Vincentius de Paula
RUITERSCLUB-AALST
Aalst in de XVI Eeuw.
tONZENT.
TWEE BEZOEKEN.
De Bende van Jan De Lichte op de Markt van Aalst.
Lit Nederbrakel.
ZONDAGRUST. Zondag blijft de apotheek
open van M. Renneboog, Nieuwstraat.
Katholieke Jlonge Wacht. Zaterdag aan
staande, 17 December, Algemeene Vergadering
om 8 1/2 uren 's avonds, bij d'heer C. Van den
Bossche, In den Katholieken Kring Groote
Markt. Dagorde iu Aanspraak door d'heer
BÜU Leo Bethune, volksvertegenwoordiger. 20
Mededeelingen.
.llaatMcliappij de IweiuMzoucii. Zater
dag 17 December aanstaande om 81/2 ure stipt
's avonds, algemeene vergadering ter herberg
van den heer Egidius Meert, Vaartstraat, 28.
i'aiilai'emiiaaiMclinitpij: de Jonge Aalste-
uanrs Zondag aanstaande Sinte Ceciliafeest.
Om io uren bijeenkomst aan het lokaal. De
volgende stukken zullen, na de 11 urenmis, on
der het bestuur van M. Frans De Wolf, uitge
voerd worden i° Le trêsor des Incas, opening
stuk, en 20 Blanchette, fantazij. Om i ure
prachtig banket.
Katliolijjkc Wcrkuinn%kring. Toeko
mende Zondag, luisterrijke feesten Om 1 uren
broederlijk noenmaalom 5 uren stipt, prachtig
avondfeest. Programma Eene Studentengrap en
Karnaval, kluchtspelen verders, kooren, en tot
slot Groot Wapenfeest.
Hint Joi-iski'ing. Maandag, 26 December
eerstkomende, luisterrijk avondfeest, te geven
door de leden van den Sint Joriskring, in de
groote zaal der Sint Jorisschool. Deuren open
om 5 uren, gordijn om half zes. Programma
Twee Vaders, drama in drie bedrijven en Hoe
Odaer Mijnheer wordt, blijspel inéén bedrijf.
Plaatsen aan 1,50, 1,00 en 50 centiemen.
Oo.st-Ylaniuwclic Htinlciitciihoiitl, Gent.
De uitspraak der Jury, onder voorzitterschap
van dichter kanunnik Claeys, voor Vlaamsche
dicht- en letterkunde, door den Bond voor de Af-
deeling-Aalst uitgeschreven, zal kenbaar worden
gemaakt Zaterdag 31 december; de bekroning
der laureaten zal geschieden op Zondag 1 Janu
ari 1899, om 10 uur 's morgens, ten lokale Het
Zwitsersch Bierhuis, gehouden door M. Frans
Bomon, Kerkstraat.
Diefctal. Vrijdag avond, rond 7 uren, zijn
drie zwartgemaakte manskerels binnengedrongen
ter woning van landbouwer Cleemput, Moorsel-
schebaan, 156. De vrouw, die alleen thuis was,
werd, onder doodsbedreigingen, gedwongen het
geld aan te wijzen. Do bandieten stolen eene som
van 200 frank en namen vervolgens de vlucht. La
ter vond men een deel der gestolen som terug. De
policieofficier Vernaeve heeft een onderz. geopend.
Koninklijk Gezelschap 't Land van Riem.
Op Zondag 8 Januari 1899
historisch drama in 5 bedrijven en 8 tafereelen,
met de medewerking van Mev.Mev. Van den
Berghe, gewezen hoofdrol van den Nederland-
schen Schouwburg van Antwerpen, en Freten
Mej.Mej. Van den Berghe, Dieltjens, Sel en
Roosen. De manshoofdrollen zullen vervult wor
den door de H.H. Arys, De Kegel en Quintyn.
De \ertolking beloofd hoogst belangwekkend
te zijn.
Lokaal der Maatschappij 'T KLEIN GENT,
Nieuwstraat.
Zaterdag 19 December, om 6 1/2 uren stipt
's avonds, openbare voordracht door d' Heer Kabel
Castees, student bij de Staats-Veeartsenijschool,
voorzitter des algemeeneu Studentenkring dezer
school.
ONDERWERP
De Belgische paarden, hunne hoedanighe
den, ouderdom van het paard.
7 -))))§((((-
'c Is den nacht van Beloken Pascheu, den 23
April 1582.
Te Aalst wordt noch gerust noch geslapen.
Al de gewapende burgers zijn aan eene der ze
ven stadspoorten of op eenen der vijf en twintig
torens, die de versterkingen der stad uitmaakten.
Van aan de Molenstraatpoort ziet men breede,
zwarte strepen in de velden 't zijn de Geuzen, die
daar gelegerd liggen langs alle kanten weidt het
oog op brandende hofsteden de aanval is nabij.
Neerstig wordt er gewaakt.
De opperschepen Cabélliau gaat van poort tot
poort, van man tot man met eigen oogen wil hij
zien en weton of alles in orde is de dapperen wil
bij aanmoedigen, do verraders kennen. Talrijk
zijn de aanvallers der stad, maar talrijk en dapper
ook zijn de verdedigers. Aan de poort der Pont
straat vind hij schepen Van Cotthem met de man
nen van zijn ambacht.
Schepen, zegt hij, hem vlak in de oogen
ziende voor God en ons Recht!...
Van Cotthem slaat de oogen neer voor den door
dringenden blik des bevelhebbers. Ja, 't is een
verrader, Cabéliau is er van overtuigd eene stem
in zijn hart zegt hem, dat hij den schepen dadelijk
moet doen aanhouden doch hij aarzelt en stelt
uit. Dat was zijn verderf
Twee uren slaat de klok.
Machtig in getal komen de Geuzen tegen de Mo
lenstraatpoort afgestormd men hoort er gekraak,
geschut, gekerm, gevloek burgers tuimelen van
de muren in de gracht, de Geuzen van hunne
stormladders in de wallen. De strijd duurt eene
geslagene uur. Kapitein Tian, die op de Moorsel-
schebaan post vat, jaagt gedurig verschc soldaten
stedewaarts. De opperschepen, van zijnen kant,
doet alle zwakke punten versterken, eiken geval
len man vervangen. Eindelijk galmt een oorver-
dooveude zegekreet over de grijze Gravenstad
Aalst boven 1 De Geuzen zijn op de vlucht
en worden achtervolgd door eenen hagel van ge
weerschoten. Aalst boven 1 Weg den Geus 1
Edoch, wat gerucht in de Pontstraat?... Wee,
0 wee 1 Ér is list en verraad gepleegd 1 De wezen
lijke aanval geschiedde daar en Van Cotthem heeft
na eene schijnbare verdediging, het toeken der
vlucht gegeven de poort is overweldigd, ingeno
men, de Geuzen zijn in de Pontstraat en komen
naar de Groote Markt.... Eensklaps scheuren hun
ne rangen open en op geheel de breedte der straat
komt de lichte ruiterij te voorschijn. Alles wat zich
buiten bevindt, wordt weggevaagd of naar de groo
te Markt gedreven, alwaar de Aalstersche macht
zich nog eene wijl met wanhoop verdedigt. Maar,
alle hoop is verloren. Van de zeven schepenen
waren er vier gesneuveld.
Ten vier uren 's morgens wapperde het Geuzen
vendel door een der hoogste dakvensters van het
grootsche Belfort.
Terwijl er op de Markt nog gevochten werd, wa
ren er reeds benden Geuzen aan 't plunderen en
moorden in de hoofdkerk, bij de paters Wilhelmie-
ten, in de kamers der Ambachten en bij de voor
naamste der ingezetenen. St Martenskerk, die rij
ke en prachtige tempel, werd ten deele verwoest;
niets bleef gespaard noch beelden, noch kunst
stukken, noch outers, noch biechtstoelen, noch
priestergewaden, noch heilige Vaten, niets vol
strekt niets 1Toen de eerste morgenschemering
gloorde en de dagvorstin tinnen en torenspitsen
met een stroom van klatergoud beglausde, zag men
slordige kerels en vuige boeleersters in kasuifels
en koorkappen gehuld, kelken en monstrantiën in
de bebloede en besmeurde handen.
Veertig priesters verloren het leven.
Eene kronijk, door de Geuzen zelf opgesteld,
luidt alsvolgt
Hiernaar heeft hem ons Volck door die gehee-
le stadt verspreijt, alomme vellende ende ver-
slaande die sij op de strate vonden.
Tghetal der vijanden, die daar verslaghen
bleven, was ontrent 200, onder borgers, huyslie-
den en soldaten.
Item daar werden ghetelt seventien Papen,lig-
gende dood bij die hooftkereke.
Maar een item, in de kronijk der Geuzen niet te
vinden, doch door de overlevering bewaard en bij
het nakroost van mond tot mond overgebracht,
was dat hel lijk van Crispiju Van Cotthem, in de
Pontstraat, waar nu de woning is van Mevrouw
weduwe Burny, werd gevonden. Judas had het
loon van zijn verraad ontvangen.
De Geuzen heerschteu, plunderden hier dagen
en weken. Van alle kanten, zelfs uit Genten Brus
sel, kwamen roofzuchtige benden saamgerot, tot
dat er niets meer te stelen viel.
Twee jaren lang bleven de kerken gesloten.
Twee jaren lang mocht geen enkele priester dienst
doen. De Geuzen noemden zulks broederlijk
heid en vrijheid.
DERIDE LIJST.
(ZIET DE VOLKSSTEM VAN 12, 19 NOVEMBER EN 10 DECEMBER).
5
isLAJMLEisr
DATUM
DATUM
Hoe de tijden toch veranderen, hé Vóór zijn middagmaal gaat men thans om een druppelken
appetijt, en over 150 jaar ging men eens tot aan de galg of tot aan de markt om daar al eenen te zien
ophangen of radbraken of geeselen. Dat is 't verschil van de differentie, 't Is misschien wel omdat
er te veel kwamen kijken, dat ze van den derden December af de executie van 11 ure op 's middags
gebracht hebben.
Nu blijven er nog eenige schaa jongens, die ze niet kunnen vangen hebben, en die in portraite
geëxecuteert zijn. De naaste week deelen ze wij mee.
(Vervolg iiierxa.]
mam
mm
«On
u Bah ja, heb ik geantwoord, den veulensnijder en kozijn
Henri, 't zal met eene ruzie doorgaan. De kerel staat mij
toch noch eene maaltijd schuldig, ge weet wel, om de scha
in te halen, ha,'ha. n De goede man lachte dat zijn dik lij!'
er van schokte. Nochtans moest ik geweten hebben hoe
slecht de wegen lagen tvsschen Willinghen en Beerdonck,
ik hadde bedankt voor 't postjen. Kijk eens hier I Meteen
stampte hij een paar keeren met de polderschoenen tegen
den vloer dat er een heel voer kleiaarde op het tapijt te recht
kwam. Maar zeg eens, wanneer beginnen wij met 't mond-
spel, nichtjen V mijne maag klept alarm van den honger.
Seffens, bejegende het dametjen, altijd even vriende
lijk, ik loop naar de keukeu om wat eten.
In een wipken was zij de kamer uit. Ouder 't weggaan
werd een angstige blik op het schouwpenduul geworpen.
Geen nood, kwaart vóór elven, er bleef haar bijna nog twee
volle uren om kalant kwijt te spelen, eer het edel gezel
schap zijne intrede deed.
Zoë bestelde weldra twee witbrood boterhammekens en
een glasjen bier, op een glanzend schenkblad in laké. God
wat voor fijne sneêkens brood, net ajuinschillen; ge hadt ze
kunnen wegblazen van lichtheid. En 't glasken bier dan, ge
meten maat, waarom niet effen af de kan op tafel gezet, lijk
te zijnent, - en voelt ge trek zoo drinkt maar, jongens, elk
naar zijnen dorst. 0 die steelingen, dacht Kobus terwijl
hij het eerste boterhammeken-, in vieren geplooid, in cén
enkelen hap naar binnen wierp, die steelingen, niets voor 't
solide, alles voor uiterlijke pracht en blaai, de boorden zijn
van zwart laké, maar van binnen ligt niets in
Als ge soms niet genoeg hebt nonkel noodigde de
huismeesteres.
Dank u, dank u, nichtjen 1 n
Of hij nog iets meer begeerd e Hij had een half brood ver
slonden. Maar vragen wat hem niet gejond scheen, neen,
daartoe droeg hij het hart te hoog.
Het en is maar,ging het dametjen voort en zij
zette haar straks zoo glimmend aangezichtjen in eene plooi
van even,gemaakt spijt, het en is maar dat het misschien
zeer laat zal zijn, eer wij dezen avond binnenkomen.
Zoo, n zei Kobus, ge gaat dus uit
Zeker. Het moet wel passen mijn man is vandaag bij
den goeverneur verwacht en ik ga mede. Kijk, kijk, wou
de verblufte boer uitroepen en de opgezette tafel dan
gelukkig-lijk hij hield bij tijds den mond gesloten. Het
heeft ons wel gespeten toen wij uwen brief ontvingen. Voor
éénmaal dat wij 't plezier van uw bezoek genieten, waarlijk
de duivel bemoeit er zich mede. Maar ge begrijptaan uit
stellen valt er niet te denken, een gouverneur is geen kwa
jongen en een raadsheer aan 't Hof van Beroep...
Zeker, zeker, vergoelijkte de brave Kobus, een
mensch moet rijden en omzien, op een baantjen lijk het
uwe. a
Hebt ge geene andere boodschappen in stad meer
De peerdenmeester.
En verders
Verders Niets.
Da's weinig. Het bezoek bij den veearts leidt u tot den
twaalven. Dan maakt ge een toerken door de stad. Ik zou u
wel zeggen blijf hier, maar 't is ook zoo een droevig zitten
gausch alleen. En bovendien het huis staat onderst boven,
om reden van den strijk. De tafnlpracht van straks spook
te nonkel weer vóór den geestdoch-hij joeg dat visioen
van zich af. Om drij uren wordt de dierentuin geopend.
Gij, die van beesten houdt, eene wandeling aldaar zal u zeer
verzetten. Wacht eens wat dag hebben wij vandaag Goed
getroffen eenen donderdag, 't muziek speelt er om drij
uren. En aldus bereikt ge den valavond, en komt ge om vijf
uren terug, en ontvangt kozijn Henri u met opono armen,
w
p
>5
O
p
O
DES
VEROORDEELDEN.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71.
72.
73-
74-
75-
76-
77-
78-
79-
81.
82.
83.
84.
85.
86.
87.
88.
89.
90.
91.
92.
93.
94.
95.
Gillis Vermeulen
Philippine de Bo,
syne huys-vrouw -
Pieter de Wilde
Ignatius Jobbeis,
by genat mt 't Barontje n
Pieter Merckaert,
by gen. 't Appelhen
Adriaen le Queen,
bygenaemt Pachter Adri
aen
Philip Parré
Joan, van den Bossche
Pieter Segers
Joseph Segers,
syne» sone
Steven vanHauwe
Pieter de Lichte
Eüsabeth Vermeiren
Judocus Roos
Jacobus Remory
Anne Marie de Mulder
Joannes de Schepper
bygenaemt Poulenier
Bened. van der Poorten
Adriaen Freseyn
Catharina de Clerck
Catharina Valcke
GEBOORTEPLAATS.
Jan Deygers
Jan Balister,
bygenaemt Spagnol
Jan van Torre,
bygenaemt Hanshen van
Moorslede
Joannes Petryns
Joseph van Overberge
Rombout Vekeman
Pieter Vekeman
synen broeder
Anthon van Simois
Catharine de Bauver,
syne Hut/s- Vrouwe
Jan Baptiste Brustica
Jan Wiliocq
Anne Marie Vercruyssen
Guilliam Joanna (verg).
Gothem
Grammen
Hamme
Wortegem
Mechelen
Bever (Henegouw)
Sottegem
Maria-Houdenhovo
Goycke
Galmaerde
Gysegem
liundelgem
Lockeren
St Cornelis-Hoorebeke
Nieupoort
Aelst
Velsicke
Schoorisse
Hamme
Gent
Nockeren
Meulebeke
Meenen
Moorslede
DER
veroordeeling.
VEROORDEELING
21 November 1748
22
23
25
26
29
Singem
Grammene
St Maria-Houdenhove
Nockeren
Ghendt
Petegem
Dentergem
Houin
2 December 1748
3 n
9
10
11
gebannen,
id.
gehangen
zie Marten Cleefs, 57
ook gebrandmerkt
gehangen
geg. tot den loopen
den bl., gebrand-
m. met de letters G.
A. L. en v. 't leven
verz. n. d. galleien,
gebrandm. met de
letters G. A. L. en
v. 9 j. v. n. d gall,
zie Marten Cleefs57
verders gebrandm.
G. A. L. en v. 9 j.
n. de gall, verzond,
zie Marten Cleefs 57
gebannen v. 20 jaar
id.
aan den halsband
ten toon gesteld, ge
brandm. m. de lett.
G. A. L., v. 9 jaar
verz. n. d. gallijen.
id.
gegeeseld tot den
loopende bloede, ge
brandmerkt met de
letter V., gebannen
gebannen
gebrandm. met de
letters G. A. L. en
verz.v. 5j. n. d. g.
gegeeseld tot den
loopenden bloede,
voor 3 jaar buiten
Aalst gebannen,
gehangen
gebrandm. met de
letters G. A. L. en
v. 't leven naar de
gallijen verzonden.
id.
gebannen
gegeeseld tot den
loopende bloede en
geban. v. 3jaren.
Aan den haïsb. ten
toongesteld en voor
't leven gebannen,
tot de torture, om
uit uwen mondt de
waarh. t. w. Gehan.
gehangen
gebrandmerkt en v.
6 jaar naar de gal
lijen verzonden.
aan den halsband
tentoongesteld en
voor 6 jaar geban
nen.
tot het scherpex.
om uyt uwen mondt
te weten de waarh.
gebrandm. en v. 5
j. n. de gall. verz.
aan den halsband,
geg., gebr. en v. h.
leven n. de gallijen.
gegeeseld en voor 't
leven gebannen
id.
gegeeseld, gebrand,
met de letter V en v.
't leven gebannen,
geblammeert ende
mfaem verklaert,
eene boete van ses
fransche livres,ende
vergiffenisse te vr.
voor 6 jaar gebann.
gehangen.
uitvoering.
21 November
id.
23
23
26
11 u. v.
28
29 idem
idem
idem
idem
3 d. na de veroord
29 Nov. 11 u. vm.
idem
3 Dec. 's midd.
idem
idem
3d. na de vcroor.
5 Dec. 's midd.
idem
idem
idem
9
10
idem
idem
idem
idem
11
idem
9 Nov. 11 u. vm.
Prachtig Tooneelfeest
van 't Zal Gaan. Wij
herinneren onze Lezers dat vandaag het winterfeest van
onzen Katholieken Tooneelbond plaats heeft. Men speelt
H uren Koning, blijspel in vier bedrijven. Prijzen der
glaatsen Eerste 2 fr., Tweede 1 fr., derde 50 centiemen.
egin om 4 uren om te eindigen voor den laatsten trein
naar Sottegem. Allen opgepast 1 Al die eenig kunstge
voel heeft, zal onze vrienden komen beoordeelen en mag
verzekerd zijn een lustigen avond te zullen doorbrengen,
KERKNIEUWS. De E. II. Coemans vervangt als
- m 'irop O. L.
overleden.
geestelijke koster op 0. L. V. St-Pieters, te Gent, den E.
H. Volckcrick, overlecl
PARLOIR. E. Alles wel, geen nieuws.
Proficiat, uwe oude vaillance komt terug.
Malbroeck.
verheugd over uwe komst, en brengen wij te samen het ge
zelligste avondjen door dat ik sedert langen tijd beleefd heb.
Is 't zoo niet wel beraamd, nonkeltjen hef?
Zij keek den ouden, goedgeloovigen man met de lieve pe-
relenoogskens vlak in het aangezicht, en vleide daarbij hare
fijne, poezele hand rond de zijne, dat nonkeltjen lief er heel
verwaaid van opkeek.
Heel wel 1 echode hij
Op den dorpel keerde zij zich nog eens om: dus, g'hebt
het goed verstaan niet waar, om vijf uren stipt?
't Winterde zoo al watom vijf uren zijn de straten don
ker.
Ja, ja, verzekerde de landman, ge moogt gerust zijn,
nonkel Kobus is nooit achter tijd.
Van de deur naar den trapgang, toen hij weg was, deed
madame Verwee maar éénen sprong. Haar man daalde juist
naar beneden. In den overmoed harer lichte victorie, sloeg
zij de armen om Henri's hand en zoende hem luidruchtig.
De judaskus 1 't Was toch zijn eigen bloed, den weldoener
zijner kindschheid, die hij versaden had.
Kobus Verwee trok de stad onder een droevigen indruk
weer in. Nicht was wel beleefd geweest, zulks wou hij niet
loochenen, maar, erg gepaste maat 1 Op 't Meienhof ging
het er hem anders toe daar was het van hoe meer hoe
bever, eet maar buikstabij Zegt wat ge wilt, de buiten
heeft er vrij wat beter het haudjen van om de menschen te
ontvangen dan de stad. En hoe wonder toch, niet waar, dat
kozijn Henri en zijne madame juist vandaag naar 't paleis
van den gouverneur heen moesten. En de opgezette tafel
dan, als vóór een trouwfeest, hoe rijmdetgij dat samen met
de beslommering van eenen strijkdag Ha, ha Doch non
kel Kobus yermaande zich aanstonds over hetgene hij, in
zijne landelijke braafheid, als een vermetel vermoeden be-,
schouwde. Wie weet, het kon misschien samenstaan? Een
advokaat is geen boer kozijn Henri had mogebjks zaken.
Nu, nicht Marie was toch beleefd geweest.
Hij dwaalde een heelen tijd rond vooraleer den ingang
van den beestenhof te vinden. Of het militaire muziek al
daar een concert gaf wist de man niet te zeggenalleen ont
moette hij een draaiorgel dat hem een heelen eind weg3 ach
terna het overgekeude straatdeuntjen hij heeft gaten in
zijn leerzen in de ooren krastte. Was het dat wat nicht be
doelde Op de welverwarmde binnenkooien der leeuwen,
liebbaards en kemels, gebjk iedereen weet betrekken die
kinderen der brandende woestijn al vroeg hunne winter
kwartieren in onze dierentuinen, wierp nonkel Kobus een
verstrooiden bbk. Phu, zei hij, altemaal vreemde rom
mel, niets niemendal van nut. Dat is zoo groot als een toren
en het wordt in de wat gewikkeld lijk een miskomen kieks-
ken. Ik wou dat ik alweer mijne kalkoensche haans op' het
Neerhof vóór mij zag loopen. Aan den uitgang sprak hem
een vreemde heer aan, 't zag er insgeüjks een boerenheer
uit.
Mijnheer, vroeg de vreemdeling beleefd, mag ik
weten hoeveel een ingangkaartjen kost voor den Zoologie
Vriend, antwoordde Kobus schalks, dat zal ik u eens
juist gaan zeggen geeft ge 'nen frank ge zijt hem kwijt en
geeft ge 'nen halven stuiver ge zijt hem ook kwijt.
IV.
Toen nonkel Kobus weer aan nummer 36, Brabantstraat
schelde, was hij zoo moegedoold als een afgewerkte trekos.
Ha, nonkel, zijt ge daar; wat geluk u eens te Gent te
zien
Met dien uitroep ontving de nieuwe raadsheer den baas
uit het Meienhof'm het spreekkamerken. Hij stak de twee
handen vooruit en huichelde de aangenaamste verrassing.
O de stad, de groote stad, al valschheid en kompbmenten
met een fransch vernis er over 1