ALLERZIELEN.
1808.
IWEIN VAN AALST.
3' JAAR N 147.
ZATERDAG 50 OCTOBER 1807
ANSEELE.
IN 1835.
fA'-ra
BureelLeopoldstraat, 19, Aalst
D' Is. Bauwens.
Een uitmuntend werk.
VOLKSPARLEMENT.
ga®
Een abonnement voor gansch Belgiëfranco te huiskost 2,50 per
jaar. Voor Europa en de andere werelddeelen 4,50. Alle brief
wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn
Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee-
kende brieven worden geweigerd. Aankondigingen 15 centiemen den
regel dikwijls te herhalen 10 centm Verzekerde ruchtbaarheid.
Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle «lach van druk
werken, zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz.,
aan zeer lage prijzen. Schoone keus van schocgerief voor scholen
kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddelijk te verkrijgen aue
soorten van leesboeken, enz. Voor prijsboeken vrage men den cataloog.
Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn.
Allerzielen, o schoone dag, dag van zalige aandoening,
als de kerk in een algemeen gebed hare afgestorvene kinde
ren indachtig is, en al hare priesters om lafenis doet bid
den Heer, geef hun de eeuwige rust en dat het eeuwig
licht hun beschijne
Allerzielen, de zielekens die in 't vagevuur zijn en die
lijden
Wie heeft er niet al eenen vriend de oogen moeten slui
ten, of eenen broeder naar zijne laatste woning geleid, of
geweend bij 't sterfbed van eene brave moeder Waar zijn
zij nu die wij beminden en beweenden
Allerzielen komtvan uit den kerktoren zal de klok ha
re klagende tonen zenden over stad en dorp. Hare stem is
de stem van onze afgestorvene vrienden, die eene bede
vraagt. Weest hen gedachtig.
Als het zal avond zijn en stil, steekt dan, naar oud ge
bruik, een keersken aan tot lafenis van de zielen en bidt
met 't huisgezin den paternoster.
Heer, in uwe goedheid groot,
Help die zielen uit den nood.
Laat hun smerten t' ende zijn
Geef dat 't eeuwig licht hun schijn
Nieuwjaar nadert,... 1898, het jaar der groo-
te kiezingen lieel het land heeft de oogen ge
richt naar Aalst... De strijd zal zeer belangwek
kend zijn... Onze Vrienden der Volksstem gelieven het voorts
te zeggen een abonnement tot 31 December 1898 kost slechts
3,00 fr., franco te huis besteld... Wij rekenen op de kracht
dadige hulp van onze Kath. Vrienden van Aalst en gansch
het Arrondissement 1
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL
DOOR
Isaac Folket bad er aan gehouden niet enkel de
smaakzenuwen door de lekkerste gerechten en fijnste wij
nen te prikkelen, maar ook ooren en oogen te verlusti
gen. Poetsenmakers vroolijkten het gezelschap door hun
ne grimassen en bokkesprongen opnarren brachten
door kwinkslagen en zotternijen aller lachspieren in be
weging eene heerlijke muziekpartij hield te gepasten tijde
de aandacht gespannen.
Isaac Folket had voorwaar geen kosten gespaard om,
wat de muziek betreft, zijne uitgenoodigden op iets
puiks te onthalen. Het gezelschap toonkunstenaars munt
te uit door getal en gehalte. Er waren bespelers van
velerlei blaastuigen, als bazuinen, trompetten, schalmei
en, velerlei hoornen en onderscheidene fluiten (pypen,
fluyten, vlogels)meesters in het snarenspel, waaronder
de eenen verschillende harpen (als de Chelys, de
lier van Lesbos en de Lesbische Barbitus, simphonien en
armonien) tokkelden anderen psalsters de groote
psalter of Magadis, de kleine psalter of Pectis, de
Santorien de Barbitos, de Ilakbret (de Sambuca der
ouden) de Nabla, de Citer aanroerden sommigen
uiterst behendig het klinkend slagwerk (Cimbalen, Schel
len en Ratels) en het bommend getuig (Trommels, Aka-
ren en Tamboerynen) hanteerden.
Dat al de speeltuigen, in de middeleeuwen gebruikt,
in dien uitstekenden kunstenaarskring geen beoefenaars
vonden, bevreemde geenen der dischgenooten. Zij wisten
immers, dat deze instrumenten ongemeen talrijk waren en de
mannen, er in bedreven, vrij moeilijk om aan te treffen.
De riddérs luisterden met welgevallen, juichten luidruch
tig en brachten hunnen gastheer eene warme hulde toe
Onder de talrijke werken die de maatschappe
lijke kwestie heelt doen ontstaan, is er een dat
voorzeker een werk bij uitmuntendheid mag ge -
heeten worden. Wijbedoelen het Werk der Re-
traiten voor Werklieden, ingericht in de residen
tie der eerweerde Paters Jesuiten van Gent. 't Is
een Werk dat van pas komt in deze woelige tijden,
en voor al de vrienden van God en van het volk is
't een plicht het te ondersteunen en aan te moedi
gen.
Het begin van het Werk der Retraiten voor
Werklieden, bij de paters Jesuiten, te Gent, was
geheel eenvoudig. Maar de goede God heeft het
geliefd te zegenen. Men heeft vastgesteld dat die
retraiten aan de werklieden grondige godsdienstige
overtuigingen geven en onder hen ware apostels
schept.
't Is te Gent, die forteresse van 't socialismus,
dat de retraiten voor werklieden begonnen zijn,
eerst op de Algemeene rustdagen zooals de ker
mis vauGent, carnaval, enz.
De eerste retraite had plaats den 13 Mei 1894.
In dit jaar namen 142 werklieden deel aan de drie-
daagsche oefeningen in de residentie.
Tot den 13 Oogst van verleden jaar, konden
maar uitsluitelijk de Gentenaars opgenomen wor
den in die retraiten, op de enkele rust- en verzet-
dagen waarvan de werkman binst het jaar geniet.
Zij kwamen 's morgens toe en vertrokken 's a-
vonds.
In 1896 moest het Werk op vasten voet inge
richt worden, dank aan de toegenegenheid van een
man van geloof en goede werken. De retraitan-
ten, in plaats van dagelijks weg en weer te gaan,
zouden kost en slaping in de residentie vinden.
Het Werk der Retraiten voor Werklieden is een
van deze die het merkteeken dragen der Voorzie
nigheid. Het gaat rechtstreeks tegen de heden-
daagsche gedachten in. Menschel ijk aanschouwd,
zou men het aanzien als een hersenschim en het
maar een korten duur voorspellen. Inderdaad,
twee moeilijkheden staan in den weg van dit
Werk vooreerst, drij dagen overbrengen in de
eenzaamheid en in de stilzwijgendheid, gedurende
drij dagen met niets anders bezig zijn dan met God
en zijne ziel, dat is iets geheel oagewoons voor de
wereldsche menschen, en bijzonderlijk voor man
nen uit het volk, dat zij zolfs niet en zouden wach
ten om te onderzoeken of het wel mogelijk is ver
volgens tweede moeilijkheid, dat Werk vraagt
geld en tijd. Want de werkman heeft zijnen werk
loon en zijnen dag noodig, en met den besten wii
van de wereld en kan hij daar niet van afzien.
Al die menschelijke moeilijkheden verdwijnen
gelijk de sneeuw voor de zon, als de goede God het
wil. Iedere week zijn er in de residentie te Gent
25 werklieden in de retraiteen dat de paters
over meer kamerkens beschikten er zou een groo-
ter getal de godsdienstige oefeningen volgen.
Eerst begonnen met werklieden van Gent, heeft
het werk zijne uitbreiding genomen tot in de gou
wen.
En met innige vreugd kunnen wij onze Lezers
aankondigen, dat ook in Aalst een comiteit ge
vormd is, onder het voorzitterschap van M. Cam.
Liènart. De eerste retraite voor Aalst begint den
31 October aanstaande. 25 werklieden zullen zich
naar Gent begeven.
Anseele, ge weet wel, 't Gentsch kopstuk van
de socialisten, hewel, Anseele zit leelijk in nesten.
Sedert eenigen tijd verschijnt in wekelijksche afle-
veringskens de geschiedenis van Vooruit. Zij is
geschreven door zekeren Pol De Witte, een ouden
socialist, die Anseele van nabij gekent heeft, en
die ook een van de chefïen was. 't Is ongelooflijk
wat hij over Anseele en over Vooruit verteld. Vol
gens dat hij schrijft, is Anseele een oprechte ty-
ran alles moet voor hem buigen, 't werkvolk aan
ziet hij voor zijne slaven durft er iemand eene be
merking maken, zelf met reden, die krijgt een
snabbe en een scheldwoord naar het hoofd met
dreigementen van buiten te vliegen al wie niet
blindelings gehoorzaamt, wordt aan de deur ge
schopt, ze spreken daar niet als van schuppen
en buitenroeien, al moest hij van honger ster
ven. Gij zoudt hem moeten zien door de werkzalen
wandelen, 't hoofd in de lucht en met een koppel
oogen gelijk of hij de keizer van Rusland ware.
Van als hij de deur opensteekt, zitten de werklie
den al te schudden en te beven, want nooit gaat
hij uit de zaal zonder deu eenen en den anderen
overschreeuwd eu verweten te hebben.
Och arme, over eenige jaarkens was hij nog
arme letterzetter, nu dat hij rijk geworden is met
't geld der werklieden, behandelt hij 't werkvolk
alzoo.
Wij kunnen het niet al zeggen, maar de be
schuldigingen van Pol De Witte zijn wreed, schrik
kelijk wreed aardige dingen ook brengt hij uit
over de hongerloonen die in Vooruit betaald wor
den.
Pol De Witte heeft Anseele uitgedaagd om op
zijn schrijven te antwoorden, hij stelt voor zijnen
boek te onderwerpen aan eene eerejury, maar An
seele weigert.
Oei, oei, dat is aardig. Als 't leugens zijn, waar
om De Witte niet betrekken!
Vien. Kozijn Vien, hoe
is 't met de komportense van
de gezondheid
Stien. Och, kozijn, zak
ken, mensch, oud worden
gelijk 'tjaar 1897.
Vien. 't Is 't oud lieken,
kozijn, wa wilt g'er aandoen?
Stien. Och Heere, zwijgen, kozijn, en al
tijd voortdoen op de gratie Gods. -
Vien. 'k Zou azoo toch nog geerne een
jaarken leven, kozijn, als 't niemand en zou de-
rangeeren 't is fleus kiezing, ewoor....
Stien. 't Is azoo 't Is waar, ik zou de 40
man ook nog geerne helpen buitenstempelen, die
komede duurt nu al drij jaar.
ViEN. 't Is ne sukkeleer, kozijn, die zijn ei
gen in den put helpt. Hij weet het allemaal, ge
lijk hij zegt, en hij en heeft nog niets voorgesteld
van allemaal die schoon en goei dingen... Wat
heeft hij verbeterd, alla
Stien. Och, kozijn, g'hebt van uw leven
al zien ne charlatan op de merkt staan, awé, als
zijn pakskens uitverkocht zijn, rijdt hij er van
door mee zijn fotuur, ewoor
Vien.Jommer, Stien, den dezen moet ge-
lukkiglijk't naaste jaar wedrom komen, maar
wacht eens een betjen, wij zullen wij hem ne
keer een fleschken opgeven, dat hij er zal geheel
en gansch van verlichten, surtoe in zijnen porte-
mené.
Stien. Zijt zeker, Vien, dat hij het al weet;
't volk is da spelleken en da wawelen moei, en
hij heeft alles beloofd en als g'hem naar iets
vraagt, staat hij daar gelijk een dooie stoof.
Vien. Ja, waar zijn nu die pinten bier aan
5 centiemen en dienen café aan halvenprijs....
Stien. En die treins voor niet, en den af
slag van de pachten...
Vien. 't Is ne slimmen, kozijn voor hem,
ja, is dat allemaal afgeslegen bier en café drinkt
hij voor niet bij liberalen en socialisten als re-
presantant rijdt hij voor niets op den trein, en
den boer zal 't al betalen.
Stien.En ons allemaal uitgemaakt voor
slaven, kozijn, omdat wij met den Paus en de
Bisschoppen meedoen, en durven zeggen, g'en j
deugt niet.
Vien. En 't volk o verhaald met zijn pas
toorskleed
Stien. Dat is ook iet da gedaan is, kozijn,
hij heeft zelf zijn portret getrokken.
Vien. Tot later, kozijn, ik moet voortgaan;
hoort't is bezig met acht u^ea te slaan.
Over twee wekeu doorliep ik de
Brusselsche tentoonstelling. In Brus
sel-Kermis gekomen zag ik daar op 2
riggels het namaaksel van de eerste lo
comotief staau, die in België, 'tis nu
meer dan eene halve eeuw geleden, tus-
schen Brussel eu Antwerpen liep.
Welke heriimeriugen levert zulke
tegenkomsteu al op, hoevele menschen
bestaan er nog, die dit locomotief zien
stoomen hebben In eene halve eeuw
gaan er geslachten weg, komen er ge
slachten op.
Men weet, dat de eerste spoorweg in
Engeland gemaakt werd, die in 1825
ingehuldigd werd. De tweede werd ou
der geweerschoten gelegd, zoo hevig
was de oppositie tegen die nieuwigheid.
In België werd ook iets tegen die spoor
wegen uitgekraamd
Eindelijk, den 5 Mei 1835, zou men
dat nieuwe speelding, waarin zeer wei
nigen vertrouwen hadden, inhuldigen.
Men glimlachte er om. Een ooggetuige
zegt zich zeer goed te herinneren, dat
het dien 5 Mei een regenachtige dag
was, maar dat belette niet dat er een
ontelbaar publiek aan den ingang van
de Allee verte te Brussel vereenigd was
het volk stroomde te voet, te peerd, in
rijtuigen naar de plek, waar enkel eene
plaats met palisaden afgemaakt en een
houten huiske voor den portier... de
statie aanwees.
De minister van binnenlandsche za
ken, M. de Theux. had alle overheden
tot dien proeftocht uitgenoodigd.
Drie konvooien, bevattende ieder 500
genoodigden, zouden elkander opvolgen
en dit met een uur tusscheutijd uit
vrees van accidenten zegt de program.
De great-attraction was de locomotief,
want dat ding had nog nooit niemand
gezien. De diplomaten gingen op den
eenen knie zitten, om dat machien van
onder te bekijken, doch altijd op af
stand, want ze dachten dat het een of
ander oogen blik heel de boel in de lucht
zou vliegen.
Er waren toen slechts drie locomo
tievendie altemaal fransche eu ronken
de namen droegen. Deze heette la
Flêche, omdat het ding zoo snel liep als
een pijl uit eenen boog afgeschoten de
tweede heette Stephensonin aanden
ken van den Engelschen uitvinder en
do derde de Élephant. De rijtuigen wa
ren verdeeld in 4 klassener waren
berlines, diligences, char-d-bancs en wa
gons.
De berlines waren met pracht ge
maakt, zij werden eerste-klas rijtuigen.
De bankwagens tweede klas en de wa
gons bleven.
De char d bancs waren bedekt met
ongebleekt linnen, wit en blauw ge
streept, en de wagons totaal open en
vrii ongemakkelijk.
Maar het schoonst van ai was, dat
men in den wagon klom langs eene lad
der, die op het oogenblik dat men ver
trok, tegen het rijtuig geplaatst werd.
De wagons waren slechts aan elkaar
gehecht door losse kettings en hierdoor
kreeg elk rijtuig eeueu schok, die de
reizigers dooreen wierp, bijkans gelijk
een zak aardappels des te meer on
aangenaam daar de banken geene rug
leuningen hadden.
Maar zie, daar komt de koning aan,
met gansch zijnen schitterenden staf.
Gaat Leopold I de eerste reis met dat
ijzeren peerd meê afleggen Toch niet J
Hij was wel wijzer maar zijne tegen
woordigheid wekte aller geestdrift op.
Daar klinkt een trompetsignaal
iedereen houdt zich met twee handen
aan de banken vast, om niet neer te
tuimelen. Een derde trompetsignaal
wordt gegeven, en daar gaat hij de
trein, onder het gedommel van het ka
non, het wapperen der vlaggen, het
spelen der muzieken. De locomotief
blaast want fluiten heeft hij nadien
geleerd en dikke rookwolken kron
kelden door de lucht.
De menschen, die dat ding zagen loo-
pen wisten niet wat denken zij dach
ten dat er de duivel meê gemoeid was.