Beter kamers verhuren dan weekendhuisjes oprichten
Mespelare: ongekunsteld en eenvoudig
Reinaart achterna
40 - 2.4.1982 - De Voorpost
Speciaal geïllustreerd door de in 1914 te Dendermonde geboren maar sinds geruime tijd te Waasmunster
woonachtige, internationaal vermaarde kunstschilder en grafikus Regnier de Herde, publiceren we vanaf heden
nu en dan in De Voorpost een of ander reisverhaal van Bert Peieman. Waarbij steeds reislustig wordt vertrokken
vanuit het gebied gelegen tussen Dendermonde en Rupelmonde.
De redaktie.
Vanuit het land van Dendermonde en het «Zoet Land van
Waas», allebei met een Sint-Gillis gezegend, samen met heel
wat andere dorpen op hun beurt gedoopt met de naam van
een of andere heilige, reden we het Oostenrijkse dorp met
de drie Sinten tegemoet.
Waar de «piloot-gemeente» de in gans Europa bekende
naam van het wintersport-centrum Sankt-Anton draagt,
zijn er tevens de twee deelgemeenten Sankt-Christoph en
Sankt-Jacob geheten. Ook ditmaal volgden we er de
voetsporen van Reinaart De Vos.
Waar we reeds vroeger, eveneens in het Oostenrijkse
Leutasch konstaleerden dat Reinaart er, zowel in de
letterkunde als in levende lijve», een overbekende is,%
S,*T NlklMS»
*»kTCkilVr?ry
Dat men met Reinaert alle kanten uitkan (en Sinten
evenzeer) illustreert bovenstaande wegwijzer
ontdekten we bovendien dat de man die er het «Fremden-
verkehrsverband» leidt een alvast Reinaardiaanse voor
naam draagt en Reinhard Halswanter heet.
Al even fijn bezorgde men ons in Sankt-Anton een verras
sing toen we op de zonnige flank van een met «vierklavers»
bezaaide berg in Oostenrijk het Schweizerhof betraden en
in de voorhalle, naast Reinaart de Vos ook Grimbert de
das ontmoetten!
Hoewel beiden «opgezet» en sinds jaren in onbeweeglijke
houding als een soort erewacht in het Schweizerhof opge
steld, bleken zowel de vos als de das erg opgezetmet ons
bezoek als beseften ze dat we via Sint-Niklaas, in volle
Vlaamse Reinaartland, naar Sankt Anton waren gereisd.
Waarbij even met nadruk geografisch dient te worden
beklemtoond dat er in het Oostenrijkse gebied waar we
ditmaal vertoefden twee Sankt Antons zijn, maar het in ons
geval ging om «Sankt Anton am Arlberg».
Dat dit schattige en vooral schilderachtige dorp waar we
weldra door Reinaart zouden worden begroet gelegen is in
de onmiddellijke buurt van de uitgang van de machtige 13
km, lange Arlbergtunnel, liet ons toe in onze verbeelding
voornoemde tunnel tot reusachtige vossenpijp» te herdo
pen. Wal ons bovendien dwong even terug te denken aan de
eerder bescheiden as herdoopt tot «Konijnenpijp», hoewel
zelfs het graven van een dergelijke pijp rond de jaren dertig
een reuzeprestatie betekende.
Wie echter gekonfronteerd wordt met het technisch wonder
van de Arlbergtunnel die vooral tijdens de ingesneeuwde
wintermaanden aan hei internationaal goederenverkeer
reusachtige diensten bewijst, beseft dadelijk dat voornoemd
kunstwerksamen met de Brennerpas-autoweg, alvait in
dit deel van West-Europa behoort tot de meesterwerken der
moderne techniek.
Drie Sinten in een Sint
Alweer in het teken van de alom in Europa aanwezige
geografischeSinten wacht ons echter bij het uitrijden van
de Arlbergtunnel een drievoudige verrassing vermits dade
lijk kan worden vastgesteld dat het eigenlijke Sankt-Anton,
zoals hogerop reeds vermeld, de «pilootgemeente» is voor
twee andere Sinten, mit name Sankt Christoph en Sankt
Jacob. Wat bewijst dat ook in Oostenrijk heel wat gemeen
ten, alle hemelse of helse protesten ten spijt werden samen
gesmolten.'
Toeristisch en administratief bekeken blijken de «drie
Sinten» het echter onder de leiding van Sint-Antonius of
Sankt Anton uitstekend te doen.
't Sankt Anton, zowel -om zijn luxueuze als om zijn
verfijnde middenklashotels, een stevige faam veroverde en
verdient mochten we persoonlijk beleven.
Opvallend is daarbij de uiterste vriendelijkheid en hel
dienstbetoon waartoe men in toeristisch Oostenrijk nog
steeds bereid blijkt te zijn.
Een andere stevige pijler waarop een niet onbelangrijk deel
van het Oostenrijks hotelwezen opgebouwd staat, is het
familiebedrijf. Een schitterend voorbeeld hiervan werd ons
geboden tijdens ons verblijf in het Reinaardiaanse Schwei
zerhof uitgebaat door de familie Isepponi. Renato heet er de
man die er samen met zijn"vrouw Trudi, hulpvaardig
bijgestaan door de dochter die in Zwitserland hotelschool
liep, in eng familiaal verband onder alle opzichten keurig
midden-klashotel bezielt. Dat de keuken er gelijktijdig
Oostenrijks en internationaal is, valt wellicht te verklaren
door het «kulinaire feit» dat Renato van geboorte een
«Italiaanse Zwitser» is, koninklijk de skepter zwaait in de
keuken en ons zelfs verzoende met de tot dan toe eerder als
kulinaire tennisballen beschouwde Knödel!
Wat er ook van zij de Italiaans-Zwitserse Oostenrijker
ontpopt zich behalve als flinke kok, na de zware werkuren,
ook nog als een Uilenspiegeliaanse spuiter die de gasten
deugdelijk aan het lachen zet en bovendien de knepen van
Reinaart de Vos blijkt te kennen.
Merkwaardig was het tevens vast te stellen dat voornoemde
familie met broer en zuster hartelijk samenwerkt, indachtig
dat het ruime Schweizerhof uiteindelijk gegroeid uit Haus
Kathrein. het oorspronkelijke Moederhuis dat nog steeds
door Trudi's zuster wordt geleid. Een al even intense
samenwerking bestaat met de broer die in Sankt Jacob Haus
Gletscherblick uitbaat en ervoor zorgt dat, evenals de twee
overige familie-gasthoven, het bedrijf bloeit als de zware
trossen geraniums 's zomers alom de balkons te stralen
zetten.
Overweldigende natuur
Wie te Sankt-Anton een verkenningstocht maakt tussen de
drie Sinten komt ongetwijfeld het meest onder de indruk
van de overweldigende natuur. Waar men het hier inder
daad niet hoeft te hebben van een of andere burcht en al
evenmin van een middeleeuwse kathedraal, beloont de
natuur ruimschoots de toerist.
Wie trouwens in het andere opzicht allerlei beleven wil kan
terecht in het nabij gelegen Landeck en het niet zo verre
Insbruck. Wie houdt van wandelingen in het groenste groen
of in het witste wit wordt te Sankt Anton beslist niet
teleurgesteld en ontmoet er meer dan eens in huis- of
hotelkamer een opgezette vos. Waarna we meteen beklem
tonen dat Sankt Anton blijkbaar nog al te veel bekend is als
«wintersportoord» waar, naast koningen en konginnen,
prinsen en prinsessen, filmsterren en allerlei beroemdheden
's winters te gast zijn.
Een hele belevenis is het te voet of met de «zweefbaan»
bestijgen van de Galzig, de Vallugagrot en vooral de
Vallugagipfel, 2809 meter hoog. Wie hier in de eeuwige
sneeuw terecht komt aanschouwt er niet alleen een visioen
uit het scheppingsverhaal maar «tankt» er tevens de zuiver
ste zuurstof! Al even indrukwekkend met o.m. als een
ander hoogtepunt de machtige Silvretta-toermet zijn
bonkige bergketen.
Bewogen of rustig
Een buitenkansje werd onszelf hierbij geboden door Rena
to's schoonbroer. De uitbater van Haus Gletcherblick die
ons met zijn niet te stuiten Landrover meevoerde naar de
top van de Alm om er te belanden bij een hypermodern
zuivelbedrijf waar een legertje rinkelende koeien zorgt voor
melk, kaas, boter en allerlei levensprodukten. Om te
beseffen dat tot deze laatste in geen geval de krachtige borrel
behoorde die ons werd aangeboden, hoefden we niet eens
een tweede glas yoghourt te drinken.
Voor wie het wat rustiger aan wil doen en niet steeds de
bergen in wil, bestaat een fraai Feriënpark met in het
midden een sprookjesachtig landhuis, eertijds bewoond
Zo schetste Regnier De Herde de sierlijke kerk van
Sankt Anton, waarvan de hoofdtoren op zijn beurt
bekroond is met «De klassieke ajuin ofte ui»
door de Bulgaarse tabakkoning Koutzouglore. Als een
verfijnde attraktie ligt aan de voet van het landhuis een
glinsterende vijver waarin rustig of onrustig (al naargelang
het geduld van de visser) naar forellen kan worden gehaakt.
Wie daarbij beet heeft, kan de forellen tegen een speciale
toeristenprijs meenemen of ter plaatse laten bakken en
verorberen. Wie er trouwens niet in gelukt een forel aan de
haak te slaan kan de hulp inroepen van de parkuitbater die
binnen de minuut een prachtexemplaar bovenhaalt, het
door zijn vrouw laat bakken en als nagerecht zorgt voor een
stevig stuk «Hausgemachte Linzertorte» Ook dit alles
behoort tot het toeristisch dienstbetoon te Sankt Anton
Tenslotte is het goed om weten dat ook daar Sint-Antonius
vereerd wordt als dé patroon der verloren voorwerpen.
Mocht u inderdaad in de buurt van Sint-Niklaas, Sint-
Pauwels, Sint-Gillis, Sint-Jans-Steen of een andere Sint ooit
uw goed humeur verliezen, rijd dan naar het Oostenrijkse
gebied van de drie Sinten: Sankt Anton, Sankt Christoph en
Sankt Jacob! Ongetwijfeld laat u had mogen verloren gaan.
Bert Peieman
m h tPr?,e"D «Ik op de be- weekendverblijven niet meer we weekendhnken op te rich- «Alle dossiers waa, men kan vleeshandelaar op het reeds
SS. a c weekendverblijven dan b.J CVP-raadslid angnjke taak van de plaatse- kunnen afgebroken worden, ten Het betreft immers een afbreken, moet de overheid vermelde Lochteveld opge-
rowat de groene jongen bij uitstek van de hjke veldwachter, die dagelijks Hierbij denkt hi, o a aan de landschappelijk waardevolle ook tot de afbraak overgaan, trokken heeft met allerhande
ou ,rj. w 8emeente zou moeten ver- wijk Lochteveld te Meldert. zone. waarvan de grond dan aldus het CVP-eemeente- afbraakmatcriaal Dat dc stad
de^nVebrdkwriS,^5^!Me,Jer'Ja.n!te hiJzich tegen kennen Wanneer hij verdach- waar op het Gewestplan een nog zeer vruchtbaar is en be- raadslid. Hierbij denkt hij o.a. Aalst hier niets wil of kan
HesSC-S m bl7?h' rJ°d'n V d", ge5nTT Z°U ?°"C 0°°!, weekendverblijven langnjk voor de landbouwers, aan diegenen, die de jongste tegen doen. vindt hij onge-
gewreek. °°k Groo'-AiUs» MJjfl Idj verder veratten, hij d,t onmiddellijk moeten ingetekend werd De zeven Als men toch ergens wenst te tijd opgericht werden aan de hoord. In de plaats ervan wil
Week dat hij de toestand ter s'gna'eren aan zijn oversten, huisjes die er nu staan zouden regulariseren dan ziet Lambert rand van het Kravaalbos. Het hij dat dc handelaars en land-
*7" 8 zodat het stadsbestuur kan in- dan via een Bijzonder Plan van Van de Sijpe eerder de moge- feit of men al dan niet een bouwers aangezet worden om
Hierbij is hij de mening toege- Sijpe vreest dat. indien er niet grijpen nog vóór het kwaad Aanleg kunnen geordend wor- lijkheid bestaan in de vallei regularisatieaanvraag indien- propere schuilhuisjes voor het
daan dat alhoewel er de jong- drastisch opgetreden wordt, geschied is. Anders is het te den, waarbij volgens hem van de Molenbeek zelf. waar de, zou hierbij geen rol mogen vee op te richten met streekge-
ste vijf jaren wel een aantal het in de toekomst wel slechter laat, want soms wordt op één vooral aandacht zou moeten het toch meestal laaggelegen spelen bonden materialen
weekendverblijven verdwenen kan worden. dag een chalet of een nieuwe besteed worden aan het weg- hooivelden betreft, die land- Maar niet alleen aan dc week- Kamping
er toch nog heel wat nieuwe De overheid zou daarom on- karavan opgericht» aldus Van stoppen van de houten verblij- bouwkundig waardeloos zijn. endhuisjes ergert Lambert Ook de oprichting van een
optrekjes bijkwamen. De toe- middellijk moeten reageren, de Sijpe ven door middel van een inten- Op alle andere plaatsen te Van de Sijpe zich blauw ook kamping ziet de heer Van de
stand is in Groot-Aalst wehs- wanneer de wetgeving op de Regularisatie sieve groengordel. Dit BPA Meldert en in de Faluintjesge- aan bepaalde veeschuilplaat- Sijpe moeilijk realiseerbaar an
waar beter dan m het Waas- stedebouw en de ruimtelijke De heer Van de Sijpe begrijpt zou echter niet de mogelijk- meenten zouden de weekend- sen. Hierbij verwijst hij naar de Faluintjesgemeentcn Er
land, maar de heer Van de ordening overtreden wordt, dat een aantal bestaande heid mogen bieden om er nieu- huizen moeten verdwijnen, een ware bidonville die een zou volgens hem enkel kunnen
gedacht worden aan het oj
richten van een tentenkamp i
de vallei achter dc Kriekenvill
te Meldert. Het kamp zou da
kunnen gebruikt worden d
mensen, die ter plaatse
natuurstudie willen doen
Hoofdvoorwaarde was dan we
dat het terrein eigendom zo
geweest zijn van de gemeen
schap, wat gezien de verkcx
van de Kriekenvilla en aanpa
lende gronden onlangs aai
partikulieren nu niet lange
mogelijk is.
Luk Van Der Heil 4}
ft
Halfweg tussen Aalst en Dendermonde,
langs de oever van de Dender, ligt het
dorpje Mespelare. Met zijn vijfhonderd
inwoners kent het een rustig en bescheiden
bestaan, hetgeen niet wegneemt dat deze
kleine leefgemeenschap kan bogen op een
opvallend rijk historisch verleden. Wie er
om zo te zeggen zijn levenswerk van ge
maakt heeft om, speurend in stoffige, her
en der verspreide archieven, alle wetens
waardigheden van zijn dorp te verzame
len, is de heer Raf Meganck. Tijdens de
diensturen behartigt hij als B.T.W.-hoofd-
controleur de bedrijven van de schatkist.
In zijn vrije tijd is Mespelare, het dorp en
zijn kerk, zijn voornaamste passie!
Als de historicus in de Heer Meganck aan
het woord is, blijkt al spoedig in welke
mate hij zich reeds in zijn onderwerp
heeft ingewerkt. Het is moeilijk om te
gewagen van het centrum van een dorp
van vijfhonderd inwoners. Laat ons dus
gewoon zeggen dat in Mespelare een
bevallig kerkje staat van Romaanse oor
sprong, het Sint-Aldegondekerkje. Niet
alleen de scheiding van het hoogkoor en
de hoofdbeuk door een zware halfronde
gordelboog, de halfronde bogen boven
bepaalde vensters en boven de galmgaten
zijn typisch Romaans. Ook de harmonieu
ze samenvoeging van de verschillende
delen (beuk en koor) en de monumentale
toren, geven de kerk een indruk van
statige grootsheid die, evenals het gebruik
van vlakke wanden en eenvoudige strakke
constructielijnen, kenmerkend is voor een
Romaans gebouw. Het is een rustige
ruimte waarin de evenwichtige monumen
taliteit en de niet overdadige belichting,
de sfeer van ingetogenheid en rust verho
gen. Het gotisch uitzicht heeft het kerkje
gekregen dank zij verbouwingen in de 13c
eeuw en andere verfraaiingswerken die
werden uitgevoerd in de 18' eeuw. Zo
werd de kloeke Germaanse toren in 1756
met een peervormige spits getooid, aan
trekkelijk om te bekijken en voorzien van
één der kleinste, maar dan ook één van de
fijnste beiaarden van het land.
Opschrift
In de Zuidmuur van de kerk van Mespela
re bevindt zich een romaanse deur in
tympaanvorm, die waarschijnlijk dateert
uit het Karolingisch tijdperk. Deze eiken
houten deur, langs de binnenzijde dicht-
gemetst, is thans slechts bereikbaar via
het lijkenhuisje. In grote, letters staat er
op geschilderd: «Wech daerbuyten de
honden». Alle gegevens in verband, met
het jaartal van aanbrengen van het op
schrift, verwijzen naar het jaar 1578. Dat
dit geschrift door de Calvinisten werd
aangebracht valt waarschijnlijk niet te
betwijfelen. Met honden worden bedoeld
de ongedoopten en daarmee gelijkge
steld, al diegenen die zich aan een grove
misdaad schuldig hebben gemaakt.
De Heilige Aldegonde is de patrones van
Mespelare. De relikwiën werden in 1634
overgebracht door toedoen van Justus de
Hardewijn, een pastoor. Mespelare is een
bedevaartoord tegen Kanker. In de
maand september komen de bedevaarders
vanuit gans België naar de kerk in dit
dorp. Van heinde en verre komt men naar
Mespelare om er in het huwelijk te tre
den, aangetrokken door de speciale sfeer
die uitstraalt van de kleine kerk. De
verering voor de H. Aldegonde vindt haa'r
uitdrukking in tal van spreuken zoals:
«Door Aldegondes hulp en cracht, wordt
Mespelare soo seer geacht» en «Kompt
hier in noot, in last en quaet, Sij sal u
wesen troost en baet».
Goudschat
Oorspronkelijk maakte de heerlijkheid
Mespelare deel uit van de 21 zogenaamde
's Graven propre dorpen», wat inhield
dat deze dorpen in het persoonlijk bezit
waren en onder het rechtstreeks beheer
stonden van de Graven van Vlaanderen.
In de 17c eeuw kwam de heerlijkheid in
handen van de familie Goubeau. Aan
deze periode herinneren de thans nog
bestaande schandpaal en «Het Spaans
Hof», dat er in 1643 werd opgetrokken
door Jan Goubeau, de toenmalige heer
van Gijzegem en Mespelare.'
In april 1607 vond Karei Van Der-Hoe
ven, een arme landbouwer, bij het bewer
ken van zijn hofstede 1600 Romeinse
goudstukken en verschillende juwelen.
De man werd prompt bedacht met de
bijnaam «Karei van Medailleman». In
1802 vond men op dezelfde plaats twee
Gallische penningen. Al deze vondsten
staafden de stelling dat er te Mespelare
een Romeins kamp zou bestaan hebben,
een mening die echter niet gedeeld wordt
door alle oudheidkundigen en geschied
schrijvers.
Karei de medailleman kwam door zijn
vondst in grote moeilijkheden. Het land
waar hij de schat had opgedolven, had hij
in pacht genomen van de meier der ge
meente. Hij sprak met niemand over zijn
vondst maar trok een tijd later naar Ant
werpen waar hij aan een goudsmid 108
stukken voor 5 gulden elk verkocht, vet
.beneden de werkelijke waarde. In januari
1608 bood hij aan een goudsmid te Me-
chelen een honderdtal stukken te koop
aan en kreeg er zes gulden voor. Dezelfde
goudsmid vroeg er hem later nog een
honderdtal. Daardoor kwam de medaille
man plots tot een aanzienlijke welstand.
Hij kocht een kar, paard en koeien, het
huis waarin hij woonde en zelfs wat land
bouwgrond. Die verandering verwonder
de natuurlijk de dorpsgenoten en de waar
heid was weldra gekend. De heer werd in
de gevangenis opgesloten en niet eerder
op vrije voeten gesteld dan na op het
gemeentehuis van Aalst al het geld dat
hem nog overbleef te hebben afgegeven.
Maar niettegenstaande al deze vondsten is
Mespelare eenvoudig gebleven. In die
eenvoud, zo wordt in toeristische folders
vermeld, heeft dit dorp reeds ontelbare
genoeglijke stonden bezorgd aan wande
laars en natuurgenieters. Het natuur
schoon is er even ongekunsteld behouden,
open en mild, geschapen voor de zomer,
maar het mooist in de winter. En dat is
toch ook een hele stapel penningen
waard.
A.D.B.
I