FEEST IN AELST
AELST IN FEEST
BRIEF
Eerste jaar. Num. 38.
De Ministers.
De "Werkmanskring.
de tentoonstelling.
de Stoet.
De Gedenksteen.
Cantate.
Het Banket.
Zaterdag 28 Sept. 1895.
V reemdelingen.
van Z. D. Hoogw. Mgr Stiliemans,
Bisschop van üent.
Uruhkcr-Witgcner
Jjltinns llan Uufftl, JCcupoliitftraat, 19, tf 2lal«t.
Zondag 22 September5 urea's morgends.
Ja, ja, vrienden, zoo vroeg waren wij opNiet al
gerust geslapen! Altijd bevreesd of het zou
slecht weer geweest zijn, en dit had toch te veel
spijtig geweest.
Maar God dank, nauwelijks zijn ons oogskens
open of 't zonneken lacht ons reeds tegenne keer
tot aan de veuster gegaan, ja ja't is ne justen,
't weer zal particulier zijn, onze Lieven Heer heeft
ziju beste weerken voor Aelst weggelegd.
Daarmee trekken wij maar haastig naar de mis
van St. Marteuskork bij 't uitgaan der kerk wordt
een strooibriefken uitgedeeld van de liberalen die
schuimen van woede bij 't vooruitzicht van onze
prachtige feesten!
Om 8 uren en minuten naar de statie getrokken,
om vrienden en kennissen af te halen allen zijn op
linnen post, en na eene kleine verversching geno
men te hebben, zijn wij reeds op rout om de minis-
rs te zien ontvangen door den Gemeenteraad.
t Is 10 1/4 als de ministers Begerem en Schol-
laert onder de toejuichingen der menigte ons stad
huis binnen trekken daar staan al de plaatselijke
overheden, alsook de gedecoreerde werklieden om
hun te verwelkomen.
De heer Bonne leest in den naam der werklieden
den heeren ministers een verzoekschrift voor, waar
in hij bijzonderlijk steunt op eene pensioenkas wel
ke de regeering zou moeten stichten ten voordeele
der werklieden.
De heer minister Schollaert antwoordt daarop
dat hij de'.e petitie met veel genoegen zal overhan
digen aan zijnen Collega M. Nijssens, minister van
den arbeid, maar dat hij van hu af de werklieden
van Aalst mag verzekeren, dat er in 't kort aan hun
verzoek zal voldaan zijn; daarna overhandigd hij
aan de gedecoreerde werklieden een prachtig vaan
del dat hun eeuwig deze schoone feest zal herinne
ren.
Eens de ontvangst gedaan op 't stadhuis vliegen
al de reporters van de gazetten gelijk nen pijl uit
nen boog naar den Werkmanskring, waar onze mi
nisters, samen met den heer Gouverneur de Ten
toonstelling van werk- en nijverheid gaan bezichti
gen.
Omtrent 11 uren komt de stoet, voorafgegaan
van onze Koninklijke harmonie den koer van ons
Werkmanshuis binnen; daar staat de heer Baron
Leo Bethune aan 't hoofd van de Aelstersche werk
lieden, om de heeren Begerem en Schollaert te
ontvangenonnuttig er bij te voegen dat gansch de
gemeenteraad ze vergezelt. Wij bemerken nog in
den stoet den heer Van Overbergh, kabinetsoverste
van den heer Begerem, de major Brassine, com
mandant onzer pupillenschool en broeder van den
heer Minister van Oorlog, onze DRI.T achtbare
volksvertegenwoordigers, (onze onvergelijkbaren
Woeste ziet er radieusuit!), deZ. E. H. Kanun
nik Thibaut, de Z. E. 11. Deken, de E. li. onder
pastoors, de E. Pater Nuckers, overste van 't Ivol-
legie der Jesiueten, den E. H. Boone, pastoor te
Chislehurst in Engeland, broeder Michel, overste
der broeders van liefde enz. enz.
Iedereen neemt aanstonds plaats
M. Leo Bethune bedankt uit ter herte ai de over
heden daar tegenwoordig over de eer welke zij den
Werkmanskring bewijzen, en aanstonds daarop
volgt de uitreiking der prijzen van de tentoonstel
ling door don heer Begerem
Daarna is 't hier gedaan, en iedereen begeeft
zich naar
^Terwijl oiize ministers hier alles nauwkeurig be
zichtigen, speelt onze Koninklijke harmonie de
schoonste ..stukken uit haar repertoriumen hier
en sloeg piet alleen de grosse-caisse, maar bij velen
was den buik reeds aan 't grollen
Daarom, niet gewacht, maar recht naar huis,
om daar algauw eene brok op d'hand te nemen, en
zoo onze plaats te gaan nemen om den historischen
stoet te zien passeeren.
De maaltijd is wel wat kort, maar allo, vandaag
moeten wij onzen buik niet vol eten maar wel vol
zien
Veel is er reeds over geschreven en gezeid over
dien stoet! Wij zijn nieuwsgierig om te zién of hij
inderdaad toch zoo schoon gaat zijn! 't Moet land
juweel van Antwerpen overtreffen! Nog wat pa
tiëntie en intusschentijd een cigaarken aangevuurd
zou de Hollander zeggen.
Maar zie, zie, er komt beweging in 't volk.
Doreken, kijk ne keer aan de deur of ze al afko
men
Ja inderdaad, ze zijn daar Zie, de gendarmen
openen den stoetAanstonds den bril opgezet om
alles nauwkeurig te bezichtigen, de vensters open
en ons gemakkelijk in een zetelken gezet.
Zoo is 't perfekt. Nu kunnen wij alle noodige
nota's nemen om onze achtbare Leze»s te renseig-
neeren.
Nauwelijks hebben wij de Koninklijke Harmonie
de Hottentottende Reepersde groep der Visschers,
de Gothen zien defileeren, of wij krijgen reeds den
overschoonen praalwagen van de Schuttersgilde
in 't zichtiedereen slaat van verwondering en
bewondering de handen iueen men roept, men
juicht, de witte neusdoeken worden in de lucht
geheven tot teeken van blijdschap.
Ja, de vreemdelingen en zullen in hunne ver
wachting niet bedrogeu zijn de stoet is aller
prachtigst, hij spreekt tot eer der katholieke par
tij van Aelst
Maar zie toch ne keer Ne nieuwen wagen, de
Lente verbeeldende heeft men zich ooit iets schoo
ner kunnen voorstellen Een ontzachelijk getal
maagdekens in 't wit gekleed en omringd van alle
soorten van bloemen
Daarop volgt de groep van Boudewijn van Pa^
penrode die de praalwagen van Dirk Martens voor
afgaat. Deze verheelt het werkhuis van den eers
ten boekdrukker van België, tot Aelst gevestigd,
bezig met drukproeven te verbeteren en omringd
van zijne knechten.
Doch hoe majestueus komt ginder de St Joris-
gilde niet afgestapt Op haren praalwagen, bezet
met kruisboogschutters, verheft zich het peerd van
St Joris met den draak, wel zeven meters hoog;men
ziet met schrik omhoog naar den moedigen ruiter
die dit machtig peerd bestijgt. Zoo iets heeft men
in België nog nooit gezien ook spreekt deze wa
gen tot eer van onzen Aalsterschen beeldhouwer
M. PieterWery en M. L. Gits, schilder.
Maar waar blijven de boerkens die zoo men zegt
den schoonsten groep gaan uitmaken Ze zullen
zeker van de achterste zijn 't Zou wel kunnen ge
beuren want wij en zien zelf in de verte nog niets.
Nog wat patiëntie en intusschentijd zien wij den
praalwagen voorbijtrekken der Wielrijders. Deze
is overschoon en wij moeten het rechtuit bekennen
schoonere wagen heeft men nooit in Brussel of
Antwerpen gezien. M. Paul De Clippele, onder
wiens leiding de wagen opgericht werd. mag er
zich mede moeien.
Wij en zijn van onze verwondering nog niet
weergekomen of zie daar is de groep van de Letter
kundige Afdetling verbeeldende Karei de Stoute
die zijnen eed aflegt als graaf van Aelst den 10
December 1408.
Terwijl wij maar altijd voortsjoereu naar dien
prachtigen wagen, het Stadhuis van Aalst verbeel
dende, klinkt ons reeds het gezang tegen van de
boerkens en boerinnekens met hun alem in de
hand. Ja, vrienden, zingt maar van 't Boeren leven
dat is plezant, en van eene dikke vette panche en een
stuk van 't verkengij immers kent nog de vlaamsche
rondborstige vreugd, en in afwachting dat ons
gouvernement voortgaat met door alle mogelijke
middelen uwen stand te verbeteren, hebt gij toch
eens willen tooncn wat gij zelfs vooreenen praal
stoet kunt te weeg brengen.
De wagen van den landbouw met negen schoone
peerden bespannen, verbeeldt een boerenhofop
't voorste deel staat een zegeteeken samengesteld
uit de verschillige Akkerbouwgereedschappen.
Hoe eenvoudig hij ook samengesteld is, zal hij voor
zeker medekampen voor den eersten prijs maar
wachten wij nog wat, laat ons eerst alles zien voor
aleer uitspraak te doen. Het schilderwerk is van
M. J. Van Cauwenbergh.
Achter de boerkens, komen de vlas bewerkers,
gevolgd door den praalwagen van Keizer Karei
deze verbeeldt eene gotische kapel op 't voorste
deel staat er een orgel bespeeld door eene jonge
maagd, 'tls suberb, 't is magnifique.
Maar wat zullen wij u nu nog zeggen van den
groep Iwein van Aalst, den groep der beroemde Aal-
stenaars 't Is alles om te schooner.
Eindelijk, daar is de praalwagen van Leo XIII.
Deze stelt de verheerlijking voor van Z. H. als
Paus der werklieden en vader aller volkeren. On
mogelijk iets dergelijks te beschrijven 't is te
verheven, te treffend en 'taandoenlijk een officier
van 't leger die hier bij ons staat, krijgt de tranen
in de oogen, en moet in geestdrift uitroepen!
Zoo iets schoon heb ik nog nooit gezien En inder
daad, 't is zoo.
Schildering van M. A. Thybaert.
Daarop volgt nog de wagen der liefdadigheid
waarop de prachtige gedenksteen van 't hospitaal
staatdeze praalwagen met weesmeisjes en wees
jongens bezet en voorafgegaan van een groep oude
mannekes en oude vrouwkes, sluit opperbest dezen
machtigen schoonen stoet. Het schilderwerk is een
waar meesterstuk van M. A. Megauck.
Nadqt de heeren Ministers van op het balkon
van 't Stadhuis den stoet hadden zien voorbijtrek
ken, wierden zij door de geestelijkheid ontvangen in
St-Marfenskerk.
Daarna rijden zij in opene voituren naar 't nieuw
hospitaal. Daar gekomen werd de gedenksteen ge
zegend door den Z. E. Heer Raemdonck, Pastoor-
Deken der stad, bijgestaan door den E. H. De Rid
der, onderpastoor.
Twee redevoeringen worden er uitgesproken
de eerste door den heer Burgemeester, de tweede
door den heer Baron Bethune.
't Is 4,30 Wij moeten het bekennen, wij zijn
reeds ipoede van loopen en zien, maar er is niets
aan te doen, de cantate moeten wij toch nog hoo-
ren
Daarom, al onze couragie iu onze twee handen
genomen, en recht naar de Hertshage waar 't nieuw
hospitaal wordtgebouwd, en de cantate uitgevoerd.
Om 5 uren is de stoet reeds uiteengegaan, al de
zangers staan op hunnen postde ministers, de
gouverneur en al d'overheden zijn tegenwoordig,
't Signaal wordt gegeven en 500 zangers, onder
't geleide van den heer Gustaaf Pape, beginnen de
cantate.
Hier nog eens toonen de Aelstenaars dat zij in
alle handen goed zijn Zij hebben deze prachtige
cantate, gedicht door heer Doktoor Bauwens en
getoonzet door den heer Pape, op de schitterendste
wijze afgezongen
Terwijl de honderden en duizenden vreemdelin
gen van alle kanten in onze stad toegestroomd,
zich alsdan ter Groote Markt begeven, om aldaar te
gaan 't concert hooren van de Koninklijke Fanfaar
van Kortrijk, is men op de groote zaal van 't Stad
huis druk bezig met 't voorbereiden van 't feest
maal, door de Katholieke Associatie de Ministers
aangeboden.
Omtrent 6 1/2 uren zit iedereen reeds aan tafel
Smakelijk werd er geëten en gedronken, nu dat
iedereen na zoo eenen vermoeienden dag eens ge
rust mag neergezeten zijn.
De eerste heildronk, aan Paus en Koning wordt
voorgesteld door den Heer Burgemeester Van
Wambeke.
Daarna stelt de heer Baron Paul Bethune de ge
zondheid voor van de achtbare heeren Ministers
Begerem en Schollaert
Hierop antwoordt de heer Begerem in eene zui
vere vlaamsche en letterkundige taal, en drinkt op
den voorspoed der stad Aelst.
Nauwelijks zijn de bekers geledigd, of de heer
Schepene Gheeraerdts bedankt al deze die het hun
ne hebben bijgedragen tot het welgelukken onzer
feesten.
Deze heildronk werd gevolgd van eenige harte
lijke woorden van den heer Burgemeester die, on
der het daverend handgeklap der aanwezigen uit
roept Dat het welgelukken der feest eerst en
en vooral 't werk is van Mijnheer Gheeraerdts.
Maa»* zou dit schoone feest dan eindigen, zönder
dat wij onzen nooit volprezen Woeste zouden hoo
ren? Neen,dit en mocht niet gebeurenWoeste
Woeste Woeste WOESTE klinkt het
op de vier hoeken der zaal, de servietteu worden
omhoog gesteken, men roept Viva Woeste dat
men het tot op de Houtmerkt kon hooren
Was het dan mogelijk dat de achtbare Staatsmi
nister niet eenige diepgevoelde woorden zijne acht
bare vrienden toesprak Neen Ook staat hij aan
stonds recht, en zie, iedereen hangt aan zijne lip
pen hij spreekt toch zoo geweldig schoonHij
spreekt ons over Werkzaamheid en Liefdadigheid
en drinkt eindelijk op de toekomst der Katholieke
partij van Aelst
't Is omtrent 9 1/2 uren vele vrienden vertrek
ken om eeue welverdiende rust te gaan nemen,
maar hoe laat het ook is en hoe moede men ook
weze, toch nog geroepen en gep lakt dat de ruiten
daveren alswanneer de achtbare heer Woeste de
zaal verlaat om naar Brussel te vertrekken.
Een ooggetuige.
Ziehier het getal coupons, in onze standplaats
des ijzerenwegs ingezameld
Zondag, bij de aankomst ongeveer 6,000.
Maandag id. 2,500.
Zondag, bij 't vertrek uitgedeeld ong. 2,330.
Maandag 700.
Dit zijn de koepons van diegenen die te voet zijn
aangekomen maar met den trein vertrokken zijn.
Daarbij móeten onze Lezers nog rekenen het
overgroot getal nieuwsgierigen uit alle gemeenten
van het canton, 't zij met gespan of te voet, hier
aangekomen dit was te groote massa en het getal
moet verbazend zijn. Ook van zaterdag reeds waren
vele vreemdelingen toegekomen.
Met innige droefheid zien Wij dat de gazetten
der zoogenaamde partij-Daens, niet de minste re
kening houdende van den brief door welken de
Bisschoppen van België, op bevel van Z. H. den
Paus, de katholieken van ons land tot eendracht
onder elkander aanmanen, heviger dan ooif de'ver-
deeldheid bewerken en verspreiden, en de katholie
ke besturen aanvallen. Zoo verre drijven de opstel
lers dier gazetten den overmoed, dat zij hunne le
zers pogen te doen gelooven dat, zóó handelende,
zij de goedkeuring hebben van Z. H. den Paus en
van de Bisschoppen.
Zulke gedragslijn is te veroordeelen, zij is hoogst
nadeelig aan de belangen der ware christene de
mocratie zij is gansch tegenstrijdig met de gedach
ten van Zijne Heiligheid en van de Belgische Bis
schoppen en Wij achten het Onze plicht de geloo-
vigen te vermanen zich door dergelijke gazetten
niet te laten misleiden.
j- ANTONIUS, Bisschop van Gent,