D e strijd is gestreden. De overlevenden keren huiswaarts. Alleen de doden blijven achter... slacht offers van vijf jaren van droeve ellende, miserie en oorlogsleed. Dit alles wordt vlug vergeten. Het is terug vrede. In het kamp der verliezers worden angstige vragen gesteld. In het kamp der overwin naars kent de vreugde geen grenzen. Er wordt gedanst, gekust, gezongen, gedronken en... gevrijd. Kinderen zien hun zakken uitpuilen van chewing- gum, fiuderen halen, langzaam en genietend, de rook in van geurige Camel, Lucky Strike of Chester field. En moeder-de-vrouw weet geen blijf met de corned-boeuf en het eierenpoeder. Men eet terug wit brood. Ook de wielersport vierde hoogtij. Jet Moerenhout werd de winnaar van de ronde van België In volle oorlogstijd (J.M.) WINTER HULP 44 - 17.5.1985 - De Voorpost 10 MEI 1940: DE HEL BREEKT LOS DE LICHTEN WORDEN GEDOOFD 5 MEI 1945: DE WAPENS WORDEN NEERGELEGD DE LICHTJES GAAN WEER BRANDEN Een aanplakbiljet met een opwekking aan de Vlamin gen om zich bij de SS te melden (J.M.) Bij de beroepsrenners B kwam tot stand ingevolge afschaffing categorie der onafhankelijken): Jef Moerenhout (1941, Kessel-Lo) René Janssens uit Mechelen (1942, Dinant) Marcel Rijckaert (1943, Ciney). Bij de liefhebbers: 1941: Irene De Keyzer 1942: Marcel Boumon Bij de juniores: 1941: André Pieters (St.-Niklaas) 1942: Valeer Ollevier (Hannuit) 1943: Marcel Ryckaert (Etikhove) Het werd ook deze Marcel Ryckaert die zich in 1941 te Hannuit tot nieuwelingenkampioen wist te kronen, dank zij een spurtzege op Rik Van Steenbergen. Trouwens, het enige kampioenschap in die kategorie dat doorgang kreeg. Klassiekers kregen als overwinnaars: Luik-Bastenaken-Luik: 1943: wijlen Richard De Poorter. Ronde van Vlaanderen: 1940, '41 en '43: Achiel Buysse. 1942: Briek Schotte. 1944: Rik Van Steenbergen. Waalse Pijl: 1941: Sylvain Grysolle (overleed in 1985) 1942: Karei Thys 1943: Marcel Kint. Grote Scheldeprijs: 1941: wijlen Sfan Ockers 1942: Lode Busschops 1943: Eloi Meulenbergh Ronde van België: Jef Moerenhout. Maar niet alleen de wielersport bloeide als nooit voordien. Ook de voetbalsport bloeide. Het enige probleem voor de lokale clubs was aan schoenen en kledij te geraken. Werd in het seizoen 1939-40, toen Lierse leidde vóór Antwetp, de kompetitie niet afgewerkt, in het seizoen. 1940-41 was er een niet- officiële kompetitie, waarin Lierse als eerste eindigde vóór White Star. Andere landskampioenen in die bezettingsjaren waren: 1942: Lierse S.K.; 1943: F.C. Mechelen; 1944: Antwerp F.C. De duivenmelkers stelden het minder goed, wegens het verbod om reisduiven vrij te laten vliegen. Het was trouwens vrijwel onmogelijk de diertjes te voede ren, zodat de meesten in de braadpan verdwenen. Nog een sporttak die bij de bevolking zeer geliefd was en heel wat kijkers lokte was de kaatssport. Bijna in alle gemeenten en dorpen van het Vlaamse land werd aan kaatssport gedaan. Ook te St.-Amands en de ouderen herinneren zich nog wel de «gouden periode» van Jules Ivens, Jef Noppen, Ward Augus- tinus (Warreke Sloef) e.a. Ploegen als Eendracht Aalst, met de vermaarden als Van Medegael, Bou- lonne, D'Haese, Cornand en Anderlecht met Rie Meert en Tollembeek om het bij deze te houden kon men aan het werk zien. Uitgaansleven De nachtklok was niet zo strikt, ze schommelde tussen 11 u. en 12.30 u. Maar gelukkig was er de zing-zing, een zaklamp die met een door de hand aangedreven dynamo werkte. Een knijpkat, zegt men nu. Wie van klassieke muziek hield, kon tijdens de eerste helft van de bezetting een keur van Duitse gezelschappen zien optreden tijdens gastvoorstel- lingen. Het grote publiek trok naar de operagebouwen voor de operettes. Lichte programma's koos men ook in de schouwburgen. In de revues werd de draak gestoken met de gebrekkige ravitaillering. Men moest geen zazouzijn om van swing-muziek te houden. Swing was tijdens de bezetting de popu lairste amusementsmuziek. Orkesten als van Jean Omer, Django Reinhardt, The Ramblers, Dolf Van der Linden, Raymond Le grand, speelden voor bomvolle zalen. En dan was er de bioscoop. Amerikaanse of Engelse films waren tijdens de tweede wereldoorlog taboe in bezet gebied. De Belgische bioscoopbezoeker moest dus al dan niet noodgedwongen Duitse sterren ter vervanging accepteren, zoals Zarah Leander, Marika Rokk, Marte Harell, Jenny Jugo, Dora Komar, Christina Soderbaum, Gisela Uhlen, Heidemarie Hatheyer, Magda Schneider (de moeder van de ons meer bekende Romy), Ilse Wernêr, Heinz Ruhmann, Hans Albers, Johannes Heesters, Paul Klinger, Heinrich George, Hans Moser, Theo Lingen, Paul Horbiger en tal van anderen. De Duitse filmindustrie, de oorlogs- en andere propagandafilms terzijde gelaten, zorgden met films als bv. «Tanz mil dem Kaiser«Immer, nur du», «Stern von Rio», «Hab mich Lieb», «Opernball», Wiener Blut», om het bij deze te houden, door hun muzikale inzet, voor een zekere soort van ontspan ning. Genoten ook de voorkeur de films met Zarah Leander (we denken hier aan «Die Grosse Liebe», aan Damalsof met Kristina Söderbaum; allen meer dramatisch getint. Ilse Werner, Hannelore Schroth waren zowat de «lievelingen» der jeugd, terwijl het Hongaarse temperament van Clara Tabo- dy, volledig tot uiting kwam in één van de vele verfilmde operetten als Maske in Blau». «Verzet of ontspanning» was tijdens die vier droeve bezettingsjaren een welgekomen bondgenoot. Het deed veel leed, armoede en honger zachter aanko men. Niet voor een tweede kategorie der nieuwe rijken en beroepssmokkelaars. Organisatoren en bookmakers van paardenrennen en hondenkoersen deden gouden zaken. De gewone man, die het stellen moest met zijn dagelijkse rantsoen» waagde zijn kans bij de Winterhulp-loterijHij droomde ervan het grote lot van twee miljoen frank te winnen. Natuurlijk, «het dagelijks levenvan 8 miljoen Belgen in de periode 1940-45 bestaat niet. De zware lasten van de ravitaillering kwamen vooral neer op de vrouw. Het tekort aan voeding (een rantsoen brood, waarvan de kwaliteit alles behalve goed was, bedroeg 225 gr. per persoon per dag). Officieel kreeg elke Belg in 1941 op zijn bonnen 8,3 gr. boter, 500 gr. aardappelen en 35 gr vlees per dag. Maar de aardappelen, volksvoedsel bij uitstek, verdwenen snel van het menu. Dat gebeurde in de winter van 1940-41. Daarmee kwam vrijwel gelijk de honger onder de mensen. Overal waar iets eetbaars te koop was, ontstonden lange rijen wachtenden. Na de oogsten werd het rapen van achtergebleven veld vruchten voor velen een dringende noodzaak als aanvulling op het te karige rantsoen. Het tekort aan voeding had andere gevolgen op het kind in zijn volle groei, dan op een persoon van middelbare leeftijd. Haring en uien... volksvoedsel (J.M.) Einde... We hebben deze bijdrage, waarvoor we mogelijk niet de juiste titel kozen, geschreven, zonder enige gevoe lens van wraak of veroordeling. Enkel voor de jeugd, nu men overal, de 40' verjaardag van het einde van de tweede wereldoorlog herdenkt, met al zijn ontberingen, vernielingen, zijn ontelbare slachtof fers, zowel doden als verminkten, zijn genoegens en ontspanning hebben wij een beeld willen scheppen van wat zich in de bezettingsjaren 1940-1945 alle maal heeft afgespeeld. Dezelfde jeugd voor wie de zware taak is weggelegd er voor te zorgen dat zich zoiets nooit meer zal herhalen. Dan zal de wereld zich niet meer gekon- fronteerd zien met huiveringwekkende tonelen als Dachau, Bergen-Belsen, Buchenwald en... Breen- donk. Dan zullen wij allen samen niet meer hoeven uil te roepen zoals het Joodse volk nu wel doet: «Vergeven ja. Vergeten nooit!» Tot besluit een klein woordje van dank aan hen die door het lenen van bepaalde dokumentatie een helpende hand boden. Jos Maes Tussen sintels wordt gezocht naar stukjes nog brand bare steenkool (J.M.) Voor diegenen die het niet zelf hebben meegemaakt-, blijft het een bevestiging van wat men heeft horen vertellen. Over die wonderbare visvangst, anno 1942, waaraan duizenden hun leven danken; over de Duitse filmindustrie die bloeide en volle zalen trok, over het bezettingsregime dat, zeker in de eerste jaren door de bevolking nog als enigszins draaglijk werd aangevoeld. Naarmate de oorlog vorderde en de nederlaag (en ondergang) van het Nazisme meer duidelijk Werd, veranderde dit in terreur. Maar over dit laatste en alles wat het aan schrijnende beelden van mateloos verdriet en onvoorstelbare vernietigingen met zich meebracht, daarover gaan we het hier niet hebben. Wel over hoe de sport werd beoefend, over smokke len en smokkelaars, over Winterhulp en over het uitgangsleven. Hoe moeder-de-vrouw het moest l laarspelen om haar gezin behoorlijk te voeden en te kleden. De rantsoenering, de verbroedering tussen dr G.I.-Tommy's en onze meisjes... Koersen voor spek Men had weinig te eten, men kon zich moeilijk (of niet) verwarmen, de mensen liepen slecht gekleed... maar de nood aan ontspanning werd er niet minder om. Als gevolg daarvan schoot het aantal verenigin gen de hoogte in. Nooit werd zoveel gelezen als tijdens de tweede wereldoorlog. De werken van de boegbeelden van de Vlaamse literatuur, zoals Ernest Claes, Hendrik Consience, Stijn Streuvels, Felix Timmermans werden gepro moot door collaborerende organisaties en voor een spotprijs te koop aangeboden. Ze haalden oplagen die een modern uitgever doen watertanden: 100.000 a 300.000 exemplaren! «De Vlasschaard» van Stijn Streuvels genoot zelfs «het voorrecht» te worden verfilmd. Propagan- disme? De sport was een andere uitlaatklep, 's Zondags draaiden de velodrooms op volle toeren, vooral de ploegkoersen trokken veel volk. Kermiskoersen, klassiekers en ronden lokten dienduizenden op straat. De renners koersten voor aardappelen, boter, tarwe, meel of spek. Oorlogskampioenen werden: Bij de beroeps renners A 1940: Odiel Van den Meerschaut (Wilrijk) 1941: André Defoort (Namen) 1942: André Maelbrancke (Brussel) 1943: Rik Van Steenbergen (Brussel) Belgen in Duitse dienst Armoede... (J.M.) Na mei 1941 was het Vlaams Nationaal Verbond het politieke machtsblok in Vlaanderen. Het wilde in Vlaanderen de vestiging van een nationaal-socialisti- sche orde. Toch was het V.N.V. voor sommige Vlamingen niet rechts genoeg. Ze trokken naar De Vlag. Deze organisatie ging steeds meer de kant van de SS op. Het Waalse Rex o.l.v. Leon Degrelle, dat toch niet naar wens met het V.N.V. kon samenwer ken en zich er ook niet bij thuisvoelde, zag zijn strijdbare leden later in het Waalse SS-legioen terug. De Vlamingen trokken naar de SS Vlaanderen. Om enkele cijfers te geven over Belgen die toetreden tot Duitse militaire of semi-militaire eenheden, stelde het Duitse militair bestuur in 1943 vast dat er ongeveer 18.790 Belgen in Duitse militaire diensten waren. Daarvan dienden er 2.209 bij de Vlaamse Wacht, 1.505 bij de Waalse Wacht, 3 362 bij de Vlaamse Wachtbrigade (oorspronkelijk bij de Vlaamse Fa- briekswacht) en 3.267 bij het Duitse Motortransport- korps NSKK. Aan het Oostfront stonden 2.944 Belgische leden van de SS, overwegend Vlamingen, terwijl 2.048 man deel uitmaakten van het Waalse Legioen (een SS-eenheid). Later zou dat Legioen de SS-Sturmbrigade Wallonië heten. Merkwaardig genoeg trok de SS, naarmate de oor logskansen ten nadele voor de nazi's keerden, steeds meer Belgische vrijwilligers. Een verklaring voor dit merkwaardig verschijnsel is nooit gegeven. Vanaf september 1944 ging Duitsland over tot het oprichten van een Vlaamse en een Waalse SS-divisie, die elk ongeveer 6.000 man telde. Kristina Söderbaum (J.M.) Een mijnwerker had minder last van brandstof- schaarste dan een textielarbeider. Een fabrieksdirec teur kon zijn rantsoen gemakkelijker aanvullen op de zwarte markt dan een museumbediende. Heel wat rijken hebben trouwens de oorlog nauwe lijks gevoeld: wie (veel) geld neertelde kon kopen. Want behalve de voeding was ook de voorziening van kleding zorgwekkend. De toewijzingen waren bijlange na niet voldoende, want er was... niets! Alles wat aan textiel werd vervaardigd ging naar Duits land. De zwarte markt wees wel uit hoe schaars het allemaal was. En als wij nu de prijs citeren van enkele kledingstukken dan past dat juist bij wat we zopas neerpenden, er diende geld, veel geld neerge teld om zich behoorlijk te kunnen kleden. Zo betaalde men voor een herenkostuum, winkel waarde 400 fr., op de zwarte markt 2.000 Belgische franken. Een bedde laken zo dat al te krijgen was, kostte oorspronkelijk 40 fr. Op de zwarte markt 500 fr- Dat in deze omstandigheden, diefstal en inbraak aan de orde van de dag waren, hoeft wel niet gezegd. Kolensmokkel op de Schelde blj Hamme In 1943 J.M. Honger maakt de mensen driest. Het dagelijks leven tijdens de oorlog was een vreemd mengsel van individualisme en solidariteit. Denk voor dit laatste aan de ondergedoken Joden. Dat er niet veel meer doden door de honger zijn gevallen, is te danken aan twee omstandigheden. In de eerste plaats was dat de zwarte markt, In de tweede plaats was er voldoende... haring! Vissoort, ofte zeebanket, rijk aan eiwitten en vetten. Men kan ze als het ware in hun eigen vet bakken. Er werd dan ook veel haring, die in betrekkelijk ruime mate toegewezen werd, gegeten. Dat de rantsoenering.met de rantsoenzegels wer den om de 30 dagen vernieuwd bij aanbieden op het ravitailleringsbureau) leidde tot annecdotes allerlei, staat buiten kijf. Een paar daarvan: «Om te eten ontbreekt het je aan goede landen» zegt een spotprentje uit die tijd in de krant. «Nee, vooral aan zegels» antwoordt de patiënt op de tandartsstoel. En dan is er die verbaasde operazanger naar wie men tomaten gooit, op het toneel. Tomaten zonder ze gels? Iets nieuws, vindt de akteur. Of wat te denken van de huismoeder die verlicht adem haalt als de dokter haar zegt dat haar (zieke) man op dieet mag worden geplaatst. Dergelijke mopjes duiken in perioden van schaarste steeds op. Was er tijdens de Duitse bezetting geen gebrek aan «spelen», dat was er wel aan brood. Met dagelijks een hongerige maag laat een mens zich niet strikken voor een politiek stelsel als dat van de Nazi's. Vooral onze vrouwen niet. Toen de honger snel toenam, omdat de aardappel was verdwenen, kwamen de protesten los. Eind 1940 werden door hen (en hun kinderen) hongeroptochten gehouden. Ze voerden zwarte vlaggen met zich mee onder de voortdurende kreet «honger». In oktober 1940 braken als gevolg van het voedseltekort stakingen in de Waalse mijnen uit. Ondanks de terreur van de Duitsers legden in mei 1941, 100.000 Belgische arbeiders het werk neer waardoor ze een kleine verhoging van de dagelijkse rantsoenen wisten af te dwingen. Evenwel lang niet voldoende. En het feit dat een klein bevoorrechte groep, ondanks de schaarste, in overvloed kon baden, maakte het voor de miljoenen hongerigen extra pijnlijk. En ook dat wekte weerstanden. En dan de religiositeit? «Er werd natuurlijk, uit angst, meer gebeden». «Maar of de mensen daarom godsdienstiger waren?» Een vraag, waarop elkeen die de tweede oorlog meemaakte en de angst van de bezettingstijd kende (of onderging) best, persoonlijk een antwoord ver strekt. Wat ook vaststaat is, dat in tegenstelling met de komst van de Amerikaanse en Engelse en Canadese «bevrijders», de meisjes meer op de achtergrond zijn gebleven. Wat niet belet, vele waarschuwingen (via organisaties en andere) ten spijt, dat dit laatste niet al te strikt werd opgevolgd, te oordelen naar foto's en mondelinge overleving.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1985 | | pagina 44