Een beetje geschiedenis van de schoolstrijd te Aalst en omgeving
Will Ferdy met de hit «Ik hou van jou»
en kabaretprogramma Jaja, lach maar» volop in de schijnwerpers
46 - 22.3.1985 - De Voorpost
Voor het tweede feit ontken ik dit inge-
lijks. Ik weet niet dat er iets zou gebeurd
rijn met Frans Dewolf, die een van mijne
beste leerlingen was, en die mij veel
erkentenis bewijst.
Wat het derde feit aangaat, het betreft
den hoofdonderwijzer, en het bepaalt
zich bij het in eenen hoek stellen van een
kind dat met vuile handen in de school
gekomen was.
Ik weet niet dat het kind, hetwelk bij
Vandewyngaerde woont, eenige mishan
deling zou ondergaan hebben.
Wahet uittrekken van vlas aangaat, ik
had over drie, vier jaren, 150 of 160
leerlingen. Ik mag verzekeren dat ik
altijd welvoeglijk de personen ontving,
die kwamen klagen over de scholieren. Is
het laatste feit waar, dan zullen de kinde
ren die de twee melkschapen mishandeld
hebben, gestraft worden.
Ik verklaar alle voorbehoudingen te ma
ken nopens de beschuldiging tegen mij
ingebracht, volgens welke ik een kind
zoodanig zou mishandeld hebben dat het
bloed in zijne schoenen stond. Ik zal
zien wat er mij desaangaande te doen
staat.
Tenslotte trad de nieuwe pastoor, Aloy-
sius Verhofstede, als 72ste getuige aan in
de zaak van de schoolstrijd te Baarde-
gem. Onbegrijpelijk misschien voor ons
nu, maar ook deze man had maar weinig
verstaan van de welkomstgroet van de
burgemeester. Men zou zich haast afvra
gen voor wie of voor welke gelegenheid
de burgemeester een redevoering 'gehou
den heeft.
Op de vraag of hij niet zou kunnen
zeggen welke de redevoering geweest is
van den heer burgemeester, op den dag
van zijne inhuldiging, antwoordt de ge
tuige, dat hij in het rijtuig den overkant
bekleeddedat er daar veel volk en veel
gedruisch was; dat hij daardoor de aan
spraak van den burgemeester niet wel
gehoord heeft, en dat hij er zelfs de
opmerking van gemaakt heeft aan de
drie priesters die met hem in het rijtuig
waren. Hij kan dus de zinsneden niet
aaneenhangen, alleenlijk kan hij zeggen
dat er spraak is geweest van medewer
king in alles wat het goed van de paro
chie betreft, bijzonderlijk omdat er nu
kwestie was van een onderwijs dat ge
vaarlijk was voor reden en geloof. Hij
zegde ook dat hij eensgezind was met
den gemeenteraad, om den pastoor te
helpen in zijne zending
De getuige voegt er bij dat hij den tekst
van deze redevoering verloren heeft.
Verders verklaart hij dal vrijdag laatst
een kind, ondervraagd in de leering,
waar het naar school ging, hem ant
woordde: 'Ik ga naar de stadsschool. Ik
moet het doen, wij zijn er toe gedwon
genzonder verdere woorden. Ter gele
genheid van mijn pastoreel bezoek, heb
ik een ouder aangesproken, vragende
waar zijn kind naar school ging. Die
persoon is bareelwachter bij den ijzeren
weg; hij zegde mij dat hij zijn kind naar
de officiële school zond, uit vrees van
zijn brood te verliezen.
In Melden was het onderwijzer E. Ver-
eecken die last berokkend werd door de
tegenstanders van de nieuwe schoolwet.
Nochtans werd soms aktie gevoerd tegen
mensen die hetzelfde onderwijs gaven als
vroeger maar onder een vlag met andere
lading. Onderwijzer Vereecken getuigde
dat het armbestuur sommige mensen
onder druk zette om hun kinderen naar
de vrije school te sturen, zo o.a. ging
men niet akkoord met Lodewijk Van
Ransbeke die 15 frank trok voor twee
kinderen van zijn dochter. Ook de smid,
Bernard Carli, moest het ontgelden want
men zou het huis waarin hij woonde en
huurde, verkopen indien hij zijn kinde
ren nog naar de gemeenteschool stuurde.
Verder beklaagde E. Vereecken zich
over het feit dat hij in de winter meer dan
300 kinderen op school had en dat het
cijfer tot een onvoorstelbaar cijfer van
dertig gedaald was: En voor hem nog
erger, de onderwijzer van de vrije school
bezat niet eens een diploma.
In zijn getuigenis geeft onderpastoor
Gustaaf Van der Donckt toe dat de
betrekkingen tussen onderwijzer Veree-
cke en de pastoor van Melden heel goed
waren. Volgens hem had de pastoor hem
zelfs fruit laten bezorgen maar volgens
de pastoor was dit fruit voor de familie
Robijns bestemd en dat deze het aan
Vereecke onwetend overgemaakt heeft.
Onderpastoor Van der Donckt voegde er
echter nog wat aan toe:
Ik heb in mijn sermoen noch van verre
noch van bij de schoolwet genoemd noch
bedoeld.
Ter gelegenheid van het feest van den
Rozenkrans, in 1879, heb ik, in het
algemeen sprekende, zonder iemand te
bedoelen, vooral den onderwijzer, ge
predikt over de bekeeringen van de zon
daars door den Rozenkrans, en ik heb de
parochianen aangewakkerd om den Ro
zenkrans daartoe ook te gebruiken.
Alhoewel mijne woorden den onderwij
zer niet bedoelden, heeft deze mij onder
broken, zeggende: Schei er maar uil,
wij weten dit lang genoegwaarop ik
gezegd heb: Menschenwij zullen daar
op niet antwoordenDan heeft de on
derwijzer gezegd: Ik ben hier langer
dan gij; zij kennen mij beter dan u.Ik
heb wedergeantwoord: 'Wij zullen voor
dezen mensch ook eenen Weesgegroet
bidden.
Het gebeurde ook andersom zoals bij de
gebroeders Van Rossem die door de
burgemeester van Gent hun land zouden
ontnomen worden indien zij hun kinde
ren naar de vrije school stuurden. De
Vrouw van Jan Baptist Van Rossem
verklaarde dat zij liever hare kinderen
naar het kerkhof zou zien dragen dan ze
naar de gemeenteschool te zenden». en
de pacht werd opgezegd. Maar ook
onderwijzer Vereecke haalde nog een
belangrijk geval aan, dat zekere Lode
wijk Van den Broeck zijne drie kinderen
naar zijne school zond, dat deze achter
bleven, en dat hij daarom den vader is
gaan vinden. Getuige heeft vernomen,
dat deze door de eigenares, juffrouw
Robyns, bedreigd was zijn land te moe
ten verlaten, omdat zijne kinderen naar
de gemeenteschool gingen. Ik heb hem
geantwoord, zegt de getuige, dat ik daar
in zou voorzien hebben, en heb mij dan
per brief naar den burgemeester van
Gent gewend. Deze heeft aan Lodewijk
Van den Broeck gedeeltelijk het land
gegeven waarover de opzeg was gedaan
geworden.
Een typisch verhaal, meteen een treffend
voorbeeld hoe de schoolstrijd gevoerd
werd, kregen we te horen van de gemeen
teonderwijzer Jan-Baptist Singelijn uit
Erembodegem:
Ik was reeds onderwijzer te Erembode
gem vóór den 1Juli 1879. In Juni 1879
maakte ik de lijst op der behoeftige
leerlingen, die moest goedgekeurd wor
den door het bestuur, of, om beter te
zeggen, het gemeentebestuur moet er de
nieuwe rechthebbenden bijvoegen. De
lijst begreep 363 namen, en er waren er
twee wier inschrijving aangevraagd was.
Het gemeentebestuur schrabde er 188 uit;
mijne overtuiging is dat deze uitschrab-
bing onwettelijk en onregelmatig was, en
ik aanzag ze als een maatregel genomen
om de gemeenteschool te benadeelen,
met betaling der schoolkosten aan de
ouders op te leggen en terzelfder tijd de
vrije school te bevoordeeligen. Ik heb
mij rond Augustus 1879 tegen die uit-
schrabbing voorzien bij de bestendige
deputatie aan den provincialen raad. Er
is op mijn beroep nog geeneuitspraak
gedaan, maar ik denk dat de maatregel
binnen weinig dagen te verwachten is.
Vóór den 1" Juli 1879 had men reeds
begonnen den muur te verhoogen, die
den tuin der scholen van de straat
scheidt. Het werk is onderbroken als de
nieuwe wet gestemd werd, en werd niet
meer hernomen.
Sedert denzelfden tijd heeft men gewei
gerd mij de mindere opbrengst van 130
frank tot 37 gebracht, en de som van 60
frank voor prijsboeken ten volle afge
schaft. De som van 130 frank was juist in
evenredigheid met het verreischte der
wet, die de verhouding tusschen opper
vlakte en verwarming vaststelt.
Ik had 99 leerlingen met Paschen 1880.
En op hetzelfde tijdstip van 1879, had ik
er 200.
Het armbestuur verschafte onderstand
aan behoeftige leerlingen en uil dien
hoofde was deze instelling »van open
baar nul» het meest geneigd om druk uit
te oefenen op mensen die een zekere som
ontvingen voor hun kinderen. Als de
voorzitter ervan ook nog katoliek on
derwijzer* was, kan men zich voorstel
len hoe sommige toestanden uitgebuit
werden.
J.B Singelijn had in Erembodegem de
gelegenheid gehad om naar het vrij on
derwijs over te gaan maar zij voorwaar
den werden door de pastoor niet aange
nomen; hij mocht o.a. geen katechismus
aanleren en niets doen ten voordele van
de gemeenteschool. Wie maar iets te zien
had met de 'officiële school* werd de
sakramenten geweigerd. Maar ook de
familieleden waren hel slachtoffer van al
deze maatregelen: Mijne vrouw be
kwam twee maal de absolutie, op voor
waarde dat zij zou trachten mij te over
halen om geenen katechismus meer te
geven; en daar er niets veranderd werd
aan mijne lessen, werd haar met Paschen
de absolutie afgezegd».
Ook zijn twee broers ondergingen het
zelfde lot en werden uit de biechtstoel
gejaagd evenals hun ouders. Bij een
doop mochten ze niet optreden als meter
noch als peter en men gaf 'concerten ten
voordeele van de katolieke school».
Meestal stond een komedie op het pro
gramma met titel «De gereformeerde
catechismusles»een propagandatoneel
tegen de officiële scholen.
Singelijn besloot zijn getuigenis met een
kort maar sterk verhaal dat in een wijk
van de gemeente gebeurde. Het is een
kenschetsende vaststelling van de menta
liteit een eeuw geleden:
In een gehucht «ter Joden» bij Erembo
degem, wilde men eene vrije school bou
wen. Vele menschen waren werkstellig
gemaakt, en een steenoven werd aange
stoken; maar als het op betalen aan
kwam, daar zij van Herodes naar Pilatus
gezonden waren, eindigden zij met zich
zeiven te betalen en de steenen weg te
nemen. En de steenoven, aldus geplun
derd, is verdwenen.
De 24-jarige Virginie Van Woensel trad
als onderwijzeres te Erembodegem in
dienst op 13 november 1879. Haar aan
vraag om een kachel te bekomen werd
slechts drie dagen nadien opgevolgd.
Hetzelfde gebeurde met hulponderwijze
res De Backer die eveneens verschillende
dagen moest wachten op een «stoof»
tijdens de koude januarimaand van
1880. Virginie Van Woensel werd zoda
nig getart door burgemeester B. Verley-
sen dat ze gedurende maanden ziek is
geweest. Ook de gemeentesekretaris, te
vens herbergier, werkte haar legen op
alle gebied. Een sterk verhaal van de 58-
jarige weduwe Marie-Eugenie Vinck kan
de toestanden i.v.m. de kerk niet beter
omschrijven:
Met Paschen van tegenwoordig jaar, ben
ik bij den pastoor te biechten gegaan, en
ik heb de absolutie ontvangen. Wanneer
ik wilde de communie ontvangen, en te
wege was naar de communiebank, kwam
de koster bij mij, trok mij bij mijnen
mantel en zegde: «Gij daar, gij moet in
de sacristie gaan bij den onderpastoor.
Ik deed het, en daar ontmoette ik den
onderpastoor Cockquit, die mij zegde
dat hij mij Onzen Heer niet mocht geven,
absoluut niet: «gij zijt verdoemd door de
bisschoppen en in den ban der heilige
Kerk, zegde hij. Gij moet uw kind uit de
gemeenteschool trekken, er zijn goede
scholen genoeg, en zoolang gij het niet
doet zult gij Onzen Heer niet krijgen. Ik
antwoordde hem «ik laat dat op u» en
ging de kerk uit.
Burgemeester-dokter Bernard Verleysen
ontkende de meeste feiten en gaf een
subjektieve omschrijving van sommige
andere. In de meeste gevallen is hij
positief opgetreden en van sommige
«herinnert hij zich niet». Burgemeester
Verleysen omzeilde de meeste aantijgin
gen of beriep zich op gemeenteraadsbe-
sltssingen waar het mogelijk was. Zijn
getuigenissen waren maar op weinig
overtuiging gesteund:
Ondervraagd over de reden waarom het
lokaal der gemeenteschool ter beschik
king is gesteld geworden van de inrich
ters eener meeting tegen het wetsontwerp
betreffende het lager onderwijs, ant
woordt de getuige Verleysen dat hij ge
dacht heeft dat recht te hebben, en dat hij
daarvoor de heeren Van Wambeke en
Verbrugge geraadpleegd had, die van
hetzelfde gevoelen waren.
Het getuigenverhoor in verband met de
schoolstrijd te Aalst zelf begon in de
zitting van 11 oktober 1880 en nam
verschillende zittingen in beslag. De eer
ste getuige die aan de beurt kwam, was
de arrondissementskommissaris Abel De
Clippele die zich in de eerste plaats
beklaagde over het buitengewoon veel
werk dat de schoolwet meebracht. Noch
tans kon hij de weerspannigen nogal vlug
bedaren en van het weigeren van welda
digheid of absolutie was hem geen feil
bekend. Hij wist wel te vertellen dat de
weeskinderen na de nieuwe schoolwet
naar de katolieke school gezonden wer
den en dat er een bewaarschool van de
zusterkens (Mijlbeek) gesloten werd en
de lokalen in huur gegeven Pycke-San-
ders, ajuin- en aardappelhandelaar. De
hoofdonderwijzer getuigde zowat in de
zelfde zin maar voegde er heel wat
belangrijke details aan toe. Zo o.a. dat
de soepbedeling in een bewaarschool
achterwege bleef, maar verder bekende
hij dat te Aalst «de tegenstand in Aalst in
feite klein is» vergeleken met de omlig
gende dorpen. Dat hem de absolutie
geweigerd werd met Pasen koppelde hij
aan een algemeene regel voor de ge
meenteonderwijzers» en het aantal leer
lingen was van 500 naar ruim 300 ge
zakt. Uit gesprekken had hij wel verno
men dat aan sommigen wel de onder
stand verminderd was maar niet volledig
geweigerd. Sommige van de eerst wegge
bleven kinderen waren zelfs stelsematig
teruggekeerd en hij besloot zijn getuige
nis: «Ieder onderwijzer in zijne klas geeft
de catechismusles. Er is niets veranderd,
noch aan het onderwijs, noch aan de
boeken».
Dan volgde Sylvie Waterschoot als getui
ge nummer 58. Zij was bestuurster van
de bewaarschool en in augustus 1879
gaven twee onderwijzeressen hun ontslag
om naar een katolieke school over te
stappen zodat zij op dat ogenblik zonder
personeel zat. Het stadsbestuur wilde
geen nieuwe benoemen en uiteindelijk
kreeg zij twee leerkrachten door het
ministerie aangesteld. Ook hier werd de
soepbedeling gestopt en het was de be
stuurster zelf die het geld hiervoor voor
schoot en ze eigenhandig maakte gedu
rende meer dan een jaar Haar persoon
lijke inzet heeft er toe geleid dat zij na de
terugval van 690 op 300 kinderen per 1
oktober 1879, een jaar later opnieuw 600
leerlingen in haar school had.
Het toppunt vormden de voorzitter, E.
Vandenbossche, en sekretaris, Alfred De
Coen, van het «schoolcomiteit». Men
vraagt zich werkelijk af wat zulke n
sen daar verrichtten vermits geen
beiden wist wat dergelijke taak inhit
welke instrukties ze dienden te v
noch hoeveel scholen er te Aalst m
Hulponderwijzer Gustaaf Praet, haal
enkele feiten aan die hij in zijn omget
meegemaakt had en Frans Verliaeg
leraar aan de middelbare school,
klaarde in zijn getuigenis dat de kindi
van zijn instelling na de prijsuitn
uitgejouwd werden door deze van
vrije school.
Als lid van de kommissie van de «go
huizen» te Aalst werd de 61-jarige za
zieder Edmond D'Hondt, opgeroei
om in een paar aantijdingen te getuig
o.a. een geval waarbij iemand z
weigerd geweest zijn om opgenomen
worden in het gesticht, zgz. omdat
geen plaats was. Een lange polemiek i
hierdoor ontstaan tussen hem en de z<
van Hofman. Tenslotte verklaart hij «cl
Getuige D'Hondt voegt er bij dat f
noch het bureel der godshuizen, t
niemand bedreigingen hebben
dat zij voor de vrijheid zijn; over,
dat hij gerechtigd is zelf klachten te
dat hij over zekere daadzaken i.
dwang te spreken heeft, namelijk fl
zekere Blommaert, schoenmakerm
Aalst, gedwongen zou zijn geweest
huis te verlaten, om dat hij zijne k'
ren naar de katholieke school zond. I
Getuige, ondervraagd of hij als lid I
godshuizen deel heeft genomen aan ft
beraadslaging, waarbij de weeskinds
uit de gemeenteschool zijn getrokken,!
bij de broederkens gezonden, antn
dat deze zaak nooit op eene dag
gebracht werd. De voorzitter, de t
Bethune, heeft dit op zich genomen, B
hij werd goedgekeurd door al de le
der commissie, ter uitzondering van i
arrondissementscommissaris, den 1 v
de Clippele, die zijn ontslag daan 16
heeft gegeven.
Wij zijn de wettige voogde,
voegt getuige er bij, en aangezien
meer vertrouwen stellen in de kathol
dan in de gemeentescholen, geven
aan de eerste de voorkeur, zoowel
de weezen ab voor onze eigene
deren
Emiel Boin, 54 jaar en zilversrm
Aabt, werd met Pasen de absolutie
weigerd omdat hij deel uitmaakte vt
Maatschappij voor oude Klederen di I"
doel had «het kleeden der arme sch
ren uit de gemeenteschoolMaar |8r
andere mensen hadden te kampen 00
moeilijkheden, vooral dan handd Pr
die vaak onder druk gezet werden KI
verlies van klanten. De koopvn
Hendrika Moenens, was zo iemani
werd bezocht door onderpastoor Pa '-u
die haar verweet een «slechte moedi *ai
zijn omdat haar kinderen naar dl
meenteschool gingen, dal zij in de
der H. Kerk was. verdoemd en <u
dingen meer. Bij zijn bezoek hi
zich een twintigtal kinderen voor J4
deur verzameld, bespuwden haar n 0
bespotten haar met de naam geuzi
dergelijke beledigingen meer. F
tv
«Applaus blijft een verslaving!»
«Ziede gij me geren?» (1948) - «Ik hou van jou!» (1985): twee pijlers in de carrière van dliomme. Een speciale be-
Will Ferdy, een carrière om U tegen te zeggen. Weinig (misschien wel geen) showmen- wondering heeft Ferdy ech-
sen in Vlaanderen kunnen een mooiere loopbaan voorleggen. Na zevenendertig jaar als ter voor Jacques Brei. Van
showman op de planken gestaan te hebben, schittert Will Ferdy nog steeds in de deze reus van het chanson
belangstelling, nu met de hit «Ik hou van jou» en het suksesvolle kabaretprogramma, vertaalde hij, louter voor
Aanleiding voor een gezellige babbel in de taverne van de nieuwe Antwerpse Stads- zijn plezier, «Le Mori bond»
schouwburg, waar Will Ferdy die avond zijn avondvullend programma aan het publiek tot «De Stervende», niet het
presenteert, nu reeds bijna twintig weken lang. bekendste nummer van
Brei. Het nummer werd
Van Werner Ferdinande mensen van toen is alleen kwamen er geen platen van voor de radio opgenomen
tot Will Ferdy Will Ferdy overeind geble- hem
Werner Ferdinande, te ven De anderen hadden Maar in '60, tijdens een
Gent geboren op 9 maart niet de kreatieve impulsen toernee doorheen de States
1927, deed zijn eerste pas- °m hun programma's, hun
sen op het podium aan de stijl en hun muzikale en
arm van zijn «moeder» die inhoudelijke acts te ver
in feite zijn zuster was in nieuwen en aan te passen,
een of ander patronaatsto- Zij worden alleen nog ge-
neel. Hij werd zich echter vraagd om nummertjes uit
pas goed bewust van de tea- 'ie oude doos te brengen
termikrobe op school: tea- voor «De tijd van toen», be
ter, poppenspel, show, alles jaardenclubs.. Will Ferdy
richtte de kleine Ferdy in. wordt zelden gevraagd voor
Toen hij werkzaam was als dergelijke dingen; hij ver-
bediende op het Ministerie nieuwt en past zich voort
an Openbare Werken in durend aan.
Gent, had hij reeds zijn ei
gen kabaretgezelschapVan «Het regent»
Will Ferry, zoals zijn arties- tot «Het Schrijverken»
tennaam nog luidde, kende De ambitie van Will Ferdy
in de provincie al een zeke- reikte echter verder dan de
re bekendheid Zo kwam schlagerwereld, zoals die
het ook dat hij bij de toen- bij ons reilde en zeüde. Zijn
malige Welfare (de ont- grote voorbeeld was altijd
"panningsdienst van het le- si Charles Trenet geweest;
ger) nogal wat optredens bij bewonderde hem en
i.on verzorgen, zodat hij de droomde ervan in Vlaande-
smaak van de showbusi- r®n 'ets gelijkaardigs te
ness totaal te pakken doen. In het begin van de
kreeg. Eind 1948 zegde hij vijftiger jaren begon hij
zijn vaste baan op, uiter- aan een aanvankelijk moei-
aard tegen de zin van pa en zame weg als voorvader van
ma Ferdinande. Hij startte bet «betere Nederlandstali-
zijn beroepscarrière als pre- ge lied». Voor Miel Cools,
sentator-zanger in de Ant- Kor Van der Goten en ande-
vwerpse Ancienne Belgique, re Raspoets, was er al Will
die toen hoogdagen kende. Ferdy. Een eerste kans in
die richting was «'t Regent
De tijd van toen in de straten», een wat
Ferdy begon, hoe kon het bluesachtig nummer op
anders, in het schlagergen- tekst van Ke Riema uit
re met nummers als «Zend 1954. De platenmaatschap-
hen nog eens een briefje» en pij en een groot deel van het
vooral «Ziede gij me gere», publiek volgde niet zo di-
waarvan meer dan 100.000 rekt: «Zo iets was in Vlaan-
eksemplaren verkocht wer- deren onverkoopbaar»,
den. Het was de periode van Toch zette hij door en om in
Jan Verbraeken, Henk De leven te kunnen blijven.
Bruin, Jean Walter en an- moest hij ook «ander» mate-
deren. Het was de tijd van riaal brengen; «Peterke»,de
de optredens in Vlaande- kwajongen met de grote-
rens verste uithoeken, mensentaal, was geboren,
want ieder dorp had wel een Hij was een vaste gast bij
samen met een combo van
Henk Van Montfoort. veel
gedraaid, maar de platen-
lk ben soms moedeloos als ik zie hoeveel werk er ligt te
wachten. En ik heb tijd te weinig (a)
en Canada, zong hij van
Gezelle «'t Schrijverke», na
berichten over het sukses
van dit nummer over de
plas. bracht de platenmaat
schappij met de dood in het
hart, het liedje toch op
plaat. En het werd een
Gezelle, PreudTiomme en
Jacques Brei
cinemazaal waar wekelijks radio Kortrijk, zoals Later kwam nog een L P op
of veertiendaags showpro- B.R.T.-2 West-Vlaanderen
ram ma's te bekijken wa- toen nog heette, en bij het
ren. Kortom het amuse- radio-kabaret «Kop en
ment van vóór de tijd van de Staart» van Joris Collet,
televisie. Van alle show- Gedurende enkele jaren
de markt met gedichten
van Gezelle, door Ferdy ge
toonzet en gezongen. In '71
verscheen een L.P. met me
lodieën van Armand Preu-
baas zag er geen brood in
tot... het een groot sukses
werd tijdens een tweede
toernee in de Verenigde
Staten in 1964. Sindsdien
bleven de platen elkaar met
de regelmaat van de klok
opvolgen. Talrijke sukses-
sen (ojn. «Belijdenis»,
«Christine», «Van Brugge
naar Damme» e.v.a.) be
reikten zeer hoge verkoop
cijfers en bleven tot nu toe
vaste waarden in zijn reper
toire.
Ferdy Internationaal
Will Ferdy heeft geen echte
internationale carrière ge
maakt, al zingt hij in vier
talen en al trad hij reeds op
o.m- in Griekenland, Span
je, Marokko. Zwitserland,
Bulgarije (waar hij zich in
'76 waagde op een festival
en er drie prijzen behaalde,
o.a. de eerste prijs voor de
beste geklede artiest).
In 1957 trad hij gedurende
een paar zomermaanden als
gast op in het programma
van Wim Sonne veld, dat in
het Kurhaus-Kabaret van
Scheveningen liep. Sonne-
veld trok nadien voor een
tijd naar Hollywood, zodat
de samenwerking spaak
liep. Toch bleef Ferdy num
mers van Sonne veld op zijn
repertoire houden.
«Na al die jaren»
Deze titel van een L.P. uit
1983 laat misschien ver
moeden dat Ferdy regelma
tig omziet naar de voorbije
jaren. Niets is minder
waar. Hij zit nog boordevol
plannen voor de toekomst.
Na een nare ervaring met
een zogenaamde «interna
tionale producer» ging hij
in 1984 over naar een ander
platenmerk, de firma Mo-
nopole, wat resulteerde in
twee singles (de hit «ik hou
van jou» en het mooie «Uto
pia»), een L.P. met onuitge
geven sketches en lach-top-
pers én een L.P. met nieuwe
liedjes.
Wie denkt dat Will Ferdy na
een beroepscarrière van 37
jaar op zijn 58"* eraan
denkt het wat kalmer aan te
gaan doen, vergist zich: hij
zit nog boordevol plannen.
Hij is een revue aan het
schrijven voor de komende
Gentse Feesten; hij werkt
aan een boek (bij gebrek
aan tijd zit hij nog steeds
aan het eerste hoofdstuk);
vele collega's willen num
mers van hem (zeker na
zijn recente hit!).
Jaja, lach maar
Dit is de titel van het nieuw
ste programma, waarmee
Will Ferdy nu al bijna vier
maand te gast is in de nieu
we Antwerpse Stads
schouwburg. telkens voor
volle zalen. En met dit one-
man-programma is hij te
ruggekeerd naar zijn oude
liefde, het kabaret. We za
gen de show en vinden hem
een gelukkige kombinatie
van liedjes, sketches en
goeie kabaretteksten. Geen
Sonne veld. geen Hermans,
Van Vliet of Gaaikema,
maar herkenbare toestan
den van bij ons passeren de
revue, afgewisseld door
prachtige liedjes. Grote
pretenties heeft Will Ferdy
niet met deze show, alleen
zijn publiek een avond
amusement brengen, een
avond show. Maar dan wel
op niveau. Dat is altijd zijn
streven geweest: geen goed
koop amusement, geen tri
viaal sukses. Zijn liedjes
moesten muzikaal én in
houdelijk niveau hebben;
dat was het enige crite
rium. En dat blijkt ook nu
weer uit deze show «Jaja,
lach maar!»
Naast humoristische num
mers als «(Bad-)Kamerope-
ra» en het leuke niemendal
letje «Op een eiland», horen
we het sarkastische «Socié-
té Privée», zijn hit «Ik hou
van jou», het qua tekst, me
lodie en arrangement erg
mooie «Utopia», het swin
gende «Niet met mij», een
medley met vroegere suk-
sessen ('t Schrijverken -
Christine - 't Regent in de
straten - Shoeshine Boy - De
Stervende - Piaf - Belijde
nis.) en nog zo veel meer
Ook een lied van Brei uiter
aard «Burgerij, zwijnerij»
naar «Les Bourgeois», het
poëtische «Brugse Reien»,
het intrieste «Zeg mij bar
man» naar Rouzaud, en het
mooie «Kon ik» een ode aan
de Sinjorenstad door Jef
Burm.
Verder een serie schitte
rende hommages aan Che
valier («Maurice»), aan Die
trich («Mariene» een num
mer van Pee te Seeger). aan
Chaplin («Chariot» van Phi
lippe Gérard).
Hoewel er prachtige sket
ches in zitten, blijven we
Ferdy toch het best vinden
als hij zijn liedjes brengt.
Wat de kabaretteksten aan
gaat, zou een grotere kriti
sche keuze zeker het niveau
nog kunnen optillen.
Toch beleefden we een erg
aangename avond. Van
Indien ik geen artiest was, zou ik er al lang niet mee r
geweest (a) P"c
(tel
half negen tot ongeveer Wie een gezellige avoi ttge
kwart voor twaalf alleen op wil, moet deze «Jaja, jna
de scène én je publiek blij- maar» gaan zien. El
ven boeien van de eerste tot een gezellige avond
de laatste minuut: il faut le Will Ferdy wil inri;
faire! De bijval was dan ook kan altijd kontakt ops
enorm, het publiek spaarde met mw. Vera Dom, V Ier
zijn applaus niet. (Ferdy veld 48, 2550 Kontich om
over applaus: «Applaus is nr. 03/457.58.78) of
de appreciatie van het pu- Will Ferdy ProduktiM
bliek voor wat je doet; ap- Bemardsestwg. 980,
plau8 is een verslaving; als 2710 Hoboken (ta
er geen applaus is. ben ik 827.Q6 79''
woedend».)
Ik heb het materiaal om veertien dagen lang e
lende show te brengen (a)