m ms> mfi m, 4° JAAR N 173. IWEIN VAN AALST. Op dei Beeweg van de Kiezing. Leve Woeste ZATERDAG 50 APR1E 1898 NIEUWE KANDIDATUUR. BureelKapellestraat15, Aalst Voor het Senaat(le heeren Karei Van Vreckem, Meerbeke Eugeen de Kerekhove, Sollegem Voor de Kamer, de heeren Karei Woeste, Elsene Lodevvijk De Sadeleer, Haeltert A. Van der Linden, Goellerdinge Baron Leo Bethune, Aalst. Overlijden. SCHANDAAL! Aan het werk Die gelukkige doktors per kilo, 115 1,0 110 0,! 100 0,'; 175 1,5 100 1,! 120 1,1 0,72 0,00 0,70 0,65 1.00 met Een abonnement voor ganscli België, ie /iwts, kost 2,50per iaar Voor Europa en de andere werelddeelen4,oO.Alle bi iej wisselingen moeten ons voor woensdag middag besteld zijn Pakken en brieven moeten vrachtvrij toegezonden worden. Ongetee- kende brieven worden geweigerd. - Aankondigingen 15 centiemen den rqiïdikwijls te herhalen 10 cent- Verzekerde ruchtbaarheid. Ten Bureele der Volksstem gelast men zich met alle slach van druk werken zooals doodbeeldekens, rouwbrieven, facturen, kerkwerk, enz., aan zeer late prijzen. Schoone keus van schoc.gerief voor scholen, kloosters en pensionnaten. Op aanvraag onmiddehjk te verkrijgen alle soorten van leesboeken, enz Voor prysboeken vrage men den cataloog. Al onze trouwe Lezers zullen ons Bureel indachtig zijn. stonden er bij. Dat is kiespropaganda, zegde hij op 't einde T is kiespropaganda bij de chris- tene democraten II! Wij noemen dat, gelijk Bieu Public de vuile historie van 't wijf noemde, po litieke smeerlapperij. Menschen, houdt u gereed van de daensisten moogt gij u aan alles verwachten ze zijn tot alles bekwaam. Wie stond over tijd te Hofstade, in 't gangs ken der pastorij, tegen de katholieke school Wie zag eerst eens goed rond Wie schreel dan op 't poortje die laffe beleedigingen, en wie werd er betrapt door eenen zieken mensch, die in de straat wandelde Er is ernstig spraak bij de daensisten van Jaak l'ecrc- boom als derden kandidaat der christene democraten. Maandag is het dochtertje begraven van M. Callebaut 't had zijn Eerste Communie gedaan op zijn beddeken, 't Is 't tweede kind uit de school der Jufvrouwen Smet, dat sedert een jaar begraven wordt. Op zulk klein getal leerlingen is dat nog al veel. De kiezing nadert. De schandalen herbeginnen. Nu loopen de daensisten in den half-donkeren rond fin 't duister, gelijk al de verraders) en schrijven op de muren, op de deuren, op de vensters, op de planken, grove verwij tingen en verwenschingen. Tegen Haaltert, op een gelent, staat in groote letters Foert voor geheel de Donchisterij; de rakker moet den ketel in smeerlap foert voor geheel Chipka klodderhond, enz., enz. Ja, menschen, dat staat er op, en door wie 1» 't er op geschreven Door de daensisten zelfen om te doen gelooven dat het van de katholieken komt, hebben zij er bijgezet Woeste Leve Woeste twee keeren. Maar 't en helpt niet. Verraderij komt altijd uit 't Is gezien geweest van twee mansmenschen schaard is gekend en 'tis hem Zondag publiek doorgesto ken in eene herberg, tegen Haaltertkerk. Hij dierf geen woord spreken loochenen kon hij nietde twee getuigen Leve De val- GESCHIEDKUNDIG VERHAAL Dr Is. Bauwens. Plotselings snelden Godfrieds krijgslieden in wauorde deze poort uit en achter dezen Dirks zegevierende ben den. Bij dit zicht wilde Rambold vluchten. Het was te laat. Op een amerijtje was hij door de oorlogsdrommeu omringd. Heviger nog woedde het gevecht. Na een lang en bloedig kampen werden de reeds jubelende Aalstenaars door des hertogen scharen terug in de stad gedreven. Gelijk de opgeruide vloed door den stormwind over zijne oevers word, gezweept, zoo werd Rambold met zijne slachtoffers, door het gedrang der kampende krijgers, onwederstaanbaar over de biug in de stad voortgerukt. Een pijl snorde door de gelederen en de wapenknecht, die Boudewijn bewaakte, viel zielloos ten gronde. Een tweede schicht trof Diedaart doodelijk in het voorhoofd. Rasch als een weerlicht, greep de minnezanger de bij l des gesneuvelden en kapte den anderen krijger neer. Eer Rambold, die steeds krampachtig den arm van Lauretta vasthield, zich kon verdedigen, doorkliefde hem de bijl van den minstreel helm en bekkeneel. De snoo daard stortte vloekend in zijn bloed zijne hand omknel de nog eenen stond, in eene laatste stuiptrekking, den arm der maagd en liet los; een woord nog ontsnapte zijn hatelijken mond: Mijne wraak! mijne wraak! Zijne lage ziel was voor den Opperrechter verschenen.... !h was wezenlijkheid geworden En grooter werd het gedrang. Boudewijn nam Lau- a, meer dood dan levend, in de armen, lukte er ciu- "Hjk in buiten het gevecht te geraken, ijlde, Rambolds do.^ tusschen de tanden, naar het kasteel, sprong de brug over en liet zijn kostbaren schat op den buiten- Van verschillende kanten wordt er uit Vlaan deren gemeld, dat de socialisten reeds ieverig hunne propaganda in het vooruitzicht der aan staande kiezingen begonnen hebben. Zij trekken met vijftien of twintig man 's Zondags naar het een of ander dorp, strooien er socialistische bla den en brochuren uit, en komen dan bijeen in de eene of andere herberg, waar er veel volk is. Zij mengen zich stillekensaan in 't gesprek dei- boeren, klagen over de ongelijkheid der standen, de slavernij der buitenlieden, het gemakkelijk leven der kasteelheeren, die op het zweet van den armen werkman teeren en smeeren, enz. Men kent dat deuntje. Onze dorpelingen heb ben te veel verstand om aan die ijdele woorden gehoor te geven. Zij weten dat de socialisten willen vernieti ging van godsdienst, familie, eigendom, orde, om in die algemeene wanorde te kunnen visschen stelen, rooven, bovenkomen... en dan eene we reld van rampzalige menschen te maken. Dat belet echter niet, dat het altoos verlei dend is voor degene die niets bezit, hem eene verdeeling der goederen der rijken voor het oog te spiegelen hoe onzinnig ook dit gedacht kan wezen. Daar de socialisten, waar het zijn moet, zich zoo schijnheilig weten te toonen, is het dan ook te vreezen dat zij er hier en daar door hunne huichelarij toch in hunne netten vangen. Daar om moeten alle eerlijke lieden, die noch groen- noch blauwgezind zijn, hen bevechten. Aan 't werk dus Attensie, toehoorders, 't zal gaan beginnen. Opgelet, 't groot malheur 4« COUPLET. Nu allemaal gevolgd, omstaanders, want een malheur en komt nooit nie alleen 5* COUPLET. Zie, dat is de les, die wij daar moeten uittrek ken 6° COUPLET. 't Dees is om een steenen hert te doen breken. Menschen, zingt meê 7« COUPLET. Toehoorders, ons lieken kost vijf eens, cinq dettes, en't is voor een arm huishouden, voor nen armen blinden mar,Wie nog een lieken i Wie, wie, wie EEN WERKMAN. Gij hebt wat dagge gezocht hebt Die wat zoekt, mag wat vinden. Gij moest maar katholiek blijven, doch g'en waart nie kontent mee rijk te zijn er moest nog iets bij PIE. 8U COUPLET. Voor nen nruicii bliudcu meiiMch PIE. Menschen, blijft hier allemaal staan in de ronde, 'k zal vertellen en zingen, mee vi ool en bas, een lieken om uw hert te doen scheuren, van een wreed malheur voor mij, voor vraA en kinderen, van over vijf jaar tot op den dag van heden, een lieken van acht koupleetjes voor vijf eens, en voor niet als wij het niet kwijt en geraken. Luistert, wij beginnen op 't vooisken Bernik, zei Pie i8 COUPLET. Wie kent er Pie niet, dienen held, Die jaren lang won zooveel geld Hij drukte gazetjesmet veel vlijt Eu schepte stuivers gelijk slijk. Luistert, menschen, naar 't tweede couplet, want 't is voor een arm huishouden 2" COUPLET. Menschen, nog ne minuut, wij zullen gaan aan 't groot malheur komen 3° COUPLET. Maar mee al dat geld en al dat plezier, 'k Peinsde Alles moet weg, ik ben ekkik hier. Wij vinden in een genees kundig blad, de volgende op merkingen van een ouden ge neesheer, die nog al juist zijn Is een geneesheer ieverig voor zijn zieken, men zegt dat hij het noodig genoeg vandoen heeft. Doet hij maar de hoogst noodzakelijke bezoeken hij is weinig oppassend of hij oefent de genees kunde uit als liefhebberij Is hij dik, vroolijk en lacht hij gaarne het is eene die gaarne eet en drinkt en men moet hem hebben als hij nog niets genomen heeft. Ziet hij er ernstig uit en heeft hij een mager wezen men vreest hem, als droeg hij den dood bij zich. Zendt hij zijne notas. Hij is zeker bevreesd niet betaald te worden Zendt hij ze niet. Hij is onachtzaam. Als de zieke, die hij behandelt, geneest, dan heeft de lijder dit aan zijn kloek gestel te dan ken sterft hij tengevolge zijner ziekte, 't is dat hij mismeesterd is. Als de doktoor na zijne dood iets achterlaat, het was zoo een gierigaard. Maar sterft hij arm, zooals dit algemeen is die man had geen orde in zijn huis. Als hij een zieke bezoekt, die zeer erg onge steld is, dan verzoekt men den geneesheer zoo veel mogelijk te komen, het komt dan op geen bezoek aan maar als 't rekeningske binnen komt, dan is het altijd te veel. Wie zal er nu nog durven betwisten dat de doktoorsgeen gelukkige stervelingen zijn? O die gelukkige praktesijns dat is de kreet, die verleden Zondag, te Luik, op het Congres van den Bond der Katholieke Kringen, dave rend opging, duizendvoudig weer galmde. Onze nooit volprezen Volks vertegenwoordiger sprak er, als voor zitter, eene der merkweerdigste rede voeringen uit, die men ooit hoorde. Ziehier wat het Brusselsch blad Le Patriote over die belangrijke vergade ring schrijft i De ruime zaal van het Collegie Saint-Servais bevatte 1500 man. Welke geestdrift! Welke verruk- king Aldaar was vergaderd het c puik van 't Walenland, met zijn ge- zond verstand en onwrikbare trouw. Die geestdrift bestatigde men wanneer de moedige mijnwer- ker Jacques Hamal opstond Ha- mal, de arbeider, die als kandidaat voor de Kamer op de katholieke lijst staan zal. Heel het werklieden- korps, in het lokaal aanwezig, juichte hem uitbundig toe, wanneer hij in zijne eenvoudige en toch zoo gemoedelijke taal zich volgender- c wijze uitdrukte Ik ben slechts een christen werkman, sprak Ha- mal mijne vrienden en ik willen c de Glorie van God en de zegepraal der Kerk Om dit doel te bereiken, reiken wij aan u, heeren, de hand, met u willen we gaan onder het 1 oud Katholiek Vaandel! (Wel ke verhevene woorden in den mond van eenen werkman Edel figuur, die Jacques Hamal 1 Twee levendige oogen, wier geflik- ker bijwijlen baadt als in een me- lancolischen droom, schitteren met ongemeenen glans. Zijn aangezicht is bronskleurig, zijn woord door- dringend zijne handen zijn eeltig. In de diepe mijn zaait Hamal, tus- schen zijne werkbroeders, het zaad van 't Goede Woord, het woord van Vrede en Hoop. Ondervoorzitter der Luiksche Katholieke Arbeiders- vereeniging, wordt hij door de werklieden in deu vollen zin des woords aanbeden. Jacques Hamal was nochtans altijd de man van he- dendaags niet. Een gemeenzaam ge it sprek met hem is waarlijk hartroe- rend en van aard om den ongevoe- ligsten tranen te ontrukken. Iemand die zich nog lang de ge it negenheid en geestdrift der Luike- naars zal herinneren,is wel de acht- bare heer Woeste. Over eenigen tijd dorst een 1 adi- kaal blad zeggen, dat, moest Mijn- heer Woeste te Aalst eene nedei- 1 laag lijden, er een vreugdekreet zou .bpgaan heel Belgiö door, van af Oostende tot Aarlen toe. De lieden, geneigd om zoo'n hatelijke als val- sche bewering bij te treden, moe ten evenwel nog al dikwerf een tegenzang hooren opgaan M. Woeste veracht alle lichte po pulariteit, evenals de beleedigingen en vuigen laster, waarmede men hem poogt te vernederen. Hij is van dezen niet, die, ten prijze van lage vleierij, toejuichin gen zoektdit toonde hij nogmaals zaterdag en Zondag te Luik, in den loop zijner verschillige toespraken. Welnu, M. Woeste heeft gisteren een onvcrgeetlijk oogenblik beleefd, staande te midden dezer volksmas- sa, door zijn machtig woord ten toppunt der vervoering gebracht. De achtbare Minister had zich pas neergezet. Op het oogenblik dat hij er zich het minst aan verwacht- te, is hij omringd en opgelicht door tien jonge mannen, die roepen Leve Woeste Kragen wij hem tn triomf rond M. Woeste heeft zich schoon tegen hun voor- nemen te verzetten niets helpt schielijk hebben zij hem op hunne schouders getild en zóo dragen zij hem jubelend door de on- Ai M. inj TjfAS Vr~~w DOOR 'k Moo berremeester zijn en ook presantant, 'k Ben ekkik rijk en't geld geeft verstand. En 'k stichtte k'ik t'Aalst de volksfopperij En 'k veegde mijn botten aan de katholieke partij. Maar ze veegden zij tegen en 'k stond ekkik (laai 'k Zag het als 't te laat was, en 'k krabte in mijn haar 1 En van dan af en trokken de gazetten niemeer. De winkel kapot, ons kasken kreeg zeer. En Pie stampte en verweet en neep met de tang 't Tribunaal kwam er tusschen 't was met duizende lrs En nu verschiet Pie zijn leste poer Ik moet naar de Kamers voor 'tstad en den boei Stemt allen voor mij, rooden en blauwen doen meè, Ben ik gekozen, 'k geef den helft van mijn preê. Hebt toch kompassie mee nen blinden man, 't Oud om te werken en die niet vasten en kan Och Heere, compassie, want 't schip gaat vergaan En krijg ik een buis, 'lis voor eeuwig gedaan Menschen, luistert, 'k had ze kruipen, 't is waar, Maar 't geld en den hoogmoed 1 Nu wordt ik 't gewaar 1 Nu heb ik ze kruipen, doch 't en is niet meer daar 't Is al naar den Sis, mijne winkel, mijn kaske,mijn haar! Presantant, presantant, Of 't is van Matant Presantant, want Pie Zijn tanden staan sleé. Ons kasken was vol, en Pie lachUe hem dik, En zeiEleus geen fabrikant zoo rijk als ekkik. En 's zomers aan do zee, aan tien frank per dag Als ge ze kruipen hebt, dan mag 't er af.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1898 | | pagina 1