PIANOWEDSTRIJD
WILLY VAN DER MEIRSCH:
VAN JITSIGE BRAHMS EN
SPETTERENDE GRANADOS
SCHILDER EN
KOMPONIST
OF KOMPONIST
EN SCHILDER?
van de an^
[ten, van-|
dat deze
prijsuitrei-
7 juni om
Stedelijke
wezig zul-
Wie pianistieke vingeren heeft, en beweert in dit
land niet aan zijn trekken te kunnen komen, moet
dringend meer kranten gaan lezen. Op een week tijd
waren er twee «Ontdek-de-ster» wedstrijden voor
pianovirtuozen. De Kiwanisclub heeft een Brazil-
liaanse bekroond en als compensatie wellicht kre
gen we een Aalsterse laureate bij de pianowedstrijd
Willy Van der Meirsch.
Yvette van Tittelboom krijgt de roem, de 20.000 fr. en
onze gelukwensen. Verdiend.
Yvette Van Tittelboom. (Per)
Je zou bijna vermoeden
dat erin deze stad geen
enkele piano meer staat,
en dat op piano spelen
de dood met de kogel
staat. De publieke be
langstelling voor deze
proef was immers mi
niem. De gebruikelijke
familieleden, de leraars
en de duiven natuurlijk.
Van de vijf ingeschreven
kandidaten lieten er
twee door onvoorziene
omstandigheden verstek
gaan, zodat de vergelij
king tussen de overge
bleven mededingers nog
sterker te leggen was.
Coppejans Patrick opent
met het opgelegd stuk:
een Inleiding van Capri-
cio fervore van Willy Van
der Meirsch. Het wordt
een eerste kennismaking
met een knap gecon
strueerd stuk dat zoals
Veerle Deflour. (Per)
later blijkt drie totaal
verschillende gezichten
heeft. Hij opent met een
duidelijk afstandelijke
kijk, de obsederende rit
mes worden keurig zoals
ze op het blad stonden
gepresenteerd, de im
pressie-motiefjes vaag,
alles perfekt ingestu
deerd, feilloos gebracht,
een beetje zonder verras
sing. En dan Brahms.
Coppejans ziet er een
jongen uit om Brahms te
spelen, maar er moet
dan flink ingebonden
worden. Veel zindering,
brillont in de heftige pas
sages, denderend bij het
spanning bouwen, bon
kende pedaal, de grote
sprongen van de rechter
hand met kloekte neerge
zet, het romantischê bij
na ontwijkend en koel,
een Brahms zonder enige
rust, onstuimig zonder
verpozing, nooit op wan
del, maar op stap naar
de volgende bruisende
passage, de kracht zit
duidelijk in het crescen
do en niet in de smorzan-
do, de bekoring van de
Rhapsodie nr. I in b in
het klare, niet in het dro
merige, de Romantiek
der heftigheid.
Veerle Duflou is de twee
de kandidate. Het opge
legde stuk wordt even
eens bij het intreden koel
benaderd, bijna strak
zelfs in de eerste ontwik
keling. Ze deelt de bouw
in duidelijk afzonderlijke
frasen in, zet komma's in
de partituur, en begint
na het overleven van de
duidelijk zichtbaar ver
vaarlijk ver oversprin
gende linkerhandpassa
ge te ontdooien. Geleide
lijk wordt nu een roman
tisch vuurtje gestookt en
het geheel wordt keurig
en met vaste hand afge
werkt. Als keuzestuk
heeft ze twee Elegieën
van Liszt. De pianiste
kon natuurlijk op voor
hand niet weten welke
leugel er in de feestzaal
ter uitboeting der aardse
zonden ter beschikking
staat, wellicht had ze
dan nooit voor een rusti
ge Liszt geopteerd. De
kaarsjeslichtmuziek doet
het niet zo goed op een
zaterdagnamiddag en
een metaalbouwdoos. De
gevoelens in de partituur
zijn er nochtans allemaal
en ze owrden vlot uitge
wreven. Liszt op zijn we-
kendaagse kousen: cli
max bouwen en zoetjes
te rusten gaan, een beet
je doorkijkmuziek. De
pianiste is technisch
hoogstaand, de loopjes
van de linkerhand gaan
er vlot uit, de effecten af
en toe de waarde over
schaduwend. Ik vind het
persoonlijk niet zo'n goe
de keuze, vooral het
tweede deel heeft ge
meenplaatsen en zwak
heden, die zelfs een uit
muntende presentatie
niet kunnen verbergen
en overleven. Dat een
trage vermoeide Liszt,
van «ik zou wel willen,
maar mijn kop staat er
niet op» als étude-waar
de naar voor kan ge
bracht worden, maar ge
en absolute talentwaar-
de aan een kandidate
geeft is wellicht hiermee
duidelijk.
Derde kandidate: Van
Tittelboom Yvette. De
jongedame steekt het op
gelegd stuk in een prach
tige jas, net vuurwerk,
boordevol verrassingen
zit het werk ineens, af
wisselend fors, krachtig,
dan teder, bija dromerig
de noten als met een gom
uitvegend, en dan in een
ruk naar de Fine-maat.
Keuzestuk: wat kiezen
pianisten van pakweg 20
jaar? Zoals U kon lezen
Brahms en Liszt. Ik raad
de dus als derde wiel de
een of andere ballade
van Chopin, maar het
bleek Granados te zijn.
Nadat ik er de laatste
weken voortdurend zijn
verzamelde werken, op
genomen door Thomas
Rajna doorgejaagd heb,
lopen we hem waarach
tig hier in levende lijn
tegen het werk. Mirakel
te Aalst: voor piano blijkt
na 1900 ook nog gecom
poneerd te zijn, en het
word nog gespeeld ook,
en hoe! Van Tittelboom
Patrick
laat het wederkerend
kernmotief met de opeen-
geknoopte nootjes zacht
jes vol stille blijheid als
een warme zomernacht
openbarsten. Ondanks
alles geen revolutionaire
zaken bij Granados. Veel
poëzie, een linkerhand
vol kabbelende rust te
gen het oktaven brede
thema uitgeschoven Bril-
lante en Schitterende
muziek.
De jury had van de voor
opgestelde tijd amper de
helft nodig om de win
naar aan te duiden. Yvet
te Van Tittelboom uit
Aalst kreeg zoals
iedereen vermoedde
de 20.000 fr. en er het te
geven concert gratis bij.
De juryleden wezen wel
en zeer terecht
het hoge peil van de
dere kandidaten,
daar wellicht dat
avond van de
king zaterdag
20.30 uur in de
Feestzaal
len zijn en eveneens
treden.
Zondag e.k. zal een volle stadsschouwburg achter
een kleurig gordijn van sterk ritmische rockmuziek
en poëtische roerselen het oude verhaal van man en
vrouw uitgetekend zien. Poëzie, muziek en drama
turgische elementen worden daarbij zodanig aange
wend dat een intens beleven en aanvoelen mogelijk
wordt van wat teater ARENA uitbeeldt.
Het is één uur durend
ononderbroken kijk- en
luisterstuk waarin het
gedicht (van Hugo Claus)
de muziek inspireert en
de handeling verduide
lijkt. De man-vrouw rela
tie die erin centraal staat
wordt voorgesteld als
een spel waarin elke
partner verwacht, ont
moet, sublimeert en ten
slotte (niet) berust Het is
een spektakel dat op 29
december 1979 in premi
ère ging, omschreven als
«poëzie-rockprogram-
ma». Voor een volk dat
poëzie meestal «puur» te
proeven krijgt, zonder
muzikale franjes tenzij in
chanson-vorm bij een
aantal gerenommeerde
kleinkunstenaars, vraagt
dat wat uitleg. Waarom
die muziek, waarom die
«rock»?
Variatie
In het weekblad «Knack»
dd. 2 januari 1980 werd
auteur-komponist Steef
Verwee daarover be
vraagd. Deze 28-jarige
kunstenaar met konser-
vatoriumopleiding is al
tijd veel met tekstmate
riaal in aanraking geko
men. Hij zette eerder al
muziek op werken van
Cyriel Buysse en Henri
Van Daele. In 1978 ver
wierf hij bekendheid met
zijn «Poetry-rock», waar
in heel wat ideologische
tema's werden verwerkt.
«Muziek is mijn beroep,
maar poëzie is mijn hob
by,» zegt hij zelf. Voor
«Claus on the Rocks»
kreeg hij twee soorten
tekstmateriaal: enerzijds
zijn er de Claus-gedich
ten (komende uit «Oost-
akkerse gedichten», «De
Geverfde Ruiter» en
«Een huis dat tussen
Nacht en Morgen staat»)
en anderzijds zijn er door
Claus speciaal geschre
ven chanson-teksten, die
door Liesbeth List gezon
gen worden. Door deze
variatie wordt heel be
wust een break in de sce-
nistische handelingen
bereikt, waardoor de
dramatische spanningen
merkelijk worden ver
hoogd.
Verwee had het bij deze
laatste teksten, die in
liedvorm geschreven
zijn, wel makkelijker dan
bij het poëziemateriaal
dat op zichzelf bestaat en
ontstaan is zonder muzi
kale intenties. «Het was
moeilijk om daar muziek
bij te schrijven. De be
doeling is immers van de
teksten iets mee te geven
met de muziek, de mu
ziek moét het beter ma
ken, anders moet je het
niet doen.»
Neoromantisch,
maar niet
zeemzoeterig
Er is enigszins gewerkt,
naar het voorbeeld van
de chansons van Serge
Reggiani en Léo Ferré.
Hun poëzie-rock is te ver
gelijken met deze van bv.
Cat Stevens of Bruce
Springsteen. Ferré trekt
Verwee aan omwille van
zijn muzikaal erg goeie
en krachtig opgebouwde
nummers. In tegenstel
ling tot Regianni, die een
klassieker is, kan je Fer
ré bijna hard-rocker
noemen.
Toch kan die hard-rock
verpakking voor de intie
me gevoelswereld die in
Claus' gedichten vervat
ligt, niet als een «ver
raad» aanzien worden.
Het neoromantische, dat
Steef Verwee erin gevon
den heeft, hoeft daarom
geen zeemzoeterige mu
ziek op te leveren, meent
hij.
«Ik kan evengoed een
bossaritme zetten op een
vrij beschouwend ge
dicht. Ik hoef niet vanuit
mineur te vertrekken».
In elk geval maar dat
schreven we hoger reeds
zijn vanuit muzikaal
oogpunt de poëzie en de
chansontekst anders be
naderd. Tussen deze mu
ziekstukken door worden
bovendien enkele korte
fragmenten uit Claus'
«Oog om Oog» gedekla-
meerd. Alles samen stelt
dit, een door verschillen
de muzikale (en non-mu
zikale) genres onder
streepte levensevokatie
voor.
Wat je nog
moet weten
Ook al komen twee per
sonen wat meer uit de
verf van de affiche, Are-
na-teater is groepsteater
en andere namen zijn:
Achiel van Malderen (re
gie), Leo Hubrecht (de-
kor), Luc Vandeputte
(produktie), Patricia
Beyssens, Wim Huys en
Carmen Jonckheere (ak-
teurs), Jacky Adens, Tony
Boast, Florean Heyerick,
Marc Malyster, Willy
Seeuws en Walter Stes
(orkest).
Het publiek, dat voor één
keertje Sportweekend in
de lieve huiskamer wil
laten voor wat het is, is
(op zondag 1 juni in de
stadsschouwburg, Vre
deplein, Aalst) welkom
tegen 20u30. Het toe
gangsticket kost 100 fr.
Leden van de inrichtende
verenigingen (de Jong
PW-mutualisten, Voor
Taal en Vrijheid en het
Willemsfonds Aalst) en
C.J.P.-houders betalen 80
fr. Het publiek gelieve
overigens niet in beate
passieve bewondering te
vervallen, want door de
voorstelling loopt er een
«niet-expliciete rode
draad, waarin de toe
schouwers hun eigen vi
sie kunnen invoegen».
Hoe zichtbaarder die
draad is, des te levens
echter zal deze komposi
tie zijn die op een «mo
derne, harde, soms eroti
sche, maar steeds zeer
dichterlijke wijze» de
dialoog wil verwoorden
die ieder elcker-ik kent.
PETER
Deze titel is misleidend en toch niet. Want uit een
praatje met de betrokkene is gebleken dat zijn
entoesiasme voor kleuren al even groot is als voor
klanken, en is gebleken dat het picturale en het
muzikale voor hem eigenlijk één geheel vormen
waarin beide facetten komplementair optreden.
Waarom precies nu dit korte portret van deze boeien
de Aalstenaar? Omdat op zaterdag 24 mei de piano
wedstrijd naar zijn naam plaats had, omdat op
zaterdag 7 juni een koncert plaats heeft met werken
van hem, omdat Roel Van de Plas op 13 juni in het
kasteel Terlinden een tentoonstelling van zijn schil
derijen zal inleiden.
Willy Van der Meirsch leeftijd schreef ik een
komt uit een artistieke kwartet voor snaren,
familie waarin heel wat Toen ik veertien was.
schilders en beeldhou- werd ik als een soort
wers rondliepen. Zelf wonderkind beschouwd
had hij eerder belang- en zo ondernam ik heel
stelling voor geneeskun- wat reizen. Roem verga
de, maar zijn vader was ren was niet mijn be-
dol op het vioolspel van trachting, maar ik voelde
de Russische school en me gemotiveerd en had
stimuleerde zijn zoon in ambitie. Wat mij inspi-
de richting van de mu- reert? Het materiaal dat
ziek. Zo kwam hij terecht ik meekreeg van de we-
op het konservatorium in reld en mijn eigen inner-
Gent waar hij studeerde lijke wereld. Ik experi-
onder leiding van profes- menteer graag en hoe
sor Schmidt. Zo behaalde verder de wereld evo-
hij in 1934 het virtuosi- lueert, hoe rijker het ma-
teitsdiploma voor viool teriaal wordt. Toch blijft
van de Belgische rege- mijn werk lyrisch en het
ring met grote onder- is een resultaat van een
scheiding en gelukwen- traag rijpingsproces,
sen van de jury. Zo ging Komponeer ik voor or-
hij zich vervolmaken bij kest, dan hoor ik de har-
beroemde vioolmeesters monie binnen in mij en
te Brussel, Gent en Pa- schakel ik de piano uit.
rijs. Hij trad op als solist Of ik nooit muziek ver
in talrijke koncerten in guis? Neen, ik ben er ver-
binnen- en buitenland en liefd op en mijn ideaal is
was direkteur van de ste- een soort totaalkunst»,
delijke muziekakademie «Welke muziek mijn
van Ninove. Hij is lid van voorkeur wegdraagt, als
de «Unie der Belgische luisteraar dan? Ravel en
komponisten» en be- Debussy, maar vooral
kwam talrijke zeldzame die van de twintigste
en hoge onderscheidin- eeuw, niet de louter elek-
gen voor viool, komposi- tronische maar die waar-
tie en schilderkunst, o.m. in al het eigentijdse ma
de «Grand Prix Humani- teriaal (dus ook het elek-
taire de France» en de tronische) verwerkt zit.
«Palmes d'Or du Mérité Vooral het vreemde, het
Belge-Hispanique». bizarre trekt me daarin
Willy Van der Meirsch is aan. Ik denk aan Cage,
niet het type van de Kagel en bij ons Goey-
praatzieke, zelfingeno- vaerts en Goethals. Uit-
men kunstenaar. Wat hij eraard hou ik ook van
zegt is doordacht. Hier zit Bach, de bron van alles.»
een man die ideeën laat Er zijn al heel wat wed-
rijpen. Over zijn funktie strijden, waarom dan
als direkteur in Ninove? nog een wedstrijd Willy
«Ik was er van 1949 tot Van der Meirsch? «Ik wil
1977. Toen ik er kwam, weg van het louter tech-
was er niets. Maar met nische, van de virtuosi-
de inzet van een aantal teit om de virtuositeit,
leraars en mijn eigen van de beklemming die
progressieve opvattin- rond het wedstrijdgebeu-
gen ging het niveau naar ren hangt. Ik wou dicht
omhoog. We richtten het bij de jonge mensen
Ninoofs kamerorkest op staan. Het opgelegde
dat onder auspiciën van werk vergt techniek en
het ministerie van Neder- muzikaliteit maar heeft
landse kuituur geduren- een aangepaste moeilijk-
de twee-drie jaar de Den- heidsgraad. Het duurt 6 d
derstreek afreisde om 7 minuten en de kandida-
modeme muziek van ei- ten beschikken sinds 1
gen mensen te propage- april over de partituur zo-
ren. Zo lukte het ons het dat ze die rustig kunnen
gedurfde opzet door te instuderen en laten be
drukken komponisten als zinken. Professor Jan
T. De Leeuw en H. Roel- Boulliez, Mare Matthijs
straete uit te voeren.» (ik bad graag een jonge-
Over zijn ideeën als kom- man in de jury) van "het
ponist? «Ik komponeerde Konservatorium in Gent,
eerder dan ik viool speel- mijn dochter en ikzelf
de. Reeds op elfjarige zullen oordelen. De kan-
191-
ïee
ard
Mis
jrdi
O]
jns
.ee
630
didaten werden gerekru-8
teerd via pers, konserva-*
toria en muziekakade-®1*
mies. Een belangrijker
norm is dat ze geen eer-811
ste prijs hebben be-Pn
haald.net
Wat denkt U over de este-|30
tische opvoeding in het
algemeen, de muzikalef
in het biezonder? «Die'
wordt stiefmoederlijk be-
handeld. Literatuur
maar één facet van dej j
kunst. Het woord is maar
één expressiemiddel.
Waarom niet meeT be-'
lang gehecht aan de^L
beeldende kunsten en^6
aan de muziek, waarmee.: r
jonge mensen permanent
worden gekonfronteerd? rj
Dat ze er voor open
staan, blijkt uit een expe
riment dat ik in Zeeuws-
Vlaanderen waagde. Ik
liet mensen van 15 tot 18
jaar hun eigen voorkeur
uiten. Ze stonden scep
tisch tegenover mij en
draaiden er hun eigen
ritmen door. Ik waar
deerde wat er positief
was. Ze waardeerden
mijn waardering. Toen
liet ik hun Bartoks «Mu
ziek voor snaarinstru
menten, slagwerk en ce
lesta» horen. Het sloeg in
en ze waren dankbaar.
Alles hangt af van de
manier waarop men iets
aanbrengt.»
Voelt U zich eerder kom-
ponist dan schilder?
Welk verband ziet U tus
sen beide? «Een doek is
transpositie van een par-
tituur in ritme, perspek- P
tief en kleur. Beide vul- j
len mekaar aan, beide L
kunnen evenzeer ontroe
ren, muziek zoals men
vaak beweert niet di-
rekter dan kleur. Lyriek
blijft in beide voor mij de
grondtoon. In het ene do
mein kies ik voor het or
kestrale, in het andere
voor grote doeken, niet
omdat ik alles groots zie,
maar omdat het klopt
met mijn temperament
dat een totaalkunst na
streeft. Ik ben er me van
bewust dat Kandinsky en
Skriabin hebben gepro
beerd de binding kleur-
klank te realiseren maar
het waren twee sterke
persoonlijkheden en j
daar botstë het. Voor mij
liggen de problemen c
ders omdat ik één indivi
du ben.»
Ik blijf na dit vraagge
sprek wat leeg achter. Ik
zal Willy Van der
Meirsch nog eens opzoe
ken, want wat ik hier
neerschreef is eigenlijk
maar een aanloop tot. De
kernideeën staan
maar ik zou ze willen uit
schrijven of liever uit
schilderen of kompone-
ren zoals mijn gespreks
partner.
w n R