aan een
monumentenzorg
met toekomstvisie
Aalst heeft nood
Oordegemse tramstation
wordt bedrijfswoning v
Daensfilm wordt in Aalst eerst
vertoond voor genodigden,
KFL'ers en Rotariërs
Weekblad va» Dender-
Dunne- en
Scheidestreek
Vereniging voor Aalsters Kultuurschoon (WAK) viert 40e verjaardag
Ter gelegenheid van de Open Monumentendag werd in het Kasteel Van
Muylem aan de Gentsesteenweg te Aalst, een tentoonstelling georgani
seerd rond '40 jaar WAK'. Hiermee wil deze belangrijke vereniging de
aandacht van de grote massa toespitsen op het belang van behoud van
eigen patrimonium en dit illustreren met een overzicht te geven van hun
werking in die richting.
Op 25 oktober 1952 werd het Aalsterse Sint-Katharinabegijnhof door de
Zusters van Liefde van Gent verkocht aan de Maatschappij voor Goedko
pe Woningen, een vereniging waar baron Romain Moyersoen - vader van
de onlangs overleden oud-CVP minister - voorzitter was. Gelukkig was de
kerk, de Sint-Antoniuskapel en het huis van de pastoor - waar nu Jebron in
ondergebracht is - niet in de verkoop inbegrepen en werden geschonken
aan de kerkfabriek van Sint-Martinus.
De zusters ontvingen voor de ver
koop 950.0(H) fr, wat in die tijd als
zeer voordelig werd beschouwd.
Hiermee verdween echter spijtig
genoeg een begijnhof dat oorspron
kelijk dateerde uit 1266. Groot pro
test hier omtrent kwam er niet op
gang. Wel vergaderde de oudleer
lingenbond van de Aalsterse Aka-
demie voor Schone Kunsten (Bo-
laska) op 16 december 1952 in een
lokaal van het Hotel de Flandre et
de l'Industrie aan de Esplanade
(plaats waar nu het hoofdkantoor
van de ASLK gevestigd is). Toen
werden er al 10 jaar voor de wet op
stedenbouw) de kiemen gelegd van
het ontstaan van de Vereniging
voor Aalsters Kultuurschoon
(WAK).
Robert Meganck, Raymond Ver-
haevc. Leo Singelijn. Jan De Geest
en Alfons Huylenbroeck van Bolas-
ka konden het niet aanzien dat het
kunstpatrimonium van de stad zo
werd verkwanseld en riepen de kul-
turcle verenigingen op een algeme
ne aktie voor het behoud van het
kunstpatrimonium te organiseren.
Met de Vereniging van Natuur- en
Stedelijk schoon van Antwerpen als
voorbeeld en met de steun van
VTB-VAB van Aalst, werd even la
ter met Frits Courteaux als sekreta-
ris, de Vereniging voor Aalsters
Kultuurschoon gesticht. Hiermee
werd getracht het 'ongemak' van
het verdwijnen van het begijnhof
voor een tuinwijk, die werd ontwor
pen door architekt Antoon Blan-
ckaert. op te vangen.
'Toen durfden de politici zich nog
niet engageren', omschrijft voorzit
ter VVAK-architekt André De
Ceuninck. 'Mannen als Bert Van
Hoorick en Gilbert Claus waren
Aalst. Tegelijkertijd werd het veertig jarig heslaan van liet WAK met veel
belangstelling herdacht (a)
daar gevoelig voor en stelden samen
met de WAK alles te zullen doen
om het Oud-Hosptiaal aan de Oude
Vismarkt van afbraak te behoeden.
Na een lange strijd werd het oud
hospitaal pas vorig jaar officieel be
schermd.
Werken aan een mentaliteitsveran
dering
De WAK wordt zowat als een ad
viesraad 'avant la lettre' beschouwd
voor het stadsbestuur. Zij verstrek
ten ondermeer adviezen in verband
met de verbouwingen aan het Kei
zerlijk Plein. Toch blijft de WAK
een nogal elitair gezelschap. De
laatste jaren is er een zekere demo-
kratisering in de werking tot stand
gekomen. Daar waar de WAK na
10 jaar bestaan slechts 30 leden tel
de, is dit nu geëvolueerd tot ruim
500 leden. Onder hen zijn nogal wat
ereleden en beschermleden, die
aangesloten zijn als blijk van waar
dering voor de werking. Ook een
vrij groot aantal bedrijven en
firma's is de WAK genegen.
'De jeugd heeft voorlopig nog geen
aansluiting gevonden bij de WAK,
de gemiddelde leeftijd van onze le
den is bij de zestig jaar. Maar ons
ledenaantal stijgt van jaar tot jaar,
ook al hebben wij jaarlijks door
ziekte en overlijden een terugval
van zo wat 20%', verklaart voorzit
ter André De Ceuninck.
Via jaarlijks vijf afleveringen van
het tijdschrift, houdt WAK kon-
takt met zijn leden. Deze werken
zijn in de loop der jaren een enorme
gegevensbank geworden. Daar
naast verschenen tientallen weten
schappelijke bijdragen van leden,
over gebouwen en historische figu
ren van de stad Aalst. In de lente,
zomer en herfst worden uitstappen
georganiseerd naar interessante be
stemmingen.
De WAK heeft wel iets aparts.
Men kan ze moeilijk vergelijken
met een heemkundige kring en ook
niet met andere verenigingen en
diensten die ijveren voor het be
houd van monumenten en land
schappen. 'Wij willen telkens wat
bovenhalen en werken aan een
mentaliteitsverandering bij de men
sen. Wij voeren weinig propaganda,
wij leven van mond-aan-mond-re-
klame en van de inbreng van vrijwil
ligers. Door het geven van een jaar
lijkse WAK-prijs voor architek-
tuur-restauratie en dit sinds 1977,
werd het behoud van het patrimoni
um aangescherpt', evalueert André
De Ceuninck.
Restauratieprijzen van WAK
Reeds sinds 1952 speelde Fritz
Courteaux met de gedachte een
jaarlijkse prijs voor restauratie-ar-
chitektuur toe te kennen. De idee
was dat partikulieren soms beter in
staat zijn om te helpen bij de restau
ratie van gebouwen dan openbare
besturen. Eén jaar na het toeken
nen van de prijs van de Persbond
van de Denderstreek aan Cour
teaux, werd de idee van de ver
dienstelijke sekretaris van de
WAK werkelijkheid.
Lees door blz. 4
Lede. Het afgeslankte tramstation aan de steenweg te Oordegem gaat een andere bestemming tegemoet en wordi
opgesmukt. Ongelukkig genoeg wordt aan de oorspronkelijke toestand verandering gebracht en kan het geheel niet ir,
aanmerking komen voor een geslaagde restauratie (jv)
Toen de paardetram voor het eerst zijn rondritten maakte in 1867 te
Brussel, duurden het juist nog tien jaar om op stoomtraktie over te
schakelen. Daarna werd de elektriciteit de grote energiebron voor het
openbaar vervoer alhoewel dit toch tot de grootsteden beperkt bleef. In
Brussel reed men wel op elektriciteitstraktie in 1894 maar hierbij bleven de
buurttrams ver ten achter. Zij bleven de stoomtraktie gebruiken tot op het
ogenblik dat men overschakelde op mazout. In Oordegem pufte de eerste
tram in 1903 voorbij en twee jaar later werd er een station gebouwd dat
binnenkort een nieuwe funktie zal krijgen door toedoen van de huidige
eigenaar.
In Oordegem kon men niet klagen
van het openbaar vervoer want ze
konden zelfs van twee lijnen ge
bruik maken dankzij de gunstige lig
ging tussen Aalst - Wetteren - Zot-
tegem. In 1903 werd de lijn Zotte-
gem-Oordegem-Wetteren in ge
bruik genomen en het jaar nadien
was Oordegem het verbindingspunt
voor die lijn met deze van Assc die
over Aalst reed. Van Oordegem
kon men toen Wetteren bereiken
waar men kon overstappen om naar
Gent te sporen. De lijn werd uitge
baat tot in 1955 toen het gehele
wegverkeer een enorme vooruit
gang boekte en de auto meer en
meer zijn intrede deed. De tram
moest wijken voor autobusdiensten
en de sporen werden vervangen
door fietspaden of wegstroken die
de straten moesten verbreden. Van
de befaamde buurtspoorwegen
bleef alleen hier en daar nog een
station overeind, stille getuigen die
deel uitmaken van de geschiedenis
van het openbaar vervoer dat tegen
woordig het zorgenkind is van de
overheid.
Stations
Naar het voorbeeld van de
'IJzerenweg' bouwde men wel niet
in alle stopplaatsen een stationsge
bouw maar wel op belangrijke
knooppunten. Zo kreeg Herzele
een tramstation of de lijn naar Zot-
tegerfi en Oordegem waar de split
singvan de twee lijnen gerealiseerd
was. Het zal ook wel zijn dat op die
bepaalde punten veel meer volk op
de tram stapte en bijgevolg was het
noodzakelijk dat de reizigers be
schutting kregen tijdens het wach
ten. Maar toch hadden deze sta
tions een ander doel want ze waren
uiteindelijk uitgebreid met een stel-
plaats. De maatschappij richtte een
station op voor de verbinding van
de twee lijnen tussen de Grote
Steenweg en de Oude Heirweg.
Hierbij was een groot terrein inge
nomen omdat er plaats moest zijn
voor hangars om te lossen en te
laden, om materiaal en grondstof
op te stapelen e.d.m. Er was tevens
een grote pomp geplaatst met bijho
rend reservoir om de locomotieven
te bevoorraden van water, vandaar
dat men bij het uitgraven voor de
funderingen voor nieuwbouw meer
dere waterputten ontdekt heeft.
Uit de plannen kan men opmaken
dat het gebouw in 1905 door C. De
Bulot ontworpen werd. Hoogst
waarschijnlijk waren alle tramsta
tions van deze maatschappij van
hetzelfde type want het Herzeelse
station vertoont alle gelijkenissen
met dit van Oordegem.
Nieuwe funktie
De huidige eigenaar, Benoni Van
den Steen, die een autoverhuurbe
drijf uitbaat, heeft aan het vroegere
stationsgebouw een volledige
nieuwbouw gezet, weliswaar aange
past zodat in feite het oorspronke
lijke gebouw qua uitzicht^Br-g^en
hinder van ondervindt. Het station,
zelf zal trouwens dienen als woning
waarnaast de nieuwbouw als kan
toorruimte zal dienen. Het mag een
geluk wezen dat de eigenaar er voor
gezorgd heeft de autcnticiteit te be
houden want eigenlijk is dit een
stukje industriële archeologie.
De tramlijn heeft zowaar een hele
historiek achter zich met voorspoed
en tegenslag want op de trajekten
zijn er ook ongelukken gebeurd die
bij sommigen nog klaar in het ge
heugen liggen. In wintertijd was hij
ook niet altijd veilig en wegens het
heuvelachtig parcours geraakte de
machinist meermaals in moeilijkhe
den met geblokkeerde remmen of
oversneeuwde rails.
De stoomtram was bij de mensen
meer bekend qnder de benaming
van 'zwarte tram' omdat hij in zijn
laatste periode zwart geblakerd was
door de mazout waarmee hij zijn
energie opdeed. De stoomtram die
in 1933 door de mazouttram ver
vangen werd was al niet beter op dat
vlak en had het nog moeilijker om
zich snel te verplaatsen. Het wel en
wee van een dergelijke tramlijn is
wel een meer diepgaand onderzoek
waard want de tram maakte gedu
rende enkele decennia deel uit van
het dorpsbeeld.
De film «Daens» van Stijn Coninx werd op het Filmfestival van Venetië bijzonder positief onthaald. Het
Aalsters publiek wacht nu met ongeduld om de film zelf te kunnen gaan bekijken. Op 7 oktober gaat de film
dan ook in première op het Filmfestival van Gent. Nadien krijgen de Aalstenaars de gelegenheid, de film. die
deels in hun stad werd opgenomen, te bekijken.
Op 8 oktober brengt de stad Aalst «Daens» op het witte doek. Om 20 uur zai dit gebeuren in de grote zaal van
de Palace in de Schoolstraat. Daar zijn ongeveer 400 zitplaatsen. De crew van de film zal op die gelegenheid
aanwezig zij n. Reeds 120 plaatsen zijn voor de entourage gereserveerd, zodat er slechts 280 zitjes overblijven
voor de genodigden van de stad.
De Katolieke Filmliga (KFL) slaagde erin om op dezelfde dag in dezelfde Palace, maar dan in een kleinere
zaal. de film nog te programmeren om 20.30 u.. zodat de crew de gelegenheid zal hebben zich van de ene zaal
naar de andere te begeven. Van zelfsprekend hebben KFL-leden voorrang op nict-leden. om deze tweede
première voor Aalst bij te wonen.
Naar verluidt zou ook de Rotary-club een vertoning plannen van de Daensfilm en dit 's anderendaags vrijdag
9 oktober, maar dan zonder aanwezigheid van de filmploeg.
Aalstenaars die niet tot de genodigden van de stad behoren, geen lid zijn van de KFL en niet bij de Rotary
behoren moeten allicht wachten om de «Daensfilm» te kunnen zien, tot hij in de gewone programmatic van
één van de Aalsterse filmzalen belandt.
Beide zalen hengelen allicht naar de rechten op vertoning. Misschien slagen ze er allebei in en krijgen de
Aalstenaars waar ze recht op hebben.
VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1992 45e JAARGANG NR. 37 - 50 F