam stootte de platen af en er kwam een ontsteking. Ik probeerde meermaals te hervatten. Maar het ein dresultaat was zwaar voor mij. Drie operaties en drie maand inaktiviteit. Achter af werd het hard zwoegen om opnieuw de goede kon- ditie te vinden en de ach terstand op de anderen op te halen. Ik reed nog tien keer in de eerste tien en trachtte nog in de belang stelling te komen door een 140 km lange ontsnapping in de Scheldeprijs. Ik kon wel verzachtende omstan digheden pleiten maar de harde business wereld van de prof-wielrennenj houdt daar weinig rekening mee». Op de sukkel Ondanks allerlei beloften kreeg Rik Caethoven een eerste opstopper toen hij te A2 mechanica toch een waarborg en dit ondervond hij als hij zijn diensten ging aanbieden. «Ik kreeg vrij vlug de mo gelijkheid om aan het werk te gaan, maar in mijn bin nenste bleef ik steeds ho pen wielrenner te kunnen blijven. Ik mag wel zeggen dat ik gelukkig ben eerst voor een diploma te heb ben gezorgd. In de jeugd reeksen heb ik vooral aan de studies gedacht en pas dan aan het koersen. Het bleef een hobby waar ik weg van was, maar school- lopen was primordiaal. Ik ken ontelbare voorbeelden van wielrenners, die hun studies stoppen en denken dat het met het koersen niet kan mislopen, doch uiteindelijk met lege han den staan.» Onverwachte meevaller Voor Rik kwam er nog een laat paasei uit de korf ge vallen. Uit het Waasland kwam er een nieuw geluid. Een firma, zowat een tegenhanger van Zeepcen- trale, nl. Masta, ook al zeep- en nevenprodukten, kwam plaats nemen in de galerij van de sponsors en bracht nieuwe hoop voor vele jonge renners. Johnny De Nul werd kopman en Rik nam kontakt op met Johnny om voor hem ten beste te spreken. Het kwam voor mekaar. Hen drik Caethoven is brood- renner gebleven en hij be wees reeds dat hij wat kan. «In de Ronde van Limburg was ik onverwacht mee in een lange ontsnapping. Ik had me reeds de ganse wedstrijd in dienst van Johnny gesteld. De om standigheden brachten me voor Rik heel wat routine zodat hij een stuurvast ren ner werd en hij zich gemak kelijk in het peloton beweegt. Gemakkelijker op fiets dan op stoel Die vroege beginperiode en ook zijn morfologie, met zijn wat te korte be nen, zoals Hendrik het zelf zegt, hebben uiteraard hun invloed op beroepsrenner Rik Caethoven «Het feit dat ik zo piepjong op de koersfiets zat en alle dagen fietste heeft volgens mij wel een weerslag gekre gen op mijn gestel. Ik ben o.h.w. scheef gegroeid naar de fiets toe. Ik kan zeggen dat ik veel gemakkelijker op een fiets zit dan op een stoel. Ook op het spieren stelsel had dit een invloed. Ik kwam rap met zware dijspieren. En daar heb ik wel anecdootje over. Als ik in de jeugdreeksen bij de BWB reed, waren er veel vrienden-renners die ja- lours waren op mijn zoge naamde dikke spieren. Ik hoor William Tackaert nog altijd zeggen. Kijk ne keer naar mijn magere benen tegenover jouw spieren, maar ik moet de bal terug kaatsen en zeggen en kijk nu eens hoever William Ta ckaert reeds staat. Dus, dat heeft allemaal geen belang om uiteindelijk een geod beroepsrenner te worden.» Hendrik spreekt vrijuit over wat hij voor zichzelf als een handikap aanziet: «Ik denk dat mijn benen iets te kort zijn. Ik kan heel goed korte inspanningen leveren, maar de zuurstof is vlugger op en dan blok keert het spierenstelsel. Bij het fondrijden heeft dit ze ker zijn nadeel en ook bij het tijdrijden. Ik tracht nu door een aangepaste trai ning daar wat aan te verhel- didaat-prof-rijders. In de' Schaal Seis werd ik als amateur derde met de beroepsrenners en kwamen er de eerste kontakten met Roger Rosiers, die mij graag wou meepakken naar La Redoute. De plaatsen voor de Vlaamse coureurs waren er beperkt en een kontrakt kwam er niet!» Aanhef hoopgèvend Rik Caethoven maakte het einde van het seizoen 1978 mee als beroepsrenner. Voor hem was dit een idea le springplank. Hij kwam in de profrangen nadat de beste pijlen bij de broodrij ders verschoten waren. Bij hem was er de goede lief hebbers forme en de eerste zege kwam er ei zo na in de slotkoers te Putte-Kapel- len. Rik Caethoven had zich reeds getoond in zijn Safir trui. Het was dan ook met een groot hart dat hij naar zijn eerste seizoen opkeek. «Ik vond onderdak bij Sa fir. Ik had kontakt opgeno men met sportbestuurder Florent Van Vaerenbergh en het kwam vrij vlug tot een overeenkomst. Ik was daar gelukkig om, want het is niet zo gemakkelijk om aan een dergelijke verbin tenis te komen. Wat men er ook van zegt: de sportbe stuurders of de sponsors komen zeker de deur niet platlopen. Het is aan de renner zelf om zijn kwali teiten te gaan aanprijzen. Dit is ten minste de erva ring die ik heb opgedaan en de realiteit stelt me daarin wel in het gelijk». Gekompliceerde sleutel breuk De kleine Caethoven scheen vlug zijn plaats te hebben gevonden in het be roepsleger. Zijn klare kij kers ware een niet te horen kreeg dat er voor hem geen plaats meer was bij Safir. «Allerlei extra sportieve middelen komen er aan te pas om aan een merk te geraken. Het komt er soms op aan dat men als referenties bepaalde ver- koopspunten moeten kun nen citeren. Als het om bier gaat zijn een bevriende uitzetter, of een goed be klante café welkom. Gaat het om fietsen dat is een fietswinkel met een groot klienteel welkom. Ik voel de aan dat het ook bij Safir in die zin draaide en dat de prestaties niet steeds als maatstaf worden genomen. Ik kan ondanks mijn handi kap van het eerste seizoen, nog betere prestaties voor leggen als sommigen ren ners die wel een kontrakt kregen. Maar ik had niet die steun die zij wel heb ben. Ik sta daarom zeker niet afgunstig tegenover die vrienden. Elkeen probeert van de baan te geraken. Het is alleen een vaststel ling, waar ik geen nachten van wakker lig». «Ik durf bekennen dat ik na het «njet» van Safir op de sukkel ben geweest. Ik heb a.h.w. gans Belgié af ge telefoneerd om te pogen ergens onderdak te vinden. Maar alle deuren bleven gesloten, alle ploegen wa ren kompleet». Werkzoekende Hendrik Caethoven had zich reeds min of meer ver zoend met het feit dat aan zijn wielerloopbaan een vroeg einde zou komen. Maar de Zeienaar had wel gezorgd voor een appeltje voor de dorst. Hij volein digde eerst zijn studies vooraleer hij zijn zinnen honderd procent concen treerde op het wielrennen. Ondanks de hoge wer kloosheid is zijn diploma Rik Caethoven: in 1980 een eigen plaats veroveren in het peloton. Ic mee voorop en onze kop man had me de wenk gege ven als er een kans inzat mee te gaan. Spijtig dat het ploegenspel stokken in de wielenkwam steken, anders waren we misschien voorop gebleven en wie weet won ik niet mijn eerste prof- koers. Wat ik zeker heb bereikt en daar ben ik blij om, is publiciteit voor Mas ta. Daar moet ook aan ge dacht worden. Ik kwam in de belangstelling reed mee vooraan was te zien op T.V. Een goede reklame beurt voor Masta en de grote baas zat mee in de wagen. Hij kent nu ook al de wielrenner Caethoven. Allemaal faktoren die mee spelen in het huidige wie- lerbestel.» De Nul helpen De nieuwe ploeg Masta met Berten Van Vlierberg- he als wegkapitein en John ny De Nul als kopman trok voor 14 dagen naar Beni- dorm. Die twee weken, Spanje waren voor de nieuwbakken profploeg een uitgelezen gelegenheid om elkaar beter te leren kennen en die kontakten moeten sportbestuurder Tuur Van de Vijver helpen om kameraadschap en goe de sfeer rond De Nul waar te maken. Rik Caethoven redeneert in die richting: «Ik ben be reid me steeds in te zetten voor Johnny. Ik meen dat hij de mogelijkheden heeft om het ver te schoppen en als hij enkele overwinnin gen kan behalen, dragen wij ook de vruchten. Ik ben liever de knecht, de man die kan en mag helpen en Hendrik Caethoven werd op 11 september 1956 geboren en woont aan het nummer 62 van de Industriestraat te Zele. Hij behaalde aan het R I T O. te Dendermonde zijn diploma A2 mecha nica. Het koersen zat de Caethovens in het bloed en Rik begon er op 9-jarige leeftijd mee. Op de piste haalde Rik mooie uitslagen won er veel proeven en wedstrijden en was 8e in het wereld- kampioenschp puntenkoers bij de juniores. 1972: nieuweling: 4 overwinningen 1973: nieuweling: 8 overwinningen 1974: juniores: geen enkele zege, overwinnaar tro fee Het Waasland: 1975: juniores: 8 koersen 1976: liefhebber: legerdienst, niet gekoerst 1977: liefhebber: 4 overwinningen (2de te Munster, semi-klassicker) 1979: liefhebber: 14 overwinningen waaronder Om loop van de Vlaamse gewesten; 1979: beroepsren ner: zonder overwinning. BENO af en toe eens vrijbuiter kan spelen in lange ontsnappingen bijvoor beeld, dan ambitie als kop man te moeten hebben. Die verantwoordelijkheid zou mij te groot zijn. Ik zou dit mentaal niet aan kun nen. Ik onderschat niet het status van een kopman, ie mand die niet mag falen. Die er altijd moet staan. Omnipresent zijn is niets voor mij. Een kopman moet voor, tijdens en na de koers steeds zijn persoon lijkheid laten uitstralen. Steeds de glimlach, altijd even vriendelijk met ieder een. Iedere prikkel, een slechte reaktie en noem maar op, wordt hem kwa lijk genomen. Hij is de ge vangene van zijn omge ving. Ik ga liever als de onbekende door het pelo ton. Bij mij staan ze niet aan te schuiven voor hand tekeningen. Voor 1980 heb ik reeds bewust gekozen: Alles voor Johny De Nul, dit ligt mij beter. Dit past bij mijn karakter». Geen gulden middenweg Alhoewel Riksken Caetho ven een waterval van woor den over ons uitstortte, is hij eigenlijk geen prater. Hij legt het uit als het noodzakelijk is. Zijn moe der noemt hem eerder een stille jongen, die geen twee woorden spreekt als het niet nodig is. Rik beaamt dit: «Inder daad, soms vraagt men mij vertelt eens wat over de- koers. Ik vind dit niet nodig daar over te praten. Het is voorbij wat kan men er over zeggen. Zijn tegensla gen of mislukkingen inroe pen of naar grote woorden gaan zoeken om zich achter te verschuilen. Ik zet geen grote mond op als het niet nodig is. Ik weet van me zelf dat ik het een beetje kan uitleggen, maar daar om wil ik de grootprater niet uithangen. Het is ook niet nodig om zich in het peleton te gaan opdringen, om de groten in de weg te lopen. Horen, zien en zwij gen is het motto van een jong renner en het is de beste handelswijze om ie der jaar aan een kontrakt te geraken». «In het wielerpeleton zijn maar twee groepen: de kopmannen en de knech ten. Er is geen tussenweg. Degene die er willen tus senzitten moeten vroeg of laat kiezen. Ik vind het nor maal dat de groten er niet gemakkelijk iemand tus- senlaten. Ten gepaste tijde worden de opvolgers geko zen. Ik aas niet naar vedet te zijn, ik ben liever het gewoon rennertje dat mee mag en in dienst van een groep zich verdienstelijk kan maken. Ik kan een voorbeeld citeren die de si tuatie in het peleton duide lijk illustreert. Het was vo rig seizoen. In de voor- jaarskoeresen wordt er nog al eens in waaiers gereden. Als debutant zat ik in de eerste waaier, maar Ferdi Van den Haute trok mij zonder blozen en omzien naar achter en stelde mij duidelijk dat daar nog geen plaats voor mij was. Veel beroepsrenners geven er dan ook de brui aan omdat ze hun werkelijke plaats in het peleton niet vinden Vrij beroep «Het wielrennen heeft steeds mijn hobby geweest en ik ben gelukkig dat ik er momenteel mijn beroep kan van maken. Het is al tijd plezant om te doen wat je graag duet. Men heeft er 9ne< ook een zekere vrijheidjorr zou het haast als een leen beroep willen omschrijwde Dat het hard en moeilitn laat ik in het midden. 1 dt moet men er bijnemeniéé/i moeten enorme inspanlpo, gen voor gedaan woraia/i maar daar wil ik niet oDai zeuren. De voornaam/ e eigenschappen om hetlraA te houden zijn volgens) g, een sterk karakter en *r c zelfvertrouwen.» aar Rik Caethoven heeft dt zijn mogelijkheden. 12/ koos voor wegrenner, limi. wordt hij sedert jaar en tale voor een pistier verslete maar dit heeft volgens it h te maken met het feit pi) hij in de jeugdreekseijfief die specialtieit regelmlmu. aan de bak kwam en erjier mooi palmares opbou\»ee/ In de winter staat hij z^t v. niet weigerig tegenovertnd tewerk. «Ik reed twee hkm daagsen en enkele andu h meetings. Ik verdiende een aardig centje meetiié'/ bleef in de beweging, wilt men meer». Hendrik Caethoven blij en lachend door \rij< leven, wat zijn voorbest tg ming uiteindelijk wo Dep wijst de toekomst Wordt hij een goed roepsrenner, of een gtdier mecanicien of... maakt furore als kunstschilder eei derdaad. Het oude huis hangt vol mooie, r wat meer is, van kuni getuigende schilden Me Rik Caethoven heeft d< tili spiratie en het inzicht isfi met penseel en verf wa 'er creeëren. I5'" Beroepsrenner - reden: kunstschilder Hen dt Caethoven heeft zijn je er en blijheid in petto om 'na zijn leven wat te makel tekst: Beno Van Win foto's: Cesar Van der B "'P ka

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1980 | | pagina 32