DE ALMOES. KWom •mm Ic JAAR IT 29. Onze Titelplaat. ZATERDAG 27 JULI 1895. TUSSCIIEN MAN EN VROUW Brief uit Frankrijk. ROME. M. KAREL DE METTE Eene veelbeduidende proef. A,vvvv Druhhtr-Witflciitr Petrus Önn ttufftl, fffopoltistrnat, ti), te Solst. -tfWw Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huisAos/ 2,50 per jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk werken, zooals dood beeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz., aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoolgerief voor scholen, kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers moeten ons Bureel indachtig zijn. Niets doet meer deugd aan 't herte dan van den armen en noodlijdenden bij te staan. En nochtans, Vrienden, vele rijke en welstellen de menschen, maar te veel aan geld en goed ge hecht, kunnen er zich geen gedacht van geven hoe daar genoegen kan in gevonden worden. Zij en denken niet eens dat het hun een plicht is alraoezen te geven, en daar zij slechts de ondank baarheid van den armen voor oogen hebben, zoe ken zij alle reden en voorwendsels uit om hunne beurs te mogen gesloten houden. Hoevelen hoort men op onze dagen niet zeggen Ik kan geene almoezen geven, want ik heb slechts het noodzakelijke. Ewel, die roepen wij toe: Hetgeen gij zegt is onwaar! De menschen kunt ge bij den neus leiden maar God, die uwen overvloed ziet en uwe ver kwistingen kent, dien zult gij niet bedriegen. Hadden de armen het voedsel dat gij laat beder ven, de kleederen die gij in uwe kassen van de motten laat opeten, hadden zij het geld dat gij ver spilt in nuttelooze en gevaarlijke vermaken, hoe yelen die nu naakt loopen zouden gekleed zijn Hoe velen die nu honger lijden zouden gespijsd worden Maar neen, gij en gevoelt u geene zielskracht genoeg om uwe begeerlijkheid te matigen; uwe zucht naar 't geld maakt u gevoelloos voor 't lijden van uwen armen broeder. En in de veronderstelling dat gij zelf niet te veel en hebt om deftig volgens uwen staat te leven, in dien gij den armen geen geld kunt ter baud stellen, is het daarom eeue reden om de liefdadigheid je gens den armen niet uit te oefeneu Volstrekt niet. Geeft uwen tijd aan dengenen die hem noodig heeft. Geeft goeden raad aan die er u vraagt. Ziet u op geene moeite om voor een arm huisge zin werk te bekomentracht die jongeling deze of gene bediening te verschaftenmaakt dat die doch ter eene schuilplaats vinde, waar hare eerbaarheid bevrijd zij van de gevaren die haar bedreigen. Wees de trooster der bedrukten daar waar ziek te of hertzeer huist. In een woord, deelt het lijden van uwen minde ren broeder, toon hem dat zijn lijden ook het uwe is en gij zult reeds veel gedaan hebben tot de ver broedering der verschillige standen van de maat schappij. Doch indien wij hier eenieder willen aansporen tot mil- dadigheid jegens den armeu, willen wij u nochtans niet aanzetten uwe almoes te storten in de hand van dezen die van 't bedelen eenen stiel maken, en die, zonder aan eenig lichamelijk gebrek onder worpen te zijn, zonder blozen u de hand, inde straat, durven toereiken. Neen, verre van daar Vooraleer uwe almoes te geven, weet wel aan wie gij ze geeft; tracht zorgvuldig na te gaan of er waarlijk nood is daar waar men uwe hulp af smeekt en daarom schaam u niet bij den armen ten huize te gaan, daar zult ge met eigen oogen kunnen bestatigen wat er noodig is en uwe liefdadigheid diensvolgens kunnen regelen. En eens dat gij zoo den nood hebt bestatigd, zet dan uwe beurs zoo wijd open als uw medelijdend hert, zon der wel eens te denken op de ondankbaarheid waar mede de arme u zou kunnen beloonen. Ja, geeft en geeft veel, maar geeft uit liefde tot God, want God geeft meer acht op het hart dan op de gift. Jeeken. Vrouw. Petrus, ik kan dien val van Mijn heer Woeste uit mijn hoofd niet zetten. Man. Dien val van M. Woeste, vrouw Vrouw. Wel ja! Was Mijuheer Woeste vroe ger niet de roem van ons arrondissement,... de wa re volksvriend,... de ieverige verdediger van alle katholieke belangen Man. Dat alles heb ik duizendmaal, met vol le overtuiging, geschreven, vrouw. Vrouw. En nu, helaas! hoe diep is die man niet gevallen Man. Maar, vrouw, eenvoudig schepsel dat ge zijt, Mijnheer Woeste is niet gevallenHij is en blijft de groote, de verdienstvolle man, en, zoo gij zegt, de roem van ons arrondissement. Vrouw.Zoo!! Alles wat de gazetten tegen hem schrijven is lastertaal, Petrus Man. 't Is eenvoudig lastertaal, vrouw. Ik wil het voor u rechtuit bekennen. Vrouw.Petrus, 't is walgelijk!!... Waarom de waarheid niet schrijven Man. Ik durf niet, vrouwMoest ik het doen, onze broeder sloeg mij de twee beenen af. Parijs, 23 Juli 1895. Mijnheer de Opsteller, Er is mij een knipken uit Klokke Roeland gezon den ik lees daar dat ik te Brie-Comt-Robert een sermoen gedaan heb voor 700 Franschmans-Chris- tene democraten. Ik zou daar gecrne een woordje bij zeggen. Ik heb onze Franschmans daar bijeen geroepen als Werklieden die aan onze geestelijke zorg door Mgr den Bisschop zijn toevertrouwd. Ik heb ze daar vergaderd als mijne vrienden en kennissen en dat zijn ze langer als van gisteren, dat weet iedereen en ik en weet niet waarom men dat woord Christene-democraten daar komt tusschen brengen, aangezien er geen enkel woord over die kwestie gesproken is. Dat woord komt daar niet te pas. Ik heb daar aan ons werkvolk gesproken over hunne plichten en over de misbruiken die onder ons franschmans bestaan en over anders niet. 't Eu is niet genoeg van de menschen het hoofd zot te razen van stemrecht, van alleenheerschiug, van dwingelandij enz. (ten andere, dat is daar voor in de kerk de plaats niet.) Er bestaan veel misbruiken onder ons werkvolk, en dat zeggen wij hun zonder hen te vleien en zij weten wel dat het de waarheid is daarom ook nemen zij het niet kwalijk als wij ze eens goed afborstelen, ter contra rie! En beloven wij aan ons franschmans geen ber gen goud, gelijk sommige slimmerikken de transch- mans weten toch wel dat wij ons niet en zullen laten trekken als het hunne stoffelijke belangen geldt. Ze weten wel dat zij altijd welkom zijn als er iets voor hen te doen valt. Maar zegt mij eens, Franschmans, ge gaat nu al- zooveel jaren naar Frankrijk; wie sprak erover tien jaar van u! Niemandmen liet u loopen met uw vel van buiten alleen de priesters hielden zich met u bezig vraagt het maar, b. v. te Erwte- gem, te Audenhove, te Nederbrakel, te St. Martens- Lierde en in heel die streek. Maar sedert wanneer roepen en schreeuwen sommige menschen dat zij, en zij alleen voor de Franschmans alles doen en gedaan hebben? Vrien den, dat is sedert dat ge stemrecht hebt en dat doen ze om uwe stem te hebbenOm het vet en om het smeer, lekt de kat den kandeleer, ze belo ven u nog al veel maar schoone woorden vullen den zak niet. Als wij dan ons Franschmans te samen roepen, ze mogen het weten dat het uit geen politiek in zicht en is alleen voor hun geestelijk en stoffe lijk welzijn, gelijk het onze plicht is 't werkvolk en hoeft niet opgehitst te worden, als men te veel warm water giet, dan is 't vat te gauw af! er moet alleraets wat koud gegoten worden ook Ik hoop, vrienden, dat gij mij wel verstaaD hebt wij en doen er geendoekskens aan. En nu tot den naasten keer Uw toegenegen J. VAN ESSCHE, Almoesenier der Vlamingen te Parijs. Rome, 22 Juli. De Asservatore Romano deelt eenen brief mede welke de Paus komt te zenden aan de bisschoppen van België en waarin hij handelt over de sociale kwestie. Leo XIII steunt bijzonderlijk op de eendracht die tusschen de katholieken moet bestaan. De Paus noodigt de Belgen uit gezamentlijk te beraadslagen over de middels die daartoe zijn aan te wenden. Hij geeft de grondgedachten volgens dewelke de bisschoppen hunne werkingen zullen moeten rege len. Om 't eindigen zet hij al de katholieken aan tot het bestrijden van't Socialismus die den Godsdienst en den Staat willen van kant helpen. Het is Zondag namiddag... 'k Ben aan mijne ge liefkoosde bezigheidDe Volksstem lezen. Eenigszins vermoeid en bezwaard, laat ik het blad voor mij open liggen, om te rusten, te mijme ren, en zie! oogenen aandacht vallen weldra op de schoone titelplaat van De Volksstem Wat rijke samenhang van keurig afgewerkte beeltenissen! Welke schat van edele gedachten Middenpunt, alles beheerschend en de eerste aandacht wekkend't verheerlijkte stral-ende Kruis. Zwierige wimpels, ongekunsteld en met bevalli- gen smaak dooreen gestrengeld en om de stralen van het kruis kronkelend, wijzen ons aan tot wie het blad gericht is: Tot het Volk van 't dierbaar Vlaanderen en wat oogwit De Volksstem na streeft. Zij is geschreven Voor God Onzen oorsprong en ons einde ons middenpunt en ons alhet waarom van ons bestaan hier op aarde. Voor 't Vaderland: 't Centrum onzer gene genheden en werkzaamheden, alles bevattende wat naast God ons liefst en duurbaarst is. Tot bevordering van Arbeid, die, wel ingericht en geregeld, de on derpand is van tijdelijk genoegen en welvaren, en den mensck verheft en veredelt, stoffelijk, ze delijk, geestelijk, veredelt in de oogen van den evenmensch, verheft voor het aanschijn van den Schepper. Voor Landbouw, den arbeid bij uitmuntend heid, den zedelijksten, den meest uitgebreiden, maar die, op onze dagen diep verdrukt, ook meest steun en aanmoediging noodig heeft. Machtig Kruis, teeken van zege en redding, help de opbeuring bewerken van landman en ar beider Wel was de stemme van 't Kruis dood, zingt dichter Gezelle, wel waren bladeren en bloemen door de winden weggevoerd de Kristene Maagd, Had het een blad en een bloeme gegeven, Schooner en beter dan 't levende draagt Bloem van Geloof dat de ziel niet kan sterven Bloeme van Hoop op een zalig hierna Bloeme van Liefde die alles kan derven, Geeft haar het Kruis, want in 't Kruis is gena O geliefde Stemme van Vlaand'rens Volk, treed dan vooruit, en kom binnen bij ons met uw heer lijk blazoen 't bloemdragende Kruis! Treed bin nen, en doe overal woorden klinken van Geloove. Velen zijn ongelukkig, omdat hun de kostelijke zieleschat des geloofs ongenadig ontrukt wierd breng hun dien ontroofden schat wederspreek van de onsterfelijkheid der ziele, vau 't verganke lijke dezer wereld, van de Voorzienigheid Gods die in wondere wijsheid hier alles wikt en weegt, en voor iedereen den weg regelt die naar den Hemel leidt. Treed binnen, en wijs het voorwerp aan der wa re Hoop, 't bezit en 't genot der eindelooze goede ren in 't Vaderhuis der zielen 't Is in vele herten duister en doodsch 't is dat zij deerlijk misleid zijn door valsche levensdroo- men die nooit en kunnen verwezenlijkt worden Treed binnen, en breng aan allen den groet en gloed der reine gelouterde Liefde Wat, ongelukkiglijk genoeg, meest het lot der lagere standen verbitterd en vergalt, 't is het zaad der vijandelijkheden, geworpen in den grond van lichtgeloovige gemoederen, de kleinhertige opma- kerij, en van daar 't mistrouwen, de afgunst, de nijd Treed binnen, en toon aan eenieder dat de ware liefde bestaat in onderlinge behulpzaamheid, daar waar wij kunnen, door woorden en daden maar rekening houdende van wederzijdsche rechten en plichten, en zonder de orde te krenken door de Godheid vastgesteld. Toon dat die liefde bij een godsdienstig volk kan gevonden en gevoed worden, en dat zij alleen bestand is het welzijn eener natie te verzekeren. En de Vlamingen, o Volksstemzullen iu zege ning uitspreken en U danken om al het goede, door uw toedoen, in hun midden gestichtVergeten. beiaardier onzer stad, is beiaardier van het Broodhuis, te Brussel, benoemd. Proficiat van ganscher harte. Eere aan hem, zijne Familie en onze Stad Verder nieuws op de binnenzijde van het blad. De socialisten beloven aan 't volk eenen heme! hier op aarde, en men heeft bun dikwijls gezegd dat zij kasteelen in de lucht bouwen, dat hun stel sel eene aaneenschakeling is van onmogelijke be loften. Dat verwijt heeft dikwijls het herte der so cialisten getroffen. Over eenigen tijd waren er verscheidene socia listen van Australicu die naar Zuid-Amerika trok ken om daar ondereen te leven en eenen staat uit te maken volgens de zuiverste leeringen vau de so cialistische kopstukken. Er was geene overheid, noch champetters, noch gendarmen, noch solda ten, noch rechters. Iedereen moest werken voor het gemeenebest. Ja, dat spel ging eenigen tijd wel; maar welhaast zagen de werkzame en goede arbei ders dat zij slaafden voor de slechte die hun deel van de winst en nog wat meer opdeden. Stillekens aan begon er ontevredenheid te heerschen, van woorden kwam men tot daden, en in dien kleinen socialistischen staat werd er niet weinig gevochten en zelfs gemoord. De fameuze opstoker, die zulk eenen staat had willen stichten, werd bang voor zijn eigen leven en vroeg zelf de tusschenkomst van de policie der streek. Hij die begost had alle overheid te verban nen, was de eerste om zijnen toevlucht te nemen tot eene vreemde overheid; vandaar ontstond er een algemeene opstand onder zijne socialisten en weldra was liet gedaan met den nieuwen Staat. Dat is een doorslaande bewijs van de onmogelijk heid van den socialistischen wereld. Dat is een be wijs dat de opperhoofden der socialisten maar een doel betrachtenHet volk verleiden en opmaken uit dit misleide volk voor hun eigen nut trekken op de spaarpenningen der werklieden rijk worden, en door het werkvolk tot hooge plaatsen komen waar zij met reehtveerdigheid en eerlijkheid nooit zouden geraakt zijn. Het socialismus is voor de dp- stokers Baatzuchtigheid, hooveerdigheid en be drog voor 't ongelukkige volk Misleiding, ellen de, berooving van Godsdienst en zeden. Snoeck.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1895 | | pagina 1