sloot m m, 4* JAAR N 180. t ODTJ«^ ZATERDAG 18 JUNI 1898 IpPlJOLIEp Bureel: Kapellestraat, 13, Aalst AboiiiicmcntftiH'ijs perJaai ,,ll( llmiis. - 5 Centiemen liet nninmeiWe Volksstem licel t overal vcrRoopers en wordt sanscli Vlaanderen door geleden. Briefwisselaars in alle gemeenten. ■ld» d) hulzen tc verhuren Vraagt «U meiden orKucclitcnzuckl g;j ccnc j>e- li'i'kkinfii wilt gij uwen liamleii aaBi^A- velen? IMaats dan uwe aasiRBUsdigingeni in dit Mad s Tietwordt' alom verkocht De Nieuwe Kamer en Senaat. j Aan de Waschkuip. aan onze De Weduwe en de PPees. Vertrek naar Congo. f Sterfgeval.- Nieuwenhove. B 3oitflfUn^cn Vlaanderen's Jeugd behoort de Toekomst I zoo zong de on vergetelijke Rodenbach. Eene groote waarheid ligt in deze enkele woorden be sloten Geuzerij, Socialismus en Daensism, hiervan bewust, stoot hare Jonkheid vooruit het strijdgewoel in zij willen met list en geweld de J onk- heid onder hunnen hiel en doorkneed met hunne valsche grondstelsels. Waarom spaart de vijand zich geen moeite Omdat hij weet dat in het nu het morgen ligtin de Jeugd van vandaag de Toekomst der Samenleving. Heilzame les voor ons, Katholieken Of moet het bewaarheid worden dat onze vi] anden verstandiger en moediger handelen dan wij Of is onze Katholieke Jonkheid soms min ver standig, min moedig, min vaardig tot den strijd Duizendmaal neen I Zij wacht slechts op het ordewoord, en komt het Te wapen! honderden zouden lijf en krachten aanbieden, pen en tong ter verdediging van het Goede, ter verdediging van't geen als éen stuk uitmaakt hunner ziel, Godsdienst en Vader land. En waarom, Katholieke Jeugd van Aalst,waar om zoudt ge zwijgen? Waarom onverschillig, werkeloos blijven, terwijl onze groene, onze blauwe, onze roode tegenstrevers, allen om het meest, beschimpen en bekampen wat wij van aan moeders hart, van op vaders kniön leerden beminnen Waarom ook slapen, terwijl eene vergoddeloosde jeugd meewerkt om den dijk door te breken en alzoo ons gastvrij land, onze geliefde stad prijs te geven aan zedenbederf en goddeloosheid Wij hebben eene pen, niet om ze te laten roes ten gezond verstand, niet om ons alleen te ver lichten en te geleiden. Neen wij moeten die pen, dit verstand ten dienste stellen der Goede Zaak. Onderrichten wij de minderen, drukken wij vol genegenheid en vriendschap de harddoorge werkte hand van den armen zwoeger, gaan wij tot het Volk spreken wij tot het Volk in zijne schoone, rijke taalvinden wij woorden om de menigte te roeren, om dit volk te waarschuwen tegen al de verderfelijke leerstelsels, die enkel haat en nijd teweegbrengen doen wij de onge rijmdheid zien der beloften, waarmede volksop ruiers het Volk trachten te paaien. Aanu, Katholieke Jonkheid, behoort de Toe komst 1 Uw hart is nog jong, doch des te driftiger, des te vuriger blaakt het voor hetgeen uwe liefde, uwen eerbied verwon 1 Met vereenigde krachten dan ten strijde 'tls voor u eene plicht 1 De Hemel bedeelde u mild met gaven eens geeft gij God rekening over het gebruik, dat gij er van maaktet JONGELINGEN 1 Versterkt het getal der moedige Strijders Wekt de onverschilligen uit hunnen sluimer Rangen dicht, hand in hand, voor éen en hetzelf de doel, en dat de Katholieke Jlongc Wacht van Aalsi groeie en bloei tot heil en steun van de groote Katholieke Partij, tot welvaart en den voorspoed van onze dierbare Moederstad, van onze geliefde stad Aalst Zullen voortaan worden gemist ln den Se naatM.M. Liénart, Cooreman, Cossée de Maulde, Lejeune-Vincent. In de Kamer M.M. Daens (de wind van ach ter Dierickx, de Malander, Eeman, Verwil- ghen, De Kepper, Van den Steen, Cambier, de Rouillé, Bailly, Warocqué, Hecq, Warnant, Brouwier, Dauvister, Gierkens, Malempré, Nié- zette, Ancion en Indekeu. Als nieuwe mannen treden op In 't Senaat M.M. E. de Kerckhove, baron della Faille, d'Huysse, Crombez, Davignon. Inde Kamer: M.M. Van der Linden, Baron Bethune, Ferrant, Cooreman, Van Brussel, de Kerckhove d'Exaerde, Heupgen, Ouverleux, Grimard, Walthéry, Stiénon du Pré, Hubin, Journez, Barboux, Delhez, Loslever, Poswick, Streel en Gielen. Men ziet dat deze kiezing nog al verandering heeft gebracht in de mannen, terwijl de partij sterkte der groepen dezelfde bleef. PEERLEMOEN OF PERELMOEDER, Hebt ge nog nooit met aandacht een schoone perel aanschouwd Die witte zuiverheid, die zilveren glans gaat het getlakker van 't goud te boven Waar haalt de perel die pracht Wie schilderde het helder vuur, dat er in vonkelt Geen juweelier heeft het gebeiteld, noch gesne den, noch geslepen Maar de hemelsche dauw, waarin de eerste morgenstralen baden, schonk die perel deze onovertrefbare pracht. Het Kind moet de schoonste perel der Moeder zijn. Indien de Moeder wilt Kinderen opbrengen die glanzen van deugd, zij zelf moet door haar voorbeeld blinken als de dageraad en de glans harer deugden zal in haar Kind weerspiegelen Wie peerlen baren wilt van schijn Moet xelj eenpeerlenioen of perelmoeder zijn. Herinnering. Toen in 1845 de jonge ko ningin van Engeland in Duitschland kwam, vier de Keulen hare komst met eene prachtige ver lichting. Een koopman in eetwaren plaatste een papieren transparant voor zijn venster en gaf er op te lezen God shave the Queenhetgeen niet zeggen wil God beware de koningin, maar wel: God scheere de koningin I Kom, mijn knaapje, wees mij duurbaar, Als het duurbaarst mij op aard' Droog die traantjes van uw wangen, 'k Wil u aan het harte prangen Alsof ge een der mijnen waart. g'Hebteen moeder, ja, verloren, Maar een moeder vindt ge weer 1 Moeder, 'k zal 't u immer wezen, Kom, geen weifelen, geen vreezen, Eene moeder mint zoo teer 1 'k Mag geen donzen bed u bieden, Geen gerechten rijk en fijn Maar, in mijnen kring gezeten, Zult gij nooit in iets vergeten, Zult gij nooit de minste zijn 1 'k Zal getrouw uw stapjes leiden, Op des levens kronkelbaan. 'k Zou u, zoo gij mocht verdwalen, Zoo uw stapjes mochten falen, Weer doen 't rechte pad begaan Kom, mijn knaapje, wees mij duurbaar, Als het duurbaarst mij op aard' Droog die traantjes van uw wangen, 'k Wil u aan het harte prangen Alsof ge een der mijnen waart 1 Siska. Maar kinders, hebt gij nu van uw le ven zulke voldoening gevoeld als Zondag laatst met de Processie Trientje. Al die vendels, al die beelden, die bloemen, die groepen, ge zoudt waarlijk in den amberas zijn, Siska, moest gij kiezen tusscben het schoonste. Trezeken. Och, 'nen mensch, g'bebt altijd uwe preferencie ik, voor mij, zie liefst de groep van St. Rocbus. Die kmders gaan toch zoo schoon en zoo deftig, ge zoudt zeggen dat ze weten wat ze doen. Trientje. Een dingen is spijtig, kind, z en hebben geen hoofddeksel. Trezeken. Ja maar, mijn schaap, dat is de historie 1 Trientje. Wie Trezeken. d'Historie, Trientje, maar wie dat eigenlijk is weet ik toch ook niet. Altijd zeker is het dat die groepen daarnaar gemaakt zijn. Trientje. 't Is gelijk Als d'historie geenen I hoed op heeft, 't en is maar een pover beestje 1 Wat zegt gij daarvan, Siska? Siska. Iloort hier, kinders, 't heeft altijd zoo geweestblootshoofd is zonder klak op Trientje. Spreek mij van den groep van St- Pieter, die kleine visschertjes met hun bootje en van de Bcrnadetjes, zoo netjes aangedaan en zoo zedig van den groep van 't heilig Hertvan Sinte Barbara... Trezeken. En van de gendarmen, Trientje, fiks gelijk eene breinaalde... Trientje. En van den champetter, die met zijnen blooten sabel't volk tegenhoudt en schijnt te zeggen halte la, hier is de wet Siska. 't Schoon ste vergeet gij nog, kin ders, 't schoonste van heel do processie 't Heilig Sacrament, de Koning der Koningen die daar door onze stra- ten wandelt voor wien alle kuiecn buigen, alle hoofden ten gronde zijgen. Het Heilig Sacramentkunnen wij dat waardee- ren De geleerdste koppeu moeten bekennen dat zij zoo weinig weten van 't geen de natuur in zich bevatdat zij alle dagen nieuwe verborgene won derheden bijleeren. Hoe kunnen wij, arme werk vrouwen een begrip hebben van het oneindige, van deze die de natuur gemaakt heeftAls ge daai op peist, ge voelt u vernietigd, vermorzeld, en al wat ge doen kunt is buigen in diepe nederigheid, buigen en bidden. Trezeken. Wat kunt gij dat schoone zeggen, Siska. Siska. Iets dat schoon is van zijn eigen moet nooit veel geprezen worden, kind. De religie, wat gaat er boven de religie Trientje. Dat is waar, Siska geene religie, geene zeep. Trezeken. Hein Trientje. Ik wil zeggen daar waar geene zeep is, daar gaat er alles om. Siska. Dus, geene religie, alles gaat om zeep. Ge zegt daar eene groote waarheid, Trientje. Al leen in den waren christenen vrede ligt het geluk hier en hierna. Trezeken. Gij spreekt daar van vrede, Sis ka, en in Amerika vechten ze dat de zee het voor hoofd rimpelt tot Oostende toe. Trientje. Amerika maakt veel van zijnen neus In 't eerste, 't was een spel van den auderen wereld 1 Spauje was geklopt, er waren doodeu met de massa, schepen verbrand, forten kapot gescho ten, en als 't uit kwam de eenige doode was een Spaansche muilezel. Trezeken. Ja 1 maar 't schijnt dat het nu andere muilezels ziju. Siska. Luistert, kinders, wilt gij weten hoe dien oorlog zal eindigen Spanje is zeker een arm maar moedig landekeu dat zal vechten totterdood, maar Amerika is rijk en machtig, en er zal een tijd komen dat Spanje met een grooten zucht het hoofd in den schoot zal leggen. Cuba zal onder de be scherming staan van Amerika de groote mogend heden die nu met loeusche blikken naar elkander zitten te loeren zullen dan tusscheukomen om hun deel van den koek te nemen, en de kwestie zal uit- loopen op eene politiek van u 'k pak het al en laat u de reste. Trientje. Hier in onzen Belgique is het be ter. In plaats van bommen naar elkanders hoofd te smijten spreekt men hier niets dan van feesten en kermissen... Zondag te Michelbeke. Trezeken. Eu binnen veertien dagen te Ne- derbrakel, kermis St.-Pieter. Siska.En nu onmiddellijk vau ons, want ik hoor daar ioepen dat dén koffie klaar is. Komt, kinders, wij zullen daar ons parlement voortzetten. Jan Audax. Zaterdag morgend, ten 10 ure, is de Albertville uit Antwerpen naar Congo vertrokken. Aan boord bevonden zich de genoodigdeu van den Congo-Vrij staat, die acht dagen op aliikaanscheu bodem gaan doorbrengen, ter gelegenheid van de inhuldiging van den Congoleescheu spoorweg. Tusscben de genoodigden bevonden zich M. Buis burgemeester van Brussel en een groot getal bcl- gische dagbladschrijvers. De stad was bevlagd en op do kaaien verdrong zich eene buitengewoon tal rijke menigte. MM. de minister Bcgerem en Schol- laert kwamen de vertrekkendeu groeten. De Wilford met een militair muziek aan boord, de Wilford II, de Emeraude, de Torpille, de Marie-Henriette en verscheidene andere stoom- booten, eene echte vloot, vergezelde de Albertville tot aan de hollaudsche grens. Het vertrek van de Albertville werd door geest driftige toejuichingen en kanongeschut begroet. Vrijdag morgend is na eene langdurige ziekte in den ouderdom van 80 jaren overleden de E.H. Hendrik Steppe, pastoor van Lemberge. Hij was geboortig van Appelterre en opvolgentlijk on derpastoor te Zulte en St-Lievens-Hautem. Dat zijne Ziel in vrede ruste 1 Nieuwenhove, 15 Juni 1898. Geachte heer Opsteller van het weke- lijksch blad De VolksstemKapellestraat, Aalst. In uw nummer van zaterdag 28 mei verleden hebt ge mij willen bedoelen, denk ik, in het arti kel onder de benaming Nieuwenhove en in de volgende reden Een enkele, die op den vreemde woont, maar toch van Nieuwenhove van geboorte, heeft ééns meegeplakt. Deze woorden, in hun eigen, zijn niet honend, maar door hunne beteekenis in den zin waarop het artikel opgesteld is, laat ik gaarne aan uwe lezers kennen dat de meeting, die in onze ge meente plaats heeft gehad, mij niet het minste belang aandeed, noch in mij de minste nieuws gierigheid verwekte. Des te meer daar ik tot geene enkele politieke partij behoor, in geene politieke maatschappijen wil deelnemen en aldus mij met geene politieke zaken wil bekommeren. Mijne zienswijze is onafhankelijk, dit wil zeg gen, dat ik mij geene kleur wil aandragen, aangezien er, volgens mij, niet eene de moeite waard is er van te sprekeu en met onze buiten lieden van Nieuwenhove en elders moet ik het spreekwoord uitroepen Het is ieder vóór zijnen zak. Gelief, achtbare heer opsteller, en desnoods vereisch ik u, dit antwoord in uw volgende num mer op te nemen onder dezelfde benaming Nieu wenhove. Ontvang, mijne beste groetenissen. De Jonghe Theopiiile, Nieuwenhove,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1898 | | pagina 1