Henri Schelkens: Dikke Stek, een mini-bijbel voor doordenkers Er tvas eens... ILebbekenaar schreef sprookjesbundel Buggenhoutse Bosuilen op tornooi te Gent d''ko' Vieze Gasten met «Soep zonder ballen» in Sint-Niklaas Werken in heraldiekmuseum in Temse De Voorpost - 31.5.1985 - 17 Lebbeke. Schelkens is ook een prima schilder, (foto piet hermans) heid beschikt er 5.000 eksemplaren te kunnen van afzetten. Met het soort literatuur wat ik schrijf is dat onmogelijk. Dezelfde situatie doet zich voor bij de uitgave van gedichten. Opvallend in je werk lijkt me de humor? Die heb ik geprobeerd erin te stoppen. Met de bedoeling vanzelfsprekend te relativeren, ook echter om het boek meer leesbaar te maken. Humor lijkt me bovendien het enige middel om te overleven. Jezelf in de spiegel bekijken en zeggen: Niet te veel stre ken, he kerel. Ik ken je wel! Opvallend in "Dikke Stek» is ook je kritiek op de geestelijkheid? Njpt alleen op de geestelijkheid, maar op iedereen die in het bezit is van macht. Op de hypokrisie dan vooral. Dat is trouwens altijd de politiek van de kerk geweest. Wie het voor het zeggen heeft wordt bijge treden. Weliswaar altijd met een beetje vertraging Wat ik bvb tijdens mijn opvoeding meegemaakt heb zu8ter-overste die tijdens de speeltijd ons kleu ters, tijdens het plassen met de zweep in de hand stond te bevelen van: Hoofd omhoog! dat waren nog uitwassen van de preutse middenstandsmenta liteit van de 19de eeuw. De kerk, die steeds maar inpikt op de mentaliteit van de bevolkingsgroep die het voor het zeggen heeft, heeft die preutse moraal ingevolgd. Terwijl het in se niet de kerk was die dergelijke moraal predikte. Ze heeft zich vroeger o.a. zelfs uitgesproken tegen het huwelijk. In je sprookjes laat je bepaalde figuren evolueren: Dikke Stek, de Smid, de Preut, de onderwijzer enz. Heb je je lezers een spiegel willen voorhouden, waarin je ze wil konfronteren met hun eigen tekort komingen en onhebbelijkheden? Neen, ik heb vanuit mijn eigen problemen gewerkt. Uiteraard zijn die problemen niet strikt persoonlijk. Iedereen wordt daarmee gekonfronteerd. De ene reageert, de andere laat ze over zich heengaan. De meesten zijn volgzaam, enkelen willen er wat aan doen. Je moet vanzelfsprekend over de nodige infor matie beschikken om te kunnen reageren. Durven ook, nadenken, doordenken. Al bij al is het een konstant gevecht... Heb je lange tijd aan die sprookjes geschreven? "Dikke Stek» in zijn definitieve vorm gieten, nam niet zoveel tijd in beslag. Al bij al was het ook het resultaat van twee jaar intensieve overpeinzingen. Daarnaast is het zo dat ik heel makkelijk één of twee bladzijden schrijf. Dat is me dan voldoende. Boven dien heb ik geleerd me niet af te vragen welke wending het geschrevene neemt. Achteraf lees ik die manuscripten opnieuw en vraagt het weinig inspan ning de diverse delen tot één geheel te laten ver smelten. Sommige lezers zullen je woordgebruik op z'n minst als vrijpostig ervaren. Je neemt geen blad voor de mond? Dat woordgebruik heeft m.i. niets met vrijpostig heid te maken. Waar het op aankwam was de personages en hun handelingen terug te brengen tot de meest elementaire symbolen. Recht voor de aap. In een volkse taal. Pierre Van Rossem «Dik^e Stek» is verkrijgbaar bij de auteur, Henri Schelkens, Baardegemsestraat 11, 9370 Lebbeke, via storting van 200 fr. op het rekeningnummer 293-0529126-46. Ook in de Dendermondse boek handel «Het Volk». •■Dikke Stek» werd, samen met de poëziebundel «Kam en Abel» van K. Ringoet, T. Luisterman en O. Van Buggenhout, op 17 mei jl. voorgesteld in de Antwerpse Opera. Voor de omlijsting zorgden Jan Decleir, die een obscene fabel van Dario Fo bracht en pianist Staf De Mol. Inleider An Mertens over het debuut van Henri Schelkens: «De sprookjes van Henri Schelkens be antwoorden aan de typische elementen, kenmer kend voor het genre. Er zijn de archetypen. Er is de strijd tussen Goed en Kwaad, tussen verstand en slimheid... Opmerkelijk is dat Henri Schelkens zijn sprookjes geplaatst heeft in het kleinburgerlijke, kleinsteedse en zelfs de kleindorpse politieke en morele sfeer. Hierdoor toont hij ons in zijn sprookjes de elemen ten van de Vlaamse ziel in zover die bestaat met enerzijds het petieterige, hebzuchtige, klein hypo- kriete deel en anderzijds het zichzelf verloochende, heroïsche, oereerlijke deel, van de kleine man die gans de geschiedenis door bedrogen werd door de hypokrisie en de hebzucht van de autoriteiten. Mooi in dit verband is zijn beschrijving van «Dikke Stek», van de machtsovername door de smid, geholpen door de sluwe psycholoog «De Preut», die om de macht te verzekeren een gans meuwe samenleving wil opbouwen en door het scheppen van nieuwe, kunstmatige behoeften, het gedrag van de mensen voorspelbaar wil maken. Maar ook hier overwint het goede, de natuurmens. Ook de beschrijving van de sluwe intelligentsia, de onderwijzer en de psycholoog nl., van de zwijgende meerderheid, zijn knap en zelfs geestig». De auteur zelf over de essentie van zijn werk: «Dikke Stek» gaat over macht, strijd om de macht en uitoefening van die macht. Het gaat over de strijd van goed tegen kwaad, zwak tegen sterk, verstand tegen slimheid, mooi tegen lelijk. Het gaat over datgene waarover het altijd al heeft gegaan en waarover het altijd zal gaan. Het gaat over overtijdse schoolvoorbeelden van kleinburgerlijk onbenul; over zondagvoormiddag avonturiers die om 12 u. de revolutie opschorten omdat ze op dat uur petatten moeten gaan eten. Het gaat over onze maatschappij waarin alle gele dingen, van klein tot groot, van arm tot rijk, van links tot rechts, meedoen aan die waanzinnige wals: hypocrisie. Ik denk hier aan het recent pausbezoek, deze plaats vervangende directeur van de Koning der Koningen van God naar het schijnt die als een filmster door honderdduizenden wordt toegejuicht. Hon derdduizenden die zich niets aantrekken van zijn boodschap. Op tv-beelden van zijn buitenlandse rei zen speur ik altijd maar of hij niet gesponsord wordt door Coca-Cola of een andere brouwerij en het zou heel normaal overkomen mocht hij een toespraak als volgt eindigen. «Don't forget it folks. Drink the beer of the kings! The king of the beers. Beminde gelovigen, drink King's Beer». Bovendien predikt hij de vrede, maar is hij terzelf- dertijd fervent tegenstander van de pil of enig ander voorbehoedsmiddel en wil hij het ganse spermabal let kanaliseren naar de gulzig wachtende, liefst kristelijke eicellen, waardoor hij slechts in schijn-de vrede predikt, want het is nu toch al lang voor iedereen duidelijk en wetenschappelijk voldoende aangetoond, bvb. door Konrad Lorenz, Desmond Morris, Russel en anderen, dat wij in dierentuinom standigheden veel te dicht op mekaar leven en dat overbevolking één van de voornaamste oorzaken is van geweld en oorlog. En in de Derde Wereld ondervoeding en hongerdood. Verder schaamt hij zich hoegenaamd niet de vrede te prediken terwijl het Vatikaan gelden belegt in de wapenindustrie. Hij gaat op kruistocht tegen de honger, terwijl hij weet dat in sommige streken van Afrika, door te grote bevolkingsaangroei, binnen afzienbare tijd enorme voedselproblemen zullen voorkomen. Maar toch, geboortebeperking blijft verboden. Toen destijds de sjah van Iran prokla- meerde dat hij rechtstreeks afstamde van God, werd hij zonder verpinken door alle Westeuropese landen, ook door België, officieel gelukgewenst met deze goddelijke bevordering. Een ander meesterlijk staaltje is dat van Goebels in Nazi-Duitsland, toen hij het had over ik citeer «de vereniging der joden in autonome centra, waar zij hun joodse identiteit volledig mogen beleven», met alle mogelijke voorzieningen, tot stortbad toe, wat een grote lukse was in die tijd. Alleen bleken achteraf deze stortbaden aangesloten te zijn op het gas i.p.v. op het waterleidingsnet. Met het gekende gevolg. Nog een van die plezierige dingen is het «Ballet van de XXste eeuw», in het bijzonder het ballet van de geëmancipeerde vrouwen. Nu ken ik wel een paar geëmancipeerde vrouwen en het is een geschenk van de goden om dergelijke mensen als vriend te hebben, maar je vindt ze niet in de militante vrou wenbewegingen. Onaf gezien van het feit datje in de meeste militante vrouwenbewegingen links moet zijn om te mogen emanciperen, proberen deze dames alleen maar om rechtstaand te plassen Ik gun hun van harte dit genoegen, maar toch is hen een kort leven beschoren, mits ze meestal lesbisch zijnde, die eigenschap niet kunnen doorgeven aan het nage slacht. (pvr) Je noemt je bundel «Dikke Stek». Op de omslag lees ik echter «Over een geestrijk ridder», bemerk ik bovendien een Don Quichote-figuur...? De titel van de bundel is wel degelijk «Dikke Stek». De omslag is een collage van de hand van Fred Bervoets, op een gezegende dag ontstaan in een Antwerps café. Je situeerde je sprookjes in een dorpssfeer. Je bent persoonlijk, als kandidaat bij gemeenteraadsverkie zingen, bij «de greep naar de macht» één van de teneuren in je werk betrokken geweest. Is je werk de neerslag van je ervaringen in dat wereldje? Ik was inderdaad vertrouwd met de klein-steedse mentaliteit van het Dendermondse. En gedeeltelijk heb ik mijn relaas op die ervaringen gebaseerd. Het Je verhalen zijn gedateerd maart 1974. Vandaag hebben we mei '85. Hoe is die lange tijdspanne tussen kreatie en uitgave te verklaren? Allereerst omdat ik meteen na het vastleggen van de definitieve vorm twijfelde. Was het goed? Niet goed? Toen ik het achteraf, na een aantal jaren opnieuw las stond ik verbaasd over mezelf. Iets van: Tiens. Heb ik toen, op zoek zijnde naar nieuwe waarden, al die zaken in dat boek gestopt? Fred Bervoets beloofde me toen het werk te illustre ren en toen was de kogel door de kerk. Nooit overwogen «Dikke Stek» aan een uitgeverij aan te bieden? Dat leek me praktisch onmogelijk. Een uitgeverij komt maar over de brug wanneer ze over de zeker- (foto piet hermans) Lebbeke. Henri Schelkens de auteur van een mini-bijbel. werk is echter ruimer. Alle geledingen van de maatschappij komen erin aan bod. Je verhalen zijn gedateerd maart 1974. Wat stuitte je toen tegen de borst. Ik trof er o.a. verwijzingen aan naar de milieuverloedering, de ekonomische krisis, kritiek op de geestelijkheid, de verzorgings staat enz.? Inderdaad. In «Dikke Stek» heb ik geprobeerd de maatschappij in al haar geledingen kritisch te bekij ken. Iemand die dat alles ooit duidelijk te boek gesteld heeft, die aangetoond heeft wat ons mensen verziekt en hoe abnormaal de normale mens wel is, dat is Steven De Batselier. In zijn boek «Impasse». Daarin heeft hij het over de dingen waarover het altijd al gegaan heeft, waar over het ook altijd zal gaan. Nl. sado-masochisme als basis van het liefdeleven, meester-slaafrelatie van het sociaal leven, morele verontwaardiging als basis van het waardenleven en de onbewoonbaarheid van het lichaam als antwoord op een gedeshumani- seerde wereld. Een omstreden figuur, die De Batselier? Zoals iedereen die over verbeelding beschikt gevaar lijk geacht wordt voor de gevestigde maatschappij. Dan word je dat is de truuk in de marginaliteit gedrukt. En vanaf dat ogenblik, waarop je over geen impact op de massa meer beschikt, word je onge vaarlijk. Men heeft dan ook, indertijd in Leuven, geprobeerd hem weg te werken, onder het mom dat hij psycho- terapeut is en geen dokter. Men vindt allicht een stok. Toen is echter Karei Ringoet, neuro-psychia- ter, ook afkomstig van Oudegem, opgestaan en heeft hij de leiding genomen. Op die manier hebben ze het tij kunnen keren. Je vindt je wel in De Batseliers theorie? Jazeker Zijn bevindingen waren voor mij persoon lijk heel verhelderend. Het waren ideeën waarmee ik zelf al geruime tijd bezig was, maar die ik niet duidelijk zag zitten en die dan door De Batselier duidèlijk op een rijtje gezet worden. Langs de Baardegemstraat te Lebbeke, waar nog ruimte zat is om verder te blikken dan je neus lang is, woont en leeft Henri Schelkens. Hij is achtenveer tig, van beroep mutualiteitsbediende. In zijn vrije tijd schildert hij. Acht jaar reeds loopt hij akademie. Over twee jaar, op z'n vijftigste, komt hij voor het eerst met zijn werk naar buiten. Twee weken geleden werd in de Antwerpse Opera het resultaat voorgesteld van een ander facet van zijn artistieke kunnen: een sprookjesbundel, die van de auteur de titel «Dikke Stek» meekreeg. Henri Schelkens kwieke ogen achter een «zieken fondsbrilletje» laat de (volwassen) lezer in «Dikke Stek» (What's in a word?) kennismaken met het wereldje zoals dat zich manifesteert in «Dentergem, gaan een verlaten gat in Daglingenland». Waar het moge- lijk is op je twaalfde burgemeester te worden, omdat je erin geslaagd bent het langst tegen een elektri- I sche afsluiting aan te plassen... Het ontbreekt de auteur dus geenszins aan fantasie en is het verhaal I origineel kwa inhoud, vol van dubbele bodems en *1 symboliek bovendien, de klassieke sprookjesdraak ontbreekt evenmin op het appel. Naarmate het ver haal vordert, word je als lezer, die bereid is te lezen en te interpreteren wars van enige vorm van preuts heid, gekonfronteerd met en nu citeren we inlei- ku der An Mertens «je eigen onbewuste, je behoeften en je eigen pietluttige onhebbelijkheden». Een gesprek. Assepoes en Sneeuwwitje zijn niet direkt in de buurt. En de gelaarsde kat blijkt een speelse Mechelse herder te zijn. Heb je doelbewust voor het sprookjesgenre gekozen? Neen, niet doelbewust. Ik was uiteindelijk zelf ver rast dat mijn werk die vorm kreeg. Er was een moment in mijn leven, na mijn eerste scheiding. jjen waarop alle waarden, alle zekerheden, in mekaar stuikten. Op dat moment heb ik, üever dan ziek te worden of ergens in een hoekje te gaan zitten, geprobeerd op een kreatieve wijze aan die toestand een oplossing te geven. In dergelijke ogenblikken ga je op zoek naar nieuwe waarden, naar een soort werpnet om over de dingen heen te werpen en je aldus een eigen wereld te kreëren, waarin je in vrede kan leven. Feitelijk ben ik dan ook vertrokken van een dik bundel gefiloso feer, dat ik dermate gereduceerd heb. dat uiteinde lijk nog uitsluitend symbolische dingen restten. En die bleken dan sprookjesachtig te zijn. Vandaar... Akkoord. Wat ik geschreven heb, had ik evenzeer in de vorm van een verhaal, van een roman zelfs, kunnen gieten. Maar ik denk dat die genres me minder liggen, omdat ik daarin over mmder vrij heid zou beschikken om te spelen met symbolen. Via «Dikke Stek» stel je de hypocrisie aan de kaak. Voel je in jezelf ook een drang daar wat aan te doen? Ik ben daar konstant mee bezig. In mijn eigen omgeving. Elke dag. Maar je stoot vaak op een muur van onmacht, onbegrip en banaliteit. Iedereen schijnt zich daarin te wentelen. Indertijd hepen al mijn vrienden van me weg. Ze zegden dat ze angst voor me hadden. Toen begreep ik dat niet. Nu wel. relii- ni.MiHi inf- m ml spektakulair vendelnum mer, enigszins gehinderd door een opkomende on weersbui Een moeilijke taak voor de juryleden. Hoe tenslotte kwoteert men drie verschil lende perspektieven in de volkskunst? (pvr) Dc Vlaamse afdeling van de Braille-Liga verhuist van de Gouvernementstraat naar de Posteernestraat 50 te Gent. De officiële opening van de afde ling Is voorzien voor vrijdag 21 juni om 18 uur. Deze nieuwe start beantwoordt aan de konkrete noden van de blinden ^Wsueclgchandicapten. Sketches en liedjes die levensecht en direkt vertolkt worden: De Vieze Gasten in aktie. «Soep zonder ballen» sluit aan bij het leven van alledag van de man-in-de-straat. Vrijdag 7 juni kan je in Sint- Niklaas, op de Grote Markt, het programma bij wonen. Dan start om 17 u. het kinderprogramma «I love Ikke». Om 20 u. wordt «Soep zonder ballen» geser veerd. De organisatie gebeurt ui samenwerking met de dienst volksontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap. Kaarten bij de Culturele Centrale, Mercatorstraat 87, tel. 776.35.14, of bij Jef Smet. Sparrenhofstraat 160, tel. 777.47.08. (wv) De raad van bestuur van het Museum Heraldiek Be nelux in Temse diende vo rig jaar een d.a.c.-projekt in voor twee voltijdse be trekkingen: een bediende en een arbeider. Op minis terieel niveau werd deze aanvraag herleid tot twee deeltijdse betrekkingen. Op voorstel van de raad van beheer van het museum en in samenwerking met het gemeentebestuur werden de twee arbeidsplaatsen in tussen ingenomen. Als arbeider startte de 37- jarige Louis Van Raem- donck (Temse) zijn werk zaamheden op 16 april. Hij is gelast met de uitwerking van praktische opdrachten. Op 17 mei vatte de 25-jarige Colette Cappaert haar akti- viteiten aan Zij verricht toezicht tijdens de ope ningsuren en zal worden ingewijd in de stucie van heraldiek (wapenkur.de) en banistiek (vlaggenkunde), zodat zij als deskundige het museum kan behartigen. Beide werknemers werken nauw samen met de raad van bestuur van het mu seum en met het gemeente bestuur, dat volle materiële medewerking verleent, waardoor de tewerkstelling mogelijk is geworden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1985 | | pagina 17