De ANDERE match
Zo is voetbal (16)
Brutale
Italianen
Lokeren of Standard
geen gemakkelijke hapjes
Na de miniwereldbeker
in Montevideo
Aktueel
22-23.1.1981 - De Voorpost
of de expressweg naar Beveren...
Als er in Vlaanderen één stadje is waar geen geschenken worden uitgedeeld
dan is het wel Sint-Niklaas (nabij Sint-Maarten). Even na veertien uur ontrolt
zich vanuit Beveren een rij auto's tot de Klaaslichten. Voor niemand is er een
ontkomen aan. Zenuwachtige automobilisten draaien aan hun uurwerken of
peuteren verveeld in hun neus (op zoek naar pasmunt voor de parkeermeters).
Iemand stelt zich zelfs de vraag hoe het mogelijk is dat geen enkele minister er
aan dacht een express naar Beveren aan te leggen. Zoiets als Pecq-Armenti-
ères, maar dan met Waalse centen betaald.
Ongeveer driekwart uur later trekken we de handrem definitief aan. Het is
gelukt! Beveren zien is nu niet bepaald onmiddellijk sterven, maar bij het zien
van zo'n massa volk hou je wel even je hart vast. Als mieren komen mensen uit
alle mogelijke en vooral onmogelijke hoekjes gekropen. Het lijkt wel lava die
zich een weg zoekt naar een vruchtbare vallei. In de Klapperstraat wordt
tevens druk geklappertand door de Wase supporters. Beveren is nog lang niet
gewonnen en Lokeren mag niet verliezen. Makkelijk is het inderdaad niet. Bij
de kassa's staat een massa volk aan te schuiven, de laatste ticketjes gaan als
hot-dogs van de hand. Driehonderd ballen voor een zitplaatsje, goeikoop is
anders. Iemand weet nog te vertellen dat ook kinderen moeten betalen voor
dergelijke topwedstrijden. En dat klopt, in het stadion zijn de jongsten onder
ons eerder flauwtjes vertegenwoordigd. Voetbal is geen juffiesport en blijk
baar niet kindvriendelijk, waar gaat het heen?
Als ik eindelijk hoog in de tribune ben neergestreken, terwijl iedereen riep:
«Zitten» en «Kom vroeger», ben ik er rechtstreeks getuige van dat de
wedstrijd reeds in beweging werd gebracht. Lokeren trok de witte shirt aan
en Beveren verkoos zoals zeveel Wase klubs voor het geelblauw. 's Avonds kan
je op televisie nauwelijks het verschil merken tussen beide elftallen. Maar wie
staart heden ten dage naar een zwartwit scherm? Van een toeschouwer die om
geen enkele reden verpücht is partij te kiezen, is partij kiezen heel moeilijk.
Maar Beveren heeft mij vorige week nogal ontgoocheld. De week daarvoor ook
trouwens. Die Wase gelen troefden mijn klub zomaar af met 0-5 cijfers. Ze
maakten mijn Beerschot zo belachelijk als wat. Het leek wel of de paarswitten
een nieuwe pamper over de billen werd geschoven, de fopspeen in de wenende
mondjes gestopt en daarna in bed gelegd door grote broer.
Ik weet het. Beerschot staat op de beroerdste plaats van heel de rangschik
king, maar dat wil nog niet zeggen dat ze de slechtste ploeg zijn. Maar laat
ons wat heuglijker nieuws doorspelen. Vorige week moest datzelfde Beer
schot naar de Freethiel komen om een «matchke» te spelen. En wat gebeurt
er? Beerschot doet goed mee, is soms zelfs gevaarlijk, en kan gerust
aanspraak maken op een gelijkspel. En hoeveel punten heeft «Den Beerschot»
al niet verspeeld? Misschien net niet genoeg om volgend jaar Europees te
spelen. O.k., Lokeren won al tegen Beerschot, maar de zwart witten toonden
hun manieren.
Lokeren kan prat gaan op de in mijn ogen beste libero van de kompetitie,
namelijk De Schrijver. En dat beïnvloedt mijn keuze. Maar anderzijds
verheug ik me over die ene Beveren-supporter van vorige week. Elke keer toen
Beloy, een zwarte, aan de bal kwam riepen enkelen «Oe-oe, oe-oe...». Wel, die
supporter keerde zich boos om en gaf de roepers flink lik op stuk. Ik zal dus
maar neutraal blijven, met Lokeren een ietwat voorsprong.
Het Freethiel-stadion lijkt alvast op een heksenketel. Een jongen naast mij
zwaait keer op keer vervaarlijk met zijn vlaggestok langs mijn hoofd, en ook
op het plein worden lichaamsdelen met weinig ontzag behandeld. Echt brutaal
wordt niet gevoetbald, maar de match heeft niks weg van een kompetitiewed
strijd. Het is meer een cupduel. Een duel dat wordt uitgevochten met rokende
en dampende colts. Scheidsrechter Peeters houdt de kampers op afstand,
mmtr dat is geen klusje.
In den beginne maakt vooral Lokeren stukken. Mommens en Verheyen
weten ettelijke doelkansen af te dwingen en Lato rent op en af. Maurits De
Schrijver doet het op zijn Franz Beckenbauers. De wedstrijd is ongeveer
twintig minuten gestart en Beveren rukt driest op. De bal wordt door Jean
Janssens (en wat krijgt die kritiek van zijn supporters) voor doel gezwiept.
Jaspers veert hoog op (zoals Albert, maar die heeft het niet moeilijk), krijgt de
bal op het hoofd en het leder valt achter Hoogenboom in doel. Die van Beveren
krijgen een vreugde-infarkt. Er wordt gezoend, gedanst en gerock-and-rolld
dat het geen naam meer heeft. Ik moet aan dat Engels parlementslid denken
dat een wetsvoorstel indiende waarbij het voortaan voetballers verboden zou
worden hun m edema ten te kussen na het scoren van een doelpunt. Als reden
gaf die op dat het «aanstootgevend» is en dat hierdoor de grenzen van het
normale liefdespatroon worden doorbroken. Het zou in Engeland niet zijn.
«Oei,» exkuseer, ik moest even wegduiken voor de vlaggezwaaier.
Tot uitzondering van de mensen aan de overzijde van het terrein, blijven de
fans in mijn onmiddellijke omgeving vrij rustig. De zwartwitgele sjaals
worden rond de hals gelaten, de vuisten ballen zich van ontzetting. Het is niet
altijd makkelijk Lokeren-supporter te zijn. Jean Janssens is zo van de kook
dat hij Marc Verbruggen even later bijna voor het leven van het veld trapt.
Mare maakt zich heel boos, en houdt een gratis vrije schop aan de raid over.
De bal wordt heel zachtjes voor doel gewaaid en de Rode-Duivel-Doet-Al Ray
Mommens tikt het ronde ding tegen de touwen. Pfaff staat paf tegen zoveel
zacht geweld.
Opnieuw wordt er een T-dansant georganizeerd op en rond het veld. De
rustige supporters van zoéven kunnen hun pret niet meer op. De vlaggestok
naast mij hangt onbeweeglijk, maar nu slaat iemand met een sjaal in mijn
nek. Zolang er geen brandende sigaretten in mijn vest worden gedrukt, ben ik
min of meer safe.
Wanneer ik me terug wil neerzetten trapt iemand met de wreef van zijn
linkervoet hard tegen mijn achterste gelederen. «Sorry». Met een blauw
zitvlak en de handen aan het hoofd ter bescherming tegen onbekende
vliegende voorwerpen volg ik verder de wedstrijd. Bitsige tackles en handjes-
geschud volgen elkaar op. Larsen laat nog maar eens zien dat hij inderdaad
wat meer kan dan voetballen en haakt Pfaff. Laatstgenoemde, die ook wat
gratis reklame kan verteren, valt als dodelijk getroffen neer. Ik heb de indruk
dat die kerel nooit meer een bal zal kunnen uittrappen, maar dat blijkt niet het
geval te zijn. Tijd heelt alle wonden, sekonden, wat genezen die?
Gedurende de pauze blijf ik alvast zitten, teveel begerige blikken lonken
naar mijn plaatsje en bovendien hoeft men niet weer «zitten» te roepen
wanneer ik te laat zou komen (en dat doe ik steevast). Laat maar zitten dus.
De volgende vijfenveertig minuten verlopen al even vlug als de voorgaande.
Ik beklaag de pennedragers. Zullen die pagina's vol hoogtepunten kunnen
neerpennen! Ergens knalt een voetzoeker, ik durf wedden dat een journalist
(Van Bel?) zijn pen ontplofte. Als ie morgen maar zijn typemachine niet naar
de eeuwige voetbalvelden toetst. In de tweede helft volgen de dramatische
hoogtepunten elkaar op met de snelheid van een Jaguar type safari Senegal.
Vooral Hoogenboom (hij weer) bewijst uit het ideale doelpalenhout gesneden
te zijn. En De Cubber is niet alleen een ijzervreter (combori), hij verslindt ook
kilometers alsof het taartjes zijn. Als ie maar geen grasindigestie krijgt.
De spanning neemt toe met de minuut. Wie gaat winnen? Mijn pronostiek
(1-3) kan eventueel kloppen, maar het zal rap moeten gaan. Nog een paar
sekonden en dan loopt het festijn af. Komaan Lato. Mik die bal tegen de
netten! Maar het is Beveren dat de laatste kansen de nek omdraait. Iedereen
gaat heel tevreden het stadion uit. Die van Beveren zijn tevreden omdat
Adderlecht (ik bedoel Anderlecht) gelijkspeelt, die van Lokeren zijn best
tevreden op dit betoverd terrein een punt te halen en de toeschouwers zijn ook
al tevreden. Wat moet je meer? God ja, ik zou de kassier nog vergeten, die zit
nog altijd te tellen.
Paul DE MOOR
Een fantastische cupmatch werd het
fantastisch, (dm)
gewoon
Strafschoppen? Soms is
er geen twijfel mogelijk:
een speler duwt een
tegenstrever tegen een
stukje aardbol, licht
hem een voetje, trekt
hem bij broek of trui, of
slaat gewoon de bal met
de hand of de vuist uit
het doel. In zeer veel ge
vallen is het niet zo sim
pel. Er wordt al eens
meer gesproken over
een onterechte of ook al
over een niet toegekende
penalty. De toeschou
wers hoog in de tribune
hebben het meestal veel
beter gezien dan de
scheidsrechter die met
zijn neus op de faze
staat...
Over een principe moet
iedereen het willens nil-
lens eens zijn: de plaats
waar de bal zich bevindt,
speelt geen enkele rol
om al dan niet een penal
ty toe te kennen: alleen
de plaats waar de over
treding werd begaan, is
van belang.
En doelman gooit vrij
willig de bal op een
tegenstander, of geeft
een tegenspeler een fik
se duw met de bal. Een
en ander gebeurt in het
strafschopgebied. Hoe
reageert de ref?
Er moet een penalty
worden toegekend.
Veronderstel dat een
aanvaller zich pakweg
een meter (of twee of
drie) buiten het straf
schopgebied bevindt, en
de keeper, die binnen de
«zestien meterzone»
staat, gooit de bal krach
tig in de richting van die
«andere man». Het is
duidelijk dat dit gooien
«met kwaad opzet» ge
schiedt. Wat moet de
scheidsrechter in dit ge
val doen?
Elen strafschop toeken
nen. Gewoon omdat de
fout IN het penaltyge-
bied begonnen is.
Eten verdediger ligt IN
het strafschopgebied en
slaat met de hand de bal
weg die BUITEN het
strafschopgebied rolt.
Wat nu?
Hier gaat het ontegen
sprekelijk om een kon-
taktfout: de ref zal een
rechtstreekse vrijschop
toekennen aan de tegen
partij. Vrije schop te ne
men op de plaats waar
de hand (of de arm) en de
bal elkaar raakten.
Eten speler kan niet goed
bij een hoge bal. Het jon
getje is pienter genoeg
om dat probleem een
voudig op te lossen: hij
steunt met de handen op
de schouders van een
...mede maat en meteen
is het een koud kunstje
de bal te koppen. Is dat
dik in orde?
Helemaal niet: de ref
moet fluiten, de «zon
daar» geel geven voor
Aktueel
Het mini-wereldkampioenschap in Montevi
deo zit erop. Het tornooi leerde ons dat het
Zuidamerikaans voetbal heel wat beter is dan
het Europees: in geen enkele ontmoeting tus
sen de twee werelddelen kon een Europees
elftal de zege behalen. Duitsland, tot dan in
drieëntwintig wedstrijden ongeslagen, werd
door Brazilië gewoon belachelijk gemaakt.
Nederland kon het tij niet keren en voor
Zwartkruis schijnt, na de trieste prestatie van
de Oranje-jongens, ook het einde van het
nationaal voetbal in zicht. Alleen Italië bleek
een waardige tegenstander. Alhoewel. De Ita
lianen werden na hun wedstrijd tegen het
gastland Uruguay door de internationale pers
als moordenaars gedoodverfd.
Inderdaad, de wedstrijd Uruguay-Italië, was
het schandaal van deze mini-wereldbeker
Maar Italië was niet de enige schuldige. Ook
Uruguay en dan vooral ook de scheidsrechter
treffen schuld. De Spaanse scheidsrechter
Emilio Guruceta liet het uit de hand lopen. Pas
na het half uur kwam de eerste gele kaart
maar toen was het reeds veel te laat. En
wanneer dan in het laatste kwartier drie spe
lers naar de kleedkamers werden gestuurd
was het voetbalkalf reeds verdronken. De Ita
lianen (Antognoni) schoven alle schuld op de
rug van de scheidsrechter en vonden dat zij
onrechtvaardig van de zege werden gehouden.
Ook Jupp Darwall en Tele San tana, coaches
van West-Duitsland en Brazilië, vonden dat de
man in het zwart het licht op groen had gezet
voor dit misdadig spel. Wij zagen de wedstrijd
(op t.v.) en moesten de Italianen aanwijzen als
aanstichters van dit brutaliteitsorgie. Dit had
op sommige ogenblikken nog maar weinig
meer met voetbal te maken. De Urussen rea
geerden met dezelfde wapens en de scheids
rechter bleef passief. Gelukkig werden de
overige wedstrijden heel wat serener afge
werkt. De kwaliteit van de wedstrijden was
heel wat beter dan hetgeen we recent zagen in
het Europees kampioenschap in Italië. De
Zuidamerikanen brengen, nog steeds, een
aantrekkelijk voetbal, wervelend, met heel wat
frisse ideeën. Daarbij zijn zij er nu ook tak-
tisch geweldig op vooruit gegaan.
Volgend jaar speelt men in Spanje om de
wereldbeker. Zullen ook daar de Zuidamerika
nen de Europese voetballers overtreffen? Als
we de lijn doortrekken waarschijnlijk wel.
Maar in Spanje zullen ook andere Europese
voetbalnaties van de partij zijn. En zullen de
Europese ploegen ook beter voorbereid en
beter gemotiveerd zijn. In de Copa de Oro was
dit niet het geval. De drie Europese deelne
mers ontvingen bijna dertig miljoen voor hun
aanwezigheid. En dat bleek voor sommigen
reeds voldoende. Hier mogen deelnemen was
reeds heel belangrijk. Voor de Zuidamerika
nen lag het enigzins anders. Zij speelden thuis
en waren goed voorbereid. Vooral dan het
gastland Uruguay dat zijn grootste zege in
dertig jaar behaalde.
Hugo AERTS
onbetamelijk gedrag (ja,
ja) en een onrechtstreek
se vrijschop toekennen
aan de «anderen».
Eten speler krijgt een
tik, hinkt naar de zijlijn
en laat zich daar een
beetje oplappen. Wan
neer hij zich fit genoeg
weet om opnieuw mee te
voetballen, wil hij van
zelfsprekend weer het
terrein op. Wat moet hij
doen?
Het reglement zegt dat
hij zich «bij de scheids
rechter moet melden».
Dat gebeurt als volgt:
vanuit de neutrale zone
vestigt hij met «gebaren
taal» de aandacht van de
scheidsrechter op zich,
en de ref maakt hem,
eveneens met een ge
baar, diets dat hij op het
terrein mag.
Moet het spel stilligen
vooraleer de ref een spe
ler de toestemming mag
geven opnieuw het ter
rein te betreden?
Helemaal niet, tenzij het
om een vervanging
gaat. Er is echter nog
een andere uitzonde
ring: wanneer de ref een
of andere speler naar de
kleedkamer heeft ge
stuurd om zijn kledij of
schoenen naar de gel
dende normen in orde te
brengen, moet die «ak-
teur» eveneens een spel-
onderbreking afwach
ten? Waarom? Dóódsim
pel: de scheidsrechter
moet er zich eerst kun
nen van overtuigen dat
de uitgewezen speler de
«gegeven bevelen» heeft
uitgevoerd.
Een vraagje dat bij ons
binnenliep: een speler
heeft een nogal grove
fout begaan op een
•«vijand». Laatstgenoem
de kan echter doorgaan
en scoort. De ref heeft de
voordeelregel toegepast
en de vieze overtreding
niet met een fluitsignaal
afgestraft. Kan daarna
nog een gele kaart wor
den getoond?
Jawel. Dat kan gebeuren
na om het even welke
andere spelfaze en op
een ogenblik dat het spel
om een of andere reden
onderbroken werd.
Op een voetbalterrein
wordt al eens meer ko
medie gespeeld. Een
doelman heeft al duike
lend de bal gegrepen en
blijft als voor dood tegen
het gras (of in de mod
der) liggen. Het is niet
onmogelijk dat die keep
er zich gekwetst heeft.
Als zijn ploeg een krap
pe voorsprong te verde
digen heeft, kan hij po
gen tijd te winnen. De
scheidsrechter zal spoe
dig genoeg aanvoelen
wat de man in zijn schild
voert. Als hij vaststelt
dat het werkelijk om een
stukje toneel gaat om se
konden te stelen, zal
hem dat niet ontgaan.
Vraag is: hoe lost de ref
dit probleem op?
Hij zal de foute keeper
een gele kaart tonen en
een onrechtstreekse
vrijschop toekennen aan
de andere ploeg. Als die
doelman achteraf nog
maals hetzelfde spelletje
speelt, moet de ref kon-
sekwent zijn en rood
trekken. Theorie?
Eten speler heeft bijvoor
beeld een tegenstander
een voetje gelicht en de
scheidsrechter heeft
vanzelfsprekend voor
die fout gefloten. De ref
is van plan de gele kaart
boven te halen, doch nog
vooraleer hij daar de ge
legenheid toe krijgt,
geeft diezelfde speler
een df andere tegenstan
der een fikse duw, over
treding waarvoor de
scheidsrechter normaal
eveneens geel zou heb
ben bovengehaald. Hoe
met de ref handelen?
Hij moet een recht
streekse vrijschop toe
kennen (of eventueel een
penalty) voor de EER
STE fout, maar daaren
boven dient hij de «boze
jongen» zonder pardon
uit te sluiten. Raar? He-,
lemaal niet, en wie soms
niet overtuigd zou zijn
dat het zo moet, slaat het
«gele boekje» met de «re
gels van het voetbalspel»
open op pagina 39, para
graaf 14.
(wordt voortgezet)
M. Van Hauwer-meiren
De acht deelnemers voor de kwartfinales
van de UEFA-cup zijn gekend. En met twee
klubs levert het Belgisch voetbal een onver
wachte inbreng. Inderdaad, het Belgische,
maar ook het Franse voetbal blijkt op rozen te
zitten. Standard Luik is altijd een goeie cup-
ploeg geweest. Reeds in de jaren zestig waren
de Luikenaars waardige tegenstanders voor
gereputeerde ploegen uit de Britse, Italiaanse
of Spaanse kompetitie, Toen en nu weer toon
den de Rouches hun weerbaarheid, het vermo
gen om een schijnbaar verloren situatie op
nieuw in sukses om te buigen.
In het Standardgeheel was de IJslander As-
geir Sigurvinsson de grote uitblinker. Zowel
spelverdeler als sublieme af werker. En achter
dit alles Ernst Happel. Een klasseman, zo
zeggen de spelers over hem.
Weinigen gaven Standard een kans daar aan
de boorden van de Elbe, maar Ernst uit Wenen
was overtuigd van de kwalifikatie van zijn
ploeg. Happel de waarzegger dus.
Lokeren deed het in Baskenland ondertus
sen ook geweldig. Zij het op een andere ma
nier. En dat konden de jongens van Haesaert
zich veroorloven na de thuiszege tegen Socie-
dad. Countervoetbal. Lokeren speelde met het
4-4-2 systeem. En met sukses. Preben Larsen,
door velen reeds verguisd, werd de grote
figuur. Dit soort voetbal ligt de Deen blijk
baar. En ook Lato bleek voor deze speelwijze
gewonnen. Twee knappe spitsen. Lokeren zou
meer met dit voetbal moeten spelen, werd
gezegd. En tegen Anderlecht kenden de Waas-
landers hun les. Want ook daar werd met
lange ballen de bezoekende verdediging open
gereten door snelle Larsen en Lato.
Lokeren zit dus in de kwartfinales, zonder
een nederlaag. En de jongens uit Daknam
schijnen zich steeds beter op hun gemak te
voelen in een Europese wedstrijd. Na Beveren
floreert Lokeren op de Europese velden. Met
interesse wordt nu uitgekeken naar de volgen
de tegenstander. En dat zou voor een van onze
vertegenwoordigers wel eens een Franse klub
kunnen zijn. Van St.-Etienne was men na de 0-
5 zege bij Hamburg wel zeker. Maar dat ook
Sochaux, ploeg van trainer René Hauss, ooit
nog trainer bij Standard, het een ronde verder
zou schoppen, neen, daar hadden weinigen
een frank voor over. En toch, met 2-0 dwon
gen de Fransen verdiend de kwalifikatie af.
Voor Frankfurt het einde. Zo komen we bij de
neergang van de Westduitse klubelftallen. Al
leen Keulen, tegen Stuttgart, komt in de
kwartfinales. Moeilijk te verklaren zoiets.
Vooral daar de Duitse nationale ploeg toch
nog altijd de hoogste toppen scheert. Het
Engelse voetbal bleek reeds eerder op de terug
weg alhoewel Ipswich Town toch gemakkelijk
de maat nam van het Poolse Lodz. Ook van de
Middellandse Zee-landen blijft er geen ploeg
meer in kompetitie. Graziani en zijn maats van
Turijn werden door Grashoppers Zürich ge
wipt na verlengingen en penaltys. De mogelij
ke tegenstanders zijn dus gekend. De twee
Belgische klubs zouden elkaar ljefst ontwij
ken maar er moet gewacht worden. Makkelij
ke ploegen zitten er in dit stadium vast niet
meer tussen Maar ook Standard of Lokeren
zijn geen gemakkelijke hapjes. En dat doet
ons plezier.
Hugo AERTS