KIEZERS
1° JAAR N* 45.
Volksparlement.
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1895.
T BRIEF
2° BRIEF
KA
Tusschen MAN en VROUW
Wat zweren alle katholieke
kiezers
ANTWOORD.
zette
stake
vered
BEN
de lai
©rukhcr-llttgmr
pftrus llan lluffcl, fftopolimtraat, 19, tf 2tolat.
Gei
hatj
deel n
kenndj
«eei
Schae
De go
geuzei
den,
en 't
Stad 2
den tr'
ning u
S
katho
chistc:
Te i
het g»
goude
venna
raadsz'
komei
Ziel
hier.
Mer
vallen
huis 1
den.
Elk
ven zii
te nut
ander
daarb
een C
tories
man.
ben,
'k wil
Noj
gehui
voet,
zeid,
een j
laat
Zij
ten b
gang.
tramt
flauw
verte,
zat b<j
van dj1
dath<
zei Pi
Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huiskost 2,50 per
jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief
wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn
Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongeteè-
kendc brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den
regeldikwijls te herhalen 10 centm Verzekerdruchtbaarheid.
Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk
werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz.,
aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schoolgerief voor scholen,
kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen alle
soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog.
Al onze trouwe Lezers moeten ons Bureel indachtig zijn.
Binnen eenige uren moet gij allen ter stembus
Gij zijt er geroepen om er den belaiigrijksten plicht
te kwijten dien gij als burger te vervullen hebt
Denkt er wel op Van uwe stem hangt het stoffe
lijk en zedelijk welzijn uwer gemeente af!
Voor wie gaat gij dus stemmen?
Zult gij stemmen voor mannen die, vijandig van
Kerk en priester, hier in Aalst en omliggende met
iedere kiezing uwe stem zijn komen afbedelen, en
die gij telkens met verachting hebt wandelen ge
zonden, als onwaardig u op 't stadhuis te vertegen
woordigen?
Zoudt gij thans stemmen voor de liberalenwiens
programma steeds 't zelfde is gebleven
Ah! Voorzeker, neen!,..
Evenmin
zult gij uwe stem geven aan de mannen van Vooruit
die sedert eenigen tijd met steeds aangroeiende
hardnekkigheid, den haat van Godsdieust, eigen
dom en familie onder onze werkmansklas trachten
te verspreiden voor mannen die er op uit zijn
Kerk en Staat omver te werpen, zonder te weten
wat zij, eens hun duivelswerk verricht, wel inde
plaats zouden stellen
Neen, de roode mannen ook, niet waar, Kiezers,
van 't arrondissement van Aalst, en mogen op uwe
stem rekenen? Katholiek hebt gij altijd geweest,
en katholiek ook zult gij blijven
Daarom
als een man het puntje zwart gemaakt boven den
lijst der mannen die zich kortaf Katholiek noe
men!
Ik zeg die zich kortaf katholiek noemen
Want stemmen voor de donchen, die bende van
verraders en scheurmakers, 't is slechter dan te
stemmen voor de liberalen.
Herrinnert u
wat Z. Hoogwaardigheid Mgr Stillèmans nog over
acht dagen over die kerels schreef
De pogingen van die mannen, zoo schreef
onze Doorluchtige Kerkvoogd, kunnen slechts die
tien om de tegenstrevers van Godsdienst en maatschap
pij in de gemeenteraden te brengen
En zeggen,
dat die liefhebbers, na op dusdanige wijze door
hunnen Bisschop beoordeeld te zijn geweest, u on
der den naam van katholiek uwe stem durven ko
men vragen
't Was ten jare 1807 dat O'Conell, een dei-
grootste redenaars en vurigste kristenen welke het
verdrukte Ierland heeft opgeleverd, voor de eer
ste maal zijn stemrecht moest uitvoeren.
De katholieke partij ten dien tijde was ook door
't verraad van eenige woelige en hooveerdige man
nen in twee gescheurd.
Zijne brave en stokoude moeder had hem reeds
meermalen voor oogen gehouden, van welk be
lang de kic.ing was, en dat wij in den politie
leen strijd, steeds naar de stem onzer geestelijke
overheid moeten luisteren.
En zie, niettegenstaande de stellige belofte haar
door haren zoon gedaan, van slechts te stemmen
voor deze die onder de hooge goedkeuring der gees
telijkheid zicln met de kiezing voorstelden, verge
zelde zij hem nog op den dag der kiezing tot in het
kiesbureel.
En op 't oogenblik dat zijn naam werd afgeroe
pen om tot de stemming over te gaan, haren arm
in de hoogte verheffende, riep zij hem toe Mijn I
.zoon, luister toch naar den raad uwer stokoude
moeder, kies slechts voor de verdedigers van uwen
Godsdienst, kies slechts voor de kandidaten uwer
'geestelijkheid
Ewel, Kiezers
alswanneer gij, uwen kiesbultijn in de hand, het
^afschutsel zult binnen trekken, om te gaan stem
men, luistert dan naar de sterii van uw geweten
Denkt dat uwe geestelijkheid u alsdan voor de
laatste maal nog eens toeroept
K Kiezer, denk dan toch op de belangrijkheid
der stem die gij gaat geven
Die stemt voor liberalen, socialisten of don
chisten, die stemt tegen den Paus, tegen den Bis
schop, stemt tegen zijn geweten
Jefken.
Vrouw. 'tlsnu toch zoo!... Gij gaat zondag
toekomende uw schelmstuk voltrekken!.... Blijf
toch te huis als er voortaan over Judas deu verra
der gepredikt wordt, want alle oogen zouden op u
gevestigd zijn!,..
Man. Onze broeder heeft mij misleid!...
Vrouw. Gij hebt onze familie besmeurd met
cene onuitwisclibare vlek!... Petrus, komt gij voor
mij te sterven, ik doe aan den Koning de aanvraag
om van familienaam te veranderen!
Man. Onze broeder, onze broeder!
Vrouw. Droef schepsel dat ik ben!... Petrus,
toen gij over vijttien jaar, voor de eerste maal aan
mijn ouders huis kwaamt bellen, hadt gij eenen
paternoster in de hand, en gij gaaft u uit voor ver
dediger van Kerk en Staat!... Hadden mijne brave
ouders toen iets kunnen vermoeden van hetgeen gij
nu komt uit te steken, voorzeker waart gij met
klank op de straat gevlogen.... Daarmee zwijg ik...
OE WOLF
Dm CONINCK
eUWEZ
SCHoCKAERT
DE S oMER
oE CONINCK
VAN oE VELDE
Dn GHEEST
MEEWT
GHEERAERoTS
>RYS
BmTIIUNE
EEMA z
CLAU go
DE CLImPELE
B>ü\VENS
GEEmOMS
DE HER Hl
MO «IERSOEN
van Mgr Stillèmans, Bisschop van Gent.
Gent, den 23 Augusti 1895.
Met innige droefheid zien Wij dat de gazet
ten der zoogenaamde Party-Daens, niet de min
ste rekening houdende van den brief, door wel
ken do Bisschoppen van Belgie, op bevel van
Z. If." den Paus, de Katholieken van óns land
tot eendracht,onder elkander aanmanen, hevi
ger dan ooit de verdeeldheid bewerken en ver
spreiden, en de katholieke Besturen aanvallen.
Zoo verre draven de opstellers dier gazetten
'den overmoed dat zij hunne lezers pogen te
doen gelooven, dat zoo handelende, zij de goed
keuring hebben van Z. H. den Paus pn van de
Bisschoppen.
Zulke gedragslijn is te veroordeelen, zij is
hoogst nadeeligaan de belangen der ware kris-
tene democratiezij is gansch tegenstrijdig met
de gedachten van Zijne Heiligheid en onze Bel
gische Bisschoppon en Wij achten het Onze
plicht de geloovigen te vermanen zich door
dergelijke gazetten niet te laten misleiden.
f ANTONIUS, Bisschop van Gent.
Gent, den 1 November 1895.
Aangezien men npg blijft beweren dat Wij de
handelwijze niet afkeuren van hen die, zich
christene democraten noemende, werken om in
vele plaatsen de katholieke besturen te doen
vallen, meenen Wy dat het onze herderlijke
fplicht is, de geloovigen van het arrondissement
van Aalst tegen die ongegronde bewering te
waarschuwen.
In de vertegenwoordiging der werklieden is
er op eene billijke wijze door de katholieken
voorzien geworden, en de betreurlijke pogin-
Jgen der 'mannen die Wy bedoelen kunnen
•slechts dienen om de tegenstrevers van Gods
dienst en maatschappij in de gemeenteraden te
brengen
f ANTONIUS, Bisschop van Gent.
Vien. Stieu jongen, houdt
op, voorzichtig, of ge lacht u
een malheurAzoo lachen
Stien. Vien, laat mij uit
lachen of't schiet in mijn zij.
Vien. Jommer alia, 'k
geloof dat gij vandaag in dag
huren lacht, dat en is nu nog van zijn leven niet
gebeurd.
Stien. Alla, 't is een beetje over ne mensch
zou er van zweeten, maar 'k en kan er niet aan
doen, lachen is toch plezierig.
Vien. Vertel ne keer, wat is er gebeurd
Stien. Zie, ge moest hier tien minuten vroe
ger geweest hebben hij en is daar maar just bui
ten. Een kopstuk van de donchisten, gé weet wel
wie, eh komt hier azoo binnen gestreken, mee
een lieftalligheid en eene asscheranse, zeemeningé-
len toch, menschen 't Was van mijnen Stien van
bier en van mijnen Stien van daar, 'k meinde alla
waarlijk dat hij mij ne nieuwjaar bracht. Maar op
den langen duur, na veel komplementen en fiske-
fooskes, kwam het er uit, 't was om Zondag voor
hem te kiezen...
Vien. Malediksie van de vermaledijding
Waar is hij, da 'k hem pak
Steen.Maar Vien,'t woord en was nog nie
koud, of 'k schoot mij daar azoo in oenen keer in
da fransch gedoen dat ze koleere noemen, mijne
knienen begosten azoo te waggelen, en 'k zei
Mijnheer, watten! Waar haalde die stoutmoedig
heid van mij dat .te durven vragen Ik, die Stien
heetikke gij weet gij toch wel wie da Stien is
Vien. 'k En zou mij ook niet kunnen inhou
den, Stien.
Stien. Daarop viel hij in mijn rede, en zei
Zijn wij ook geen katholieke zoowel als d'andere?
Vien. Oh die chenapan, da slangevel, die le-
perdegiet
Stien. Watten, mijnheer, zei ik, gij katho
lieken zijn! Wel sjerneblé! 't uitbangberd en doe
niets aan d'herbergbij langen en zijt ge geen ka
tholieke g'Hebt op de katholieke partij met kas-
seisteenen en moor gesmeten, g'hebt op ons cheffen
geschoten mee mitraille van achterklap en judas-
serij, gij zijt moordenaars van 't katholiek
Vien. Wel, Stien, al uw woorden zijn archie
ven en perkament
Stien. g'Hebt mee onzen werkmanskriug ge
lachen, de werklieden van 't bestuur onzer vakrer-
eenigingen gelasterd en uitgescholden, g'hebt te
gen onzen Deken en Onderpastoors gewerkt en ge-
batailleerd en g'en langt uwen hoed alleens voor
hen nie meer af
Vien. Awel, wa zei d'enne vagebond daar op?
Stien. Hy stond daar te spertelen en te
trampelen en t'huppelen gelijk een peerd dat ge
mee een strooiken témteert, en hij zei azoo in ee
nen keer g'En möogt dat niet blijven zeggen of
ik zal
Vien. Ai Heere, zoude nie zeggen, dien
breabatti van ne salamander
Stien, En nog iet, mijnheer, zei ik, waar zijt
ge nu gebleven mee uwen schoonen poll waar da
gij altijd van spraakt Wie heeft er u genoemd 7?
en mee wie maakt g'alliance als mee oü liberalen
en jonge snotneuzen, sikkeleers, alla? Maar, mijn
heer, wat dat meer is, g'hebt toch wel die twee
brieven gelezen zeker van onzen Bisschop en ik ben
God zij gedankt, toch nog ne christene mensch, en
ik luister naar onzen Bisschop die verbiedt van te
stemmen voor donchisten of ruelandisten, want da
rijmt te goed met socialisten. De Bisschop heeft
het gezeid Allemaal in éénen perdominé slecht,
nen boel van ruziemakers, van volksbedriegers en
gelukzoekers.
Vien. Stien, g'hebt geklapt gelijk nen boek,
't zou mogen in de gazet staan.
Stien. Wij zijn voor 't volk, zei hij dan. Maar
'k en viel niet slinks, zelle. Watten, Mijnheer, zei
ik, gij voor 'tvolk! Woorden in den windWat
hebt gij al gedaan voor 't volk, en al gegeven?
'k Zal ik u dat uiteen doen, Mijqheer, ïk en éen
ander zouden u moeten leerken staan om op 't stad
huis te geraken, azoo is da, maar ook geen uilen
en kleer zienEn dan Vien, is hij beginnen op ons
tafel te slaan, en ik ook, en hem te krinkelen en
te wintelen. en wringen en exklamaties
Vien. Wel hemeïsche deugd, da 'k daar nie
en was!
Stien. Maar onzen hond, ge kent onzen hond,
wierd wakker van al da getier, en sprong uit zijn
mande en begost te bassen, en ik riep tusschen al
da lawijt, da 'k al d'ou buizen van de gaz en d'oü
rioolen van 't stad ging opkoopen om zondag aan
de frak van de scheurmakers t'hangen, en dat men
ze van drij kilometers ver zou hooren komen heb
ben!
Vien. Wat da ne mensch in zijn huis allemaal
moet zien gebeuren
Stien. Ja, en mijn vrouw die kwam er dan
ook al tusschen, en onze hond stond daar een le
ven 't houden van den andere wereld, en die Mijn
heer stampte en tierde gelijk nen ongekamden
beer en trok al briesschende buiten als onzen
hond, die naartuurlijk voor zijn meester stond, en
'tis een geneerig beestjen, aan 'teen been van
Mijnheer hong en bij kunst den helft van zijn broek
in huis hiel-!!
Gij weet nu waarom da 'k alzoo lachte
Vien. Wel Sinte CrispynDe sukkeleer is nu
mee een korte broek op gang't En doet er niet
aan, wij zullen hem zondag een andere passen.
Nonkel.