Lebbekenaar Gustaaf De Cock: een vrijgezel die gaat pas slapen...
Zegt Staaf De Cock.
Staaf en de Statiestraat:
een liefdesgeschiedenis met bitter eind?
De Voorpost - 30.12.1983 - 3
"in eindejaarsgesprek
is ®od.® kruisstraat. Een volkse buurt. Achterin liggen, schuin gerijd, enkele laagbouw woningen, bestemd voor
mei derde leeftijd. Het is er opvallend rustig voor een tweede Kerst. Langslapers?
achte' C'er voor'u'nUes flikkeren kleurryke lampen tegen het dennegroen aan. «Iedereen is welkom hier», lezen we in
ivpnd"jad"Zonder~Naam letters boven de belknop van woning nummer 33. Achter de deur zingt een mannenstem,
I gegeneerd, een hit van Benny Neyman: «Een vrijgezel die gaat pas slapen...» Net als hij «de sterren heeft gezien»,
*nt hÜ de deur- We zitten S06*1- Breedlachend, energiek als altyd, loodst Gustaaf De Cock ons binnen. We zitten nog
ii onJaar amPer of er staat reeds een whisky van 't Vat voor ons klaar. Even later klikt onze aansteker genoeglijk de brand
een Willem II. Gastvrijheid is hier geen ydel begrip.
ustaaf - «Staaf» of «Staf» zeggen de Lebbekenaars - werd op 7 augustus jl. vijfenzestig. Geboren en getogen in de
(ssevaalstraat, op een boog«scheet» van de Statiestraat, kwam hij, precies drie jaar geleden, hier in de Rode
ruisstraat zijn intrek nemen. Met deze vrygezel, zetten we tussen de Kerst en het nieuwe jaar, een gesprek op. Over
:rzuch odgewone dingen...
maar
ld nra taaiarbeider en syndicalist pensioneerden. Maar 2e blij- werkt heb. Overdag op mijn teraf gijn kaartmarathon ver-
veertienjarige leeftijd be- yen erop aandringen dat ik zou werk en 's avonds en tijdens der. Omstreeks zessen wordt
Gustaaf De Cock te wer- aanblijven. Mijn kas en mijn het weekend voor de buren en er een eind aan gemaakt. Staaf
Van 1938 af was hij aktief papieren liggen echter altijd kennissen. Iedereen wist mij moet zich dan immers gaan
voorbereiden op zijn avondlij-
UJf t kc aktiviteiten.
Tijdens dat kaartspel, legt
Staaf uit, gebeurt het meer dan
eens dat we bezoek krijgen van
een paar mannen uit de buurt.
Gepensioneerden of mensen
die wegens ziekte niet langer
aktief zijn. Die vormen dan de
«galerie».
Op dinsdagnamiddag trekt
Staaf naar Gasthof «Bier
boom», waar hij met nog een
flink aantal andere kaartkam-
pioenen, pandoert met «drie-
dobbelen» boek. Zijn gelief
koosd kaartspel overigens.
Staaf fungeert daar ook als
teller. En ik zal me slechts
zelden vergissen, voegt hij
eraan toe.
Zijn avonden besteedt Staaf
aan het bijwonen van vergade
ringen. En aan het toneel. Als
lid van «Ommekaar» woont hij
tegenwoordig tweemaal per
week de repetities bij. Hij is
trouwens een beetje ontstemd,
't Schijnt licht hij toe, dat ik nu
Z°""ne «rLjk geTgd.' Se!
en _e zo best aan. Ik was met die
b van eerste rol nu al twee maanden
rolan me,aa'sektor en vaa 1953 klaar. De vergaderingen zou ik wonen om een of ander kar- bezig en ik kende mijn rol zo
p van 1978 was.h'J als P,laatslager echter graag blijven bijwonen, weitje op te knappen. En van goed als van buiten. Maar allé,
Ti j lc*es'a8 bij Sabca in Haren. refuseren heb ik nooit gehou- we zullen wel zien wat het
heb 46 jaar gewerkt, legt hij Tijdtekort den. Sommigen dat besef je wordt. Ondertussen oefent hij
^at bleek me ruim vol- Al behoort Staaf De Cock al echter pas achteraf hebben ook, in de schoot van de
';:nde In 1978 ben ik dan sinds enkele jaren niet langer daar trouwens flink van gepro- KWB, voor een toneelvoor-
tab!) t met brugpensioen gegaan, meer tot de aktieve bevolking, fiteerd. stelling.
^as welletje geweest. Ik heb aktief als hij, is er haast geen. 'k Zal onderpastoor De Baere
uwens alle medailles die ge En zijn dagen weet hij best te nog moeten gelijk geven, wan- Katten
OI Werkman kunt krijgen.-., besteden. Hij is nl. niet alleen neer die beweert dat ze op Sinds enige tijd heeft Staaf ook
ai fier toont hij de «Gouden lid van het ACV-bestuur, maar mijn graf ooit zullen moeten de zorg voor een aantal wilde
daille van de Orde van Leo- ook in de schoot van KWB, schrijven «Geleefd voor een katten op zich genomen. Waar
es van ld II». De oorkonde hangt ACW, Toneelkring Omme- ander». Dat is de pure waar- ze vandaan komen weet hij
pt de tjes ingelijst aan de muur kaar, toneelkring KWB en de heid en lang geen mis graf- niet precies, maar feit is dat ze
"iloso zijn gezellige woonkamer. Katholieke Bond der Gepen- schrift. langs de straat onder een paar
gen te ndicalist is Staaf ook gans sioneerden, kennen ze Staaf 's Morgens houdt Staaf zich laaghangende dennestruiken
p hel ii aktieve leven geweest, als de^Juivel-doet-al. bezig met het schoonmaken leven,
opti ik nu nog maakt hij deel uit Op mijn gezondheid komt ech- van zijn woning. Op maandag- Ze weten beter dan ikzelf,
het plaatselijke ACV-be- ter sleet, jongen, vertrouwt hij en woensdagnamiddag krijgt wanneer het etenstijd is, gliin-
r. Als penningmeester, me toe. Ik heb nog wel goes- hij bezoek. Rond de klok van lacht hij. Alleen al op de klank
ilangs nog werd hij gevierd, ting om te werken 't mag tweeën arriveren dan zijn van mijn stem komen ze aan-
st eea ïdat hij sinds 1946 onafge- nog spitten zijn, dat trek ik mij buurman, Valère Van Biesen gelopen
t sp«- oken in het bestuur zetelt, niet aan maar in vergelij- uit de Opwijksestraat en Mau- De familie is een goeie maand
n be-:n tinnen schaal, met daarop king met vroeger, moet ik al risken, de schoonzoon van Ma- geleden overigens aange-
ardeo woorden «ACV dankt Gus- eens vaker een rustpauze inlas- rie Foef uit de Hogeweg. Voor groeid. Want toen ik op zekere
kan-if De Cock - 1946-1983» ge- sen. Dat is gewoon sleet, heeft een paar bomen pandoeren dag met Leonie. een buur-
Prira ivcerd, herinnert aan deze de dokter me verklapt. Onge- met «dubbelen boek». Na twee vrouw, stond te klappen, stop-
Wiging. rust moet ik me daarover niet of drie spelbeurten wordt een te daar plotseling een auto.
wel. voegt hij er meteen maken. En wanneer ik zo eens pauze ingelast, zet Staaf een Een madammeke stapte uit.
n toe. ik besef ook wel dat er op mijn leven terugblik, dan «zjatteken» koffie en serveert opende een bakje en daaruit
de schoot van het ACV- ben ik niet beschaamd om te hij een koekje. Met vernieuw- sprong meteen een poes. Dat
stuur geen plaats is voor ge- zeggen, dat ik altijd hard ge- de krachten zet het viertal ach- vrouwmens stapte gewoon
weer in de wagen en reed weg.
Om je maar te zeggen hoe de
mensen hun huisdieren behan
delen! Die nieuweling is nog
een beetje bevreesd. Over het
algemeen laten de wilde poe
zen zich niet zo makkelijk stre
len. Alleen «de Lowie» elke
kat kreeg een naam toebe
deeld liet dat toe.
Veel moeten de buren van die
katten niet hebben, betreurt
Staaf. Ze zijn meestal anti-kat.
Omdat er teveel zijn, beweren
ze. Maar ik trek me dat niet
aan. In mijn huis komen ze
niet, maar toch bezorg ik ze
eten.
Villa «Nooit gedacht»
Tijdens het voorbije jaar ont
popte Staaf De Cock zich ook
als bouwpromotor. Onder zijn
impuls werd immers in de on
middellijke omgevine van ziin
woning «Villa Nooit Gedacht»
gebouwd. De wordingsge
schiedenis van deze «villa» legt
hij als volgt uit: Hier in de
buurt is het de gewoonte dat
de mensen tijdens de zomerpe
riode 's avonds op de bank,
hier geïnstalleerd door het ge
meentebestuur, over koetjes
en kalfjes komen praten. Dat
getater kan bij warm weer zelfs
uitlopen tot half twaalf 's
nachts.
Bij winderig weer vielen die
avondlijke gesprekken echter
minder mee. Tot ik op zekere
dag beloofde daar wat aan te
doen. Ge kent mij, nietwaar.
Altijd gereed als er wat te
doen valt. Met glas dat we van
iemand gratis kregen en een
paar balken, hebben we toen
over die zitbank een dak ge
ïnstalleerd en ook zijwanden
aangebracht, zodat de wind af
geschermd werd. Al bij al
heeft onze villa ons, sleutel op
de deur, 800 fr. gekost.
Omdat er vaak plaats te weinig
was in de villa, ben ik toen een
tweetal keer, op de dagen dat
in de gemeente het groot huis
vuil opgehaald werd, 's mor
gens vroeg in mijn. auto ge
sprongen en op zoek gegaan
naar een paar afgedankte stoe
len. En die ook gevonden. Al
les was toen klaar. Enkel de
naam ontbrak nog. Ik heb toen
lang zitten dubben, tot me de
gedachte te binnen schoot dat
over onze «villa» vaak gezegd
werd: «Wie had dat nu ge
dacht, Zo iets schoon!; En
toen viel mijn frank. De villa
zou «Nooit Gedacht» heten. In
sierlijke letters heb ik die
naam boven op de balk aange
bracht.
Wordt er om een of andere
reden geen verzameling gebla
zen in «Villa Nooit Gedacht»,
dan kan Staaf altijd nog te
recht op het «kallekeschieten»,
dat aan de overzijde van het
pleintje gebeurt en ook door
hem gepromoot wordt. Man,
glundert hij, ge moet hier 's
zomers eens komen kijken.
Hier vijftien of twintig man
rond dat spel zien staan, is
alledaagse kost. Elke avond
wordt hier naar de «kalle» ge
worpen.
Anti-rakettenbetoging
Spijt en onbegrip klinken door
zijn woorden heen, wanneer
Staaf vertelt over zijn ervarin
gen tijdens de anti-rakettenbe
toging op 23 oktober jl. te
Brussel. Ik was er, legt hij
vastberaden uit, maar de Leb
bekenaars zijn duidelijk pro de
raketten. Veel Lebbekenaars
ben ik daar in Brussel immers
niet tegen het lijf gelopen. Aan
«Ons Huis» stapten er amper
een zevental mensen op de
bus.
Voor ons, mensen van een ze
kere leeftijd wordt dat geen
drama hoor, mocht het ooit tot
een gewapend treffen komen.
Maar voor de jongere mensen.
Mensen die gevaar lopen uit de
fleur van hun leven gerukt te
worden. Weet ge, ik ben dit
jaar op reis geweest naar
Duitsland. En daar belandden
we toevallig op een militaire
begraafplaats. Ik heb ze daar
-zien liggen, kinderen nog, die
tijdens de Tweede Wereldoor
log, voor Hitier soldaat moes
ten gaan spelen. Ongelooflijk.
Is dat niet hartverscheurend?
En dan te moeten vaststellen
dat er amper een handvol Leb
bekenaars in Brussel liepen te
betogen. Neen, dat begreep ik
toen niet. Nu trouwens nog
altijd niet.
Pierre Van Rossem
Lebbeke. De Kerstman op bezoek bij de socialistische gemeenschap van Denderbelle (c)
oij de
Lebbeke. Staaf De Cock, één en al optimisme (v)
0 Moeder was zo «ziel» als boter. Wie durft te beweren dat
er tussen ons beiden ooit één woordje gevallen is, liegt dat
hij zwart ziet!
o Eenzaamheid? Dat doet zeer, man! Ik kan er van
meespreken. Tijdens een bepaalde periode uit mijn leven,
'•al ik er meer dan me lief was, mee geplaagd. Ge kunt dat
levoel gewoon niet aan de mensen uitleggen. Ge loopt
Inwoon de muren op. Zo'n dingen wenst ge zelfs uw
grootste vijand niet toe.
0 Een goeie buur is meer waard dan een ver familielid of
ttn verre kennis. Ik heb goeie buren. We maken het mekaar
liet lastig. Integendeel Weet ge dat ik 's nachts geen
gebruik maak van het toilet, maar een p.pot mee naar de
iaapkamer neem? Omdat de waterspoeling 's nachts zo een
inwaai maakt.
Op dansen ben ik altijd verzot geweest. Tóen ze bij
nbca afscheid van me namen, stond er geschreven: «Wie
hnr onze Staf niet? De vrolijke vrijgezel, goede stielman en
misschien nog betere danserAchtduizend frank heb ik bij
mijn afscheid van de firma gekregen. Maar ik heb mijn
tollega's met de helft daarvan getracteerd. Zij waren
mtenl. En ik ook.
Of ik nu gelukkig ben? Ik ben kontent. Ik mankeer niets.
Ik heb alles wat ik graag heb: goed eten en drinken. Dal
lijkt me het voornaamste. En wat het leven betreft... De
«jacht» begint uit het lijf te trekken. De sex-jaren zijn
voorbij. Dat is voor mij zoveel als voor een ander. Soms
zeg ik al lachend: «Ik was er toch beter aan toe, toen ik er
mij nog kon aan rechttrekken...» Dat is ook zo. Ge moet
een koe een koe durven noemen. Maar toen dat nog vlot
marsjeerde, was de responsabiliteit er: ge moest zorgen dat
ge op tijd op uw werk waart enz.
o De Rossevaalstraat, waar ik nochtans geboren en geto
gen ben, ben ik totaal vergeten. Ik bezie «allengs» de deur
niet meer, wanneer ik mijn vroegere woning voorbijrijd.
Toen ik hier kwam wonen ben ik immers een gans ander
mens geworden. Hoe dat komt? Ik voel me hier gelukkig.
De woning is aangepast aan mensen van mijn leeftijd. Ik
kon ook niet meer het rumoer uitstaan dat ik ginds om mijn
oren had,
o Of ik een optimist ben? Ba ja, zeker. In Inforsabca
een blad dat op mijn werk verscheen, hebben ze dat toch
geschreven. Kijk: «Staf was gekend als een 100% optimist
en kon zingen als de beste!» Ik zong inderdaad veel op mijn
werk. Met al het lawaai dat daar heerste, stoorde je toch de
anderen niet.
o Ik ben in de propereteit geboren. Kijk maar eens rond.
Het moet hier blinken. Ge kunt hier van de vloer eten. Ik
heb hei huis ook nooit anders gezien. Moeder heeft nooit
geld gehad. Maar ze is wel gelukkig geweest. Omdat zij
voor mij twintig jaar gezorgd heeft en ik op mijn beurt voor
haar twintig jaar heb mogen zorgen. Moeder is nu zeven
jaar overleden. Vier jaar heb ik nog alleen in de Rossevaal
straat gewoond. Maar toen moest ik er weg. De herinnerin
gen begonnen me te zwaar te vallen. Alles wat ik aanraakte
een lepel, een vork, de deur van een kast was van
moeder. Stilletjesaan heb ik toen alles weggegeven: haar
kleren, de kabas waarmee ze ging winkelen..
o Van hieruit trek ik nergens anders meer heen. Alleen nog
maar achter Van Katerkes». Wanneer dat zal gebeuren
weet ik natuurlijk niet. Eraan denken doe ik trouwens niet.
Ik zie de toekomst met een gerust hart tegemoet. Ik ben elke
dag gereed, mochten ze komen. Tot zolang ik er ben, ben ik
er. Is het ermee gedaan, ook goed. Maar zolang ik er ben
wil ik van het leven genieten. Allez, drink uit... Beter een
brok dan één brijzei!
o Ik ga je nog iets zeggen. Er hangt tegenwoordig iets in de
lucht, he. Ze beschermen onze hemelen. Dat is waar. Maar
er hangt iets in de lucht. Dag en nacht. Niet iedereen weet
dat. Ik weet daar een ietsje meer over omdat ik daar via
mijn werk in konlakl mee gekomen ben. Ge moet niet
denken dat een grote mogendheid iets kan beginnen zonder
dat de andere het vijf minuten later al niet weelj he. Alles
wordt afgespiekeleerdDe ene van de andere. En omge
keerd.
a Mijn reislust is het voorbije jaar een beetje afgenomen.
Sinds ik in pensioen ben, heb ik er anders al van geprofi
teerd. De voorbije vijf jaar ben ik in totaal meer dan
tweehonderd dagen van huis geweest. Duitsland, Spanje,
Oostenrijk, Zwitserland, Mallorca. Ik heb het allemaal
gezien. Maar dit jaar ben ik amper 22 dagen op reis ge
weest. Ik weet niet wat er in mij gevaren is. Van te sterven
ben ik niet bang, hoor: Maar wanneer ge tegenwoordig ziet
en hoort wat er met die vliegtuigen gebeurt, begint ge toch
na te denken. De accidenten zijn de wereld niet uit.
Pierré Van Rossem
Staaf De Cock kan zijn liefde voor de
Statiestraatkermis en voor de plaatselijke
reuzen Mie en Jef Tomat zonder hun
telgen Suske en Wiske over het hoofd te
zien niet onder stoelen of banken
steken.
Wat wilt ge? vraagt hij zich af. Ik ben
geboren in groen en wit. En die kleuren
van de Statiestraat zal ik altijd blijven
verdedigen. Overal. Kijk hier maar eens
rond! (en hij wijst naar de groene over
gordijnen). En bekijk mezelf maar eens
goed! (en inderdaad, hij heeft voor de
gelegenheid zijn groen trainingspak aan
getrokken). Dat kan toch niet liegen, he.
Groen is de natuur. En wit is de kleur
van de zuiverheid. En de politiek heeft
met die kleuren niets te maken.Dat heb
ik trouwens al geschreven. Kom maar
eens efkes mee.
Staaf loodst ons naar zijn slaapkamer.
Aan de muur hangt een ingelijst gedicht,
dat zijn verkleefdheid aan de Statiestraat
moet bewijzen.
Dat gedicht, legt hij uit, heb ik ge
schreven in 1975. A propos, gedichten
schrijven heb ik vroeger veel gedaan. Nu
is die gave zo een beetje afgezwakt. Maar
jaren geleden.Man, ik kon vroeger op
een feest komen, daar alles aandachtig
gadeslaan en tegen 's avonds was mijn
gedicht, met alles wat er die voorbije dag
gebeurd was, klaar. Ik heb er velen zulke
ogen van verbazing zien trekken, weet
ge...
Zijn gedicht over de Statiestraat ontstond
in 1975, toen het vijftigjarig bestaan van
de Statiestraatkermis herdacht werd. Al
les wat zich van af 1925 toen een
jubilee van «den Bels», de plaatselijke
kermis een nieuw elan schonk tot 1975
in de straat afspeelde, nam Staaf er, in
versvorm, in op. Zo klinkt het:
Ik ben een echte Lebbekenaar
Voor de jeugd klinkt het misschien wat
Die ons goed kennen zullen het wel
weten
Dat we onze plicht hebben gekweten
Ieder mens heeft zijn eigen kuren
Voor mij telt de Statiestraat en geburen
Want anders waren wij al lang
Op een andere plaats beland
In het jaar 25 stond ik te kijken als
kleuter van zeven
Welke verantwoordelijkheid die mannen
durfden nemen
De straat liep vol over iets van trouwen
Ze kwamen buiten met opgerolde mou-
Er was een gouden bruiloft in het zicht
Alle ogen waren op hen gericht
De stamminees waren gevuld tot in de
nokjes
Toen dronken ze nog veel demi's en
bokjes
De huidige pioniers gingen wer wat van
maken
Dat waren in dien tijd rare snaken
Ze zochten al het nodige materiaal
Dat moest dienen voor pracht en praal
Zij vroegen aan de burgemeester
Om te versieren met sparren en heester
Daarmee is onze kermis ontstaan
En zal nooit meer verloren gaan
Het stond voor eeuwig geschreven
Dat wij daaraan nog veel plezier zouden
beleven
Zij kozen hun kleuren groen en wit
Om te blijven builen de politiek
Moest de ene de andere niet bekijven
Onze kleuterjaren gingen voorbij
Daarna waren we mannen op de eerste
"j
Lebbeke. Staaf is geenszins anti-kat maar wel anti-raketten (v)
We voelden dat het was onze plicht
Te houden wat de pioniers hadden opge
richt
In 35 verschene onze reuzen met veel
gedruis
Er hingen mooie spreuken aan ieders
huis
Met name Mie en Jef Tomat
Voelden zij zich beiden op hun gemak
Zij vierden hun wittebroodsweken
Die in de toekomst nooit meer zouden
verbleken
In 40 kwam de oorlog ons te treffen
We deden vijf jaar voort zonder ons te
heffen
Want toen moesten wij op ons hoede zijn
voor ons eigen leven
En stond voor dat grof geweld iedereen
te beven
Na het zwijgen van de kanonnen
Zijn we op een nieuwe toon begonnen
We hadden al lang getracht
Dat de tijd iets beters bracht
Er kwamen mooie majoretien
Vergezeld met klaroenen en trompetten
We wierden gevraagd tot in het Brussels
stadje
En braehten daarmee wat zaad in 't
bakje
Onze braderij die toen verscheen
Bracht heel Lebbeke op de been
Ook buiten de gemeente kreeg hij een
hoge toon
Dan kwamen de mensen naar de Statie
straat toegestroomd
Mie en Jef Tomat na hun trouwen
Konden het zonder kinderen niet
houwen
Het is de gang van ons bestaan
Zij wisten dat dit niet mocht verloren
gaan
Met Susken en Wisken waren wij kontent
Daarmee hadden de peters en meters
allen hun wens
Heel de straat kon van het suiker
genieten
Tol zelfs bier konden we naar binnen
gieten
In 50 vierden we ons 25 jaar bestaan
Maar daarmee bleven we nog niet stille
staan
Er kwamen in het bestuur nieuwe ge
zichten
Die brachten naar voor andere berichten
De bloemenwagens kwamen naar voren
Daaruit is de zaal Corso geboren
De sportmannen bleven ook niet achter
wege
Zij zorgden voor de koersen op onze
wegen
Zelfs de wereldkampioenen kwamen er
voor buiten
Zij draaiden wel dertig maal voor onze
De tijd doet alles wat
Maar in de Statiestraat bleven we voor
ttateren
Terwijl vele straatkermissen verliezen
hun bestaan
Zorgen wij ervoor dat er niets zal verlo
ren gaan
Nu zijn we erkend als Koninklijke Maat
schap oij
Dank zij de pioniers van de oude brou
werij
We staan er achter met ons beste
krachten
Dat is het wat gij in de toekomst van ons
rnoogt verwachten
Wij vragen aan de jeugd van heden dat
ze zich zouden vergewissen
Hoe zij over dit schone werk verder
zullen beslissen
En dat zij niet mogen vergeten
Dat wij voor de Statiestraat veel ttjd
hebben versleten.
1718178
De Cock Gustaaf
Klinkt uit deze verzen hoop in de toe
komst, toch heeft Gustaaf De Cock de
voorbije jaren moeten toezien hoe de
Statiestraatkermis niet langer de uitstra
ling had van vroeger.
In de Statiestraat is er heel wal veran
derd, betreurt hij. Van een kermis als
vroeger is geen sprake meer. Enkel nog
de belangen van het «Winkelcentrum
Statiestraat» zijn van belang. Wanneer ge
nu spreekt over iets dan niet opbrengt,
laat liet dan maar vlug vallen. Er beslaat
geen interesse meer voor.
Let wel. Ik zal de Statiestraatniet
verlaten Maar wanneer ze zeggen:
Staaf, je moet niet meer komen? Dan leg
ik me daar gewoon bij neer. De fut is er
op dat vlak wat uit. Jammer, maar het is
nu eenmaal zo.
Pierre Van Rossem