Een beetje geschiedenis van de schoolstrijd te Aalst en omgeving Will Ferdy met de hit «Ik hou van jou» en kabaretprogramma Jaja, lach maar» volop in de schijnwerpers 46 - 22.3.1985 - De Voorpost Voor het tweede feit ontken ik dit inge- lijks. Ik weet niet dat er iets zou gebeurd rijn met Frans Dewolf, die een van mijne beste leerlingen was, en die mij veel erkentenis bewijst. Wat het derde feit aangaat, het betreft den hoofdonderwijzer, en het bepaalt zich bij het in eenen hoek stellen van een kind dat met vuile handen in de school gekomen was. Ik weet niet dat het kind, hetwelk bij Vandewyngaerde woont, eenige mishan deling zou ondergaan hebben. Wahet uittrekken van vlas aangaat, ik had over drie, vier jaren, 150 of 160 leerlingen. Ik mag verzekeren dat ik altijd welvoeglijk de personen ontving, die kwamen klagen over de scholieren. Is het laatste feit waar, dan zullen de kinde ren die de twee melkschapen mishandeld hebben, gestraft worden. Ik verklaar alle voorbehoudingen te ma ken nopens de beschuldiging tegen mij ingebracht, volgens welke ik een kind zoodanig zou mishandeld hebben dat het bloed in zijne schoenen stond. Ik zal zien wat er mij desaangaande te doen staat. Tenslotte trad de nieuwe pastoor, Aloy- sius Verhofstede, als 72ste getuige aan in de zaak van de schoolstrijd te Baarde- gem. Onbegrijpelijk misschien voor ons nu, maar ook deze man had maar weinig verstaan van de welkomstgroet van de burgemeester. Men zou zich haast afvra gen voor wie of voor welke gelegenheid de burgemeester een redevoering 'gehou den heeft. Op de vraag of hij niet zou kunnen zeggen welke de redevoering geweest is van den heer burgemeester, op den dag van zijne inhuldiging, antwoordt de ge tuige, dat hij in het rijtuig den overkant bekleeddedat er daar veel volk en veel gedruisch was; dat hij daardoor de aan spraak van den burgemeester niet wel gehoord heeft, en dat hij er zelfs de opmerking van gemaakt heeft aan de drie priesters die met hem in het rijtuig waren. Hij kan dus de zinsneden niet aaneenhangen, alleenlijk kan hij zeggen dat er spraak is geweest van medewer king in alles wat het goed van de paro chie betreft, bijzonderlijk omdat er nu kwestie was van een onderwijs dat ge vaarlijk was voor reden en geloof. Hij zegde ook dat hij eensgezind was met den gemeenteraad, om den pastoor te helpen in zijne zending De getuige voegt er bij dat hij den tekst van deze redevoering verloren heeft. Verders verklaart hij dal vrijdag laatst een kind, ondervraagd in de leering, waar het naar school ging, hem ant woordde: 'Ik ga naar de stadsschool. Ik moet het doen, wij zijn er toe gedwon genzonder verdere woorden. Ter gele genheid van mijn pastoreel bezoek, heb ik een ouder aangesproken, vragende waar zijn kind naar school ging. Die persoon is bareelwachter bij den ijzeren weg; hij zegde mij dat hij zijn kind naar de officiële school zond, uit vrees van zijn brood te verliezen. In Melden was het onderwijzer E. Ver- eecken die last berokkend werd door de tegenstanders van de nieuwe schoolwet. Nochtans werd soms aktie gevoerd tegen mensen die hetzelfde onderwijs gaven als vroeger maar onder een vlag met andere lading. Onderwijzer Vereecken getuigde dat het armbestuur sommige mensen onder druk zette om hun kinderen naar de vrije school te sturen, zo o.a. ging men niet akkoord met Lodewijk Van Ransbeke die 15 frank trok voor twee kinderen van zijn dochter. Ook de smid, Bernard Carli, moest het ontgelden want men zou het huis waarin hij woonde en huurde, verkopen indien hij zijn kinde ren nog naar de gemeenteschool stuurde. Verder beklaagde E. Vereecken zich over het feit dat hij in de winter meer dan 300 kinderen op school had en dat het cijfer tot een onvoorstelbaar cijfer van dertig gedaald was: En voor hem nog erger, de onderwijzer van de vrije school bezat niet eens een diploma. In zijn getuigenis geeft onderpastoor Gustaaf Van der Donckt toe dat de betrekkingen tussen onderwijzer Veree- cke en de pastoor van Melden heel goed waren. Volgens hem had de pastoor hem zelfs fruit laten bezorgen maar volgens de pastoor was dit fruit voor de familie Robijns bestemd en dat deze het aan Vereecke onwetend overgemaakt heeft. Onderpastoor Van der Donckt voegde er echter nog wat aan toe: Ik heb in mijn sermoen noch van verre noch van bij de schoolwet genoemd noch bedoeld. Ter gelegenheid van het feest van den Rozenkrans, in 1879, heb ik, in het algemeen sprekende, zonder iemand te bedoelen, vooral den onderwijzer, ge predikt over de bekeeringen van de zon daars door den Rozenkrans, en ik heb de parochianen aangewakkerd om den Ro zenkrans daartoe ook te gebruiken. Alhoewel mijne woorden den onderwij zer niet bedoelden, heeft deze mij onder broken, zeggende: Schei er maar uil, wij weten dit lang genoegwaarop ik gezegd heb: Menschenwij zullen daar op niet antwoordenDan heeft de on derwijzer gezegd: Ik ben hier langer dan gij; zij kennen mij beter dan u.Ik heb wedergeantwoord: 'Wij zullen voor dezen mensch ook eenen Weesgegroet bidden. Het gebeurde ook andersom zoals bij de gebroeders Van Rossem die door de burgemeester van Gent hun land zouden ontnomen worden indien zij hun kinde ren naar de vrije school stuurden. De Vrouw van Jan Baptist Van Rossem verklaarde dat zij liever hare kinderen naar het kerkhof zou zien dragen dan ze naar de gemeenteschool te zenden». en de pacht werd opgezegd. Maar ook onderwijzer Vereecke haalde nog een belangrijk geval aan, dat zekere Lode wijk Van den Broeck zijne drie kinderen naar zijne school zond, dat deze achter bleven, en dat hij daarom den vader is gaan vinden. Getuige heeft vernomen, dat deze door de eigenares, juffrouw Robyns, bedreigd was zijn land te moe ten verlaten, omdat zijne kinderen naar de gemeenteschool gingen. Ik heb hem geantwoord, zegt de getuige, dat ik daar in zou voorzien hebben, en heb mij dan per brief naar den burgemeester van Gent gewend. Deze heeft aan Lodewijk Van den Broeck gedeeltelijk het land gegeven waarover de opzeg was gedaan geworden. Een typisch verhaal, meteen een treffend voorbeeld hoe de schoolstrijd gevoerd werd, kregen we te horen van de gemeen teonderwijzer Jan-Baptist Singelijn uit Erembodegem: Ik was reeds onderwijzer te Erembode gem vóór den 1Juli 1879. In Juni 1879 maakte ik de lijst op der behoeftige leerlingen, die moest goedgekeurd wor den door het bestuur, of, om beter te zeggen, het gemeentebestuur moet er de nieuwe rechthebbenden bijvoegen. De lijst begreep 363 namen, en er waren er twee wier inschrijving aangevraagd was. Het gemeentebestuur schrabde er 188 uit; mijne overtuiging is dat deze uitschrab- bing onwettelijk en onregelmatig was, en ik aanzag ze als een maatregel genomen om de gemeenteschool te benadeelen, met betaling der schoolkosten aan de ouders op te leggen en terzelfder tijd de vrije school te bevoordeeligen. Ik heb mij rond Augustus 1879 tegen die uit- schrabbing voorzien bij de bestendige deputatie aan den provincialen raad. Er is op mijn beroep nog geeneuitspraak gedaan, maar ik denk dat de maatregel binnen weinig dagen te verwachten is. Vóór den 1" Juli 1879 had men reeds begonnen den muur te verhoogen, die den tuin der scholen van de straat scheidt. Het werk is onderbroken als de nieuwe wet gestemd werd, en werd niet meer hernomen. Sedert denzelfden tijd heeft men gewei gerd mij de mindere opbrengst van 130 frank tot 37 gebracht, en de som van 60 frank voor prijsboeken ten volle afge schaft. De som van 130 frank was juist in evenredigheid met het verreischte der wet, die de verhouding tusschen opper vlakte en verwarming vaststelt. Ik had 99 leerlingen met Paschen 1880. En op hetzelfde tijdstip van 1879, had ik er 200. Het armbestuur verschafte onderstand aan behoeftige leerlingen en uil dien hoofde was deze instelling »van open baar nul» het meest geneigd om druk uit te oefenen op mensen die een zekere som ontvingen voor hun kinderen. Als de voorzitter ervan ook nog katoliek on derwijzer* was, kan men zich voorstel len hoe sommige toestanden uitgebuit werden. J.B Singelijn had in Erembodegem de gelegenheid gehad om naar het vrij on derwijs over te gaan maar zij voorwaar den werden door de pastoor niet aange nomen; hij mocht o.a. geen katechismus aanleren en niets doen ten voordele van de gemeenteschool. Wie maar iets te zien had met de 'officiële school* werd de sakramenten geweigerd. Maar ook de familieleden waren hel slachtoffer van al deze maatregelen: Mijne vrouw be kwam twee maal de absolutie, op voor waarde dat zij zou trachten mij te over halen om geenen katechismus meer te geven; en daar er niets veranderd werd aan mijne lessen, werd haar met Paschen de absolutie afgezegd». Ook zijn twee broers ondergingen het zelfde lot en werden uit de biechtstoel gejaagd evenals hun ouders. Bij een doop mochten ze niet optreden als meter noch als peter en men gaf 'concerten ten voordeele van de katolieke school». Meestal stond een komedie op het pro gramma met titel «De gereformeerde catechismusles»een propagandatoneel tegen de officiële scholen. Singelijn besloot zijn getuigenis met een kort maar sterk verhaal dat in een wijk van de gemeente gebeurde. Het is een kenschetsende vaststelling van de menta liteit een eeuw geleden: In een gehucht «ter Joden» bij Erembo degem, wilde men eene vrije school bou wen. Vele menschen waren werkstellig gemaakt, en een steenoven werd aange stoken; maar als het op betalen aan kwam, daar zij van Herodes naar Pilatus gezonden waren, eindigden zij met zich zeiven te betalen en de steenen weg te nemen. En de steenoven, aldus geplun derd, is verdwenen. De 24-jarige Virginie Van Woensel trad als onderwijzeres te Erembodegem in dienst op 13 november 1879. Haar aan vraag om een kachel te bekomen werd slechts drie dagen nadien opgevolgd. Hetzelfde gebeurde met hulponderwijze res De Backer die eveneens verschillende dagen moest wachten op een «stoof» tijdens de koude januarimaand van 1880. Virginie Van Woensel werd zoda nig getart door burgemeester B. Verley- sen dat ze gedurende maanden ziek is geweest. Ook de gemeentesekretaris, te vens herbergier, werkte haar legen op alle gebied. Een sterk verhaal van de 58- jarige weduwe Marie-Eugenie Vinck kan de toestanden i.v.m. de kerk niet beter omschrijven: Met Paschen van tegenwoordig jaar, ben ik bij den pastoor te biechten gegaan, en ik heb de absolutie ontvangen. Wanneer ik wilde de communie ontvangen, en te wege was naar de communiebank, kwam de koster bij mij, trok mij bij mijnen mantel en zegde: «Gij daar, gij moet in de sacristie gaan bij den onderpastoor. Ik deed het, en daar ontmoette ik den onderpastoor Cockquit, die mij zegde dat hij mij Onzen Heer niet mocht geven, absoluut niet: «gij zijt verdoemd door de bisschoppen en in den ban der heilige Kerk, zegde hij. Gij moet uw kind uit de gemeenteschool trekken, er zijn goede scholen genoeg, en zoolang gij het niet doet zult gij Onzen Heer niet krijgen. Ik antwoordde hem «ik laat dat op u» en ging de kerk uit. Burgemeester-dokter Bernard Verleysen ontkende de meeste feiten en gaf een subjektieve omschrijving van sommige andere. In de meeste gevallen is hij positief opgetreden en van sommige «herinnert hij zich niet». Burgemeester Verleysen omzeilde de meeste aantijgin gen of beriep zich op gemeenteraadsbe- sltssingen waar het mogelijk was. Zijn getuigenissen waren maar op weinig overtuiging gesteund: Ondervraagd over de reden waarom het lokaal der gemeenteschool ter beschik king is gesteld geworden van de inrich ters eener meeting tegen het wetsontwerp betreffende het lager onderwijs, ant woordt de getuige Verleysen dat hij ge dacht heeft dat recht te hebben, en dat hij daarvoor de heeren Van Wambeke en Verbrugge geraadpleegd had, die van hetzelfde gevoelen waren. Het getuigenverhoor in verband met de schoolstrijd te Aalst zelf begon in de zitting van 11 oktober 1880 en nam verschillende zittingen in beslag. De eer ste getuige die aan de beurt kwam, was de arrondissementskommissaris Abel De Clippele die zich in de eerste plaats beklaagde over het buitengewoon veel werk dat de schoolwet meebracht. Noch tans kon hij de weerspannigen nogal vlug bedaren en van het weigeren van welda digheid of absolutie was hem geen feil bekend. Hij wist wel te vertellen dat de weeskinderen na de nieuwe schoolwet naar de katolieke school gezonden wer den en dat er een bewaarschool van de zusterkens (Mijlbeek) gesloten werd en de lokalen in huur gegeven Pycke-San- ders, ajuin- en aardappelhandelaar. De hoofdonderwijzer getuigde zowat in de zelfde zin maar voegde er heel wat belangrijke details aan toe. Zo o.a. dat de soepbedeling in een bewaarschool achterwege bleef, maar verder bekende hij dat te Aalst «de tegenstand in Aalst in feite klein is» vergeleken met de omlig gende dorpen. Dat hem de absolutie geweigerd werd met Pasen koppelde hij aan een algemeene regel voor de ge meenteonderwijzers» en het aantal leer lingen was van 500 naar ruim 300 ge zakt. Uit gesprekken had hij wel verno men dat aan sommigen wel de onder stand verminderd was maar niet volledig geweigerd. Sommige van de eerst wegge bleven kinderen waren zelfs stelsematig teruggekeerd en hij besloot zijn getuige nis: «Ieder onderwijzer in zijne klas geeft de catechismusles. Er is niets veranderd, noch aan het onderwijs, noch aan de boeken». Dan volgde Sylvie Waterschoot als getui ge nummer 58. Zij was bestuurster van de bewaarschool en in augustus 1879 gaven twee onderwijzeressen hun ontslag om naar een katolieke school over te stappen zodat zij op dat ogenblik zonder personeel zat. Het stadsbestuur wilde geen nieuwe benoemen en uiteindelijk kreeg zij twee leerkrachten door het ministerie aangesteld. Ook hier werd de soepbedeling gestopt en het was de be stuurster zelf die het geld hiervoor voor schoot en ze eigenhandig maakte gedu rende meer dan een jaar Haar persoon lijke inzet heeft er toe geleid dat zij na de terugval van 690 op 300 kinderen per 1 oktober 1879, een jaar later opnieuw 600 leerlingen in haar school had. Het toppunt vormden de voorzitter, E. Vandenbossche, en sekretaris, Alfred De Coen, van het «schoolcomiteit». Men vraagt zich werkelijk af wat zulke n sen daar verrichtten vermits geen beiden wist wat dergelijke taak inhit welke instrukties ze dienden te v noch hoeveel scholen er te Aalst m Hulponderwijzer Gustaaf Praet, haal enkele feiten aan die hij in zijn omget meegemaakt had en Frans Verliaeg leraar aan de middelbare school, klaarde in zijn getuigenis dat de kindi van zijn instelling na de prijsuitn uitgejouwd werden door deze van vrije school. Als lid van de kommissie van de «go huizen» te Aalst werd de 61-jarige za zieder Edmond D'Hondt, opgeroei om in een paar aantijdingen te getuig o.a. een geval waarbij iemand z weigerd geweest zijn om opgenomen worden in het gesticht, zgz. omdat geen plaats was. Een lange polemiek i hierdoor ontstaan tussen hem en de z< van Hofman. Tenslotte verklaart hij «cl Getuige D'Hondt voegt er bij dat f noch het bureel der godshuizen, t niemand bedreigingen hebben dat zij voor de vrijheid zijn; over, dat hij gerechtigd is zelf klachten te dat hij over zekere daadzaken i. dwang te spreken heeft, namelijk fl zekere Blommaert, schoenmakerm Aalst, gedwongen zou zijn geweest huis te verlaten, om dat hij zijne k' ren naar de katholieke school zond. I Getuige, ondervraagd of hij als lid I godshuizen deel heeft genomen aan ft beraadslaging, waarbij de weeskinds uit de gemeenteschool zijn getrokken,! bij de broederkens gezonden, antn dat deze zaak nooit op eene dag gebracht werd. De voorzitter, de t Bethune, heeft dit op zich genomen, B hij werd goedgekeurd door al de le der commissie, ter uitzondering van i arrondissementscommissaris, den 1 v de Clippele, die zijn ontslag daan 16 heeft gegeven. Wij zijn de wettige voogde, voegt getuige er bij, en aangezien meer vertrouwen stellen in de kathol dan in de gemeentescholen, geven aan de eerste de voorkeur, zoowel de weezen ab voor onze eigene deren Emiel Boin, 54 jaar en zilversrm Aabt, werd met Pasen de absolutie weigerd omdat hij deel uitmaakte vt Maatschappij voor oude Klederen di I" doel had «het kleeden der arme sch ren uit de gemeenteschoolMaar |8r andere mensen hadden te kampen 00 moeilijkheden, vooral dan handd Pr die vaak onder druk gezet werden KI verlies van klanten. De koopvn Hendrika Moenens, was zo iemani werd bezocht door onderpastoor Pa '-u die haar verweet een «slechte moedi *ai zijn omdat haar kinderen naar dl meenteschool gingen, dal zij in de der H. Kerk was. verdoemd en <u dingen meer. Bij zijn bezoek hi zich een twintigtal kinderen voor J4 deur verzameld, bespuwden haar n 0 bespotten haar met de naam geuzi dergelijke beledigingen meer. F tv «Applaus blijft een verslaving!» «Ziede gij me geren?» (1948) - «Ik hou van jou!» (1985): twee pijlers in de carrière van dliomme. Een speciale be- Will Ferdy, een carrière om U tegen te zeggen. Weinig (misschien wel geen) showmen- wondering heeft Ferdy ech- sen in Vlaanderen kunnen een mooiere loopbaan voorleggen. Na zevenendertig jaar als ter voor Jacques Brei. Van showman op de planken gestaan te hebben, schittert Will Ferdy nog steeds in de deze reus van het chanson belangstelling, nu met de hit «Ik hou van jou» en het suksesvolle kabaretprogramma, vertaalde hij, louter voor Aanleiding voor een gezellige babbel in de taverne van de nieuwe Antwerpse Stads- zijn plezier, «Le Mori bond» schouwburg, waar Will Ferdy die avond zijn avondvullend programma aan het publiek tot «De Stervende», niet het presenteert, nu reeds bijna twintig weken lang. bekendste nummer van Brei. Het nummer werd Van Werner Ferdinande mensen van toen is alleen kwamen er geen platen van voor de radio opgenomen tot Will Ferdy Will Ferdy overeind geble- hem Werner Ferdinande, te ven De anderen hadden Maar in '60, tijdens een Gent geboren op 9 maart niet de kreatieve impulsen toernee doorheen de States 1927, deed zijn eerste pas- °m hun programma's, hun sen op het podium aan de stijl en hun muzikale en arm van zijn «moeder» die inhoudelijke acts te ver in feite zijn zuster was in nieuwen en aan te passen, een of ander patronaatsto- Zij worden alleen nog ge- neel. Hij werd zich echter vraagd om nummertjes uit pas goed bewust van de tea- 'ie oude doos te brengen termikrobe op school: tea- voor «De tijd van toen», be ter, poppenspel, show, alles jaardenclubs.. Will Ferdy richtte de kleine Ferdy in. wordt zelden gevraagd voor Toen hij werkzaam was als dergelijke dingen; hij ver- bediende op het Ministerie nieuwt en past zich voort an Openbare Werken in durend aan. Gent, had hij reeds zijn ei gen kabaretgezelschapVan «Het regent» Will Ferry, zoals zijn arties- tot «Het Schrijverken» tennaam nog luidde, kende De ambitie van Will Ferdy in de provincie al een zeke- reikte echter verder dan de re bekendheid Zo kwam schlagerwereld, zoals die het ook dat hij bij de toen- bij ons reilde en zeüde. Zijn malige Welfare (de ont- grote voorbeeld was altijd "panningsdienst van het le- si Charles Trenet geweest; ger) nogal wat optredens bij bewonderde hem en i.on verzorgen, zodat hij de droomde ervan in Vlaande- smaak van de showbusi- r®n 'ets gelijkaardigs te ness totaal te pakken doen. In het begin van de kreeg. Eind 1948 zegde hij vijftiger jaren begon hij zijn vaste baan op, uiter- aan een aanvankelijk moei- aard tegen de zin van pa en zame weg als voorvader van ma Ferdinande. Hij startte bet «betere Nederlandstali- zijn beroepscarrière als pre- ge lied». Voor Miel Cools, sentator-zanger in de Ant- Kor Van der Goten en ande- vwerpse Ancienne Belgique, re Raspoets, was er al Will die toen hoogdagen kende. Ferdy. Een eerste kans in die richting was «'t Regent De tijd van toen in de straten», een wat Ferdy begon, hoe kon het bluesachtig nummer op anders, in het schlagergen- tekst van Ke Riema uit re met nummers als «Zend 1954. De platenmaatschap- hen nog eens een briefje» en pij en een groot deel van het vooral «Ziede gij me gere», publiek volgde niet zo di- waarvan meer dan 100.000 rekt: «Zo iets was in Vlaan- eksemplaren verkocht wer- deren onverkoopbaar», den. Het was de periode van Toch zette hij door en om in Jan Verbraeken, Henk De leven te kunnen blijven. Bruin, Jean Walter en an- moest hij ook «ander» mate- deren. Het was de tijd van riaal brengen; «Peterke»,de de optredens in Vlaande- kwajongen met de grote- rens verste uithoeken, mensentaal, was geboren, want ieder dorp had wel een Hij was een vaste gast bij samen met een combo van Henk Van Montfoort. veel gedraaid, maar de platen- lk ben soms moedeloos als ik zie hoeveel werk er ligt te wachten. En ik heb tijd te weinig (a) en Canada, zong hij van Gezelle «'t Schrijverke», na berichten over het sukses van dit nummer over de plas. bracht de platenmaat schappij met de dood in het hart, het liedje toch op plaat. En het werd een Gezelle, PreudTiomme en Jacques Brei cinemazaal waar wekelijks radio Kortrijk, zoals Later kwam nog een L P op of veertiendaags showpro- B.R.T.-2 West-Vlaanderen ram ma's te bekijken wa- toen nog heette, en bij het ren. Kortom het amuse- radio-kabaret «Kop en ment van vóór de tijd van de Staart» van Joris Collet, televisie. Van alle show- Gedurende enkele jaren de markt met gedichten van Gezelle, door Ferdy ge toonzet en gezongen. In '71 verscheen een L.P. met me lodieën van Armand Preu- baas zag er geen brood in tot... het een groot sukses werd tijdens een tweede toernee in de Verenigde Staten in 1964. Sindsdien bleven de platen elkaar met de regelmaat van de klok opvolgen. Talrijke sukses- sen (ojn. «Belijdenis», «Christine», «Van Brugge naar Damme» e.v.a.) be reikten zeer hoge verkoop cijfers en bleven tot nu toe vaste waarden in zijn reper toire. Ferdy Internationaal Will Ferdy heeft geen echte internationale carrière ge maakt, al zingt hij in vier talen en al trad hij reeds op o.m- in Griekenland, Span je, Marokko. Zwitserland, Bulgarije (waar hij zich in '76 waagde op een festival en er drie prijzen behaalde, o.a. de eerste prijs voor de beste geklede artiest). In 1957 trad hij gedurende een paar zomermaanden als gast op in het programma van Wim Sonne veld, dat in het Kurhaus-Kabaret van Scheveningen liep. Sonne- veld trok nadien voor een tijd naar Hollywood, zodat de samenwerking spaak liep. Toch bleef Ferdy num mers van Sonne veld op zijn repertoire houden. «Na al die jaren» Deze titel van een L.P. uit 1983 laat misschien ver moeden dat Ferdy regelma tig omziet naar de voorbije jaren. Niets is minder waar. Hij zit nog boordevol plannen voor de toekomst. Na een nare ervaring met een zogenaamde «interna tionale producer» ging hij in 1984 over naar een ander platenmerk, de firma Mo- nopole, wat resulteerde in twee singles (de hit «ik hou van jou» en het mooie «Uto pia»), een L.P. met onuitge geven sketches en lach-top- pers én een L.P. met nieuwe liedjes. Wie denkt dat Will Ferdy na een beroepscarrière van 37 jaar op zijn 58"* eraan denkt het wat kalmer aan te gaan doen, vergist zich: hij zit nog boordevol plannen. Hij is een revue aan het schrijven voor de komende Gentse Feesten; hij werkt aan een boek (bij gebrek aan tijd zit hij nog steeds aan het eerste hoofdstuk); vele collega's willen num mers van hem (zeker na zijn recente hit!). Jaja, lach maar Dit is de titel van het nieuw ste programma, waarmee Will Ferdy nu al bijna vier maand te gast is in de nieu we Antwerpse Stads schouwburg. telkens voor volle zalen. En met dit one- man-programma is hij te ruggekeerd naar zijn oude liefde, het kabaret. We za gen de show en vinden hem een gelukkige kombinatie van liedjes, sketches en goeie kabaretteksten. Geen Sonne veld. geen Hermans, Van Vliet of Gaaikema, maar herkenbare toestan den van bij ons passeren de revue, afgewisseld door prachtige liedjes. Grote pretenties heeft Will Ferdy niet met deze show, alleen zijn publiek een avond amusement brengen, een avond show. Maar dan wel op niveau. Dat is altijd zijn streven geweest: geen goed koop amusement, geen tri viaal sukses. Zijn liedjes moesten muzikaal én in houdelijk niveau hebben; dat was het enige crite rium. En dat blijkt ook nu weer uit deze show «Jaja, lach maar!» Naast humoristische num mers als «(Bad-)Kamerope- ra» en het leuke niemendal letje «Op een eiland», horen we het sarkastische «Socié- té Privée», zijn hit «Ik hou van jou», het qua tekst, me lodie en arrangement erg mooie «Utopia», het swin gende «Niet met mij», een medley met vroegere suk- sessen ('t Schrijverken - Christine - 't Regent in de straten - Shoeshine Boy - De Stervende - Piaf - Belijde nis.) en nog zo veel meer Ook een lied van Brei uiter aard «Burgerij, zwijnerij» naar «Les Bourgeois», het poëtische «Brugse Reien», het intrieste «Zeg mij bar man» naar Rouzaud, en het mooie «Kon ik» een ode aan de Sinjorenstad door Jef Burm. Verder een serie schitte rende hommages aan Che valier («Maurice»), aan Die trich («Mariene» een num mer van Pee te Seeger). aan Chaplin («Chariot» van Phi lippe Gérard). Hoewel er prachtige sket ches in zitten, blijven we Ferdy toch het best vinden als hij zijn liedjes brengt. Wat de kabaretteksten aan gaat, zou een grotere kriti sche keuze zeker het niveau nog kunnen optillen. Toch beleefden we een erg aangename avond. Van Indien ik geen artiest was, zou ik er al lang niet mee r geweest (a) P"c (tel half negen tot ongeveer Wie een gezellige avoi ttge kwart voor twaalf alleen op wil, moet deze «Jaja, jna de scène én je publiek blij- maar» gaan zien. El ven boeien van de eerste tot een gezellige avond de laatste minuut: il faut le Will Ferdy wil inri; faire! De bijval was dan ook kan altijd kontakt ops enorm, het publiek spaarde met mw. Vera Dom, V Ier zijn applaus niet. (Ferdy veld 48, 2550 Kontich om over applaus: «Applaus is nr. 03/457.58.78) of de appreciatie van het pu- Will Ferdy ProduktiM bliek voor wat je doet; ap- Bemardsestwg. 980, plau8 is een verslaving; als 2710 Hoboken (ta er geen applaus is. ben ik 827.Q6 79'' woedend».) Ik heb het materiaal om veertien dagen lang e lende show te brengen (a)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1985 | | pagina 48