IT 0 VRIJE tribune 1 °nlC f<j!i\ Jan Caudron stelt parlementaire vragen kruislicht TE VOET DOOR 'T LAND VAN AALST uw woord woordvoerders te Brussel W 2 -10.4.1981 - De Voorpost De redaktie is niet verantwoordelijk voor de inhoud en heeft het recht de teksten in te korten VRIJE KEUZE IN HET JAAR 1981 Het toeval steekt bijwijlen een handje toe om eens even met uw twee poten terug op de grond te vallen. In een periode waarin zowat iedereen de mond vol heeft over pluralisme, verdraag zaamheid, vrije keuze en wat weet ik nog meer bots je dan onverhoeds op toestanden die uw geloof in datgene waarvoor je ijvert een flinke opdoffer geven. Zo waren wij er toevallig getuige van hoe het er in het basisonderwijs ter plaatse in de Aalsterse deelgemeente Baardegem aan toe gaat. Er is de gemeente school, kleinschalig maar met een uiterst entoesiast ouderspu- bliek, waar twee leerkrachten en bijna de totaliteit van de ouders zich inzetten om er voor de kinderen iets van te maken. Er is ook, wat in de volksmond wordt genoemd, de «nonnekensschool». Er is een soort van stilzwijgende overeenkomst tussen de twee, die dateert van de goede oude tijd, dat de gemeenteschool zich alleen om de jongens zal bekommeren en dat de meisjes tot het alleenrecht van de «nonnekes» behoren. Het spreekt uiteraard voor zichzelf dat de bestuursverantwoordelijken van vroeger en nu hier een dikke vinger in de pap hebben. In de praktijk komt het hierop neer dat ouders die hun meisjes ter plaatse in de gemeenteschool willen brengen, wat hun volste recht is, volledig kadert in de nieuwe geest van coëdukatie en zin geeft aan de vrije keuze, voor psychologisch onmogelijke toestanden worden geplaatst. Een ouder wil zijn dochtertje toch in de gemeente school en onmiddellijk gaat het apparaat van de «nonnekens» in werking: huisbezoeken, zachte raadgevingen, wat gaan de mensen daarvan denken, enz. Bij zoverre dat zelfs de hoofdonderwijzer van de gemeenteschool het verplicht voelt zijn eigen dochtertje, ekspliciet tegen haar goesting, bij de «nonnekens» te kazerneren. Wij laten uiteraard iedereen de keuze over wat hij of zij doet, maar het is bedenkelijk dat «anno 1981» de vrije keuze van de ouder en het kind op dergelijke manier tot een lachertje wordt gemaakt. Zonder oordeel te vellen over de kwaliteit van het onderricht dat langs beide kanten wordt gegeven stellen we toch duidelijk de vraag of dergelijke «koehandel» of verdeling van de invloedssfeer eigenlijk nog iets met de vorming van het kind te maken heeft. Jos De Geyter Lede is niet rijk aan monumenten, toeristische attrakties, be zienswaardigheden, folkloristische overblijfselen of merkwaar dige panorama's. VU-Schepen P. Jules Henderickx doet het (on)mogelijke om te redden wat nog gered kan worden en om kwasi-verloren gegane bezienswaardigheden te revalideren. Hij was in de provincieraad één van de grote promotors van de restauratie van de Fauconnier-molen in Oordegem. Zo ook is hij konstant bezig met het Kasteel van Mesen. De prachtigste natuurhoekjes liet hij in kaart brengen en liet een net van wandelwegen uitbouwen. De houten windmolen van Papegem, de zogenaamde Tukmolen lag hem nauw aan het hart. Hij wou wat er nog van overblijft redden voor het nageslacht. Tengevol ge van touwtjetrek met de vorige eigenaars, Blankenberge duurden de besprekingen over een eventuele aankoop door de gemeente Lede langer dan nodig, zodat de molen, vooral de laatste jaren, erg kwam te lijden onder regen en wind. De Tukmolen is altijd al alshetware het identiteitsteken geweest van de wijk Papegem. De molen troonde hoog boven de lager gelegen wijk, je kon er niet naast kijken. Papegem en de molen waren één. Schepen van Kuituur Jules Henderickx, zelf op een steenworp ervandaan wonende, besefte maar al te best wat die molen voor de Papegemnaars betekende en maakte er een zaak van om de moeien te redden. Dat kaderde goed in zijn plan om van Lede een gemeente te maken met een uniek molentrio, de houten windmolen Tukmolen (Papegem), de stenen windmolen Fauconniermolen (Oordegem) en de watermolen (molen van Props-lmpe), die alle drie opnieuw zouden moeten draaien. Schepen Henderickx wou hierbij inspelen op de plannen die groeien in de Provincieraad om een rondreizende molenaar in dienst te nemen. Schepen Henderickx vond voor zijn projekt entoesiaste aanhangers in zijn politieke omgeving, bij de inwo ners van Papegem en zelfs bij de oppositie, vooral dan raadslid De Pauw (CVP-lmpe) steunde het projekt. Tijdens de gemeente raadszitting van 2111.79 kreeg Schepen Henderickx het licht op groen om over te gaan tot de aankoop, zijn budget mocht de 500.000 fr. niet overschrijden. Raadsleden Impens (socialist) en De Pauw (CVP) stemden voor de aankoop. Raadslid Cobbaut (socialist) stemde tegen. Op 6.5.80 werd gestemd om dringende onderhoudswerken uit te laten voeren. Het voorstel werd goed gekeurd. Raodsleden Impens en De Pauw stemden eveneens pro. Cobbaut stemde opnieuw tegen. Op 4.6.80 kwamen sche pen Henderickx en Blankenberge uiteindelijk tot een overeen komst: de molen werd de eigendom van Lede voor de prijs van 200.000 fr. Dus minder dan de helft van het budget waarover de schepen mocht beschikken. Ondertussen werd een ontwerp tot restauratie uitgewerkt en werd dat ontwerp voor de gemeente raad van 31 maart 1981 gebracht Het ging dus slechts over goed- of afkeuren van het ontwerp tot restauratie, dus niet over de restauratie zelf. De CVP trok plotseling alle registers open en ging te keer als een duivel in een wijwatervat. Plotseling was dat hele ontwerp onzinnig, te duur enz. Drogredenen en zelfs leugens waren voor de CVP bruikbaar om het ontwerp af te doen keuren, waarin zij trouwens slaogde. Raadslid De Pauw, zolang een vurige verdediger van het projekt, was nu plotseling een hevige tegenstander. Wij kennen van hem nog een ander staaltje van «verandering van gedacht», maar dit was toch al te gortig. Dat besefte hij trouwens zelf en om zijn onlogisch gedrag goed te praten, leidde hij zichzelf in met een patetische oproep tot de raad om dit ontwerp weg te stemmen en die oproep steunde hij op leugens, die hij naar de familie Impens, de vroegere eigenaars van de molen, afschoof. De Pauw beweerde dat hij net voor de vergadering een telefoontje had gekregen van de familie Impens waarin hem gesmeekt werd het projekt te doen afketsen Daarenboven zou de onlangs overleden vader Impens hem bij zijn sterfbed hebben gevraagd om het projekt te doen kelderen Ondertussen weten wij wel beter. Net of een stervende mens begaan zou zijn met het lot van een windmolen! Weer eens is ons duidelijk gemaakt hoe in CVP-kringen gesold wordt met overle denen: de één wil lijken voor zijn open haard, de andere wenst een overleden persoon nog vele gelukkige jaren en nu wordt op zo'n manier een dode erbij gesleept om een «verandering van gedacht» te vergoelijken, en onlogisch stemgedrag te verant woorden! Meester Ruyssinck, de fraktievoorzitter van de CVP, beweerde zelfs dat de opnieuw op te richten molen totaal uit zijn kader zou komen te staan doordat hij enkele meters verder op gemeente grond opgetrokken zou worden. Hij zou volgens hem te ver komen te staan van het molenhuis en daarenboven zou het typische biotoop dat bij een windmolen hoort, teniet goan bij een overplaatsing. Drogredenen, Er zijn talloze molens die ver van het molenhuis opgetrokken staan. De molen staat bv. op een berg en het molenhuis met de molenaarswoning stond onderaan de berg. (De afstand tussen het molenhuis en de omvergewaaide windmolen op de Langemunt in Aaigem, bedraagt ruim 100 m!). En het biotoop! Het biotoop rond de Tukmolen, beste fraktie voorzitter, is al jaren verdwenen omdat het typische biotoop dat rond een windmolen ontstaat, net het gevolg is van de luchtver plaatsingen, verwekt door het draaien van de wieken. Welnu, de Tukmolen draait al jaren niet meer. Maar, als u dat biotoop absoluut belangrijk vindt en dat is het, wel dan is er maar één oplossing om het terug te krijgen daar waar het hoort: rond een draaiende molen. Dus de molen moet opnieuw opgericht worden en aan 't draaien gebracht. U spreekt uzelf tegen, geachte fraktievoorzitter De heer Cob baut was ook een hevige tegenstander van het heroprichten. Hij noemde het een luxe-projekt, dat terwijl in de gemeenteroojl al zovele noodzakelijke sociale voorzieningen werden weggestemd. Daarom stemde hij dus tegen. Wij hebben bijna alle gemeentera den gevolgd. Wat de heer Cobbaut bedoelt is ons een raadsel. En raadslid Impens (socialist) vond het zelfs niet nodig om zijn tegenstem te verantwoorden. De CVP en socialisten hebben met leugens en drogredenen een uniek projekt gekelderd dat de gemeente niet veel zou hebben gekost en waardoor de wijk Papegem, die zichzelf al stiefmoederlijk bedeeld voelt een mogelijke attraktie voor dagjestoeristen, wandelaars en rallyrij ders die meteen enig vertier in de wijk hadden kunnen brengen, aan de neus voorbij ziet gaan. En meteen sneuvelt een simbool van een wijk. Ghislain Henderickx Voorzitter VU-Lede Een aantal parlementairen uit ons arrondissement zoals Willy Van Renterghem en Jan Caudron werken zich stilaan op tot kampioenen van de parlementaire vragen. Het belang van dergelijke vragen aan de bevoegde ministers wordt dikwijls miskend, als bron van informatie en als kontroleinstrument van de parlementairen worden zij meer en meer door alle geïnteres seerden gewaardeerd. Zopas kwamen wij in het bezit van een nieuwe reeks vragen die de Aalsterse VU-volksver- tegenwoordiger stelde. De meest diverse onderwerpen werden hierbij aangesneden. Zo vroeg de heer Caudron aan de Minister van Volksgezond heid en het Gezin waarom een K.B. van 12 december 1955, dat de verplichting oplegt om één dierenarts-vleeskeurder per 20.000 slachtingen in een slachthuis aan te stellen, niet strikt toegepast werd. In de praktijk is het immers zo dat van deze norm kan afgeweken worden in overleg met het be trokken ministerie. In het slachthuis van Aalst is er aldus één vleeskeurder per 35.000 slachtingen. Om een betere kwaliteit van de vleeskeuring te verzekeren en om de tewerk stelling van pas afgestudeerde dierenartsen te bevorderen is Jan Caudron van mening dat het reglement strikt zou toege past worden. Ook een aantal taaltoestanden te Brussel liggen de Aalsterse volksvertegenwoordiger zwaar op de maag. Zo ondervroeg hij de minister van het Brussels Gewest over de miskenning van de Nederlandse taal tij dens de World Championship Tennistornooien van 14 en 15 maart jl. te Vorst-Nationaal. Het was Jan Caudron immers opgevallen dat tijdens dit ten nistornooi het Nederlands er «op een bespottelijke manier werd geradbraakt ofwel totaal genegeerd». De sluitingscere monie verliep enkel in het Frans en Engels en dit voor publiek dat volgens hem «gro tendeels uit Vlamingen» be stond. Is de Minister van oor deel dat deze zoveelste kaaks lag aan het adres van de Vla mingen zonder gevolg kan blij ven? zo vroeg hij zich af. Hij wenste tevens te vernemen of dergelijke incidenten niet in tegenspraak zijn met de ge ruststellende verklaringen tij dens de bespreking van het Brussels Gewest. Men kan bij voorbaat raden wat de Minister daarop zal ant woorden. Het zal wel om een privé-initiatief gaan waar de Minister niets mee te maken heeft. Volgens ons zal deze het heel wat moeilijker hebben om een deftig antwoord te geven op een andere vraag van Jan Cau dron over het negeren van het Nederlands bij de Maatschap pij voor het Interkommunaal Vervoer te Brussel. De Aalsterse VU-fraktieleider was het opgevallen dat op de autobuslijn nr. 47 Neder-Over- Heembeek-Stad Brussel (maar niet alleen dóór Mijnheer Cau dron) de oproepen van de cen trale dispatching over de ra dio's steeds in het Frans ge beuren. Hij vroeg de Minister dan ook wat deze wenst te ondernemen om gelijkaardige diskriminaties in de toekomst onmogelijk te maken. Een gans ander onderwerp wordt behandeld in de parle mentaire vraag aan de Minister van Buitenlandse Zaken, waar bij herinnerd wordt aan de wei gering van de Chileense am bassadeur te Brussel om op 11 maart jl. een delegatie van Bel gische parlementairen te ont vangen. Uiteindelijk werd de brief door bemiddeling van een politiekommissaris afgegeven Jan Caudron maakt hierbij de vergelijking met de manier waarop dezelfde parlementaire delegatie de dag nadien ont vangen werd door de zaakge lastigde op de Amerikaanse ambassade. Bij dit alles wenst de Aalstenaar van de minister te vernemen of er voorgaan- den zijn van dergelijke «ondi plomatische onvriendelijkhe den» en welke de waardering van de Minister is? Tot slot vermelden wij nog een laatste vraag gericht aan staatssekretaris Rika De Bac ker over de organisatie van Franse Kultugrmanifestaties in het nieuw Kultureel Centrum De Brakke Grond te Amster dam. «Worden er in het «Cen tre Culturel de Belgique» te Parijs ook initiatieven genomen in verband met de Nederlandse Kuituur in ons land?» aldus de pertinente vragen aan de staatssekretaris voor de Vlaamse Gemeenschap. VEHE OVER BOLSTER EN KASTANJE Het vieren van de Eucharistie is van oudsher een herkennings punt geweest van evangelisch leven. Daaraan valt niet te twijfelen. Ook nog vandaag zal de Eucharistieviering een con- densatie-moment moeten zijn in het leven van een christelijke gemeente. Toch dringen zich hier vragen op. Wat doen christenen, wat zeggen ze uit wanneer ze Eucharistie vieren? Wat bedoelt men wanneer gezegd wordt dat de Eucha ristieviering gemeenschap vormt? Is dat geen vrijblijvende ge meenplaats? Zo een soort vage mystiek rond een nietszeggende verbondenheid, indien aan die verbondenheid de materiële basis ontbreekt? Kan de Eucharistieviering wel gemeenschap stichten wanneer die Eucharistie-vierende christenen er niet mee begaan zijn om hun verbondenheid tot in zijn materiële konsekwenties door te trekken in dagelijks-mens-zijn-voor-elkaar, en samen dienstig aan de wereld? Wat betekent Eucharistie vieren zonder solidariteit? Is dat dan geen holle retoriek, hoogdravende woorden, zeggen wat men eigenlijk niet meent? Ik stel een vraag die op het eerste gezicht wat lijkt op die andere vraag: wat was eerst de kop of het ei? Toch kan ik die misschien niet te beantwoorden vraag niet uit de weg gaan: indien christenen Eucharistie vieren, moet daaraan niet voorafgaan, minstens de wil om als gemeenschap samen te leven, solidair met elkaar, en samen solidair met de verdrukte mensen in deze wereld? Om het wellicht wat simplistisch te zeggen: is Eucharistie mogelijk wanneer in dezelfde kerk de kapitalistische uitbuiter gemeenschap vormt samen met de vervreemde arbeider, die slachtoffer is van de uitbuiting van de eerste? Is Eucharistie mogelijk, is gemeenschap 'in de Heer' geen holle fraze wanneer naast de gepensioneerde multi-miljonair de arme bejaarde zit, die het moet stellen met het levensminimum, zonder dat de wil aanwezig is om aan dat onrecht iets te doen? En dan maar samen zingen van 'wij zijn samen onderweg'? Is het niet daarom dat ver in onze kerken nog nauwelijks gezongen wordt: want diep in het hart van de meeste mensen leeft de ervaring dat er van dat samen onder weg zijn zo weinig terecht komt. De vraag is gewettigd of het ijverig bezig zijn met de 'Eucharistie op zich' geen tijdverspillende bezigheid is. Moet er niet veeleer gewerkt worden aan 'gemeenschapsvorming vanuit het evange lie', en dit tot in zijn materiële, sociale en maatschappelijke gevolgen? Het geweeklaag over de teloorgang van het christelijk geloof in 'het Avondland dat West-Europa is', vanuit de ervaring dat mensen niet meer ter kerke gaan, is weinigzeggend. Is het niet veeleer zo dat ons maatschappelijk bestel en de plaats van de kerk daarbinnen, het vieren van de Eucharistie heel erg bemoei lijkt? Wanneer in de traditionele Eucharistievieringen alle maatschap pelijke tegenstellingen worden dood gezwegen, toegedekt en versluierd, om toch maar niemand (vooral dan de kapitaalkrach tigen) voor het hoofd te stoten, dan is de vraag gewettigd hoe mensen zich nog in dergelijke wereldvreemde vieringen kunnen herkennen. Aan deze vraag kunnenwe niet voorbij, want ieder een weet dat de arbeiders de grote afwezigen zijn in de kerken. De Eucharistie zal maar opnieuw haar plaats kunnen innemen wanneer in de vieringen de verhalen van de mensen, verwoord in de doodgewone taal van diezelfde mensen, aan bod kunnen komen. Verhalen van slavernij en bevrijding, van verknechting en uittocht. Wat maakte anders de Eucharistievieringen waarin bisè Romero voorging, tot een echte happening van diep doe geloof? In die vieringen had het verhaal van zijn mensen, vo volk een wezenlijke plaats. Vanuit die heel konkrete ve in klonk een oproeptot bevrijding, een boodschap var, ipes midden in een hopeloze wereld. Maar wil het evange te I boodschap van hoop zijn, dan moeten we eerstde verhole if 0i die hopeloze wereld beluisteren en ze tot de onze n aist Wanneer in de Eucharistie de verhalen over onze wereld a ken, dan hangt de boodschap van hoop in de lucht i m c voeten in de aarde. tfige Je kan wel zeggen: maar wij leven niet in El Salvador. Na leven in Vlaanderen. Onze levensverhalen zijn voorlop» l'an getekend door evenveel bloed als in El Salvador. Maar do |env onze ogen niet sluiten voor al het geweld en al de slavetr 6 onze eigen samenleving. Dat ontslaat ons niet van het oorzaken, het uitspreken van de oorzaken van ''9ei onrecht, van al die verdrukking in onze wereld. de r Het is niet voldoende om tijdens voorbeden te bidden vo 'aarr vereenzaamden in onze samenleving. We moeten oae' 'n analyse doen van oorzaken van vereenzaming en vervr Kerkelijke bijeenkomsten moeten leren zien: gebedshui» leerhuizen. j Onze vieringen zijn te braaf. Er wordt te weinig gevloekt gebedsbijeenkomsten. Gevloekt zoals in de psalmen van David, zoals in de psalm Emesto Cardenal. Dat zijn gebeden van hoop, omdat zij de hopeloosheid machteloosheid niet naast zich neerleggen. Lopen we dan niet het risico om bepaalde mensen pijn tJ tegen de schenen te stampen, vooral hen die aan de ti onze samenleving zitten? Deze vraag hoor je veel, maar' het geen eerlijke vraag, omdat men deze vraag niet heeft t jor in de kerk, wanneer men de massa arbeiders de kert uitgejaagd, door een gebrek aan historisch inzicht en dop op koalitie van de kerk met de bestaande machtsstructuren. Is dit alles geen eis tot een onmogelijk perfektionisme? niet voor perfekte christenen, noch voor een perfekte gt het I ws kom visit de niet fun de ri schap. Die bestaan niet. Ik pleit evenmin voor wat in de tij 'id, missen genoemd werden. Waar ik voor pleit is dit: er moet in de kerk prioriteit g worden aan de uitbouw van echte solidaire gemeensch •*■'1 van mensen die elkaar door dik en dun bij de hand houdt wordt het leven zelf een voedingsbodem waarin het visio Bns f het 'onmogelijk mogelijke' zinvol wordt, omdat dan niet vlokkig over de ernst van het leven wordt heengepraat. toch opnieuw ruimte komen voor kreativiteit, ook al is pastoraal opzicht een moeilijke opdracht binnen de imeni verzorgings-kerk, die geneigd is zich neer te leggen behoud van het bestaande en angst heeft om nieuwe w gaan. Indien wij, zoals een kind, zouden inzien dat de ki ipe- smakelijker is dan de bolster, dan zou deze vernieuwi pal mogelijk zijn. Dan kan de Eucharistie opnieuw worden l VP-fr gebeuren, dat mensen opent voor het visioen van onze! ijfe'i1 Jezus uitgebeeld. Dan kunnen de verstikkende triestheid en passiviteit, di 'flt vieringen kenmerken omgebogen wordentot een gel unie waarin ondanks alle negativiteit de vreugde wordt uitgej ïchtt omdat 'op de derde dag de Heer waarlijk is opgestaan'. Het is weer eens zover. Op 1 mei krijgen we nu de dertiende uitgave van de traditionele wandeltocht «Te voet door 't Land van Aalst», georganiseerd door de FFR- Vriendenkring. Vanuit de feestzaal FFR, de Gemeentelijke Jongens- Dendermondsesteenweg 75 school te Meldert, Dorp 15. te Aalst zullen eens te meer Zoals elk jaar zorgen direk- 2500 3000 wandelaars naar teur Baetslé met zijn staf eigen keuze een der volgen- voor een prima organisatie de afstanden afleggen: 10, met kontrole, voetverzor- 16, 24, 35 of 50 km. ging en bevoorrading. Hoofdrichting voor ieder Bij de aankomst krijgt elk wordt het Kravaalbos te Mei- deelnemer een herinnering, dert en de grote rustplaats is Dit jaar zijn het een meer- kleurige geweven badge (16 bij 11 cm) met het wapen schild van «'t Land van Aalst» zoals het te zien is op de speelplaats van het St.- Jozefskollege. Tevens een meerkleurig brevet met dit zelfde schild en wat naai garen. Zoals steeds gratis tombola tussen alle deelnemers. Een Honda-bromfiets is door middel van het beantwoor- den van een prijsvraag te winnen. Er wordt gestart tusse 14 u. naargelang de g afstand. pnaej Deelname in de on 50 fr. leden VAB, VW 9 40 fr. Brieven waarvan de afzender niet aan de redaktie bekend is. komen niet voor plaatsing in aanmerking. De redaktie behoudt zich het recht voor de tekst te bekorten Publikatie betekent met dat de redaktie achter de inhoud staat HET TWEERICHTINGSVERKEER OP DE WALLENRING Ik heb nooit geweten dat een Aalsters Schepen zo koppig aan details vasthield, ook al is hij één onzer bekwaamste sedert de oorlog. Ik bedoel Schepen Jan De Neve die geen enkele wijziging duldt aan «Zijn» Struktuurplan, alhoewel in dat plan zoveel óndere details zitten, waar wij al jaren om smeken. Na schrijnende vaststellingen in vergelijkbare handelszaken en na de duizenden klachten van verbruikers betreffende de kunst matige verkeerschaos, kwam onze slecht begrepen betoging van de Dekenijen op 21 april 1981Slechts moeizaam konden wij met tal van replieken en toelichtingen bereiken dat eindelijk iets erkend werd. Namelijk dat ons standpunt zéér dicht stond bij dat van vooruitstrevende milieu-verenigingen. Verkeerskommissie Het werd overduidelijk dat te Aalst iets misgelopen was. Ik mocht aanwezig zijn op de Verkeerskommissie van 2 juni 1980 waar een deskundige aanpassing praktisch éénieders goedkeuring meedroeg Namens het Verbond der Dekenijen verklaarde ik vertrouwen te schenken aan de bevoegde diensten. Ik noteerdé dat er eindelijk toch drie uitbreidingen van parkings werden voorzien, dat het er op aankwam het doorgaand verkeer zo vlot mogelijk uit het centrum weg te krijgen, en dot ons bij de struktuurplanbesprekingen voortdurend werd benodrukt dat het «evolutief» ofte verbeterbaar zou blijven. (Daarenboven werd ons schriftelijk een proefperiode beloofd!) Geen enkel aonwezige maakte echte bezwaren. Raadslid V. verwees weliswaar naar Brugge, zonder te weten dat een stadsplan van Brugge vóór mij lag woarop 17 parkings in het Brugse centrum voorkomen. (In mijn dagblad van 12 december 1980 konkludeert hoofdkommissaris R. Debree van Brugge trouwens: «Het komt er nu op aan de stad verkeersarm te maken en op vele plaatsen parkings, garages, buurtparkeerpleinen enz. te bouwen voor het parkeren en stallen van wagens». Het zij precies wat wij al jaren voor Aalst vragen!) Schepen De Neve zei niet veel op 2 juni. Hij wou hoofdzakelijk weten wie de persoon was die het nieuwe projekt had ontworpen. In januari 1981 zou de socialistische partij voortijdig een manifest verspreiden, woarop alle Aalsterse parkeerplaatsen worden vermeld, en daar stonden toen reeds bij: 1de koer Pupillenschool voor 75 publieke plaatsen 2. de drie uitbreidingen voor parkeerplaatsen: Keizershallen van 140 naar 367, Houtmarkt van 95 naar 125 en Pontstraat van 154 naar 197. Ik heb dat socialistisch initiatief op een vergadering van het Verbond der Dekenijen «prachtig» genoemd, en aan het socialis tisch kiesmanifest van 1976 herinnerd, dat méér parkings eiste. De kink in de kabel De CVP-oppositie dacht aanvankelijk dat gans het Dekenijenver- bond achter de onafgebroken hetze stond, waarmee namens de zogenaamde Dekenij van Vrijheidstraat en Schoolstraat de plaatselijke pers wekelijks werd geteisterd. Ook wij wisten toen nog niet dat het om een poging van één jonge betweter ging om het verkeer van Vredeplein naar station en Denderbrug verder te laten slalommen langs... de winkel van zijn vader in de School straat. Elders kom ik hierop terug. Alle mogelijke insinuaties en uitvallen tegen meerdere politiekers vloeiden overdadig uit de pen van een Don Quichotte die zich uitgaf als voorzitter van een Dekenij. De cijfers uit een enquête van de doodeerlijke volksvertegenwoordiger Willems werden valselijk betwist. Nog een beetje, en hij schreef dat Burgemeester D'hgeseleer zijn eigen stad kapot wil! De mooie slogans maakten dra indruk op idealistische jongeren en Volksunie, en de verwar ring steeg ten top bij de nooit geziene konfrontatie in de jongste gemeenteraad. Anderzijds was daar Schepen De Neve die op 16 juni 1980 nog formeel beloofde aan de Dekenij Nieuwstraat: a. tweerichtingsverkeer in de Nieuwstraat vanaf 1 september 1980; b. er komen vier park eerstroken op het Vredeplein; c. tegen 1 januari 1981opnieuw verkeer over de Grote Markt doch in slalom (cfr officieel verslag Stedelijke Middenstands- raad). Voorstellen Na tal van gesprekken ter plaatse en gezien de katastrofale verkeersregeling te Aalst, durf ik nu in eigen naam het volgende suggereren. Ten eerste moet men luisteren naar de échte mening van de handelaars uit de Vrijheidstraat. Ten tweede dient de storende bushalte verhuisd naar een aanpalend plein. Ten derde mogen geen parkeerplaatsen verdwijnen in de Vrij heidstraat omdat ze van levensbelang zijn voor het (toch wel eerbiedwaardig) beroepsinkomen. Ten vierde een telling houden van de fietsers die het Sint- Maarteninstituut aldaar (onder politiebewaking) verlaten, alhoe wel zij misschien wegkunnen langs St.-Jozefstraat en Esplanode. Ten vijfde tellen hoeveel minuten op vierentwintig uur die fietsers een echt probleem vormen, en hoeveel dagen slechts op een jaar. Ten zesde bedenken dat het tijdverlies van slalommende brand weerwagens een reële afschuwelijke oorzaak is van hartinfark- ten, reuzeschade en onnoemlijk familiaal leed. Als oud-brand weerofficier maakte ik honderden malen mee hoe elke sekonde van kapitaal belang is! Ten zevende het zwaar verkeer uit de stad bannen, zoals wij sedert 1971 tevergeefs vragen, en het verkeer tot traagheid verplichten. Ten achtste het verkeer in de Zoutstraten omkeren zoals in 1975 aan de Dekenijen onbetwistbaar werd beloofd. Ten negende denken aan het algemeen belang van een stad die leefbaar moet blijven. Pol DE PAEPE «SLUIKWERKERS» bij de brandweer Aalst derei 1 e a| inde mei 20 dl ken. E odec sissc tekei spor ng d v< de Aldus Adjudant Henry Michiels, Ploegleider, vaste brandweer dienst Aalst. Bij de aflossing van de morgenploeg, om 14 uur, zei deze ploegleider, zich wendend tot de manschappen, u mag vertrekken, en de «sluikwerkers» ook. Deze ploeg bestaande uit het gewone personeel en een vrijwilliger, nl. brandweerman Jaco Van Doorselaer. Deze beledigende uitspraak, gericht aan iemand die voor de prestatie van vervanging betaald wordt, maar ook van de wettelijke, afhoudingen, belastingen voldoet, waarvan akte. Als deze woorden, van een leidingevende???? persoon mogen gezegd worden, dan blijkt de toestand bij de Brandweerdienst erg gevaarlijk. Vooral als we weten dat dezelfde adjudant, voor vijf jaar, deel uitmaakte van het gewraakte vrijwilligerskorps als officier dan nog, en zo, zonder over de nodige diplcx n beschikken, het tot adjudant kon brengen in het vasti waarvoor hij niemand dankbaar is, buiten zichzelve. Dit v geen alleenstaande geval binnen de brandweer, maar zeer dankbaar, dat er ook zeer vele goede echte vaste weermannen zijn, die het korpsleven helpen, i.p. verpesten en te vernietigen. Meermalen hebben de vrijwilligers reeds gemeend, voBL rechten op te komen, steeds zijn de beste bedoelingen gi p0|j door personen, die niet hun taak van brandweerman na 53 1 maar vooral ondere zaken nastreven, die niets met hun taak te maken hebben, nl. Tegen de inhoud van het Koninklijk besluit, over de dienst, trachten de vrijwilligers uit te schakelen, om bewijzen dat deze overbodig zijn of onnutig, door de het leven zo lastig te maken, dat ze niet meer will< wegens de vijandige toestand. Mijn grootste verwondt de Stad Aalst reeds jaren weet hoe de zaken stc blijkbaar niet durft te raken aan de toestand, en deze zuiveren van deze elementen. Waar blijft de uitvoering van het K.B. van 27 septer dat inhoud, de gemengde brandweerdienst MOET c worden met zowel vost, als vrijwillig personeel De nodige aanwervingen werden voor het vaste kaJ bekwame spoed gedaan en bezet, waar het voor de v reeds zes joar geleden is, dat nog een aanwerving gel onder druk van bepaalde invloeden, buiten de brandwi Het bewijs is reeds meermalen geleverd, dat de 1 brandweer een noodzaak is, vooral om de financiële ka een beroepskorps meebrengt, een vrijwilliger is een C werkkracht, hij is vergoed???? volgens uurprestatie,! inhoud, dat een vrijwilliger, dag en nacht, massaal kan ff zijn, zoals de brand in de Nieuwstraat, waar er 45 waren vaste manschappen die niet van dienst waren. De jaarlijkse kostprijs van gepresteerde diensten in 198(1 drie vrijwillige afdelingen nl. Aalst, Moorsel, Erer bedroegen 2.650.000 frank, dit voor 110 manschapi en nacht klaar staan gans het jaar door. Om deze reden is het niet denkbaar deze mensen zo tochi laten verdwijnen daar het vaste kader met 4 ploegen van in 1980 45.000.000fronk kostte, ingeval van ziekte worden dan, soms, vrijwilligers opgeroepen om deze te gen, het gewraakte sluikwerk. De stad Aalst heeft er dan ook alle belang bij, ten bate belastingbetaler die wij allen zijn, het vrijwillige kade passen en aan te vullen, en de toestand binnen de verbeteren. Deze opmerkingen laten maar een topje, van slechte g zaken zien, maar de benaming «sluikwerker» kan zekert toepassing zijn op gelijk welke vrijwilliger, in naam i vrijwilligers vragen wij dan ook dat adjudant MicM uitlating intrekt, en zijn verontschuldigingen aanbied. 100 jaar brandweer, met vrijwilligers alleen, kan r van het gemengde korps, nu ineens niet als overb worden, de ruzies die nu uitgevochten worden, zijn nid aan de vrijwilligers, het is niet onze schuld, dat overure moeten genomen worden, ook niet dat de sindikale alleen hun voordelen zien en blind blijven voor de veilig! de bevolking, maar een feit is dat de toestand, voor h personeel op een keerpunt staat, moegetergd, verrx digd, en noem maar op, wij zijn ook mensen, die nog si mens centraal stellen, om voor de nabije toekomst, e onherstelbare zaken te keren vraag ik dan ook dringer Stadsbestuur werk maakt van deze dienst, de bevoll daar niet alleen recht op, maar betaald er ook voor. Samenwerken in goede verstandhouding, moet Brandweerdienst mogelijk zijn, ten bate van iedereen, a enige zorg voor het te laat is.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1981 | | pagina 2