Struktuurplanning
in Sint-Niklaas:
over sturen en besturen...
vzw Museum Heraldiek
Benelux bereidt officiële
openstelling museum voor
Vestigingsplaats in «Dacca», Kasteelstraat
Derde Spoele knal kwis te Lokeren
Incar nodigt uit op kipfestijn
Alaaf in Sint-Gillis-Waal
10 - 2.4.1982 - De Voorpost
De kursus ruimtelijke ordening en struktuur
planning in Sint-Niklaas. U herinnert zich nog
hoe wij ernstige vraagtekens plaatsten bij het
verloop van de tweede studie- en diskussie-
avond van 9 maart jl. De leden van het
stadsbestuur eigenlijk niet ten persoonlijken
titel aanwezig, maar kom bleken weinig
koöperatief, ondergingen eerder lijdzaam en
zonder verpinken een kritisch spervuur, afge-
kogeld door zowat tachtig wakkere burgers. De
derde avond van de vormingscyklus bracht wat
verluchting. Enkele zeldzame momenten leek
het aanvals-verdedigingspatroon even te verva
gen. Centraal de vraag: hoe kan de bevolking
aan de planning meewerken?
Ten eerste moet zij zich kunnen informeren,
inzagerecht hebben, of beter nog: geïnfor
meerd worden. Het gemeentebestuur en niet
de aktiegroepen moet deze edukatieve taak op
zich nemen, aldus kursusleider Steven Roosen,
die zich voor enkele vuistregels baseert op de
resoluties van de Nederlandse gemeente U-
trecht: «Het is tenslotte de gemeentelijke over
heid die verantwoordelijk is voor aard en
kwaliteit "van de demokratie bij de besluitvor
ming. Zij moet ervoor zorgen dat alle adviezen
van andere instanties vooraf bekend gemaakt
worden, dat standpunten en konklusies van de
onderhandelingspartners duidelijk geformu
leerd worden, dat ook de «insprekers» een
gemotiveerd antwoord krijgen op hun vele
vragen». Vooral moet men vermijden dat de
niet-georganiseerde bewoners er bij het proces
tussenuit vallen. Wat deze openbaarheid be
treft heeft een gemeente natuurlijk een aantal
zeer bescheiden minimumvoorschriften na te
leven. «Een dynamisch bestuur echter», vindt
Steven Roosen, «doet méér, het voert een
aktief informatiebeleid».
Konkreet voor Sint-Niklaas: de stad heeft wat
zij noemt een sensibilizeringskampagne opge
zet. Het resultaat, negentig inzendingen, ach
ten de organisatoren van de kursus beslist
onvoldoende «Men moet inspanningen doen
om daarin verder te gaan», menen zij: «sponta
ne reakties op een eerste bekendmaking zijn
niet voldoende».
Hoe moet het dan verder? Wat zullen de
afspraken zijn? Daarover zou men het de
volgende avond, op 23 maart, hebben. De
kursisten konden dan misschien de plaatselijke
situatie vergelijken met die van Leuven, Turn
hout, Gistel en Gent: steden die al wat ervaring
hebben met struktuurplanning.
Verhit
De voorlaatste kursusavond ging iedereen, ook
de leden van het stadsbestuur er wel over
akkoord, dat de plaatselijke overheid voldoen
de informatie moet geven, dat zij haar beleid
moet toelichten, haar plannen bekendmaken.
Een bewoner vond het bevestigende knikje van
het stadsbestuur omtrent deze noodzaak hui
chelachtig: «wij vroegen vorige keer al naar uw
standpunt inzake de tegenstelling tussen de
noord-zuidas en de ring. Op geen enkele preg
nante vraag is een antwoord gekomenBoven
dien zou uit de informatie die het stadsbestuur
de bevolking in haar Stadskroniek verstrekt
over b.p.a. 's als dat van Centrum-drie, een
vooraffe bedisseling blijken, lezen wij niet
altijd: «Het gemeentebestuur heeft beslist dat
Als men vooraf iets wil weten zou men
aangewezen zijn op gissingen: wordt de Hof
straat een weg met twee keer twee rijstroken?
Met groen? Een middenbarm? Ondertussen
zijn de plannen, zoals het stadsbestuur trou
wens zelf toegeeft, meestal al in een zo verge
vorderd stadium dat men niet anders kan dan
ze uitvoeren. Het feit b.v. dat de stad huizen en
grond in de Plezantstraat al voor een groot deel
opkocht, zal een eventuele volkse bespreking
van b.p.a.-Centrum-drie ongetwijfeld bemoei
lijken. Een bewoner stelde de graad van uit
voering van een b.p.a. géén reden kon zijn om
alle bespreekbaarheid op te geven: Wij leiden
de procedure, de procedure mag ons niet lei
den», vond hij. Als men het hem vroeg, bleek
uit de diskussies die n.a.v de vormingscyclus al
gevoerd werden een klimax van ontevreden
heid. De enige uitweg zou bestaan m het d.m.v.
een verkorte procedure toch nog deblokkeren
van de zogenaamd voldongen feiten. «Het gaat
niet om toegeven», stelde hij nog: «we moeten
gewoon inzien dat we het anders moeten
doen».
De magistraten, de stadssekretaris: ze vonden
dat een dergelijke vasthoudendheid niet paste
in het opzet van de kursus. Maar een tijdens de
pauze opgehangen visualisering van het ver-
keersontwerp als voorzien in het b.p.a.-Cen
trum-drie animeerde het gesprek zoals geen
animator dat had gekund. Ik geef u, vrij
letterlijk, een deel van de verhitte, toch enigs
zins vermakelijke diskussie over het binnenver-
keer. Naast S staan de schoorvoetende woor
den van het stadsbestuur, naast B de verbeten
vraagdrang van bewoners.
B: 'Je kan er niet omheen dat men plaatselijk en
doorgaand verkeer zowel door als rondom de
stad stuurt».
S: «U moet het zo zien: Sint-Niklaas is een
winkelcentrum en een scholencentrum.
Konkiusie: we zullen altijd intens verkeer heb
ben in de binnenstad. Je moet er ook rekening
mee houden dat het openbaar vervoer, dat heel
het hinterland moet bedienen, nu al overbezet
is. En we hebben toch de plicht de winkeliers
een kans te geven?»
B -Maar akties als de verbreding van de
Hofstraat hebben toch niet het effekt dal bijvoor
beeld zware vrachtwagens langs de ring zullen
gaan. Rechtdoor is voor hen veel
S: «De verkeersborden met maximum gewicht
zijn u toch niet onbekend? Maar goed, hoe u
het ook bekijkt: Sint-Niklaas blijft aantrekke
lijk voor het verkeer».
B -Maar moet onze stad dan aantrekkelijk zijn
voor het verkeer of voor de mensen die erin
wonen?»
S: «Wij zijn een scholen-, winkel- en marktcen
trum».
B: *Er zijn nochtans steden die in dezelfde
situatie verkeren, waar ongeveer veertigduizend
auto's binnen- en buitenredén, waar ook scholen
en winkels zijn. Daar heeft men echter gepro
beerd, en men is erin geslaagd, de binnenstad
rustig te houden.
S: «Maar die steden zijn daar allerminst geluk
kig om Mechelen bijvoorbeeld helemaal niet.»
B -Enfin, ik bedoel niet steden die hier en daar
een winkelwandelstraat hebben, maar steden
met een overdachte en bestudeerde verkeersver-
arming. Leuven bijvoorbeeld. En dit, het onder
zoeken van de gevolgen en de mogel
van zulke akties, behoort toch tot struktuurplan
ning? Er zijn nog te veel diskussies die niet
aangegaan worden, die misschien op de verkeer
de plaats gevoerd worden. Wat ik eigenlijk wil
zeggen is: zijn alle overwegingen die nodig zijn,
wel gemaakt? Ik wil nog een voorbeeld geven:
het stadsbestuur heeft de intentie de Stations
straat van bussen te ontlasten. De Buurtspoor
wegen willen dat echter niet. Hierover moet dan
diskussie gevoerd worden met het ministerie.
S: «Heeft het ministerie dan almacht?»
B: 'Ik zou niet spreken van almacht, maar het
ministerie kan wel zeggen van: dat is niet
kon form de nationale maatregelen.
Een andere B: «Ik vind de argumentering Sint-
Niklaas is een scholengebied, dus heeft het
vierbaanswegen nodig» bedenkelijk. De
O.L.V.-Presentatie bijvoorbeeld zal volgens de
plannen volledig door rijbanen met vier rijstro
ken, door drie snelwegen omringd worden. Is
dat het belang van de schoolkinderen
Nog ieftiand wou op een tegenstelling wijzen
Hij kon niet uitspreken: SP-gemeenteraadslid
Van Gysel vond het wel welletjes zo. Liever
dan al die kritiek te aanhoren, wou hij wat
bijleren over hoe het dan wel moet. Zoniet zou
hij de zaal verlaten. Het ging trouwens ook niet
op om heel de tijd over die verkeersproblemen
te blijven doordrammen. Strukruurplanning is
méér dan dat. Maar Roosen is niet de man die
je met een wissewas van zijn stuk brengt. De
kursus was nooit bedoeld om enkel inzicht te
brengen: men had van meet af aan gepland,
telkens aan te sturen op een bespreking van de
konkrete situatie in Sint-Niklaas. «En dat nu
zoveel over het verkeer gepraat wordt», meen
de Roosen, «is omdat verkeer juist een zeer
gewichtig onderdeel van de struktuurplanning
vormt»
Blijkt dus dat om sommige vragen bijzonder
afscharmend gereageerd wordt. De weg naar
een gezond vertrouwen is, dunkt me, nog lang.
Gezonde nieuwsgierigheid van de bevolking
stuit op wantrouwige rimpels, op wegvluchten
de antwoorden. Er was de derde avond al de
expliciet geformuleerde behoefte, de kursus
een vervolg te geven. Voor de volgende avond
verwachtten de aanwezige bewoners van het
stadsbestuur ondubbelzinnigheid en duidelijk
heid i.v.m. haar bereidheid, samen een ten
volle op inspraak berustend planningsproces uit
te werken. Het is vanzelfsprekend niet zo dat
de relatief kleine groep geïnteresseerden inza
ke de toekomstige planning een zeker monopo
lie voor zich opeist of op enige representativi
teit wil bogen. Deze mensen dringen er juist op
aan dat de bevolking, en pet wijk elk individu,
daadwerkelijk bij het planningsproces wordt
betrokken. Daarvoor moet er eerst inspraak
zijn over inspraak, inspraak dus bij het bepalen
van de manier waarop de bevolking bij de
bepaling van het stadsbeeld zal worden betrok
ken. Het komt er vanzelfsprekend op aan of de
gemeentelijke overheid ja dan neen hieraan wil
meewerken, of zij ja dan neen haar spraakbe-
leid in het kader van struktuurplanning funda
menteel wil wijzigen en konkrete technische en
organisatorische middelen voor het verdere
verloop wil afspreken.
Te zeggen dat deze onzekerheid de laatste
kursusavond volledig wérd weggenomen, is
beslist overdreven
Gistel en Turnhout b.v.
De vierde en laatste avond. 23 maart. De foyer
van de stadsschouwburg. Andermaal ruime
belangstelling (ik schat: negentig aanwezigen).
Steven Roosen had het o.m. over Leuven, over
Gistel en Turnhout. Daar heeft men al een
brok struktuurplanning achter de rug. De be
vindingen, de uit ervaringen gedistilleerde re
gels zijn boeiend, leerzaam.
In Gistel heeft men ondervonden dat gedach-
tenwisselingen over de tegenstellingen tussen
de betrokken partners heen wel degelijk moge
lijk zijn. Maar het inwerken vergt de nodige
tijd. Conditio Sine qua non is ook het kreëren
van een vertrouwensrelatie. Na zes maand vlot
dat wel, zegt men in Gistel. Praatjes, zegt
Roosen.
In Turnhout stond het Kultureel Centrum De
Warande in voor de inspraakbegeleiding. Een
professionele aanpak dus en geen aangelegen
heid waarmee men zich na de werktijd nog
bezighoudt. Ook in Turnhout begon het met
inspraak over inspraak; een hele studiedag
wijdde men eraan (Roosen heeft krachtig aan
gedrongen op zo'n studiedag voor Sint-Niklaas,
tevergeefs echter). Dan ging mén aktief tot
inspraak stimuleren, inspraakgroepen werven,
wijk per wijk, vereniging na vereniging. 43
groepen schoven de stoelen onder tafel en
ontwierpen knelpuntennota's. In een overleg
groep bespraken de bewoners hun verschillen
de ideeën. En representatieve koördinatie-
groep situeerde de doelstellingen tegen de
wijdere achtergrond van ruimtelijka ordening
en verkeer. Een deugdelijk systeem zolang
men de drie stadia respekteert: eerst knelpun
ten definiëren, dan doelstellingen filtreren en
tenslotte oplossingen formuleren. De tweede
stap durft men wel eens over te slaan. Al te
voorbarig gevoerde solutionele diskussies wij
zen op een oppervlakkigheid bij de bespreking
van de knelpunten.
Mededeling van de regering
Maar stadssekretaris Elshout moest nog iets
zeggen: «In overleg heeft het kollege van
burgemeester en schepenen bepaald dat
Volgen dan de strikte gegevens, een brief die
nauwelijks een antwoord kon zijn, wel zeer
konkreet (was) wat betreft de officiële voorge
schiedenis van de struktuurplanning in Sint-
Niklaas, zeer vaag en alles behalve glashelder
echter inzake het hoe van de verdere volks
raadpleging. Maar goed; opdat iedereen het
wetc
Vorig jaar stelde het stadsbestuur een centrale
stuurgroep samen die in april en juni '81 al
vergaderde en besloot in de stad en haar vier
deelgemeenten een informatieronde op te
zetten. Konkreet betekende dat: in elke ge
meente een informatieve tentoonstelling plus
de grijze brochure in de stadskroniek. 90 voor
stellen opsplitsbaar in 1200 suggesties glipten in
de planningsbus. Elke inzender of groep inzen
ders kreeg een gedetailleerd overzicht van alle
voorstellen. En dan was er de kursus die toch
de bedoeling had de bevolking vertrouwd te
maken met de begrippen ruimtelijke ordening
en struktuurplanning? Meer dan honderd in
schrijvingen hiervoor, en dus een relatief suk-
de magistraten mochten zelf ook wel
een initiatief nemen: zij verzamelden een aan
tal vaktechnische krachten onder de noemer
plangroep. In maart van dit jaar vergaderde
deze plangroep al twee keer. Hun suggesties
werden opgesplitst in vier modellen: een eko-
nomisch model, een ontmoetings-, verzorgings-
en milieumodel en kort nadien opnieuw be
sproken. De plangroep zal ook trachten een
voorlopig richtplanontwerp met doelstellingen
samen te stellen. De centrale stuurgroep heeft
dan een beetje een senaatsfunktie: hij zal het
ontwerp intakt laten, wijzigen of aanvullen.
Maar waar ergens zit de bevolking hier? Eén
zinnetje daarover: «het stadsbestuur wenst de
inzichten die tijdens deze kursus naar voren
werden gebracht samen met de plangroep te
bespreken». En: zoals dé burgemeester al zei:
de bevolking is bij alfa betrokken en zal bij
omega nog steeds betrokken zijn». Blijkt echter
alras dat de bevolking al bij beta niet meer zo
welkom is
De onderhandelingspartners
Omdat Roosen niet graag het gevoel zou heb
ben dat zijn kursus één windei was geweest,
stelt hij voor dat de aanwezigen zich, verdeeld
over drie groepen, zouden bezinnen over een
tiental basisvragen. Hoe gaan we met de bevol
king, zeer kleinschalig, aan struktuurplanning
doen? Iemand stelde voor van de kijkwoning
een permanent geopend informatiecentrum te
maken Wil men werken met territoriale in
spraakgroepen, liever uitgaan van bestaande
verenigingen of de twee een kans geven9 Het
eerste leek de aanwezigen het meest aangewe
zen. Wie zorgt voor de inhoudelijke informa
tie, voor gespreksleiding, de uitvoerige verslag
geving? Roept men hier de hulp in van gemeen
teambtenaren, van een externe organisatie, van
Maatschappelijk Opbouwwerk Waasland b.v.?
Want hulp moet er zijn, vindt iedereen. En wie
betaalt die hulp dan? In Turnhout liepen de
kosten op tot drie miljoen. De ogen draaiden in
de richting van de heren van het stadsbestuur.
Iedereen is het er ook wel over eens dat de
bevolking in de stuurgroep moet aanwezig zijn,
maar hoe regelt men die vertegenwoordiging?
Een suggestie: vanuit de territoriale basisgroep
een vertegenwoordiger naar een middenorgaan
en van daaruit een representatie naar de stuur
groep. Als er goeie afspraken zijn, zou deze
representatie van de bevolking beperkt kunnen
blijven tot één persoon. Roosen meent, la
chend weliswaar, maar toch, datzulke enorme
verantwoordelijkheid dc uiteindelijk gekozen
man of vrouw wel tot zelfmoordgedachten zou
kunnen brengen
Nog andere inspraakafspraken betreffen de
timing van de drie fasen (knelpunten, doelstel
lingen, oplossingen). Hoe speelt men de doel
stellingennota terug door naar de bevolking?
Wanneer? En tussen al die vragen door ook:
wat moet gerealiseerd worden en wat moet
tijdens het inspraakproces wachten? Het zou
weinig opportuun zijn, een strukturele ingreep
als b.v. de verbreding van de Hofstraat tijdens
het proces te voltooien. Op die manier onttrekt
men een belangrijk deel van de besluitvorming
aan het proces.
Een rcdakticploeg zou, uitgaande van de tij
dens deze laatste kursusavond naar voren ge
brachte suggesties, op korte termijn een proce-
durevoorstel kunnen uitwerken. Zeven bewo
ners en leden van aktiegroepen wilden zich
hiervoor inzetten; niemand van het stadsbe
stuur echter. Stadssekretaris Elshout kamoe-
fleerde netjes zijn njet: hij was van mening dat
de centrale stuurgroep en niet een of andere
lukraak samengestelde redaktie zich over de
procedure voorstellen moest buigen: «Het is in
laatste instantie nog altijd het stadsbestuur dat
over de b.p.a.'s zal moeten oordelen. Ik meen
dat de stuurgroep de enige direkte weg is om
tot afspraken te komen
En wat als die stuurgroep slechts ten dele
akkoord gaat om de bevolking in te schakelen
of een methode uitwerkt die niet echt ten volle
demokratisch is? Het zou de motivering zware
schade kunnen toebrengen. Volgens verkeers-
deskundige Roel De Jong moest de overheid de
bevolking hoe dan ook bij de inspraakbesluit
vorming betrekken. Nogmaals rond de tafel
gaan zitten dus en de interessante aanzetten tot
bespreking die er al waren verder uitdiepen.
«Het is natuurlijk makkelijker», zei Roel De
Jong, «om alles binnenskamers te bedisselen en
achteraf tegen A te zeggen: B volgt u niet, en
tegen B: A volgt u niet, dan A en B werkelijk
met elkaar te konfronteren».
Maar de verkozenen des volks bleven bij hun
standpunt' hun centralestuurgroep zou zelf zijn
boontjes wel doppen. Als wij hun grimmige
stilzwijgen echter mogen interpreteren als een
niet-afkeuren, zullen de ontwerpnota van de
redaktieploeg van de kursus en die van de
officiële stuurgroep op woensdag 7 april a.s. in
Café Hemelrijk aan elkaar getoetst worden.
Het zal geen sinekure zijn. Steven Roosen
nodigde het stadsbestuur tenslotte nog uit om
zo vlug mogelijk een avond te organiseren
waarop met hogervermelde vragen als uit
gangspunt en de resumé van de ontwerpnota's
als basis konkreet kan overlegd worden
Wij houden u op de hoogte
Leo DE BOCK
«Heraldiek» is in Temse een woord als een ander. Het
heeft er burgerrecht verworven dank zij Jean Boeykens,
stichter-konservator van het Museum Heraldiek Benelux,
zyn levenswerk. Vijfentwintig jaar lang heeft hjj zich
intens aan de studie van de wapenschilden en vlaggen
(banistiek) gewijd, en in die tijdspanne heeft hy een
indrukwekkende verzameling opgebouwd. De jongste
twee jaar is de kollektie herhaaldelijk in de belangstelling
gekomen naar aanleiding van het feit dat Jean Boeykens
de inboedel wou overmaken aan een organisatie of instel
ling, die de verzameling definitief zou behartigen en
tentoonstellen. Dit voornemen lokte interesse vanuit ver
scheidene hoeken, zowel binnen als buiten Temse.
Enige tijd zag het ernaar uit dat het museum in handen
zou komen van het gemeentebestuur, maar uiteindelijk zal
dit niet het geval zyn.
Begin dit jaar werd een nieuwe vzw Museum Heraldiek
opgericht, die zich specifiek met het beheer en het
tentoonstellen van het patrimonium zal inlaten. Dank zy
de medewerking van het gemeentebestuur beschikt de vzw
over een terwijl kleinere vertrekken mogelijkheid bieden
tot vergaderen en bergen van niet-tentoongestelde stuk
ken. De opening van het museum wordt voorzien tegen
Sinksen.
Beheerraadsleden van de vzw Museum Heraldiek Bene
lux. Zittend Christine Baeke, Jean Boeykens en Ria De
Cock. Staande Luk De Ryck, Luk Verhulst, Mark Smet
en Bruno Machiels. (rdg)
Rond 1955 startte Jean Boey
kens, die in 1943 het Gemeen
temuseum van Temse stichtte,
met de studie van de wapen
schilden en vlaggen. Deze lief
hebberij groeide uit tot een
ware passie en de theoretische
kennis kreeg doorheen de ja
ren een tastbaar verlengstuk:
de heer Boeykens begon zelf
met het vervaardigen van wa
penschilden en vlaggen en ge
leidelijk bouwde hij een kol
lektie op, die het predikaat
indrukwekkend verwierf. De
verzameling was in 1964 zo
omvangrijk geworden, dat zij
de voedingsbodem werd voor
de oprichting van een nieuwe
instelling, die de naam kreeg
van «Stichting Heraldiek Be
nelux». Bij de oprichting in
1964 omvatte het bestuur voor
namelijk notabelen, onder wie
graaf Daniël Legrelle (Ant
werpen).
De kollektie werd tot dusver
vier maal tentoongesteld: in
Temse (1964 en 1975), Beve-
ren (Cortewalle, 1967), en
Geel (1968). In 1972 maakte
stichter-voorzitter-konservator
Jean Boeykens het geheel over
aan de Bank van Parijs en de
Nederlanden, met dien ver
stande dat de bank de verza
meling zou onderbrengen in
een geschikt gebouw, en ze
zou exposeren. De bank had
rond 1972 het gebouw gelegen
Markt 4 Temse aangekocht
met de bedoeling aldaar een
filiaal te starten en er tevens de
kollektie te etalleren.
Verscheidene jaren gingen
voorbij zonder dat nieuwe be
slissingen werden getroffen. In
1978 begon Jean Boeykens aan
opvolging te denken; hij leidde
een viertal medewerkers op,
aan wie hij een kursus heral
diek en banistiek gaf. Het be
trof Ria De Cock, Flora A
Luk Verhulst en Luk De R
In juni 1980 besliste de I
van Parijs en de Nederlaj
af te zien van de vestiging]
een filiaal in Temse, waai
Jean Boeykens opnieuw I
nam van de kollektie. Een]
bericht bekend werd van d
se zijden belangstelling i
toond voor de verzamel
Onder andere de Wase ho|
stad lonkte gretig. Maar o
Temse zelf rees belangstel]
en Jean Boeykens T
naar in hart en nieren -
koos uiteindelijk zijn eigen
boorte- en woonplaats als 1
nitieve standplaats. Zag h
enige tijd naar uit dat hetH
meentebestuur het musM
zou overnemen, dan zoa|
besprekingen uiteindelijk
een andere oplossing lera
Begin dit jaar werd een I
Museum Heraldiek Bena
opgericht, aan wie Jean BÏ
kens de kollektie overmaaB
Deze vzw werkt momeq
aan de openstelling van 1
museum waarvoor het
meentebestuur een grote I
in Dacca (Kasteelstraat)^—
beschikking stelde. AanjH
sings- en verfraaingswe^™
zullen nog wel 'n paar mi
den in beslag nemen,
aangenomen wordt dat 3
museum einde mei (Pinld^
ren) zal worden opengestefl
De raad van beheer van q
vzw bestaat uit:
beschermheer graaf Daniël
Grelle, erevoorzitter schejj
Désiré Van Riet, voorz
Jean Boeykens, ondervoo]]
ter Ria De Cock, sekrej™
Luk Verhulst, penningmeq
Christine Baeke. public i
tions Luk De Ryck, conci
Benoit Van Raemdonck. Ie]
Bruno Machiels c
Smet.
De raad van beheer heeffl
middels kontakt opgenol^
met de Nationale Subkomfl|
sie voor Heraldiek, metT
bedoeling een afgevaard^|
hiervan in de raad op|
nemen.
Leden en ereleden zijn i
welkom. Het jaarlijkse lidg
bedraagt 100 fr., het crclidj
(minimaal) 250fr. Deze bei
gen kunnen overgemaakt w
den op rekeningnummer
0923600-90 van het Gcme
tekrediet van België of
kontaktname met leden vai
raad van beheer.
De zetel van het Museunfl
gevestigd Kasteelstraat 3,
Temse. Het Museum Hel
diek Benelux in Temse hl
een uniek karakter: het is]
enige museum van wapensJ
den, vlaggen en ereteken^
België en ver daarbuiten.
Op 2 en 3 april a.s. heeft
deze kwis plaats in de zaal
Concordia te Lokeren. Na
dat er dertig ploegen had
den ingeschreven, zullen er
uiteindelijk 27 ploegen
strijden voor deze derde
uitgave. Enkele ploegen
hebben reeds de aftocht
moeten blazen, en dit door
onvoorziene omstandighe
den. Wie dit jaar de lau
reaat wordt van deze kwis
krijgt als beloning een hifi-
keten in ontvangst. De
tweede kan nog een vaat-
wasmachine meenemen.
Vervolgens een droogkast,
een herenfiets en verder
nog vele andere waardevol
le prijzen. Zelfs de minder
gelukkige kandidaten zul
len niet met lege handen
huiswaarts gestuurd wor
den. Benevens de Lokerse
ploegen zijn er dit jaar
ploegen komen opdagen
uit Hamme, Appels, Ever-
gem en Buggenhout. De
kandidaten zullen vragen
moeten beantwoorden over
Sport, Aktualiteit, Politiek
en Muziek. Ook zal iedefe
ploeg een behendigheids-
proef te verwerken krijgen.
De eerste avond zijn de
ploegen ingedeeld in reek
sen welke zijn aangeduid
door loting. De tweede
avond wordt er gespeeld
volgens de klassering. De
volledige organisatie van
dit gebeuren ligt in handen
van sekretaris Willy Van
Sompel, die met zijn dyna
misch bestuur een grote op
komst verwacht voor deze
beide kwisavonden. Tus
sendoor kan er dan ook
nog wel een partijtje dans
bij, want heel het gebeuren
zal opgeluisterd worden
door discobar Silverbird.
Kwismaster is eveneens
Willy Van Sompel, en die
heeft er dan ook nog een
zaalkwis bij ingelast, waar
bij de mensen in de zaal
nog enkele waardevolle
prijzen kunnen in de wacht
slepen. En nu maar af
wachten of de Lokerse
ploegen deze derde uitgave
in eigen midden kunnen
houden, want met vreemde
eenden in de vijver weet
men nooit. De opbrengst
van dit gebeuren komt ten
goede aan de Spoelekens-
kermis 1982. De deuren
gaan open om 19u30 en de
reeksen vangen aan
20u30. Het belooft al|
een spannende derde uil
ve te worden.
J.vl
De 11.11.11-aktie van
bracht in totaal 104.071 .C
op, wat een toename is n
procent. In de provincie C
Vlaanderen werd 7.453.67]
ingezameld wat 23% i
Op Paasdag 11 april, tevens kermiszondag te Leb
beke, organiseert Incar een gezellig etentje voot
zijn sympathisanten.
Kip met frieten vormen de hoofdschotel 190 fr. Ook
een kindermenu is voorzien, 100 fr. Er zijn ook
pannekoeken te verkrijgen.
Eetgelegenheid tussen 12 en 15 u. en tussen 18 en 21
u telkens in feestzaal Ons Huis, Leo Duboisstraa
23 te Lebbeke.
Telefonisch reserveren hoeft niet maar garandeer
een voorbehouden plaats op het voorkeuruur. Tele
foneer dan tijdens de kantooruren naar het numme
052/21.96.14 of 's avonds op het nummer 052
21.13.51.
Enkele dagen later organiseert Incar dan zijn jaar
lijks bal eveneens in feestzaal Ons Huis. Kaarten t<
bekomen bij de leden.
Zaterdag 3 april trekt de karnavalstoet door Sint-Gillifl
vanaf 15 u. De Mini-Kielen, keizer Luc I en prins Filip]
inviteren ook tot het kinderfeest (dat om 13u30 in
Kerkstraat 103 plaatsvindt) en het zesde karnavalbjl
(vanaf 20u30 in De Gouden Leeuw, Kerkstraat 78). Na
stoet worden op het gemeentehuis tijdens een receptfl
verdienstelijke karnavalisten vereremerkt (17u30) e
in jeugdhuis Den Biel een gratis koffietafel.
De stoet trekt dus tegen drieën door de gemeente. H<]
oord van samenkomst is het lokaal Den Eirentrappt
Ruim halfvier is het als men aan het gemeentehui
langskomt en dc sleutel symbolisch overhandigd wordt!
De kindertjes hebben dan al gefeest en konden ziel
inmiddels op hun plaats in de optocht nestelen. Via (f
Nieuwstraat en de Blokstraat gaat het naar het OCM™
Daar wordt rond 16u45 gearriveerd: troepenschouw
m.m.v. Nonkel Wally en uitdelen van kadootjes. De sto^
wordt rond 17ul0 ontbonden.
(w