LEDE.
Grimmingen,
ONZE JONGENS VAN 1798
Hoe Paus Leo de Priesterlijke
gehoorzaamheid verstaat.
Voor de Franschmans.
MIDDEL OM SCHIELIJK RIJK TE WORDEN,
MIDDEL OM SCHIELIJK ARM TE WORDEN.
Eenige Nieuwstijdingen.
Dender windeke
Nieuwenhove.
Een schoone Parabel.
En zeggen dat hij dat weet! Vrienden, kennis
sen, familieleden, priesters, Bisschoppen hebben
gesproken, hem verwittigd over zijne dwalingen,
hem gezeid dat hij 't werk verrichte van d'hel.
Maar die koppigheid de hooveerheid 't was
door d'hooveerdigheid dat Adam en Eva in zon
de vielen in 't Aardsch Paradijs.
die leelijke duivel van Hooveerdigheid
Men zegt, dat hij siddert en beeft iedere keer
dat de klok van Sint Martens eene begrafenis
aankondigt.
En 't is geen wonder, sterven is voor God ver
schijnen, rekening geven over zijne woorden en
werken, over zijnen handel en zijnen wandel, en
die God is rechtveerdig, vereischt de volle beta
ling. Daar geene gebroken sprongen, geen lieve
kinderkens, maar alles recht voor de vuist, be
looning of straf naar verdiensten.
Nogthans, niemand mag wanhopen.
Zijne Eminentie de kardinaal Perraud, aartsbis
schop van Autin, had onlangs eenen omzendbrief
gezonden aan de geestelijkheid van zijn bisdom.
Hij had er ook, eerbiedig, een afdruk van gezonden
aan den Paus.
Z. H. Leo X1H antwoordde aan kardinaal Per
raud en drukte zijne tevredenheid uit over den
goeden raad aan de geestelijkheid gegeven
Wij willen spreken, ZEGT DE PAUS, over
dat deel van uwen omzendbrief, dat handelt van
den geest van gehoorzaamheid en onderwerping
aan den H. Stoel en aan de bisschoppelijke Ovcr-
heid.
Door op dit punt de aandacht uwer priesters
te trekken, hebt gij hen met veel reden willen
wapenen tegen die koorts van onafhankelijkheid
en onbeteugelde vrijheid, die onze hedendaag-
sche maatschappij heeft aangetast en die dreigt
haar tot in hare grondvesten te ondermijnen.
Het is meer dan noodzakelijk dat de katho-
lieken die gehoorzaamheid inzien en dat de
priesters daarin liet voorbeeld geven.
Dat zij vooruit en vooral zich gehoorzame zo-
nen toonen. En dat zij al hunnen iever te werk
stellen voor het welzijn van de zielen en den Gods-
dienst, geen enkel uienw werk onderne-
nemen, buiten de bestiering hunner
bisschoppen, en dat zij vooral op hunne hoe-
de zijn voor den geest en de gebruiken der we-
reld.
plaats, om 5 uren, in de groote herbergzaal van
den heer Alfons Annaert, gekende bloemist.
Daar ging het er anders toe Niet min dan 200
man was er tegenwoordig om den heer Joseph
Moens, schepen der gemeente, een ware volks
vriend, te hooren spreken over den Onderlingen
Bijstand. M. Moens deed kort, klaar en duidelijk
uiteen, waarin de onderlinge bijstand bestaat en
de oneindige diensten die hij aan de werklieden
gaat verschaffen. Hoe schoon, hoe troostelijk voor
den werkman, in geval van ziekelijkheid of onge
val, door zijne broeders gekoesterd en ondersteund
te worden
Na die schoone en nuttige voordracht werd er
onmiddellijk overgegaan tot het stichten eener
maatschappij, en zie niet min dan 60 zestig le
den lieten zich inschrijven, en 's anderendaags wa
ren er reeds 40 nieuwe bijtredingen.
Geen twijfel of weldra gaan er tal van nieuwe
maatschappijen van Onderlingen Bijstand op
rijzen, die allen, benevens de pensioenkas, geroe
pen zijn om te Lede te groeien en te bloeien, tot
welzijn van den werkman en burger, tot welzijn
van de gansche samenleving.
Leve onze katholieke werken
De ver
gadering
te Gent in het Landbouwershuis gehouden, onder
het voorzitterschap van den heer Maenhaut, ten
einde eene associatie voor de Franschmans in te
richten had eene talrijke menigte uitgelokt. Na
eene langdurige bespreking der belangen werd er
besloten drie soorten van vereenigingen te stich
ten den onderlingen bijstand in geval van ziekte,
de pensioenkas aangesloten bij de lijfrentkas, en
de leenkas. Er zullen ook zooveel mogelijk in al
de gemeenten, waar franschmans verblijven, plaat
selijke syndikaten ingericht worden. Eindelijk
werd er ook een centraal provinciaal komiteit ge
vormd en een vertoog door de aanwezigen getee-
kend, waarin, op de tusschenkomst van den minis
ter van buitenlandsche zaken wordt aangedron
gen om te beletten dat de wetten, door de socialis
tische volksvertegenwoordigers voorgesteld, in de
fransche Kamer doorgaan. Die wetsvoorstellen
hebben voor doel elk vreemd werkman in Frank
rijk verblijvende, te belasten met 50 centiemen
daags en te beletten aan de nij veraars dat zij bel-
giche werklieden in dienst houden, 't Is te hopen
dat die edelmoedige pogingen de beste vruchten
zullen voortbrengen.
Verleden Zondag, om 3
uren, gaven de groen heet
hoofden alhier meeting,
eene herberg nabij de statie. Er waren daar in het j
geheel 17 (zeventien) mannen boven de twintig
jaar, waaronder dan nog een ware domper, die met
verachting en misprijzen het gewoon deuntje van 1
opmakerij stond te aanhooren. Waren nog tegen
woordig 3 vrouwspersonen, 13 kinderen en de
hond van t'huis, die maar gedurig op Pie van
Chipka stond te bassen.... En kieswet Eename...
(ligt dat niet tegen Oudenaarde en po.po.
porchiouel, zeiLambrechts, en te pi... pi... pi..
pichoenkas, en te ploetwet, zei Pie, en daarmee
mochten die 32 onnoozelen zich paaien en ver
trekken, gesterkt in haat en nijd, dank aan den
trio groene schismocraten triowant Van Schuy-
lenbergsken, 't laatste klokluiderken, was er ook
hij. Maar... maar.... waar magNorberrrrkentoch
gebleven zijn Hij was nochtans ook te Lede
afgestapt... Waar heeft hij gezeten En nog zoo
jong zijn En moest tantje Wanne dat weten
Pie jongen, een klein meditatieken over uwe
mislukte meetingVindt ge niet, dat het overal
begint aangebrand te rieken Van die kwakzalve
rij met uw pak eksplikatiebeginnen al uwe vori
ge aanhangers hunne volle goesting te krijgen. Uw
eenigste troost nog, man, dat zijn de liberalen en
de socialisten, uwe aartsvijanden van vroeger.
Quantum mutatus ab illo 1
Er had Zondag te Lede nog eene andere meeting
Met zes dagen neerstigheid
Den zevenden godvruchtigheid
Het gansche jaar door spaarzaamheid
lever en arbeidzaamheid
Wordt men rijk in korten tijd.
Veel vloeken en zweeren
Veel geld verteeren,
Den Heer schier vergéten
Veel drinken en eten.
Bedriegen en stelen
Veel tuischen en spelen
Daarbij een slecht wijf
Trekt d'armoe op 't lijf.
Lokci-cn. Dinsdag morgend om 7 ure, heeft
men uit de Durme, aan Heirbrugveer, het lijk op-
gevischt van Frans Helmond, een ouderling van 77
jaar, die den avond van Nieuwjaarsdag, door de
duisternis misleid, in het water gesukkeld was.
Het lijk was zeer opgezwollen en in vergevorder
den staat van ontbinding. Men heeft het per draag
berrie naar bot doodenhuis van het hospitaal ge
bracht.
Opwyck. Het parket heeft zich naar Op-
wyck begeven, om onderzoek te doen in zake van
eene kindermoord. De plichtige moeder zou haar
kind gewurgd en het lijkje onder eenen mesthoop
verborgen hebben. Zij is aangehouden en, daar zij
ziek is, in de ziekenzaal der gevangenis geplaatst.
Andegcin. Zondag nacht werd alhier duch
tig gevochten; de veldwachter, die tusschenkwam,
werd aan het hoofd gekwetst. Eenige bandieten
hebben de brievenbus in stukken geslagen, zoodat
de brieven naar de post der statie moesten gedra
gen worden. De daders zijn onbekend.
Ypercn. In eene vergadering van katholieke
kiezers, zondag avond in het Volkshuis gehouden,
heeft onze achtbare volksvertegenwoordiger M.
Colaert verklaard, dat de senateurs en volksver
tegenwoordigers van het arrondissement Yperen
eensgezind zijn om het eennamig kiesstelsel te
verwerpen.
Antwerpen. De soldaat, die Zondag nacht,
in een gevecht, door nen sergeant eenen bajonet
steek in den buik ontving, is de genaamde Van Zy-
nendaele, van Aspelaere.
Vclsique-Itnddersliove. Een der ver
moedelijke daders van den diefstal in het klooster,
is aangehouden. Sedert acht dagen was hij spoor
loos verdwenen, toen hij dijnsdag morgen hier aan
kwam, als uit de locht gevallen hij ging in 't een
kaveetje en 't ander om nen borrel en zegde daar
dat hij den naam had den diefstal in 't klooster
bedreven te hebben, maar dat hij die mannen, die
dat uitstrooien, ging rekening vragen over hun ge
praat. O gie blageer Het duurde echter niet lang
of kadé zat in 't gevang.
Aspcr. Sedert vier weken is het de zesde
maal dat het brandt in onze gemeente. In den
nacht van vrijdag tot zaterdag was er weer brand
ontstaan in de woning der kinderen Lodewijk Tar.
De policie en de barenmutsen zijn er in gelukt de
brandstichters bij de kraag te pakken. Ze zullen
een pijpken rooken. Smakelijk, jongens
rvuil. (Brabant), palende aan Oost-Vlaan-
deren, Ninove-Meerbeke, lijdt geweldig aan den
typhus. Verleden dijnsdag waren er niet min dan
drij begrafenissen.
Bcndcrmonde. Een schipper van Dender-
monde, Jan Van Halen, varende naar Brussel is
zaterdag op den Bupel overboord gevallen en ver
dronken liij kon nogtans goed zwemmen, doch de
koude had hem aangegrepen en hij was gezonken
vooraleer men hem tér hulp kon komen.
Een voerman van Lebbeke werd donderdag
tusschen de twee bruggen der statie, door zynen
horst overreden en nogal erg gekwetst.
Ukkcl. Over drie weken waren drie personen
vau Ukkel, door een razenden hond gebeten, naar
het gesticht Pasteur, teRijsel, vertrokken. Twee
keerden over acht dagen genezen weer. De derde,
een 23 jarig werkman, op wien het serum geen
uitwerksel had, keerde ook weer en werd door een
geneesheer naar een hotel der gemeente gebracht.
De ongelukkige heeft reeds verscheidene aanval
len van razernij gehad en sedert zondag ligt hij op
sterven men heeft hem op zijn bed moeten vast
binden. Men denkt dat zijn doodstrijd n.geenof
twee dagen zal duren. De arme jongen had binnen
eenige dagen moeten trouwen.
Turnhout. Twee jongelingen, met name Jan
Melis, moesten hier aan de loting deel nemen. Bij
vergissing lotte de eene in plaats van den andere
en trok een goed nummer.
Hij liep er verheugd mee weg, doch de vergissing
werd aanstonds opgemerkt, het goed nummer werd
aan den anderen Jan Melis toegekend, en de bur
gemeester trok in de plaats van den afwezige,
ongelukkig een slecht nummer.
Komen. Wij hebben in onze gemeente eene
honderdjarige vrouw, nog in volle verstand en ge
zondheid zij eet en diinkt dagelijks met hetper-
sooneel der menage 't is de genaamde Couvreur
Appoline Silvie, geboren te Ennetiéres-en Weppes.
Frankrijk, den 27 januari 1799, getrouwd te Lam-
bersart den 24 november 1829 met Chs Louis
David. Zij heeft veel kinderen en kleinkinderen.
De gemeente neemt voorzorgen om maandag aan
staande plechtig de eeuwelinge te vieren.
Hoel. De gewezen burgemeester van Hoei,
M. Wilmotte, 75 jaar oud, heeft zich door den kop
geschoten de vlag hangt hall top aan het lokaal
der Liberale Associatie.
Heer Uitgever van de
Volksstem. Het is ons zeer
aangenaam in uw week
blad te lezen wat gij over de feest van den H. An-
tonius alhier zoo luisterlij k gevierd in uw laatste
nummer meldt. Het was er wel zooals uw brief
wisselaar het u geschreven heeft. Doch er is in
dat verslag eene spijtige nalatigheid te weten
dat er de mis op de hoogzaal in het muziek zoo wel
en met zulke welgevoelde koorstemmen is uitge
voerd geworden dat de zangers eenieders bewon
dering terecht verworven hebben. Het is mij als
katholieke ingezetene eene voldoening van hier
eene openbare hulde vau dauk aan die ieverige
zangers te brengen en ze tevens tot volherding aan
te moedigen in hunne loffelijke pogingen van de
godsdienstige plechtigheden door hunne goede
stemmen en schoone gezangen op te helderen.
Een uwer getrouwe lezers.
Hoe broos toch 's
menschens leven is
Op wijk Naken eene vrouw iu deu fleur nog van
haar leven, zekere De Frein, werdt verleden za
terdag overvallen van eene kwaal eigen aan het
vrouwelijk geslacht en was zondag morgend reeds
een lijk. Binnen drie weken zal het juist vier jaar
geleden zijn dat in de zelfste gebuurte aan dezelf
de kwaal Leonie Manderie, vrouw De Cooman, is
overleden. Moge hunne brave ziel in vrede rusten.
Zeldzaam en zeer zeld
zaam is het dat er daar
eens Concert gegeven wordt. Nu Zondag aan
staande 5 Februari zal het daar plaats hebben om
4 1/2 uren. 't Zal er puik en luisterrijk zijn want 't
zijn de liefhebbers van den Katholieken Vrienden
kring van Geeraards bergen die het Concert komen
geven. Een ding is spijtig, te weten dat naar alle
waarschijnlijkheid het lokaal zal te klein zijn. Die
dus eene goede plaats wil hebben die moet oppas
sen.
Pie Winter houdt op van
onzen verkooper te zijn. Om
zijne handelwijze te verrecht-
veerdigen en zijne nieuwe waar in de handen on
zer Lezers te stoppen, heeft die gast niets beters
gevonden, dan uit te strooien dat 't Stemmeken
niet Eneer verschijnt, o. a. in de pastorij van
Waerbeke, te Santbergen, enz. Wij laten alle
deftige menschen over zulk gedrag oordeelen.
Die heden een proefnummer ontvangt en zich
begeert te abonneeren, schrijve ons een kaartje
de prijs is 3,50 tot 1 Februari 1900, franco.
DOOR
HP-A-TTYJSTpriester.
4
Op eenige meters van 't karré beurden zij plotseling de
hoofden op de beenderige gevrongen wezens schoten
vuur, en losten hunne pistolen op den vijand af. Eenige
blauwrokken zakten ineen op de vorenste gelederen doch
oogenblikkelijk daarna bevool de Fransche generaal een
nieuw pelotonsvuur dat schrikkelijke verwoestingen in de
ruitersmassa aanrichtte. Het eenepeerd stronkelde over
het andere.
De huizen daverden in hunne grondvestingen. Voor de
eerste maal werd ik bang, het bloed stolde in mijne aderen
en ik dacht mij in den hoek van 't zolderkamertje te ver
steken. Doch de vrees had mijne beenen als verlamd, ik zou
maar blijven.
Nu was het vierkant ten allen kante omsingeld en over
mand. Als een zwerm sprinkhanen sprongen de uhlanen er
om heen, stekend met hunne spiezen, kappend met de sa
bels. Om reden van den korten afstand konden de Fran-
schen geen gebruik meer maken van hunne geweeren. Men
vocht lijf om lijf, met lans en bajonnet. Een witrok, door
een machtigen ruk van zijn peerd, was te midden in 't kar
ré gesprongen als de wind schiet de generaal, die nu niet
meer glimlacht, op hem toe en dwarst hem den degen door
de borst, dood op zijn peerd.
Mij docht er was geen hoop meer voor de blauwen tot
den laatsten man zouden zij allen omkomen. Het vierkant
begon reeds te wijken, de Oostenrijkers stieten vreugde
kreten uit. Doch wat gebeurt er Op eens steekt de Fran
sche kommandant zijnen pluimhoed op de punt zijns de
gens in de hoogte en heft tegelijkertijd een soort van op-
wekkenden krijgsmarsch aan, de Marseillaise, zooals ik la
ter te weten ben geraakt, een woest wild lied dat den zan
ger als dronken maakt van zijne eigene woorden en den toe
hoorder koud doet worden in den rug.
Nauwelijks hebben zijne mannen de eerste tonen van den
zang opgevat of ze zijn als in wilde dieren herschapen. Een
nieuwe moed verdubbelt hunne krachten en maakt van ie-
deren soldaat eenen held. Ik zie ze op handenen voeten
kruipen met hunne bajonnetten reten zij de ingewanden
der peerden open of lossen al onder hunne pistolen af. Het
dier, afgrijselijk verminkt, steigert met uitpuilende oogen
en een akelig gebriesch van de pijn, licht den man uit den
zadel, die oogenblikkelijk vertrappeld wordt en door de
Franschen afgemaakt. Eene ware slachting Weldra hoor
ik den klaroen achteraan den aftocht blazen, de korte, dik
ke commandant geeft het signaal van de vlucht. Al wat nog
beenen heeft om te loopen heeft den rug naar den vijand
omgekeerden wijkt pijlsnel, langs den kant vanwaar zij
gekomen zijn, den weg naar Brugge in, dood en en gekwets
ten in den brand latend. In eenige minuten was de straat
ledig.
Hoopen gesneuvelde peerden en manschappen lagen
dooreen gemengd in eene vreeselijke verwarring, 't Bloed
vloeide er onder, den kassijdenweg met breede vlekken
striemende, die langzaam in de greppels wegzijpelden.
Hoe er het dorp uitzag na den aftocht der Oostenrijkers
moetik u niet beschrijven. De kogels hadden het kalken
beplaksel der naastgelegene gevels in groote brokken afge
schilferd. Heele stukken dakgoten hingen te bingebange-
len langs de huizen. Geen enkel raam was er nog waar de
kleine groene ruitjes heel inzaten. Bij plaatsen zelfs had
het pelotonsvuur de kaafkes doen waggelen boven de strooi
en daken. Eene echte verwoesting als of er hier eene hagel
bui uren lang gewoed had 1
Al waren de Franschen bij machte geweest de vluchten-
En het gebeurde dat de Heer buiten de stad, ai
over de bergen, ging, met zijné discipelen. En zij
kwamen aan een steilen berg en daar zagen zij een
man met eenen ezel. Het arme dier lag uitgestrekt
onder den te zwaren last, want het was overladen
en zijn lijf bloedde. En de Heer ging tot den man
en sprak, zeggende Man, waarom slaat ge dees
arm dier Ziet ge niet dat het te zwak is om der
gelijke vracht te voeren, en ziet ge niet dat het
lijdt
Maar de man antwoordde Wat gaat u dat
aan Ik heb het recht van het te slaan zooveel ik
maar wil, want mijn goed is het, en ik heb het ge
kocht met geld. Spreek maar diegene aan die u
vergezellen, daar zij me kennen en alles goed we
ten. n
En eenige discipelen zeiden tot Jezus Ja,
Heer, zoo zegt hij waarheid wij waren aanwezig
als hij het dier aankocht.
Maar Jezus vervolgde, zeggende Ziet gijlie
dan toch niet hoe 't bloedt, en hoort gijlie dan toch
niet hoe het kermend zucht en roept
Maar zij antwoordden Neen, Heer, wij hooren
niet hoe 't kermt en zucht.
En de Heer werd droevig en hij zeide Wee u
die niet hoort hoe het kermt, hoe bet den Hemel-
schen Vader om mededoogen smeekt wee, wee
over hem wien het klaagt in zijn leed 1
En hij kwam naderbij en raakte den ezelen
bet dier sprong recht en zijne wonden waren gene
zen. En Jezus sprak tot den man, zeggende Nu
moogt ge verder gaan, en sla van nu af uwen ezel
niet meer, opdat gij ook mededoogen
mocht zijn.
de ruiterij te achtervolgen, het was hen te veel met hun ei
gen volk om doen. De generaal was van zijn peerd gestegen
en liep van gelid tot gelid met de chirurgijnen. Daar ook
lagen er mannen met hun aangezicht tegen de aarde in plas
sen bloed. Anderen riepen om hulp, stuiptrekkend in de he
vigste pijnen, smeekend water, water, ik heb dorstin
een zoo vliemend gegil dat ik het bescheidelijk hooren kon.
Deze die den dans heelhuids ontsprongen waren snelden
toe, maakten lappen linnen in het water hunner blikken bi
dons nat en bonden die om het hoofd der gekwetsten. Ee-
nigen snelden tot de naaste huizen om vervoermiddelen,
want zij kwamen oogenblikkelijk met planken terug en
beddegoed voor draagberriën. Wat is de oorlog toch een
schrikkelijk iets God weet hoe lang ik nog naar dit alles
zou gekeken hebben, de nieuwsgierigheid nagelde mij als
aan het venster vast, toen ik mij eensklaps door eene ruwe
hand van achteren bij de kraag voelde pakken, terwijl va
ders stem mij in de ooren donderde
Ge wilt ons dus de dood op het lijf jagen, deugniet
Toen ging hij in den -kelder Trees opzoeken die nog altijd
verstoken zat. Wij vonden ze zittend op hare hurken, ach
ter eenen stapel ij dele tonnen, met in elk oor eenen vinger
om 't geknal der geweeren te verdooven. De arme sloor
meende eerst in de duisternissen dat het eene partij Fran
schen was die haar kwam halen en schreeuwde bijna hare
longers uit. Vader bracht haar alras tot bedaren. Toen wij
echter met onze vangst weer in 't daglicht gekomen waren
konden wij onzen lachlust niet langer bedwingen, niettegen
staande het netelige van den toestand. Trees zag er uit lijk
een mooriaan, zwart van 't stof en de haren vol spinneweb-
ben.
De gekwetsten werden in het hospitaal aan de Muide be
zorgd. Op hevel van den majoor had de burgemeester iu al
lerijl Stien Hermie den grafmaker ontboden en daar, uit
hoofde van de felle vorst, de grond zeer hard om bewerken
was, zette hij er nog den klokluider en den knaap van 't ge
meentehuis bij. Gezamenlijk groeven zij drij diepe putten
langs beide zijden van de kerk. In den eenen stopte men de
dooden van beide legers, witrokken en blauwen, al dooreen,
zonder kruis, noch gebed, als echte heidenen. De twee an
dere ontvingen de gesneuvelde peerden. Deze die nog leef
den maakte men eerst af vooraleer ze te begraven. Arme
dieren Vader had mij echter niet vroeg genoeg laten uit
gaan om de teraardebestelling bij te wonen. Enkel voor het
huis van bakker Toercoenje zagen Koo Teunis en ik een
peerd dat nog ademde den kop gedurig heen en weder be
wegen als eenen slinger. Het wierp ons uit de waterige oo
gen een bijna menschelijken blik toe. Koo Teunis beweerde
dat het op zijne manier ons smeekte om afgemaakt te wor
den. Er kwam een Fransche soldaat die zijne pistool op de
hersenpan van 't arme beest losschoot. Toen boog het den
kop voor goed en rustte.
Wat mij het meest in dit alles trof was de onverschillig
heid waarmede dat volkske de dood hanteerde. Niet eene
spier verroerde op die bronzen aangezichten, terwijl zij
hunne wapenmakkers in de aarde stopten. Gelijk ik
ze van uit het zolderraam, na 't gevecht, hunpijpkezag
ontsteken, even kalm en bedaard zag ik ze de dooden be
graven. Zulkrtrof mij, ik die onlangs nog op de uitvaart
van mijn oudsten broêr zoo ijselijk zien weenen had.
Ieder burgershuis kreeg een aantal soldaten op logist, elk
naar zijn vermogen.
Dat er in den loop van dien morgen geen spraak kon zijn
van haar school gaan zult ge lichtelijk begrijpen. Voor de
dorpsjeugd, welke niet verder denkt dan 't vermaak van
den oogenblik, zijn dergelijke voorvallen buitenkansjes van
de fijnste soort. Wij liepen maar gedurig, Koo Teunis, Karei
Vlaminck en ik, de straten op en af. Honderd dingen tege
lijk trokken onze nieuwsgierigheid aan, in dien enkelen
morgen kregen wij in eens meer te zien dan in vele jaren sa
men.
(Wordt voortgezet).