-Niklazenaar Honoré Paelinck was één van de machtigen in Zaïre Van kruidenierszoon tot PDG van Zaïres levensvitale transport - maatschappij Waasland en Denderstreekskoorden hoog in Wachtebeke vV> De Voorpost - 17.5.1985 - 5 Kinshasa-Zaire, 1983. Eregenodigden kijken vanop een tribune naar splinternieu we flats. Een Zaïrees minister en een blanke spreken de genodigden toe en daarna onthullen ze een steen. De «blanke» is een Belg... Een Sint-Niklazenaar zelfs, en bovendien direkteur- generaal (délégué général, in het Zaïrese jargon) van één der grootste en belangrijkste Zaïrese staatsondernemingen. Délégué général Honoré Paelinck leidt sedert april 1977 de Office National de Transport (Onatra). Onatra beheert een deel van de Zaïrese spoorwegen, het riviertransport en de havens. Voor dit reusachtige, maar zeer ontoegankelijke Centraalafrikaans land vormen de rivieren de voornaamste verkeerswegen. Honoré Paelinck en de Zaïrese minister huldigen officieel een nieuwe verwezenlij king van Onatra in. Het zijn flats voor de werknemers. «Daar ben ik fier op», onderbreekt Honoré Paelinck het Franse kommentaar. «In een land als Zaïre bestaat geen sociale zekerheid zoals by ons en Onatra had volgens mij niet alleen een ekonomische taak, maar ook een sociale taak. Die welzijnstaak beklemtoonde ik door de bouw van dispensaria, scholen, ontspannings- en sportklubs en sociale centra. De 26.000 werknemers van Onatra voelen zich beschermd. Ze vormen eigenlijk een maatschappij in een maatschappij». We zijn echter niet meer in 1983, maar twee jaar verder, en de sociale verwezenlykingen van Onatra zien we dankzij een videokassette. De Voorpost praatte met Onatra's gewezen délégué général in zyn Ekerse villa over het verleden, waarvan Onatra tot nog toe de laatste episode was. Een staking in de belangrijkste Zaïrese zeehaven Matadi leidde tot zijn ontslag. Honoré Paelinck viert zyn vijftigste verjaardag in België, na 13 jaar Afrika. «Ik denk dat het met Paelinck in Afrika nu definitief afgelopen is», verklaart hij resoluut. De reporter vraagt: «Hoe begon het ooit?». Honoré Paelinck: délégué géneral van Onatra. Een gepensioneerd koloniaal stapt op een avond een winkeltje van koloniale waren (groenten en fruit) in de Sint-Niklase Gasme terstraat binnen. Een jongeman, student La tijns-Grieks van het koninklijk atheneum, neemt de bestelling op. «En Honoré, wat wil je later worden?» vraagt de bezoeker. «naar de koloniale hogeschool en daarna naar Kongo», antwoordt Honoré Paelinck. De oud koloniaal schudt het hoofd: «Het atheneum afmaken, dan hogeschool... als je éénmaal klaar bent om in Kongo aan de slag te gaan is het al 1960 en dan kan de toestand er helemaal anders uitzien» Wanneer Honoré Paelinck in 1953 de keuze moet maken, houdt hij rekening met deze woorden. Hij kiest voor de Antwerpse Zee vaartschool. Hij zet een stap in het onbekende, want behalve zijn belangstelling voor de zee vaart en het urenlang kijken naar de aktivitei- ten op en rond de Kongoboten in de Antwerpse haven weet hij er niets van. Amper dertig jaar later wordt Honoré Paelinck beschouwd als een vooraanstaand expert op maritiem vlak en ondanks de waarschuwing van de oud-koloniaal maakte hij zijn naam gedu rende vijftien jaar Afrika. Het verloopt nochtans niet zeer vlot voor Honoré Paelinck in zijn eerste zee vaart jaren. In 1956 komt hij op oceaanreuzen terecht als dekofficicr. maar in 1959 kent zijn officiers loopbaan een abrupt einde. De ogen voldoen niet meer aan de strenge vereisten voor het werk op zee en hij moet terug naar de wal. Terug naar af De hogere studies van de zeevaartschool bren gen weinig direkt nut mee voor Honoré Pae linck en hij moet opnieuw beginnen. De om standigheden zien er in 1959 wel anders uit dan in 1956. Er is het gezin - vrouw en kinderen - en daarvoor moet cr brood op de plank komen. Zijn toenmalige werkgever, de Compagnie Ma ritime Beige (CMB), belast hem met een nieuwe opdracht. Hij wordt reliëf-officier en de job toont aan dat Honoré Paelinck tussen twee stoelen zit. Hij zit niet op zee, en evenmin op de wal, want een reliëf-officier vervangt de eigenlijk bemanning op zeeschepen wanneer die de thuishaven aandoen. Hij begint aan een tweede schoolloopbaan. Aan de Antwerpse Universiteit volgt hij de handels en maritieme wetenschappen. Na enkele maanden «vervan gend officier» te zijn geweest verlaat hij defini tief de zeevaart. In dienst van de CMB wordt hij verantwoordelijke voor het jaarlijks nazicht van de schepen van deze rederij. Het «haar en baard» zoals zo'n nazicht in maritieme kringen heet, is een zware job. Er zijn nog heel wat Libertyschepen uit de tweede wereldoorlog in de vaart en de rompen van de schepen worden bevolkt door mosselen, algen, enz. In september l%2>.gaat hij aan het werk bij de CMB-ondcrneming Belgo-British Stevedoring Company. Daar leert hij het stouwcrwerk, het leren laden en lossen van schepen. Zijn baas, een oude kapitein, bezorgt Paelinck een harde leerschool. «Als je het vak echt wil leren, dan moet je beginnen in het luik» waren de eerste woorden van de kapitein. Honoré Paelinck werkt vaak twee shiften per dag, schuwt het zware werk van de dokwerkers niet en studeert bovendien aan Sint-Ignatius (maritiem en rivierrecht). Zijn eindwerk han delt over een toen totaal onbekend maar heden dage zeer aktueel onderwerp: «De verontreini ging der zeëen door olie». De Afrikaanse konnektie (1) Vertrouwd met het zeeleven, het stouwen, het nazicht van schepen en de wetgeving wordt Honoré Paelinck zo stilaan een specialiteit inzake havenbeheer. Dat blijft niet onopge merkt. In 1966 acht de CMB Paelinck de geschikte man om een oplossing te bedenken voor de port-congestion van de Keniaanse haven Mombassa. De havenaktiviteit van Mombassa is in 1966 schrikbarend teruggeval len, schepen dienen geldverslindende wachttij den voor de rede in acht te nemen en in de ganse haven is geen loods of kade vrij. Mom bassa lijkt overgesatureerd. De toestand is ernstig, aangezien de Keniaanse haven één van de weinige zeehavens is van de ekonomische unie tussen Tanzania, Oeganda en Kenia. De laatste twee zijn voor het zeetransport volledig aangewezen op Mombassa. Paelinck krijgt het de eerste maanden aan de stok met de Engelse havenautoriteiten. De traditierijke Engelsen kelderen elk initiatief van Belgische technische raadgever Paelinck. Na vijf maanden tegenwer king wil hij het opgeven, alhoewel hij een oplossing weet voor de havenproblemen. Hij onderneemt een laatste poging op 20 en 21 juli. Hij vraagt een onderhoud aan met de voorzitter van de Oostafrikaanse Ekonomische Unie, vertelt die over zijn Engels probleem en de havenoplossing en na een avontuurlijke tocht langs diverse ministers belandt Paelinck uiteindelijk bij de toenmalige Keniaanse presi dent Kenyatta. Paelinck speelt het grof: «Ex cellentie, geef me de uitvoerende macht en binnen een maand of wat zijn de moeilijkheden in Mombassa voorbij». Hij verlaat Kenyatta's vertrekken met een presidentiële volmacht. Terug in Mombassa wijken de Engelsen, en Honoré Paelinck maakt komaf met verouderde Engelse haventradities. Hij voert nachtwerk in, zorgt voor een onmiddellijke overslag van massagoederen - zoals maïs - van het schip op de trein, die meteen uit de haven vertrekken en introduceert de vrachtwagen in het havenver- keer, waar men vroeger treinen gebruikte die dan niet konden worden ingezet op de voor naamste spoorlijn Mombassa-Naïrobi. Nauwe lijks één maand later, op 26 augustus, meldt Paelinck aan Kenyatta: «Wachttijden voor bin nenlopende schepen zijn verleden tijd. Op 27 augustus «President, de eerste kaai is vrij». Kenyatta. zeer tevreden, ontslaat diezelfde dag een Engelse kommissie die hem meedeelde dat de havenproblemen onoplosbaar worden en geeft als reden op «utter incompetence» (totale onbekwaamheid). De leerstoel: havendirekteur Mombassa maakt indruk bij internationale or ganisaties. De Wereldbank en Unctad vragen Paelinck, een havenbeheer opleiding samen te stellen. Er komen twee standaardwerken tot stand: «Port development» en «Berth throug- put». Paelinck begint gastkolleges te geven. Van 1968 tot 1977 doet hij dat o.m. in Teheran, Triëst, Karachi, Abidjan en Matadi. Bordeaux. Le Havre, Houston. In 1968 breekt de CMB zijn Keniaanse periode abrupt af. De Antwerp se haven staat aan de vooravond van de contai nerrevolutie. Honoré Paelinck krijgt de verant woordelijkheid over de containeraktiviteit van Honoré Paelinck, Sint-Niklazenaar, loste in Kenia havenproblemen op. Gylsen Stevedoring. Voor Paelinck een nieuwe uitdaging met nieuwe werkmethoden en instal laties, zoals kranen van 10 tot 45 ton. De Gylsen-periode duurt niet lang. In 1971 vraagt de Wereldbank aan Paelinck, het havenbeheer van het Zaïrese Matadi te adviseren. Matadi is de sluis voor alle zeeverkeer uit en in Zaïre. De ervaring met adviseurs in Mombasse stemt Paelinck niet enthousiast. «Geef me de uitvoe rende macht», deelt hij mee. De eis wordt ingewilligd De Sint-Niklase kruidenierszoon treedt in dienst van de Belgische staat en vertrekt als koöperant naar Zaïre... De Afrikaanse konnektie (2) De havensituatie van Matadi is chaotisch. Net als in Mombassa maakt een port-congestion in Matadi elke havenaktiviteit quasi onmogelijk. Lange wachttijden voor schepen, geen loods of kade die niet volgestouwd is met goederen en een immense spoorwegnet zonder treinverkeer want wagons, volgeladen met goederen, bezet ten de sporen. De in- en afvoer uit de haven loopt zoals in Mombassa totaal mank. Honoré Paelinck ontdekt al vlug de elementen die tot de oversaturatie hebben geleid. Slechte volgor de van behandeling, een slecht uitgebouwd douane. Voor de Kongolese onafhankelijkheid waren er in Matadi geen douaneverplichtingen te vervullen. Dat gebeurde immers bij het vertrek in Antwerpen. De onafhankelijkheid noodzaakte echter een eigen Kongolese doua nedienst. De uitbouw mislukt en korruptie tiert welig. Paelinck verbetert de werkmethodes te Matadi en begint met de opruiming van de Zaïrese zeehaven. Het worden memorabele maanden Bij de schoonmaak ontdekt men een volledig ijsfabriek, die in 1957 aankwam in Matadi en daar bleef liggen, maar het pronk stuk is een weegbrug van 50 ton. De weegbrug werd in 1949 neergezet op de kaai en geduren de 22 jaar gebeurde er niets mee. Na een opruiming van drie maanden beschikt de haven van Matadi opnieuw over vrije opslagplaatsen. Honoré Paelinck blijft vijf jaar havendirekteur. In 1976 lijkt daaraan een einde te komen. De Zaïrizering van president Mobutu bereikt zijn hoogtepunt en van de ene op de andere dag is havendirekteur Paelinck, raadgever Paelinck geworden. Voor de Sint-Niklazenaar hoeft het niet en hij wil vertrekken. Tot zijn grote verrassing bieden de Zaïrese autoriteiten hem een nog belangrijker post aan: de leiding van Onatra. De Zaïrese transportreus op lemen voeten In Teheran, waar hij havenbeheer doceert in maart 1977 bereikt Paelinck het bericht van zijn officiële aanstelling tot délégué général. Onatra is wellicht één van de belangrijkste Zaïrese staatsondernemingen. Het staat in voor het riviertransport, een deel van de spoorwegen en het beheer van de havens. In Zaïre vormen de rivieren de belangrijkste verkeersinfrastruk- tuur. Maar Onatra is een puinhoop. Het beheer is verwaarloosd, de financiële schulden zijn torenhoog en de schepen en treinen stokoud. Paelinck brengt vlug een oplossing voor de financiële schulden maar de achterstand inzake infratruktuur is niet op één jaar in te halen De nieuwe direkteur-generaal van Onatra start met vijfjarenplannen op elk beheersgebied, zoals de vorming van de 26.000 personeelsle den, de financiën, de investeringen. Paelinck zet een systeem op waardoor hij dagelijks op de hoogte wordt gehouden van de financiële mo gelijkheden van Onatra en hij maakt een einde aan de korruptie. «Het allereerste kriterium waarop ik mijn medewerkers selekteerde was eerlijkheid». Honoré Paelinck maakt van Onatra een effi ciënt geleide staatsonderneming. Maar hoge bomen vangen veel wind en Paelinck krijgt zijn deel van de kritiek. Zijn autoritaire optreden verwekt wrevel. Er groeit een konflikt tussen de Nationale Spoorwegmaatschappij en Ona tra, beide transportondernemingen. De We reldbank, die lange tijd achter Paelinck stond, neemt afstand van de Onatra-direkteur en zijn plannen tot elektrifikatie van de spoorlijn Ma- tadi-Kinsjasa, en in België betreuren de socia listen, die Paelinck als een gelijkgestemde beschouwen, dat hij met Onatra het voorbe staan van een «bloedige» diktatuur bestendigt. De terugkeer Nochtans zag het ernaar uit dat Honoré Pae linck zijn vijftigste verjaardag zou vieren in Zaïre. Het mocht niet zijn. De Onatra-werkne- mérs vragen een loonsverhoging. Vooral het personeel met een minimum inkomen dringt daarop aan, want de hoge Zaïrese geldinflatie verarmt hen. Paelinckl belooft een loonsverho ging met 30% en betere sociale tegemoetko mingen. De direkteur-generaal van Onatra kan die belofte niet waarmaken. «De Zaïrese presi dent wijzigde onder de druk van de buitenland se financiers op één dag wat ik al enkele maanden beloofde». Arbeiders gaan in staking en leggen Matadi plat. De zeehaven is echter levensvitaal voor Zaïre en president Mobutu wil van geen staking weten en na vier dagen is de staking voorbij. De zondebok wordt Honoré Paelinck. Hij wordt ontslagen «wegens gebrek aan discipline jegens de Zaïrese regering«. Op 2 februari 1985 vertrekt Paelinck uit Zaïre naar België... met het schip «Montenaten». Politiek begint met de by bel «Wat ik in de toekomst nog wil doen? Mijn memoires schrijven of een nieuw werk...». Interesseert de politiek u niet? vraagt De Voorpost. «Ik ben een technokraat. Ach, politiek. Tegen woordig denken teveel politici aan zichzelf en niet aan het staatsbelang. Indien iemand me kan overtuigen, dat hij het werkelijk meent met België, dan wil ik nog eens over de politiek nadenken». Honoré Paelinck loopt naar de boekenkast: «Kijk, hier staan de politieke werken«, en hij tikt op de rug van de eerste twee werken. Het is de Bijbel. «Daar begint alles mee», zegt hij. Een merkwaardige keuze voor een man die uit een rijksatheneum komt, zoals Freddy Wil- lockx, het noemt, als een volksbroek opgroeide en door Willockx beschouwd wordt als één van hen. Honoré Paelinck is wellicht iets komplexer dan zij vermoeden. De zon scheen zondagnamiddag toen député Jan Vallaeys zo rond halfdrie de toeristische markt opende in het provinciaal domein Puyenbroeck in Wachtebeke. Een heel ongedwongen manifestatie werd het, daar vlakbij het restaurant waar de terrasjes behoorlijk bevolkt waren. Ook député Etienne De Cuyper was zondag prezent in Wachtebeke. De aanwezigheid van de twee bestendig afgevaardigden van de provincie illustreert hoezeer de beleidsinstanties begaan zijn met het zo unieke komplex: een natuurpark waar je rustig wandelen kan, een recrea tiecentrum van eerste orde, een domein waar beeldhouw werk van bij ons knap wordt geïntegreerd en waar zich (ondermeer) een merkwaardig molenmuseum bevindt. Oost-Vlaanderen, dat op toeristisch vlak de jongste jaren op kloeke wijze «naar buiten trad» (Frans-Vlaanderen, het Oostendse Mediacenter, de samenwering met Hene gouwen toonde zich zondag in al zijn rekreaticve en gastronomische facetten. Van Zwalmstreek tot Meetjes land, van bloemen- en ajuinenstreek: er werd op sfeervol le wijze promotie gevoerd voor veel inheems waardevols, voor folkloristische evenementen, voor lekkers uit Oost- Vlaanderen. Blauwbuiken, bierkruiken Opvallend toch, zondag, was de inbreng van de toeristi sche diensten (en aanverwante instanties) uit het Land van Waas. Behalve de overkoepelende VW van het Waas land was ook de (jubilerende) VW van Temse met een stand van de partij, en de Lokerse VW stal de show middels het etaleren van een resem bierflessen. Het is de lezer van De Voorpost bekend dat onlangs, n.a.v. de «weck van de middenstand», in Eksaarde een nieuw biertje werd gelanceerd: de Blauwbuik. Dat brouwsel kon je zondag proeven bij de Lokerse infostand. De Eksaardsc delegatie bracht bovendien een mini-expozitic omtrent de mogelijke renovatie van het dorp. je kon foto's van vandaag toetsen aan ontwerpen, aan schetsen over hoe het straks worden kan. Of hoe toerisme een maatschappelijk dimensie krijgt. Konkurrentie voor de Eksaardse Blauwbuik was er vooral vanuit Temse. Enkele jaren geleden werden in twéé deelgemeenten een plaatselijk bier (opnieuw) onder de aandacht gebracht: De Kerel in Tielrode, de Cuvée de Briqville aan en onderwijl danste volkskunstgroep De Hakketencn en dirigeerde Steendorpcnaar Dolf Peeters de samenzang. Nog Wase aanwezigheidspolitiek in Wachtebeke: de goed gestoffeerde stand van de Wasc (en Sint-Niklase) WV. Veel dokumentatiemateriaal, zij het niet over het Rei- naertspel in september. De geschenkengalerij van de WV-Waasland mocht er wezen (Sinterklaasbierkruiken, asbakken, enz.) en heel even werd de bezoekers de gelegenheid geboden, een koekje dat de vorm had van een raap te proeven. De Wazenaren bakken de jongste tijd niet onaardig, je kon dat ervaren op de toeristische markt. Sleutelkoekjes van Temse, het Laurentiusgebak van Lokeren: verkrijg baar in Wachtebeke. Nieuw in Wachtebeke. zondag, waren het Puitenslagersgebak van Bevcren of het Rei- nacrtgebak van Sint-Niklaas. Maar honger hoefde je écht niet te lijden. En dorst evenmin... Mosterd en jenever Vlakbij het Waasland ligt de bloemenstreek. De VVV Schelde-Durme nam de belangen waar van die regio en had bovendien de toffe ingeving, alle moeders die de markt bezochten met een bloemetje te gedenken. Deze WV reikte ook papiertjes uit waarin de aandacht werd gevestigd op het eind augustus-bcgin september te houden Boerenkrijgopenluchtspel in Overmerc. Aalst dan Kwistig met informatie was men daar niet, want slechts die ene folder over «Aalst», plezante stad» lag voor het grijpen. De Aalstenaren muntten echter wel in vrijge vigheid uit. Want je kon niet enkel van de Aalsterse vlaaien proeven (die smaken net hetzelfde als de Wase), je kreeg ook een overheerlijke brok ajuintaan in de pollen gestopt en de glaasjes jenever gingen goed van de hand. Smakelijke Faluintjes! Die van Dendermonde nodigden de bezoekers uit, de reuzenommegang van 29 augustus te komen bezoeken. Ook hier nogal wat dokumentatiemateriaal. Ook hier heel wat lekkernijen, zij het tegen betaling: Hamse mosterd, Kastelse spiegels. De toeristische markt in Wachtebeke werd drukbezocht. De gezinnen met kinderen, die graag aan de speeltuin toefden, liepen even langs en de allerkleinsten hadden niet enkel veel bewondering voor de immense Kovekens van Lokeren maar schrokken zich bovendien een aap met die beer van Dendermonde. Roeiers kwamen na dat uurtje peddelen op de vijver even nippen van een glaasje Faluintjesjenever, treintjesrijders nestelden zich na het ritje (en voor, zo rond zessen, de storm losbrak) bij de kraampjes. De borstelmaker was er weer, vlegeldorsers toonden wat ze in hun mars hebben, er werd gedanst, gezongen. Op het grasplein tussen restaurant en markt bloeiden madeliefjes en paardebloemen op, stond Reinaert de Vos voorbeeldig en kunstzinnig te zijn. Vlakbij het restaurant ook een infobus van de Oostvlaamse toeristische federa tie. Oost-Vlaanderen ten voeten uit, een hele middag in dat lentelieve Wachtebeke. Het viel op hoezeer de mensen uit het Land van Waas, het Dendermondse én Aalst hun best deden om het de bezoekers naar de zin te maken. W.V. Sint-Niklaas. De nieuwe meiprins en -prinses van Boerke Naas, verkozen n.a.v. de meiboomplanting. (Iv)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1985 | | pagina 5