Struktuurplanning in Sint-Niklaas: over sturen en besturen... vzw Museum Heraldiek Benelux bereidt officiële openstelling museum voor Vestigingsplaats in «Dacca», Kasteelstraat Derde Spoele knal kwis te Lokeren Incar nodigt uit op kipfestijn Alaaf in Sint-Gillis-Waal 10 - 2.4.1982 - De Voorpost De kursus ruimtelijke ordening en struktuur planning in Sint-Niklaas. U herinnert zich nog hoe wij ernstige vraagtekens plaatsten bij het verloop van de tweede studie- en diskussie- avond van 9 maart jl. De leden van het stadsbestuur eigenlijk niet ten persoonlijken titel aanwezig, maar kom bleken weinig koöperatief, ondergingen eerder lijdzaam en zonder verpinken een kritisch spervuur, afge- kogeld door zowat tachtig wakkere burgers. De derde avond van de vormingscyklus bracht wat verluchting. Enkele zeldzame momenten leek het aanvals-verdedigingspatroon even te verva gen. Centraal de vraag: hoe kan de bevolking aan de planning meewerken? Ten eerste moet zij zich kunnen informeren, inzagerecht hebben, of beter nog: geïnfor meerd worden. Het gemeentebestuur en niet de aktiegroepen moet deze edukatieve taak op zich nemen, aldus kursusleider Steven Roosen, die zich voor enkele vuistregels baseert op de resoluties van de Nederlandse gemeente U- trecht: «Het is tenslotte de gemeentelijke over heid die verantwoordelijk is voor aard en kwaliteit "van de demokratie bij de besluitvor ming. Zij moet ervoor zorgen dat alle adviezen van andere instanties vooraf bekend gemaakt worden, dat standpunten en konklusies van de onderhandelingspartners duidelijk geformu leerd worden, dat ook de «insprekers» een gemotiveerd antwoord krijgen op hun vele vragen». Vooral moet men vermijden dat de niet-georganiseerde bewoners er bij het proces tussenuit vallen. Wat deze openbaarheid be treft heeft een gemeente natuurlijk een aantal zeer bescheiden minimumvoorschriften na te leven. «Een dynamisch bestuur echter», vindt Steven Roosen, «doet méér, het voert een aktief informatiebeleid». Konkreet voor Sint-Niklaas: de stad heeft wat zij noemt een sensibilizeringskampagne opge zet. Het resultaat, negentig inzendingen, ach ten de organisatoren van de kursus beslist onvoldoende «Men moet inspanningen doen om daarin verder te gaan», menen zij: «sponta ne reakties op een eerste bekendmaking zijn niet voldoende». Hoe moet het dan verder? Wat zullen de afspraken zijn? Daarover zou men het de volgende avond, op 23 maart, hebben. De kursisten konden dan misschien de plaatselijke situatie vergelijken met die van Leuven, Turn hout, Gistel en Gent: steden die al wat ervaring hebben met struktuurplanning. Verhit De voorlaatste kursusavond ging iedereen, ook de leden van het stadsbestuur er wel over akkoord, dat de plaatselijke overheid voldoen de informatie moet geven, dat zij haar beleid moet toelichten, haar plannen bekendmaken. Een bewoner vond het bevestigende knikje van het stadsbestuur omtrent deze noodzaak hui chelachtig: «wij vroegen vorige keer al naar uw standpunt inzake de tegenstelling tussen de noord-zuidas en de ring. Op geen enkele preg nante vraag is een antwoord gekomenBoven dien zou uit de informatie die het stadsbestuur de bevolking in haar Stadskroniek verstrekt over b.p.a. 's als dat van Centrum-drie, een vooraffe bedisseling blijken, lezen wij niet altijd: «Het gemeentebestuur heeft beslist dat Als men vooraf iets wil weten zou men aangewezen zijn op gissingen: wordt de Hof straat een weg met twee keer twee rijstroken? Met groen? Een middenbarm? Ondertussen zijn de plannen, zoals het stadsbestuur trou wens zelf toegeeft, meestal al in een zo verge vorderd stadium dat men niet anders kan dan ze uitvoeren. Het feit b.v. dat de stad huizen en grond in de Plezantstraat al voor een groot deel opkocht, zal een eventuele volkse bespreking van b.p.a.-Centrum-drie ongetwijfeld bemoei lijken. Een bewoner stelde de graad van uit voering van een b.p.a. géén reden kon zijn om alle bespreekbaarheid op te geven: Wij leiden de procedure, de procedure mag ons niet lei den», vond hij. Als men het hem vroeg, bleek uit de diskussies die n.a.v de vormingscyclus al gevoerd werden een klimax van ontevreden heid. De enige uitweg zou bestaan m het d.m.v. een verkorte procedure toch nog deblokkeren van de zogenaamd voldongen feiten. «Het gaat niet om toegeven», stelde hij nog: «we moeten gewoon inzien dat we het anders moeten doen». De magistraten, de stadssekretaris: ze vonden dat een dergelijke vasthoudendheid niet paste in het opzet van de kursus. Maar een tijdens de pauze opgehangen visualisering van het ver- keersontwerp als voorzien in het b.p.a.-Cen trum-drie animeerde het gesprek zoals geen animator dat had gekund. Ik geef u, vrij letterlijk, een deel van de verhitte, toch enigs zins vermakelijke diskussie over het binnenver- keer. Naast S staan de schoorvoetende woor den van het stadsbestuur, naast B de verbeten vraagdrang van bewoners. B: 'Je kan er niet omheen dat men plaatselijk en doorgaand verkeer zowel door als rondom de stad stuurt». S: «U moet het zo zien: Sint-Niklaas is een winkelcentrum en een scholencentrum. Konkiusie: we zullen altijd intens verkeer heb ben in de binnenstad. Je moet er ook rekening mee houden dat het openbaar vervoer, dat heel het hinterland moet bedienen, nu al overbezet is. En we hebben toch de plicht de winkeliers een kans te geven?» B -Maar akties als de verbreding van de Hofstraat hebben toch niet het effekt dal bijvoor beeld zware vrachtwagens langs de ring zullen gaan. Rechtdoor is voor hen veel S: «De verkeersborden met maximum gewicht zijn u toch niet onbekend? Maar goed, hoe u het ook bekijkt: Sint-Niklaas blijft aantrekke lijk voor het verkeer». B -Maar moet onze stad dan aantrekkelijk zijn voor het verkeer of voor de mensen die erin wonen?» S: «Wij zijn een scholen-, winkel- en marktcen trum». B: *Er zijn nochtans steden die in dezelfde situatie verkeren, waar ongeveer veertigduizend auto's binnen- en buitenredén, waar ook scholen en winkels zijn. Daar heeft men echter gepro beerd, en men is erin geslaagd, de binnenstad rustig te houden. S: «Maar die steden zijn daar allerminst geluk kig om Mechelen bijvoorbeeld helemaal niet.» B -Enfin, ik bedoel niet steden die hier en daar een winkelwandelstraat hebben, maar steden met een overdachte en bestudeerde verkeersver- arming. Leuven bijvoorbeeld. En dit, het onder zoeken van de gevolgen en de mogel van zulke akties, behoort toch tot struktuurplan ning? Er zijn nog te veel diskussies die niet aangegaan worden, die misschien op de verkeer de plaats gevoerd worden. Wat ik eigenlijk wil zeggen is: zijn alle overwegingen die nodig zijn, wel gemaakt? Ik wil nog een voorbeeld geven: het stadsbestuur heeft de intentie de Stations straat van bussen te ontlasten. De Buurtspoor wegen willen dat echter niet. Hierover moet dan diskussie gevoerd worden met het ministerie. S: «Heeft het ministerie dan almacht?» B: 'Ik zou niet spreken van almacht, maar het ministerie kan wel zeggen van: dat is niet kon form de nationale maatregelen. Een andere B: «Ik vind de argumentering Sint- Niklaas is een scholengebied, dus heeft het vierbaanswegen nodig» bedenkelijk. De O.L.V.-Presentatie bijvoorbeeld zal volgens de plannen volledig door rijbanen met vier rijstro ken, door drie snelwegen omringd worden. Is dat het belang van de schoolkinderen Nog ieftiand wou op een tegenstelling wijzen Hij kon niet uitspreken: SP-gemeenteraadslid Van Gysel vond het wel welletjes zo. Liever dan al die kritiek te aanhoren, wou hij wat bijleren over hoe het dan wel moet. Zoniet zou hij de zaal verlaten. Het ging trouwens ook niet op om heel de tijd over die verkeersproblemen te blijven doordrammen. Strukruurplanning is méér dan dat. Maar Roosen is niet de man die je met een wissewas van zijn stuk brengt. De kursus was nooit bedoeld om enkel inzicht te brengen: men had van meet af aan gepland, telkens aan te sturen op een bespreking van de konkrete situatie in Sint-Niklaas. «En dat nu zoveel over het verkeer gepraat wordt», meen de Roosen, «is omdat verkeer juist een zeer gewichtig onderdeel van de struktuurplanning vormt» Blijkt dus dat om sommige vragen bijzonder afscharmend gereageerd wordt. De weg naar een gezond vertrouwen is, dunkt me, nog lang. Gezonde nieuwsgierigheid van de bevolking stuit op wantrouwige rimpels, op wegvluchten de antwoorden. Er was de derde avond al de expliciet geformuleerde behoefte, de kursus een vervolg te geven. Voor de volgende avond verwachtten de aanwezige bewoners van het stadsbestuur ondubbelzinnigheid en duidelijk heid i.v.m. haar bereidheid, samen een ten volle op inspraak berustend planningsproces uit te werken. Het is vanzelfsprekend niet zo dat de relatief kleine groep geïnteresseerden inza ke de toekomstige planning een zeker monopo lie voor zich opeist of op enige representativi teit wil bogen. Deze mensen dringen er juist op aan dat de bevolking, en pet wijk elk individu, daadwerkelijk bij het planningsproces wordt betrokken. Daarvoor moet er eerst inspraak zijn over inspraak, inspraak dus bij het bepalen van de manier waarop de bevolking bij de bepaling van het stadsbeeld zal worden betrok ken. Het komt er vanzelfsprekend op aan of de gemeentelijke overheid ja dan neen hieraan wil meewerken, of zij ja dan neen haar spraakbe- leid in het kader van struktuurplanning funda menteel wil wijzigen en konkrete technische en organisatorische middelen voor het verdere verloop wil afspreken. Te zeggen dat deze onzekerheid de laatste kursusavond volledig wérd weggenomen, is beslist overdreven Gistel en Turnhout b.v. De vierde en laatste avond. 23 maart. De foyer van de stadsschouwburg. Andermaal ruime belangstelling (ik schat: negentig aanwezigen). Steven Roosen had het o.m. over Leuven, over Gistel en Turnhout. Daar heeft men al een brok struktuurplanning achter de rug. De be vindingen, de uit ervaringen gedistilleerde re gels zijn boeiend, leerzaam. In Gistel heeft men ondervonden dat gedach- tenwisselingen over de tegenstellingen tussen de betrokken partners heen wel degelijk moge lijk zijn. Maar het inwerken vergt de nodige tijd. Conditio Sine qua non is ook het kreëren van een vertrouwensrelatie. Na zes maand vlot dat wel, zegt men in Gistel. Praatjes, zegt Roosen. In Turnhout stond het Kultureel Centrum De Warande in voor de inspraakbegeleiding. Een professionele aanpak dus en geen aangelegen heid waarmee men zich na de werktijd nog bezighoudt. Ook in Turnhout begon het met inspraak over inspraak; een hele studiedag wijdde men eraan (Roosen heeft krachtig aan gedrongen op zo'n studiedag voor Sint-Niklaas, tevergeefs echter). Dan ging mén aktief tot inspraak stimuleren, inspraakgroepen werven, wijk per wijk, vereniging na vereniging. 43 groepen schoven de stoelen onder tafel en ontwierpen knelpuntennota's. In een overleg groep bespraken de bewoners hun verschillen de ideeën. En representatieve koördinatie- groep situeerde de doelstellingen tegen de wijdere achtergrond van ruimtelijka ordening en verkeer. Een deugdelijk systeem zolang men de drie stadia respekteert: eerst knelpun ten definiëren, dan doelstellingen filtreren en tenslotte oplossingen formuleren. De tweede stap durft men wel eens over te slaan. Al te voorbarig gevoerde solutionele diskussies wij zen op een oppervlakkigheid bij de bespreking van de knelpunten. Mededeling van de regering Maar stadssekretaris Elshout moest nog iets zeggen: «In overleg heeft het kollege van burgemeester en schepenen bepaald dat Volgen dan de strikte gegevens, een brief die nauwelijks een antwoord kon zijn, wel zeer konkreet (was) wat betreft de officiële voorge schiedenis van de struktuurplanning in Sint- Niklaas, zeer vaag en alles behalve glashelder echter inzake het hoe van de verdere volks raadpleging. Maar goed; opdat iedereen het wetc Vorig jaar stelde het stadsbestuur een centrale stuurgroep samen die in april en juni '81 al vergaderde en besloot in de stad en haar vier deelgemeenten een informatieronde op te zetten. Konkreet betekende dat: in elke ge meente een informatieve tentoonstelling plus de grijze brochure in de stadskroniek. 90 voor stellen opsplitsbaar in 1200 suggesties glipten in de planningsbus. Elke inzender of groep inzen ders kreeg een gedetailleerd overzicht van alle voorstellen. En dan was er de kursus die toch de bedoeling had de bevolking vertrouwd te maken met de begrippen ruimtelijke ordening en struktuurplanning? Meer dan honderd in schrijvingen hiervoor, en dus een relatief suk- de magistraten mochten zelf ook wel een initiatief nemen: zij verzamelden een aan tal vaktechnische krachten onder de noemer plangroep. In maart van dit jaar vergaderde deze plangroep al twee keer. Hun suggesties werden opgesplitst in vier modellen: een eko- nomisch model, een ontmoetings-, verzorgings- en milieumodel en kort nadien opnieuw be sproken. De plangroep zal ook trachten een voorlopig richtplanontwerp met doelstellingen samen te stellen. De centrale stuurgroep heeft dan een beetje een senaatsfunktie: hij zal het ontwerp intakt laten, wijzigen of aanvullen. Maar waar ergens zit de bevolking hier? Eén zinnetje daarover: «het stadsbestuur wenst de inzichten die tijdens deze kursus naar voren werden gebracht samen met de plangroep te bespreken». En: zoals dé burgemeester al zei: de bevolking is bij alfa betrokken en zal bij omega nog steeds betrokken zijn». Blijkt echter alras dat de bevolking al bij beta niet meer zo welkom is De onderhandelingspartners Omdat Roosen niet graag het gevoel zou heb ben dat zijn kursus één windei was geweest, stelt hij voor dat de aanwezigen zich, verdeeld over drie groepen, zouden bezinnen over een tiental basisvragen. Hoe gaan we met de bevol king, zeer kleinschalig, aan struktuurplanning doen? Iemand stelde voor van de kijkwoning een permanent geopend informatiecentrum te maken Wil men werken met territoriale in spraakgroepen, liever uitgaan van bestaande verenigingen of de twee een kans geven9 Het eerste leek de aanwezigen het meest aangewe zen. Wie zorgt voor de inhoudelijke informa tie, voor gespreksleiding, de uitvoerige verslag geving? Roept men hier de hulp in van gemeen teambtenaren, van een externe organisatie, van Maatschappelijk Opbouwwerk Waasland b.v.? Want hulp moet er zijn, vindt iedereen. En wie betaalt die hulp dan? In Turnhout liepen de kosten op tot drie miljoen. De ogen draaiden in de richting van de heren van het stadsbestuur. Iedereen is het er ook wel over eens dat de bevolking in de stuurgroep moet aanwezig zijn, maar hoe regelt men die vertegenwoordiging? Een suggestie: vanuit de territoriale basisgroep een vertegenwoordiger naar een middenorgaan en van daaruit een representatie naar de stuur groep. Als er goeie afspraken zijn, zou deze representatie van de bevolking beperkt kunnen blijven tot één persoon. Roosen meent, la chend weliswaar, maar toch, datzulke enorme verantwoordelijkheid dc uiteindelijk gekozen man of vrouw wel tot zelfmoordgedachten zou kunnen brengen Nog andere inspraakafspraken betreffen de timing van de drie fasen (knelpunten, doelstel lingen, oplossingen). Hoe speelt men de doel stellingennota terug door naar de bevolking? Wanneer? En tussen al die vragen door ook: wat moet gerealiseerd worden en wat moet tijdens het inspraakproces wachten? Het zou weinig opportuun zijn, een strukturele ingreep als b.v. de verbreding van de Hofstraat tijdens het proces te voltooien. Op die manier onttrekt men een belangrijk deel van de besluitvorming aan het proces. Een rcdakticploeg zou, uitgaande van de tij dens deze laatste kursusavond naar voren ge brachte suggesties, op korte termijn een proce- durevoorstel kunnen uitwerken. Zeven bewo ners en leden van aktiegroepen wilden zich hiervoor inzetten; niemand van het stadsbe stuur echter. Stadssekretaris Elshout kamoe- fleerde netjes zijn njet: hij was van mening dat de centrale stuurgroep en niet een of andere lukraak samengestelde redaktie zich over de procedure voorstellen moest buigen: «Het is in laatste instantie nog altijd het stadsbestuur dat over de b.p.a.'s zal moeten oordelen. Ik meen dat de stuurgroep de enige direkte weg is om tot afspraken te komen En wat als die stuurgroep slechts ten dele akkoord gaat om de bevolking in te schakelen of een methode uitwerkt die niet echt ten volle demokratisch is? Het zou de motivering zware schade kunnen toebrengen. Volgens verkeers- deskundige Roel De Jong moest de overheid de bevolking hoe dan ook bij de inspraakbesluit vorming betrekken. Nogmaals rond de tafel gaan zitten dus en de interessante aanzetten tot bespreking die er al waren verder uitdiepen. «Het is natuurlijk makkelijker», zei Roel De Jong, «om alles binnenskamers te bedisselen en achteraf tegen A te zeggen: B volgt u niet, en tegen B: A volgt u niet, dan A en B werkelijk met elkaar te konfronteren». Maar de verkozenen des volks bleven bij hun standpunt' hun centralestuurgroep zou zelf zijn boontjes wel doppen. Als wij hun grimmige stilzwijgen echter mogen interpreteren als een niet-afkeuren, zullen de ontwerpnota van de redaktieploeg van de kursus en die van de officiële stuurgroep op woensdag 7 april a.s. in Café Hemelrijk aan elkaar getoetst worden. Het zal geen sinekure zijn. Steven Roosen nodigde het stadsbestuur tenslotte nog uit om zo vlug mogelijk een avond te organiseren waarop met hogervermelde vragen als uit gangspunt en de resumé van de ontwerpnota's als basis konkreet kan overlegd worden Wij houden u op de hoogte Leo DE BOCK «Heraldiek» is in Temse een woord als een ander. Het heeft er burgerrecht verworven dank zij Jean Boeykens, stichter-konservator van het Museum Heraldiek Benelux, zyn levenswerk. Vijfentwintig jaar lang heeft hjj zich intens aan de studie van de wapenschilden en vlaggen (banistiek) gewijd, en in die tijdspanne heeft hy een indrukwekkende verzameling opgebouwd. De jongste twee jaar is de kollektie herhaaldelijk in de belangstelling gekomen naar aanleiding van het feit dat Jean Boeykens de inboedel wou overmaken aan een organisatie of instel ling, die de verzameling definitief zou behartigen en tentoonstellen. Dit voornemen lokte interesse vanuit ver scheidene hoeken, zowel binnen als buiten Temse. Enige tijd zag het ernaar uit dat het museum in handen zou komen van het gemeentebestuur, maar uiteindelijk zal dit niet het geval zyn. Begin dit jaar werd een nieuwe vzw Museum Heraldiek opgericht, die zich specifiek met het beheer en het tentoonstellen van het patrimonium zal inlaten. Dank zy de medewerking van het gemeentebestuur beschikt de vzw over een terwijl kleinere vertrekken mogelijkheid bieden tot vergaderen en bergen van niet-tentoongestelde stuk ken. De opening van het museum wordt voorzien tegen Sinksen. Beheerraadsleden van de vzw Museum Heraldiek Bene lux. Zittend Christine Baeke, Jean Boeykens en Ria De Cock. Staande Luk De Ryck, Luk Verhulst, Mark Smet en Bruno Machiels. (rdg) Rond 1955 startte Jean Boey kens, die in 1943 het Gemeen temuseum van Temse stichtte, met de studie van de wapen schilden en vlaggen. Deze lief hebberij groeide uit tot een ware passie en de theoretische kennis kreeg doorheen de ja ren een tastbaar verlengstuk: de heer Boeykens begon zelf met het vervaardigen van wa penschilden en vlaggen en ge leidelijk bouwde hij een kol lektie op, die het predikaat indrukwekkend verwierf. De verzameling was in 1964 zo omvangrijk geworden, dat zij de voedingsbodem werd voor de oprichting van een nieuwe instelling, die de naam kreeg van «Stichting Heraldiek Be nelux». Bij de oprichting in 1964 omvatte het bestuur voor namelijk notabelen, onder wie graaf Daniël Legrelle (Ant werpen). De kollektie werd tot dusver vier maal tentoongesteld: in Temse (1964 en 1975), Beve- ren (Cortewalle, 1967), en Geel (1968). In 1972 maakte stichter-voorzitter-konservator Jean Boeykens het geheel over aan de Bank van Parijs en de Nederlanden, met dien ver stande dat de bank de verza meling zou onderbrengen in een geschikt gebouw, en ze zou exposeren. De bank had rond 1972 het gebouw gelegen Markt 4 Temse aangekocht met de bedoeling aldaar een filiaal te starten en er tevens de kollektie te etalleren. Verscheidene jaren gingen voorbij zonder dat nieuwe be slissingen werden getroffen. In 1978 begon Jean Boeykens aan opvolging te denken; hij leidde een viertal medewerkers op, aan wie hij een kursus heral diek en banistiek gaf. Het be trof Ria De Cock, Flora A Luk Verhulst en Luk De R In juni 1980 besliste de I van Parijs en de Nederlaj af te zien van de vestiging] een filiaal in Temse, waai Jean Boeykens opnieuw I nam van de kollektie. Een] bericht bekend werd van d se zijden belangstelling i toond voor de verzamel Onder andere de Wase ho| stad lonkte gretig. Maar o Temse zelf rees belangstel] en Jean Boeykens T naar in hart en nieren - koos uiteindelijk zijn eigen boorte- en woonplaats als 1 nitieve standplaats. Zag h enige tijd naar uit dat hetH meentebestuur het musM zou overnemen, dan zoa| besprekingen uiteindelijk een andere oplossing lera Begin dit jaar werd een I Museum Heraldiek Bena opgericht, aan wie Jean BÏ kens de kollektie overmaaB Deze vzw werkt momeq aan de openstelling van 1 museum waarvoor het meentebestuur een grote I in Dacca (Kasteelstraat)^— beschikking stelde. AanjH sings- en verfraaingswe^™ zullen nog wel 'n paar mi den in beslag nemen, aangenomen wordt dat 3 museum einde mei (Pinld^ ren) zal worden opengestefl De raad van beheer van q vzw bestaat uit: beschermheer graaf Daniël Grelle, erevoorzitter schejj Désiré Van Riet, voorz Jean Boeykens, ondervoo]] ter Ria De Cock, sekrej™ Luk Verhulst, penningmeq Christine Baeke. public i tions Luk De Ryck, conci Benoit Van Raemdonck. Ie] Bruno Machiels c Smet. De raad van beheer heeffl middels kontakt opgenol^ met de Nationale Subkomfl| sie voor Heraldiek, metT bedoeling een afgevaard^| hiervan in de raad op| nemen. Leden en ereleden zijn i welkom. Het jaarlijkse lidg bedraagt 100 fr., het crclidj (minimaal) 250fr. Deze bei gen kunnen overgemaakt w den op rekeningnummer 0923600-90 van het Gcme tekrediet van België of kontaktname met leden vai raad van beheer. De zetel van het Museunfl gevestigd Kasteelstraat 3, Temse. Het Museum Hel diek Benelux in Temse hl een uniek karakter: het is] enige museum van wapensJ den, vlaggen en ereteken^ België en ver daarbuiten. Op 2 en 3 april a.s. heeft deze kwis plaats in de zaal Concordia te Lokeren. Na dat er dertig ploegen had den ingeschreven, zullen er uiteindelijk 27 ploegen strijden voor deze derde uitgave. Enkele ploegen hebben reeds de aftocht moeten blazen, en dit door onvoorziene omstandighe den. Wie dit jaar de lau reaat wordt van deze kwis krijgt als beloning een hifi- keten in ontvangst. De tweede kan nog een vaat- wasmachine meenemen. Vervolgens een droogkast, een herenfiets en verder nog vele andere waardevol le prijzen. Zelfs de minder gelukkige kandidaten zul len niet met lege handen huiswaarts gestuurd wor den. Benevens de Lokerse ploegen zijn er dit jaar ploegen komen opdagen uit Hamme, Appels, Ever- gem en Buggenhout. De kandidaten zullen vragen moeten beantwoorden over Sport, Aktualiteit, Politiek en Muziek. Ook zal iedefe ploeg een behendigheids- proef te verwerken krijgen. De eerste avond zijn de ploegen ingedeeld in reek sen welke zijn aangeduid door loting. De tweede avond wordt er gespeeld volgens de klassering. De volledige organisatie van dit gebeuren ligt in handen van sekretaris Willy Van Sompel, die met zijn dyna misch bestuur een grote op komst verwacht voor deze beide kwisavonden. Tus sendoor kan er dan ook nog wel een partijtje dans bij, want heel het gebeuren zal opgeluisterd worden door discobar Silverbird. Kwismaster is eveneens Willy Van Sompel, en die heeft er dan ook nog een zaalkwis bij ingelast, waar bij de mensen in de zaal nog enkele waardevolle prijzen kunnen in de wacht slepen. En nu maar af wachten of de Lokerse ploegen deze derde uitgave in eigen midden kunnen houden, want met vreemde eenden in de vijver weet men nooit. De opbrengst van dit gebeuren komt ten goede aan de Spoelekens- kermis 1982. De deuren gaan open om 19u30 en de reeksen vangen aan 20u30. Het belooft al| een spannende derde uil ve te worden. J.vl De 11.11.11-aktie van bracht in totaal 104.071 .C op, wat een toename is n procent. In de provincie C Vlaanderen werd 7.453.67] ingezameld wat 23% i Op Paasdag 11 april, tevens kermiszondag te Leb beke, organiseert Incar een gezellig etentje voot zijn sympathisanten. Kip met frieten vormen de hoofdschotel 190 fr. Ook een kindermenu is voorzien, 100 fr. Er zijn ook pannekoeken te verkrijgen. Eetgelegenheid tussen 12 en 15 u. en tussen 18 en 21 u telkens in feestzaal Ons Huis, Leo Duboisstraa 23 te Lebbeke. Telefonisch reserveren hoeft niet maar garandeer een voorbehouden plaats op het voorkeuruur. Tele foneer dan tijdens de kantooruren naar het numme 052/21.96.14 of 's avonds op het nummer 052 21.13.51. Enkele dagen later organiseert Incar dan zijn jaar lijks bal eveneens in feestzaal Ons Huis. Kaarten t< bekomen bij de leden. Zaterdag 3 april trekt de karnavalstoet door Sint-Gillifl vanaf 15 u. De Mini-Kielen, keizer Luc I en prins Filip] inviteren ook tot het kinderfeest (dat om 13u30 in Kerkstraat 103 plaatsvindt) en het zesde karnavalbjl (vanaf 20u30 in De Gouden Leeuw, Kerkstraat 78). Na stoet worden op het gemeentehuis tijdens een receptfl verdienstelijke karnavalisten vereremerkt (17u30) e in jeugdhuis Den Biel een gratis koffietafel. De stoet trekt dus tegen drieën door de gemeente. H<] oord van samenkomst is het lokaal Den Eirentrappt Ruim halfvier is het als men aan het gemeentehui langskomt en dc sleutel symbolisch overhandigd wordt! De kindertjes hebben dan al gefeest en konden ziel inmiddels op hun plaats in de optocht nestelen. Via (f Nieuwstraat en de Blokstraat gaat het naar het OCM™ Daar wordt rond 16u45 gearriveerd: troepenschouw m.m.v. Nonkel Wally en uitdelen van kadootjes. De sto^ wordt rond 17ul0 ontbonden. (w

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 10