EEN KERSTVERHAAL
GEERARDSBERGEN Bockstacl, die
Idegem.
De doolaards in Egypte.
KOOKKUNST.
ZOO
dik.
buitenlands nieuws jane' aan de 8rens tusschen Stiermarken en
Snipperingskens.
AMERIKA. Een groot schandaal. De
groote wereld in Engeland en Amerika wordt in
opschudding gebracht door eene afzetterij op
groote schaal. Men weet hoe Pater Damiaan, voor
wien te Leuven een standbeeld is opgericht, ge
ijverd heeft voor de verzorging der melaatschen.
Door zijn voorbeeld aangespoord, besloot eene
Amerikaansche dame, miss Kate M., naar de me
laatschen der Sandwich-eilanden te vertrekken.
Verscheidene rijke darties van New-York en Lon
den kwamen haar oogenblikkelijk ter hulp.
on zijn naai' Beverloo vertrokken, omdat de typhus
inde caserne was
O die leelijke ijsbeeren I Tot
yphasselt kwamen over eeuigef
dagen vijf mannen binnen bij Da
niel De Smet j nauwelijks ivaren
ze 111 huis of ze bonden dezen aan
handen en voeten en sloten zijne
vrouw in eene kamer op; zij zijn schampavie met
30 frank. De heer baron Ozy de Zegwaert, gou
verneur der provincie Antwerpen, komt van de ko
ningin van Holland officier benoemd te worden
van bet nationaal Orde en de kiezing van Alfred
Defuissaux, als gemeenteraadslid van Frameries,
komt verbroken te worden. Dit kan ik nog ver
dragen, zie! Bij oenen nachtelijken diefstal teSt-
Jans-Molenbeek hadden de dieven naast eene bran
dende bougie een briefke gelegd, met de woorden
A's gij toekomende keer niet meer hebt, dan ko
men wij niet meer. Als de laatste depechon,
ons toegezonden, do waarheid zeggen, krijgen de
Italianen geweldig troef in den Afritpie. Maan
dag was er ne groote prijskamp te Parijs voor bet
haar snijden, 't schee-
ren, enz., in een woord
voorde coiffeerkunst..
En zeggen dat het ne
belg is, nen Antwerpe
naar, zekere Andró
Coffo, die met 191»
stemmen op 200 Pri
mus werd uitgeroepen!
GeJijk gij het hier kunt
zien op zijn portret, en
was er hier geen spraak
van te scheeren zonder zeep.
Bravo! Vivan de brave katholieken van DOEL
Men is daar op 't punt de handvte leggen op den
fameuzen correspondent die gedurende den kies
strijd gedurig tegen de katholieke partij uitviel en
die om ziju verraderlijk schrijven in de katholieke
gazetten te doen opnemen niet geaarzeld heeft het
handteeken van den Eerw. heer pastoor De Sitter
na te maken. Hebt ge nu nog verstand van de
wereld vrienden, als ge zulke dingeu hoort? Luis
tert: Citoyen Van de Velde, die inde Kamers ge
durig uitvalt tegen 't ministerie, heeft nu 'nen lof
artikel zonder weerga geschreven in een Duitsch
socialistisch orgaan over minister Nyssenshij
meende zeker dat het niet en zou uitgekomen heb
ben; maar Kibeladouken kent ook nog een betje
duitsch, zelle, manneken. Die wil schtfone en
goei groene spruiten eten en heeft maar-naar Impe
te gaan. Ze zouden daar malgré nen boek over de
kookkunst moeten uitgeven.
Over twee drij dagen was het groo
ten diner bij den koning; men
diende er achtien schotels op op de
weerdij van (horlogie in de hand)
zeven-en-dertig minutenbekent
met mij dat deze die van alles heeft
geproefd en zich den buik heeft vol
geeeten op dien tijd ne rappen is; ik, voor mij,
'k zou liever aan eene verkenskermis zitten in mij
ne hemdsmouwen, op mijn gemak. De malheu^
ren en slapen toch nietTot Ivoir, tegen Dinant,
stonden drij werklieden op eene brag die instortte
en alle drij den dieperik in, versmoord, morssteen
'lood. En nu voor 't laatste, beste Vrienden
seen gazetten meer gelezen, waar noch Paus noch
Bisschop in gerespekteerd wordt; vallen ze per
malheur in uwe handen scheurt ze kapot, steekt ze
in 't vuur, 't is de pest in uw huis.
Kibeladoeken.
wil ik zeggen, had weldra de bovenhand hij her
innerde zich dat het morgen Kerstmis was, en dat
hij zich ging verzetten, wijl anderen bibberden van
koude aan de deur der rijken.
Neen,'ik heb stellig ongelijk, herhaalde Ge-
orges, met Kerstnacht zendt men den armen niet
weg!
liet was tijd de arme moeder verwijderde
zich terwijl zij een zucht smoorde.
Uw adres? vroeg haar de jongeling.
Zij duidde eene armoedige zolderkamer aan, in
eene schier verlatene straÜt.
^e> dacht Georges luidop, gij moogt van ge
luk spreken, het groot huis der Keralay's, waar ik
op nachtmaal ga, is juist tegenover gelegen
De onbekende dook het hoofd verder in de plooi
en van een groote omslagdoek als een sluier over
hare schouders gerold, en vluchtte weg. Denk
eens, zij had den nacht gekozen om van niemand
herkend te worden, en men sprak van haar op te
zoeken in hare woonst1
Het groot huis der Keralay's stond tegenover de
zolderkamer van Gabriella Latuur. Hoogmoedig
ziet het door zijne ontelbare vensters op do scha
mele woning, die zich aan zijne voeten vernederd.
•Niettegenstaande de winter, zijn de vensters van
den rijke prachtig verlicht, met bloemen versierd
bloemen zijn er ook aan de ruiten des armen
maar... t zijn bloemen van ijs.
De nacht is helder, de maan glimlacht in den
hemel aan het vermaak der aarde. De lucht is als
met gedachten van geluk doorweekt, gedachten die
men al voortsgaande inademt. Overal venetiaan
sche lantarens, vriendenkreten die zich in het ge
drang opzoeken. Aan de vensterramen der speel
goed en suikerwinkels zijn zoovele aanloksels uit
gestald dat zij den diefstal zouden doen uitvinden,
maar helaas
mand het koopt het iemand, dan kan hij het
niet spelen en kan hij het spelen, dan bevalt het
hem niet.
In een hotel. Gast. Baas, hebt ge katten
in huis
Waard. Ja, mijnh., een stuk of drij.
Gast. Goed, breng die katten eens hier.
Waard. Dadelijk, mijnheer
(Hij brengt de drij katten).
Gast. Eerste klas, baaske. Die katten blijven
hier bij mij. En maak mij nu nen haas gereed.
Op de badplaats. Badgast tot ezeldrijver:
Hoeveel ezels zijn hier wel
EzeldrijverDat regelen wij naar het aantal
badgasten. Hoe meer badgasten, hoe meer ezels
wij hebben.
over eenigen tijd ziju laatste exaa'm van doctor met
groote ouderscheiding tot Leuven heeft afgelegd,
komt nu door zijn boek getiteld Serum de reisbeurs
van den Staat te bekomen. Proficiat.
DUITSCHLAND. Ongeluk. In het
scheidkundig laboratorium van de hoogeschool te
(«fittingen, is tijdens den leergang van prof. Wal
lach een glazen gazometer gesprongen. Tien stu-
denten werden ernstig gekwetst do hoogleeraar
zelf kreeg een glassplinter in liet oog.
- Goed gezegd. - Onlangs werd pastoor
Ivneipp s verjaardag te Worrishofen gevierd. Alle
dames wilden van hem een souvenir hebben. Hul
peloos zag hij in 't rond en zeide Maar ik heb
mets, wat ik u zou kunnen geven. Toen de dames
haar verzoek herhaalden, vloog een humoristisch
lachje over zijn gelaat en terwijl hij zijn snuifdoos
voor den dag haalde on die presenteerde, zegde hij:
Nu dan mag ieder dame een snuifje nemen. De
dames staken zonder preufschheid haar vingertjes
in den snuif en brachten die dan aan haar"reuk
zenuwen, waarop een algemeen niesconcert ont
stond, waaraan geen eind scheen te zullen komen
Met koddigen ernst reide Kneipp Dat komt er
van, de dames moeten ook overal hunnen neus in-
steken
OOSTENRIJK. Een viervoudige moord
,7 Op verschrikkelijke wijze heeft een inwoner van
Kroatië, de bedreiging volvoerd, welke hij sinds
ilflD 71in lln nnn,
eldra zal dit gerucht, dit leven, die vreugde de
I straat verlaten en zich opeenhoópen rond de eetta-
I iels. Riekt gij die uitademing van welriekende
J warmte die uwen neus grijpt als bij toeval eene
deur zich op uwen weg opent 't Is dat er op elke
kachel eenige spijzen zachtjes koken en vooral de
vette gans meer dan iets anders. Weldra zal het
vuur in den haard een zoet gemurmel laten hoo-
ren, de aangename gesprekken zullen zich met het
I gerinkel der glazen mengelen, en wanneer dc gul
hartige ontroering der kindereu den Kerstboom zal
gegroet hebben, die plotselings voor hunne oogen
oprijst, dan zal het feest volmaakt zijn niet voor
allen nochtans. (Vervolgt)
't Idegem is de klok ge
borsten en de oude
sukkcles is nu zoo heesch
dat hare stem onkennelijk is. Ze moet naar Seghel-
sem. Omnia Cadunt zei Justus Lipsius, alles
breekt en verslijt, 't Is nii zoovele jaren reeds dat
zij van in den ouden toren de geloovigen ter kerke
riep, dat zij ze 's morgens wekte en 's avonds aan
raadde van naar huis te gaan en te gaan slapen.
Dat ze storm klepte als er brand was en als 't wa
ter 't dorp bedreigde, dat zij deel nam in de blijd
schap en in feesten en bij rouw en overlijden; hoe-
velen, helaas, en zag zij er niet naar d'eeuwigheid
varen dan galmden hare klanken toch zoo roe
rend en droevig, 't Is nen troost dat zij te Seghel-
sem nog kan hersteld worden.
Neen, ik heb ongelijk.... dacht Georges, en
'■ij liep haastig naar de deur... Daar stond eene
j.rme vrouw, die hem, door een drievoudig, voor-
ü.chtig geklop uitgenoodigd had hare armoede te
verzachten. Maar de tijd duldde geen uitstel
i eorges kleedde zich voor het feest, en een knop
van het hemd die stellig weigerde het hoofi door
hot knopgat te steken, had hem in eene slechte
ïm gebracht. Loop naar den duivel, riep Go
rges. Doch zijn engelbewaarder, zijn goed hert
Drie misdadigers kregen op
Nieuwjaarsdag gratie. Toen ze
dat ter kennis gebracht werden
riep een hunner
Mijuheeren, weest toch
zoo goed ons te zeggen, wat
wij hebben misdreven, om zoo
i te midden van den winter op
straat te worden gezet
Wat een componist te lijden
heeft. De groote rauzikantB,
die nog al een aardig man was, ontmoette op straat
I een vriend. Na de gebruikelijke begroetingen
vroeg deze
Hebt ge niet nieuws gemaakt
Ach, zeide B., met het componeeren gaat het
I niet meer. Heeft men een gedacht, dan heeft men
geen papier om het op te schrijven heeft men het
opgeschreven, dan vindt men er geen uitgever
voor heeft meD er een gevonden, dan "betaalt hij
er niets voor is het stuk gedrukt, dan koopt nie-
DOOR
Gf-TTIDO GEZBLLE.
23
Ze liepen over drie ketens bergen en klommen
op den rugge van de vierde.
Op dien eigensten oogenblik kwamen vader en
Diphilus ook te voorschijn op den bil, recht over
hen. Ze hadden heel den eenen kant afgezocht ach
ter eenen hoek om in te schuilen, en met dat ze
meenden dat ze niet en konden ontdekt zijn, eer
den morgenstond, zoo waren ze nog min bezorgd
als dat zo hadden moeten ziju misschien.
Wij zijn verdaan I zei Diphilus.
Gods wille geschiede! zei vader I'tis al ver
loren geloopen I
Geheel en gansch, maar ik, met uwen oorlof
<1 liep ik algelijk nog I immers, zoo wij van de wer-
ke wegloopen, elderwaards als van waar wij geko
men zijn, wij zullen ze van moeder en de reste af
bringen en achter ons doen komen.
't Is waar, zei vader, Asa! En ze stelden 't op
e= nen draf, den berg neêrwaards.
De soldaten gaven eenen grooten schreeuw en
zaten er achter. Weg vlogen helm en schild, en
Gedrukt bfj Julius De Meester, te Roesselaere.'
nederwaards... K-ivameh ze.
Nu, vader en Diphilus en hadden in 'teerste geen
ander gedacht als van ons te baten, maar, met dat
ze alle twee taaie sterke manskerels waren, en allo
twee 't loopen en zulkdanigen arbeid gewend, en
gelijk ze liepen, de ellebogen in de lanken, 't hoofd
achterwaards, borst vooruit, ze wierden allicht ge-
ware, in 't ommekijken, dat ze de soldaten achter
staken. Na een half ure bleef de honderdman ste
ken, dc andere diere kwamen op, de soldaten hoofd
en hoofd, de slave eene sehreê voaren. 't Was eene
lange ruwe wendende valleienu wierd de grond
oneffender, en 't was te springen van de eene rots-
brokko op de andere, over losse steenen, op droog
afgletsenden turf, door eene nauwe verbrande ke°
le, die bij winterdag eene waterstrate was, altijd
voort.
Wij zullen ze... achtersteken,... meester
zuchtte Diphilus, onder 't haastig asemhalen.
'k Hope't... zei vader.
De zonne klom. Ze stak zonder genade neder
waards in die nauwe versmachtende gangen
schrikkelijk botsten heure stralen van de roodè
heet staande rotsen op de twee rookende loopers.
't Liep hun over aanzicht handen en lijf, bij stroo
men zweets. Een gier, die op een dooden jakhals
zijn aas nam, vloog op en hong wielende en tieren
de in de lucht, daarboven.
't Was de vierde ure, of daar omtrent, als ze den
laatsten elleboge van de valleie ommedroeien, en
Miss Kate werd ontvangen door den prins van
Wallis, de koningin van Engelaud en de keizerin
van Rusland, welke haar brieven gaven, om haar
aan te bevelen in de liefdadigheid van andere rijke
lieden.
Op het zien van deze brieven, schonk ieder tal
rijke giften aan miss Kate. Einkelijk vertrok deze
naar de melaatschen van Siberië. Eens ginder aan
gekomen, schreef zij een boek, waarin zij hare
lotgevallen op reis vertelde en een somber tafereel
schiep van den toestand dezer ongelukkigen. Het
boek behaalde grooten bijval, en uit Engeland,
Rusland en Amerika stroomden de giften naar
Siberië.
Na eenigen tijd keerde miss Kate in Engelaud
terug en begaf zich daarna naar New-York waar
zij in triomf werd ontvangen. Toen vroegen eenige
dames haar nauwkeurigei uitleggingen. In het
nauw gebracht bekende miss Kate dat zij het groot
ste gedeelte der sommen uitgegeven had tot eigen
verbruik en tot het betalen van schulden, zoodat
de miss nu zal worden vervolgd wegens afzetterij
- en ook wegens onzedelijke feiten.
Deze zaak verwekt de grootste opschudding, des
te meer omdat koningin Victoria miss Kate ver
eerde met het kruis der koninklijke orde. van
verdienste.
—Een moedig reiziger.— M.Harry DeWindt.een
gekend amerikaansch reiziger, is voornemens eene
der laagste en moeilijkste reizen te doen, 'die men
kan bedenken. Hij gaat namelijk te voet van
New-York naar Parijs. Hij zal den Alaska door
trekken en de zeeëngte van Behring op het ijs
oversteken. Van daar gaat hij door Siberië en door
Europa naar Parijs. De Windt keert langs den
zelfden weg naar New-York terug.
De stoutmoedige reiziger zal zich op het einde
van meert op weg begeven. Alaska is eene gevaar
lijke streek. Voor den tocht over de Bahringzee zal
hij eene hondenslee gebruiken. Hij schat de kosten
zijner reis op 140,000 fr. en hoopt tegen het einde
van den herfst te New-York terug te zijn.
I11 Amerika daar heeft men het land beginnen
te beploegen met een stoommachien, maar onge
lukkiglijk, z'hebbent moeten daarlaten. Nu hebben
er 57 een ander machien uitgevonden dat met den
elecrtiek zal voortgaan.
Wat zullen de landbouwers in ons land daar van
zeggen
i d 'VciKtj nij sinus
ang zijnen oom en nog een persoon, die met dezen
het huis waarin zij woonden in eigendom bezat
naar het hoofd had geslingerd wegens een twist
over de verdeeling der goederen.
Donderdag hoorde hij dat de beide zoons van zijn
oom met den mede-eigenaar naar het bosch waren
gegaan Hij nam eeno bijl en een scherp mes en
sloop demannen achterna Op een gunstig oogenblik
velde hij de geen kwaad vermoedenden neer
waarop hij naar het huis terug liep, zijne tante
nf n'zijü zw?ar kwetste en vluchtte,
na 500 gulden gestolen te hebben.
AFRIKA. Aan een bijzondere brief uit
Johannesburg, Transvaal, van 4 november, 11.
ontleent het Rolt. Nbd. het volgende
Wij hebben in geen acht maanden een droppel
regen gehad. Het water alhier is zoo goed als ver
dwenen voor een emmer water 'wordt een halve
kroon betaald, dat is een gulden en half hollandsch
geld. Er sterven veel beesten omdat er geen voed
sel meer is. 's Morgeuds ten 8 ure is het al 96 gra
den warm het is om er onder te bezwijken.
Als ge peist, dat z'er al eieren kunnen koken in
't zand wegens de vreeselijko warmte. De scholen
beginnen van 's morgens ten 7 ure tot 12 ure dan
zijn de kinderen vrij, want in den achternoen' is 't
onmogelijk van school te houden.
RUSLAND. In t land van den Rus zijn er nu
maatschappijen opgerezen van personen die belo
ven, op straf van 5 roebels, van aan niemand de
hand te geven, om hierdoor ziekten te vermijden.
Wa zullen ze nog allemaal uitvinden En te Pa
rijs in een jongen toegekomen uit Amerika een
specie van reus hij is 21 jaar oud, meet 2 meters
en 95 centimeters en hij groeit nog; de ring van
zijnen vinger is groot genoeg om aan een meisje
tot armband te dienen. Hebben de Vrienden van
Bambrugge naar dienen kerel al weest zien 1
daar stonden ze, Diphilus en vader, voor eenen
zwarten rotswand, die recht op schoot. Hij mocht
veertig voet hooge zijn, en hij was trapwijze afge
brokkeld, en stond gelijk'bij banken en lagen, dat
m'er nauwelijks over kon.
Dit is eene goede tegenkomste, zei Diphilus
't is meer in onze bate als in de hunne. Op I mees
ter!
Zij gingen aan 't klimmen en waren half wege
boven als de soldaten nog beneden waren, de die
'als ze 't zagen, lieten hun zeiven vallen op de stee
nen, en ze gingen 't opgeven.
God zij gedankt! wij zijn eruit! riep va
der.
Neen! nog niet! De slave, zoo 'k u gezeid hebbe,
had in 't eerste wat vooren geloopen, maar Room-
sche standvastigheid en krijgskunde hadden, hem
allicht overwonnen, en nu kwam hij achter aange-
loopen, 't enden asem, met den boge ep den pijlko
ker in de hand die een van de velites weggeworpen
had.
Toe jongens, riep hij, 'tzijn Je onze.
Hij had nog drie pijlen. Hij legde aan, trok voor-
zichtig en
De pijl schampte van de rotse, juist over vaders
hoofd, en viel verre weg in de valleie beneden, al
den anderen kant; den tweeden pijl legde hij aan,
nam het nogvoorzichtiger, en schoot Diphilus, langs
zijne rechter schouder.
'k Heb een schrampe, meester, maar 't en is
Witte bootten soep.
De boonen worden,
zooals do erwten, des
avonds in koud water
gezet. Men zet ze ook
ter stove in koud water.
Steekt ze door den tems
en bindt ze met wat
bloem, in niervet bruin
gemaakt;, voegt er nog
peper en veel fijn gehak
te prei bij. Een weinig
Liebig geeft aan de soep
eenen geurigen smaak.
Deze soep moet evenals de erwtensoep, lang koken
op zijde der stoof.
Witte wijn soep.
Men breekt twee lepels bloem met water, voeg
niets; wij zijn boven.
Met nieuwen moed krasselden zij weêr omhooge-
waards, wanneer zij bachten hen nog een keer het
losronken van de boogpeze hoorden, en vader voel
de dat de pijl in zijne hame zat, bachten zijn rech-
ter knie.
t Is uit voor mij, Diphilus, zei hij, en hij
trok zijn been achter hem naar boven, dat het hem
zoo schrikkelijk zeer deed, loopt gij voort Diphi
lus!
Nog een stapken, meester, nog een kleen
stapken, en wij zijn er over. Zien ze niet dat gij ge
schoten zijt, ze 'n zullen niet verder opkomen.
Ah I ze zien 't genoeg, antwoordde vader
want de slave stond met hoogen arm te boffen over
zijn feit, en een van de soldaten kwam al op, daar
enboven 'k en kan niet meer staanloopt
Nooit-! zcï Diphilus, gij gepakt, ik gepakt!
Ik heet het u! 't Is voor mijn vrouwe en kin
deren
Nooit 't Is 't hardste gebod dat ik ooit gehad
hebbe van u, meester, aai! maar
God beware u, weg met uzeg ik
Diphilus was nu gehoorzaam, want het schoot
hem te binnen dat hij misschien zijn meesters leven
zou bewaard hebben, met schuis langs den heuvel
weg te loopen, dat ze hem zagenhij deed het.
Met den naasten oogpink stonden de soldaten
bij vader daar hij op den grond lag en bloedde.
Hewel man, zei Valerius, 't is nu uifgepoetst,