4
Aalst. 16 Vertooning yan 't Koninklijk
Lil ra RIEM.
De Lijfrentkas.
UIT NEDERBRAIvEL.
ONZE JONGENS VAN 1798
VOLKSWIJK SCHAËRBEEL-
evenwicht tusschen kapitaal en arbeid niet wordt
hersteld.
Verklaard u mede-verantwoorlijk met uwe ver
dedigers en vooral met hunnen hoofdman, priester
Dacus.
Bewaarders, achteruitkruipers en gij allen vijan
den van het volk
Wij lachen met uw geweld Uwe bedreigingen
en uwe uithongeraars-manieren zullen ons niet
meer doen toegeven.
Wij zweren getrouwheid aan onzen hoofdman
priester Daens, dien men getroffen heeft, enz.
Men zal zeggen priester Daens heeft dat plak
kaat^// niet opgesteld. Neen, inderdaad, 't waren
zijne broeders en vrienden die aldus, op onbe
schofte wijze, zijne geestelijke overheid en de
katholieken die haar getrouw blijven, lasteren en
beleedigden.
Eiken priester, die zijnen plicht kent, zou zich
wel wachten den voet te zetten in eene vergadering
die op zulke wijze misbruik maakt van zijnen naam,
Priester Daens, daarentegen, heeft geen woord
van afkeuring over dat schandalig plakkaat uitge
sproken, maar de meeting welke het aankondigde,
voorgezeten.
Zoo doende heeft hij zich verantwoordelijk ge
maakt voor den inhoud van het lasterplakkaat en
de belcedigingen, welke het bevat, tot de zijne
gemaakt.
Ziedaar den man die, volgens den advokaat
Lebon, als priester, bereid is ie gehoorzamen aan
de minste wenken ziener geestelijke overheid
Wat huichelarij
.A-^AJNT IDE "W^SaHIICUJIE.
Siska. Hawel, kinders, wat zegde er nu van
Ze willen hebben dat de winter zijn demissie gege
ven heeft in d'associatie van bet weder... Eene
groote scha voor de kleermagazijnen en koolmar-
chands en voor heel den artikel d'hiver.
Trientje. En azoo is 't altijd iets en nooit
niet wel voor iedereen. Sernifenter, Siska, onze
lieve Heer moet toch nen kop zijn, om dat alle
maal zoo te kunnen arrangeeren.
Trezeken. Ne mensch ge moogt er niet op
peizeu of ge zoudt er draaiingen van krijgen.
Trientje. Ge spreekt daar van draaiingen
weet gij wie er tegenwoordig draaiingen in zijnen
kop heeft
Trezeken. Bah neen ik
Trientje. Paster Daens.
Trezeken. Wie die liberale pastoor van
Aalst.
Trientje. Ge moogt dat niet zeggen, kind,
dat is tedeelijk, hij is hij tocb algelijk priester
Siska. Ja, kinders, en 't is spijtig genoeg.
Maar luister eens naar 't verschil van de differen
tie. Als er bij de militairen nen kaporaal is die hem
niet en voegt wat doen ze er mee Ze roepen hem
eerst bij de overheid en ze zeggen: manneke, past
op of 't zal op uwen donder rijzen Goed. Kame
raad zestig vertrekt al in zijn haar krabbende. En
als hij hem nu nog niet en voegt daar komt ne
kornel af met oogen gelijk kogels en met groote
moustachen en hij steekt hem den bak in.
Trezeken. Ja, of op de korrectie mijn ko
zijn heeft er'ook geweest, omdat hij zijneu kapitein
eene muilpeer gegeven had.
Siska. En als er absoluut geen doen aan is
dan doet men ze den kop af, alzoo staat het be
schreven in de wet van 't jaar dertig.
Trientje. Och Heere, Siska, ge zegt dat zoo
wreed kind, ik krijg er kiekenvleesch van.
Si&kIC*— De cipliene, Trientje, de cipliene ge
lijk'ze dat noemen. En met die liberale pastoor is
het juist't zelfde. Ze zeggen dat onze Monseigneur
hem zoo dikwijls vermaand heeft, en gevraagd om
brave te zijn, maar krak, 't is refuse, koppig zijn
heulen met liberalen, vrijdenkers en socialisten
tegen de katholieke partij, is het gepermetteerd
voor nen priester
Trezeken. Hoe is 't mogelijk I
Siska. d'Oogen gaan langs om meer open,
kind en veel vau zijn eigen partisans keeren hem
den rug toe. 't Moest alzoo komen.
Trientje. Och, praten wij maar liever wat
van Nederbrakel. 't Is hier al droeve genoeg om
ons nog n et buitenlandsche kwellingen bezig te
houden.
Trezeken. Hebt ge 't groot nieuws al ge
hoord Er gaat eene zaal gezet worden, groot bij
groot, een schouwburg van twee of drij stagiën, net
zooals de vlaamsche komedie te Gent, met dat ver
schil dat er hier twee standbeelden voor komen ter
DOOR
PATTYN, priester.
1
Te Bosehloo.
Wij leefden rustig en wel in het kleine stadje Bosehloo
aan de Lieve, toen de Oostenrijkers voor de tweede maal te
Fleurus ons land ruimden.
De knevelarijen van het huis van Oostenrijk onder Jo
seph II waren vergeten en de Vlaming vroeg niets beter
dan zijn nat en zijn droog voorts in rust te genieten. Het
volk was hier braaf en vredelievend, gehecht aan de oude
zeden, de oude taal, het oud geloof. Wel vond men te
Bosehloo, zooals overal, een zeker getal deugnieten die het
met den franschman hielden j doch 't waren over 'tal
meen manhen zonder gezag en zonder duiten, janhagel, het
uitschot der bevolking. Gij hadt onder anderen Cannaert,
een tamelijk begoeden boerenzoon, sluw en mildadig, maar
die nooit den voet in de kerk zette Jan Piens, ketellapper
van stiel, Goethals, bijgenaamd de luis, Nan te Tiere, die nog
te Gent in 't rasphuis gezeten had voor diefstal, Koben Vof
den boomsnoeier, Sarton, een uitgeweken franschman, de
Hemel weet om welke reden. Al dat volksken hield voor
zichtig zijne klauwkens in, als gemuilband door de over
macht der publieke opinie.
Vader hield een van ouds gekenden winkel van ellegoe-
deren open, aan den hoek der Zesstuiverstraat. Boven de
deuy bingebangelden in den wind de kralen yan een houten
paternoster. Vandaar de naam In den Paternoster, waaron
der ons huis bij de boeren bekendstond. Donderdags bijzon
derlijk werd de winkel drukbezocht om zijne deugdelijke
eere van de verstandigste bollen van Brakel
Trientje. Ik raad al van wie Bazoef en
Pietje
Trezeken. Juistd'eene met een paar Leu-
vensfiesscken, d'andere met een paar schoenen.
Siska. Beide de vrijheid symboliseerende, 't
is meer dan verdiend.
Trientje. En waarmee gaat dat kostelijk
stuk gezet worden
Trezeken. Met den overschot van 't concert
de charité,ge weet wel
Siska. Och tettetet 1 waar ge wilt van spre
ken.
Trientje. Wij mogen toch eens lachen, ze
ker... En er gaan verscheidene appartementen bij
gezet worden,,. Nu, daarover sprekeu wij later.
(Zij praten voort). Emmanuel.
Vooreerst, wat kan
men bekomen als
toelage van Staat
en Provintie
Jaarlijks voor eene storting van
1 frank krijgt men als toelage 2.20
2 4.40
3 6.60
4 n n n 8.80
5 9.40
6 10.00
7 10.60
8 11.20
9 11.20
11.20 is de hoogste toelage welke men bekomen
kan. Welke zijn nu de uitslagen welke men met
deze cijfers bekomen kan
Een frank per jaar van eigen geld vermeerderd
met de toelagen geeft op 65jarigen ouderdom eene
rente van
112.38 wanneer men stort van af 6 jaar.
94.14 10
58.95 n n n 20
35.04 30
19.05 n 40 n
5.58 Y) n 50 n
Neemt wel in acht, dat men op al dien tijd en
kel betaalt heeft indien men begint van 6 jaar
59 franken van 10 jaar 55 fr.van 20 jaar 35 fr.
van 40 jaar 25 fr.; van 50 jaar 15 fr. Zoodus voor
69 franken storting bekomt men 112.38 franken
pensioen Wordt men bijv. 75 jaar oud, men zal
1123.80 frank genoten hebbeu voorde armzalige
som van 59 franken
Dat onze werklieden deze uitslagen overwegen,
opdat zij begrijpen zouden hoe voordeelig de aan
sluiting bij de Lijfrentkas reeds is opdat zij er
zich zouden bij aansluiten om zoo het getal te ver
meerderen dergeuen die zeggen mogen Wij heb
ben den eersten stap gedaan aan U, Wetgevers,
ons te helpen om vooruit te komen.
(Gezonden uit Geerardsbergen),
Op Schaerbeek loopt iedereen
doodnieuwsgierig om te weten
wat er allemaal gaat gespeeld
worden op 't avondfeest van 5
Februari. Ha, lieve menschen,
wij zullen u niet langer laten
wachten.... Ja maar, eerst en
vooral, wie speelt er De Tur
ken (Tijk Amelieke zegt,) of 't
Tooneel, of 't Muziek, of
Alle drij gelijk, menschen, heel de hutsekluts
Brrr dat zal nen hutsepot zijn 't En
doet, dat gebeurt met orde, menschen. Luistert
Eerst en vooral zijn er schoone, krachtige en
uitgezochte turnoefeningen te zien Tijk de flinke
oefeningen van het VII0 Bondsfeest van Brugge;
2e een stukje enkel bestaande uit gymnastiek en
het ballet der Trommelaars.... Hoe Het bal
let der Trommelaars, menschen, schoon om
zien, plezierig, maar uiterst moeilijk... 't Muziek
is van M. G. Pape. Holala Ja, ja... En dat alles
wordt uitgevoerd door onze kleine flinke Tur-
nerkens. Zoo, en dan Dan hebt ge stichtende
tooneelstukken Vergiffeniseen krachtig too-
neelspel, waar eene schoone les in zit, en Zwer
vende reisgezellenzeer lustig en In den Muzie-
kant blijspel, om buikpijn te krijgen van 't la
chen. En de Fanfaren Wel, de fanfaren zul-
baai en rokken, sitze percalje, vries en geruit gordijngoed,
altemaal stoffen welke in den omtrek bij ons alleen te vin
den waren. Van alle kanten, uit 't Meetjesland, uit Oostburg
en het land van Hulst, kwamen de boerinnen en dorpsda
mes met hunne boerencheesen en wijtenwagens In den Pa
ternoster toegestroomd. Ik zie nog de tafel vol zilveren
kroonen en hollandsche daalders als schijven zoo'groot
Zoowel voor de arme stalmeid die beschaamd een katoenen
voorschoot kocht als voor de rijke burgemeesters vrouw die
zeven ellen van 't beste laken uitkoos had moeder een vrien-
delijk woord en een bedank u 't Is wel te uwen dienste,
tot den naasten keer, als 't u zal believen, meiske of juf
vrouw n. Geen wonder dus indien vader alle jaren aanzien
lijker sommen op schreef en hij zoetjes aan onder de burgers
van Bosehloo gerekend die er het warmst inzaten. Onlangs
had het guide van het Allerheiligste hem tot zijnen deken
gekozener was spraak zelfs hem de plaats van burgemees
ter met de aanstaande kiezing op te dringen.
Ik woonde alsdan de latijnsche lessen van pater Simoen
bij, in 't Franciscaner klooster op de Kade. Om de drij
maanden bracht de Guardiaan ons een bezoek want vader
hield dol veel van pastoors en van paters en sloeg geerne
een praatje met hun aan, onder 't drinken van een potjen
gerstenbier. De eerbiedweerdige kloosteroverste beweerde
bij hoog en bij laag dat ons Wilhemke vol talenten stak,
iets waar telkenmale vaders hart van opzwol als een kren
tenbrood en hij voor mij reeds van een zitsel in de hoofd
kerk droomen ging, lijk nonkel Bonifaas, vaders oudste
.broeder, kanunnik in Sint Salvators te Brugge. Of ons
"Wilhemke veel aanleg bezat voor latijn en grieksch, weet
ik niet, maar vast en zeker staat het dat straatslijpen in den
zomer, vogelen rooven in het Leenbosch, baden in de
grachtén met Koo Teunis, Karei Vlaminck, Frans Goeder-
tier en andere maatjes van die soort, mij oneindig meer be
ien 't feest veraangenamen met blijde stukken
en die zijn er ook noodig voor de oefeningen der
Turners... Juist, nu weten we toch al iet... Zeg
eens, heb ik niet hoorên zeggen van een Turn-
feest in de maand Meert Dat kan wel, - de
mannen zijn bezig met iets puik te leeren, 't zal
Caramellezijn En ook mee kaarten?... Awel,
't en zal toch niet erg zijn, 't is voor eene bij
zondere omstandigheid, ziet ge, en om de wel
doeners der Patronage te danken voorNog
iets... Welke zijn de prijzen voor 't feest van 5
Februari!... Eerste plaats, 2 fr., tweede 1 fr.,
C'est 9a, ge zult ons zien... Dag, menschen, tot
de naaste week als 't God belieft. T.
Zondag en maandag 11. waren voor de stad Aalst dagen,
die voor immer, diep als de stift van den etser het duurza
me metaal doorvlijmt, in het geheugen zijn gegrift van al
dezen, die eene der opvoeringen van het meesterwerk Vin-
centius de Paula bijwoonden. Met gouden letters aangestipt,
blijven die dagen in de geschiedenis onzer Vlaamsche too-
neelbeweging vereeuwigd .- de nagalm ervan, op de wieken
der faam voortgedreven, weerklonk Vlaanderenland door
lijk flakkerend diamantgruis,zoo schitteren de twee jongste
voorstellingen midden al de paarlen uit, die de kroon van
't Koninklijk Land aireede opsmukten en dienroem-
krans de frischheid, dit aanlachend kleurenmengsel bijzet
ten van het blauwe vlasbloempje tusschen de gouden
koornvelden, van het gestolde bloeddropje in het hart van
't hagelblank meerschblommeken.
Land van Riem Fidele Kunstenaarsschaar Laat mij
toe, de tolk te zijn van die didzenden menschen, die het ge
luk genoten oor- en ooggetuige te zijn uwer rijke begaafd
heid, van uw onbetwistbaar talentvan die honderden bur
gers, werklieden en landbouwers, die ge in heilige vervoe
ring bracht, wier geestdrift ge on tb randen deed, wier ziel
ge tot in de geheimste vezeltjes wist te raken de tolk van
zoovele ontelbare harten, welke gij wist te veroveren, te
roeren en met een onverbreekbaren band aan uwe kunste
naarsziel snoerdet
Heeren tooneelliefhebbers, in name der bevolking van
Aalst, in name van onzen H. Godsdienst, in name van heel
het Vlaamsche Volk, weest hartgrondig bedankt, weest in-
niglijk geprezen Edoch, beloont de onverholen erkente
lijkheid, de onverbloemde dankzegging eener vredelieven
de, godvreezende menigte uw aller pogingen, hoe meer nog
moet u het harte van zaligheid en geluk popelen, wetende,
dat niet enkel het gewone theaterpubliek, doch ook eene
overgroote schaar onverschilligen, bij wien den Godsdienst
lang ingesluimerd lag, een aantal vrijgeesten, de es
prits forts onzer dagen! gedwongen waren hulde te bren
gen meer aan het verhevene der Christene Liefdadigheid,
die de Armen beschermt, de onschuld wreekt, de verdruk
kers doemt, dan aan de volmaaktheid van uw spel?
Troostend, voorwaar, moet ze voor u zijn, de geloofsbelijde
nis, den boezem der onverschilligen ontsnaptbelijde
nis, die de Christene Liefdadigheid, hedendaagsch zóo af
schuwelijk bezwalkt, schitterend wreekt 1... Gegroet, Vin-
centius de Paula, edel, heilig figuur, beschermer der wee-
'zen Gegroet, engelachtige Liefdezuster,nederige slavin
der armen! Gegroet, "Weezengesticht, toeverlaat der on
schuldige wichtjes aan hunne ouders ontrukt, gegroetGij
hebt bij ons allen een onuitwischbaren indruk nagelaten,
onze liefde voor u versterkt, uwe belagers beschaamd en,
wellicht God gave het voor velen het licht van het
Geloof doen opgaan 1
Voor onze Lezers, die zich in de onmogelijkheid bevon
den het geschiedkundig drama te zien opvoeren, zullen wij
hier trachten, zoo getrouw mogelijk, eene schets van het
prachtig gewrocht te geven jnr
Wij leven onder de regeering van Lode wijk XIII en be
vinden ons in de groote wereld van Parijs. Men tee ken
de 1622. Kardinaal de Richelieu, minister, had eene wet
uitgevaardigd tegen het tweegevecht, wet die luidde aan
de getuigen de Bastille v een akelige kerker of de gal
leien de overwinnaar de koord als hij burger, de bijl van
den beul als hij van adel is. Een graaf, Raymond de St Gé-
ran, die, in 1621, eenen vijand doodde, treedt in den echt
maar, nog binst de dagen van vreugd, die de bruiloft mee
brengen, wordt hij voor zijne wetsovertreding gevangeno-
men en onthoofd. Zijne weduwe Mevrouw Fan den Berg
wordt dientengevolge krankzinnig en bereids acht maan
den heeft haren echtgenoot het tijdelijke met het eeuwige
geruild, als ze nog denkt dat hij leeft. Zij wil den minister
om genade voor haren man smeeken. De moedervreugde is
haar wachtende. Zulks weet eenen harer bloedverwanten
eene lage ziel, bij name de markies de Varannes (Af. Jozef
Quintyn), die op niets anders uit is, dan de erfenis der St
Geran's in handen te krijgen hij blijft de ongelukkige
weeuw onafscheidbaar bijen heeft gezworen, dat haar kind
in zijne macht zal, koste wat wil. In dit helsch plan wordt
hij ter zijde gestaan door mevrouw de Montbazon {Mejuf-
fer J. Set), eene wupsche kokette, wier man hij vergiftigde
om haar te huwen, eenen alchimist, Gauthier, (Af. Edm.
Van Hautveen door zijnen knecht Jacques, (Af. Karei Ja-
vielen dan de regelen van mijn' Verepceus of het grieksch
van Homeros, 's Winters gingen wij baantje glijden op de
toegevroren weiden, of reden met den ij stoel uit, of speel
den kleinen oorlog in den sneeuw.
In dien tijd, moet ge weten, was een kind een kind en
handelde als een kind. Wij dachten er zelfs niet aan, vóór
onze één en twintig jaren, ooit den voet inde herberg te
zetten en speelden met de marbollen, den vlieger en den
top tot op het einde onzer studiën.
Mij dunkt, ik zie vader nog. De man is altijd ernstig ge
stemd. Zelden verklaart een gulle lach het stroef staande
gelaat, alhoewel hij anders de zachtgeaardste mensch der
wereld zijMaar de menigvuldige beslommeringen van den
handel werpen als een floers over dit leven. Zijnhoofd steekt
onophoudend vol met cijfers. Ik kan hem mij onmogelijk
anders voorstellen dan gezeten in het zij kantoorken, vóór
een zeer hoogen lessenaar. Het ruwe licht van een breed
kruiskozijn doet de scherpe trekken van zijn peinzend ge
laat sterk uitkomen. Vóór hem ligt het grootboek openge
slagen. Met den punt van de ganzenpen volgt hij de posten
op die hij halfluide samentrekt. De meiden loopen in en uit,
ik kom al fluitend van de klas of van het spel terug, vader
schijnt niet eens onze tegenwoordigheid te bemerken. Tot
drij maal toe reeds heeft moeder reiskens het hoofd in 't kan
toor gesteken met de vraag man, 't is twaalf, kom dan
toch eten n Slechts bij de vierde uitnoodiging heft hij het
matte hoofd op, verwaaid kijkend als iemand die wakker
schiet, en zegtNog een oogenbliksken, ik ben de reke
ning van juffer Schot aan 't opmaken.
Ieder jaar, rond November, in het zoogenaamde "dood-
seizoen n reisde vader een paar weken naar Antwerpen, Til
burg en Rotterdam. In eerstgenoemde stad ging hij name
lijk zijne provizie gedrukte katoenstoffen opdoen, eene gan-
sche nieuwe nijverheid welke onlangs door de firma Jan
cobs) die, nadat de zoon van Mev. de St. Géran haar ontsto
lenis, het wicht, Valentyn, Mejufer Van den Berg), te vin
den legt aan de brug Notre-Darne, binst den nacht van 4
Februariook de vrouw van Jacques, Catherine Mevrouw
Fret), door armoede en gebrek gedwongen, legt insgelijks
haar kind, Gabriel {Mejuf tr Dieltjens) op dezelfde plaats te
vinden, binst denzefden nacht... Het is slecht weêr de
brug Notre-Dame is eenzaam en verlaten de sneeuw dwar
relt in dikke vlokken en hult alles in een wit baarkleed...
Vincentius de Paula (Af. H. Arys) komt daarlangs gewan
deld, en bemerkt, bij het vale licht der maan, de twee jon
ge knaapjes;hij bergt ze in zijnen man tel,brengt ze naar het
Vondelingshuis door hem gesticht.
Vooral het tweede bedrijf van het drama is hoogst in
drukwekkend... De klok luidt... Eensklaps wordt de gor
dijn weggeschoven, en de toeschouwer bevindt zich in de
Kapel van het Vondelingsgesticht.. Het is lijk een droom
men gevoelt zich als 't ware van de aarde weggeruktDe
kaarsen branden bezijden het tabernakel en, op de trappen,
vóór het altaar, staat Vincentius de Paula in eerbiedverwek
kende houding, in wit priestergewaad het geheimnisvol
licht doet zijn edel voorhoofd glanzen en speelt in zijne zil-
vere haarlokken en baardkronkelende wierookwalmen
klimmen traagzaam ten hemel. Vóór den abt zitten de wees
kinderen mp', Ague iMfi'jf ft eenjge god-
vruchtigen. Vincentius hou.!; uvo preek... Zijne stom
klinkt trillend :i krachtig door het r-hidplaats...
Knielen wij bi, .-oq - ••gen menigte ne-lv om eorv poos te
luisteren: «En nu,jeugdige weezen, voor wie zich binnen
eenige oogenbfikken een nieuwen wereld ontsluiten zai,
treedt behoudzaam voort onder de bescherming des he-
mels, daar waar de liefdadigheid der menschen u henen
voert, maar gescheiden of vereenigd, vergeet nooit dat
alle ongelukkigen uwe broeders zijn. Daarna gaat de
dienst voort j het orgel speelt eene betooverende melodij,
terwijl de Zusters het O Salufaris aanheffen...
Een doorzetter, een losbol, wel is waar, doch die het hart
op de rechte plaats draagt, dat is de altijd boertige ridder
de Courcelles (Af. Cecil'iaan De Keghel). Deze ziet van dag
tot dag klaarder in de loensche handelwijze van de Varan
nes, en zal het niet opgeven vooraleer den booswicht te
hebben ontmaskerd, de Varannes komt te wete dat ook
Vincentius argwaan tegen hem koestert en hij poogt dezen
te vergiftigen. Evenwel, zijn plan mislukt. Reeds heeft men
ontdekt dat twee weezen uit het Vondelingshuis, Valentijn
en Gabrièl, niemand anders zijn dan de kinderen, het eer
ste dat van de gravin de St Géran en het tweede dat der
arme Catherine, maar men weet nog niet aan welke moe
der zij toebehooren.... de Varannes, dank aan Vincentius,
nog altijd op vrije voeten, is er in gelukt de kinderen op te
lichten en te verbergen bij zekeren La Gourdaine, (Af. Lod
Tcirlinck) een hardvochtige schurk, die voor goud alles
doet wat men van hem verlangt. De Voorzienigheid heeft
echter deernis met het lot van zoovele ongelukkigen de
vondelingen slagen er in, hun gevang te ontvluchten en
vliegen in de armen van mevrouw de St Géran,op den stond
dat zij de pen neemt om aan de Varannes de verklaring af
te teekenen, dat de kinderen haar zullen toebehooren,
mits de uitdrukkelijke voorwaarde dat haar afstammeling
noch recht noch aanspraak kan maken op het vermogen
van St. Géran. Doktor Bertrand (M. Leo Jacobs), die bij de
geboorte van Valentyn aanwezig was en" dit kind aaneen
lidteeken voor de St. Géran herkentJerome, in dienst bij
Mev. de St. Géran (Af. L. Van Brantegem) en een officier der
muskettiers (Af. Aarfff Zte.Are4enAnsgel'jks in die
roerende en ingewikkelde toestanden op. Ten slotte ver
schijnt 't gerechtde soldaten nemen Varannes gevangen,
terwijl de levenlustige de Courcelles, in dit hoogst dramatiek
oogenblik, diep buigend, den schurk de gunst afvraagt om
zijn waarden neef tot aan de Bastille te mogen vergezel
len..,» Een zonnestraaltje, dat lachend door de grijze ne\ els
k schiet!...
Het is licht te begrijpen een getrouw tafereel malen. -
Vincentius de Paula in dit kort bestek was een mmogelyk
iets. Schort er dan wat, men neme het niet euve;. i t
meenen wij, voldoende, dat onze lezers min ol meer op
de hoogte zijn gebracht van datgene wat in Aalst zooveel
ophef maakte, en de vertolkers van al die dieptreffende
rollen eene plaats inruimt op de eerste rangen der Vlaam
sche tooneelspelers. Iemand uitnoemen ware eene ónrecht-
veerdigheid. Inderdaad, alle spelers en speelsters, hierbo
ven aangehaald, kweten zich op meesterlijke wijze van
hunne hoogstmoeilijke rollen een diep gevoel, het volle be
sef van het verhevene, dat ze ten tooneele voerden, be-
heerschten eenieder en deed hen voorzeker die volmaakt
heid nabij streven, die onbeschrijfelijke blijken van sympa
thie verwerven.
Het overheerlijk orkest, onder 't bestuur van toondich
ter Gustaaf Pape, had een allerlastigst peil te vervullen
het moest niet min dan 52 verschillige nummers uitvoeren!
Al de bijzonderste deelen van het drama waren doorweven
van muziek, opzettelijk voor Vincentius de Paula, door M.
Pape, vervaardigdvoor openingstuk speelde de uitmun
tende symphonie de ouverture uit Iroein van Aalst, die voor
ons allen immer even verrukkelijk blijft en dan ook luide
werd toegejuichtM. Pape ontvange hier de openbare hul
de voor zijn taai geduld, zijne onuitputbare werkzaamheid
om het Land van Riem op stevigen voet te houden en het
doet ons goed, te zien hoe zeer zijne muzikanten hunnen be
stuurder waardeeren en met hem de handen ineen slaan om
vooruit te komen in de baan des Roems.
Ons slotwoord weze een rechtmatige lof voor de uitge
zochte en welverzorgde kostuumen van het huis De Leu, en
voor de nieuwe, flinkgepenseelde tooneelversieringen van
M.M. Modeste en Karei De Mette, die nogmaals hebben be
wezen dat zij in hun vak voor geen enkelen vreemdeling
hoeven achteruit te gaan. P. V. N., 11 Januari 1898.
Beerenbroek, Adriaan Janssens en C° op den Dam was in
gevoerd. In die dagen was eene reis uit Bosehloo naar Ant
werpen en Holland eene heele zaak ook aanzag ik vaders
terugkeer als de grootste gebeurtenis van het jaar. Moeder
bakte wafels de meiden kregen elk een geschenk, 't zij een
wollen borstdoek, 't zij een paar oorringen of eene el zijden
lint. Wilhemke werd ook met iets lekkers gepaaid, gewoon
lijk eenen heiligenmakerKortom wij vierden volop
feest. En alhoewel moeder voor niets ter wereld hare verle
genheid had willen laten blij ken gedurende man liefs afwe
zigheid, was het de goede sloor gemakkelijk om aanzien
hoe die terugkeer een pak van heur hart nam. Yader zelf
lei voor eenen avond zijne gewone stroefheid afde ver
strooiing van het reizen had den man tastbaar deugd ge
daan. Misschien ©ok was het 't vooruitzicht van de groote
winsten welke hij op de aangekochte druksels gewoonlijk
wegstreek, die hem tot meer gespraakzaamheid stemde.
Het staat mij nog levendig te voren hoe de gewone blijd
schap van den terugkeer, in 'tjaar 1792 sterk getemperd
werd door zekere gansch onverwachte nieuwstijding.
Niet zoohaast was vader binnen huize of hij vertelde hoe
daags te voren de Franschen onder Dumouriez de keizerlij
ke legers te Jemmapes verslagen hadden. De republikeinen
trokken zegepralend vooruit; reeds had Dumouriez Bergen
in bezit genomen, morgend zou hij te Brussel zijn. 't Was
een rumoer langs de grenzen zonder weergade wegen wa
ren opgepropt met vluchtende witrokken,_ soldaten en hee
ren van den Oostenrijkschen adel. In den vorigen nacht
hadden de aartshertogen heimelijk langs een achterdeurken
hun paleis te Brussel verlaten naar Roermonde toe. Graaf
Metternich vergezelde hare keizerlijke Hoogheden op de
I vlucht. Yader had ze gezien terwijl hij een potje dronk in
de afspanning Sinte Pieter omtrent Tilburg.
{Wordt voortgezet).