LEDE. Grimmingen, ONZE JONGENS VAN 1798 Hoe Paus Leo de Priesterlijke gehoorzaamheid verstaat. Voor de Franschmans. MIDDEL OM SCHIELIJK RIJK TE WORDEN, MIDDEL OM SCHIELIJK ARM TE WORDEN. Eenige Nieuwstijdingen. Dender windeke Nieuwenhove. Een schoone Parabel. En zeggen dat hij dat weet! Vrienden, kennis sen, familieleden, priesters, Bisschoppen hebben gesproken, hem verwittigd over zijne dwalingen, hem gezeid dat hij 't werk verrichte van d'hel. Maar die koppigheid de hooveerheid 't was door d'hooveerdigheid dat Adam en Eva in zon de vielen in 't Aardsch Paradijs. die leelijke duivel van Hooveerdigheid Men zegt, dat hij siddert en beeft iedere keer dat de klok van Sint Martens eene begrafenis aankondigt. En 't is geen wonder, sterven is voor God ver schijnen, rekening geven over zijne woorden en werken, over zijnen handel en zijnen wandel, en die God is rechtveerdig, vereischt de volle beta ling. Daar geene gebroken sprongen, geen lieve kinderkens, maar alles recht voor de vuist, be looning of straf naar verdiensten. Nogthans, niemand mag wanhopen. Zijne Eminentie de kardinaal Perraud, aartsbis schop van Autin, had onlangs eenen omzendbrief gezonden aan de geestelijkheid van zijn bisdom. Hij had er ook, eerbiedig, een afdruk van gezonden aan den Paus. Z. H. Leo X1H antwoordde aan kardinaal Per raud en drukte zijne tevredenheid uit over den goeden raad aan de geestelijkheid gegeven Wij willen spreken, ZEGT DE PAUS, over dat deel van uwen omzendbrief, dat handelt van den geest van gehoorzaamheid en onderwerping aan den H. Stoel en aan de bisschoppelijke Ovcr- heid. Door op dit punt de aandacht uwer priesters te trekken, hebt gij hen met veel reden willen wapenen tegen die koorts van onafhankelijkheid en onbeteugelde vrijheid, die onze hedendaag- sche maatschappij heeft aangetast en die dreigt haar tot in hare grondvesten te ondermijnen. Het is meer dan noodzakelijk dat de katho- lieken die gehoorzaamheid inzien en dat de priesters daarin liet voorbeeld geven. Dat zij vooruit en vooral zich gehoorzame zo- nen toonen. En dat zij al hunnen iever te werk stellen voor het welzijn van de zielen en den Gods- dienst, geen enkel uienw werk onderne- nemen, buiten de bestiering hunner bisschoppen, en dat zij vooral op hunne hoe- de zijn voor den geest en de gebruiken der we- reld. plaats, om 5 uren, in de groote herbergzaal van den heer Alfons Annaert, gekende bloemist. Daar ging het er anders toe Niet min dan 200 man was er tegenwoordig om den heer Joseph Moens, schepen der gemeente, een ware volks vriend, te hooren spreken over den Onderlingen Bijstand. M. Moens deed kort, klaar en duidelijk uiteen, waarin de onderlinge bijstand bestaat en de oneindige diensten die hij aan de werklieden gaat verschaffen. Hoe schoon, hoe troostelijk voor den werkman, in geval van ziekelijkheid of onge val, door zijne broeders gekoesterd en ondersteund te worden Na die schoone en nuttige voordracht werd er onmiddellijk overgegaan tot het stichten eener maatschappij, en zie niet min dan 60 zestig le den lieten zich inschrijven, en 's anderendaags wa ren er reeds 40 nieuwe bijtredingen. Geen twijfel of weldra gaan er tal van nieuwe maatschappijen van Onderlingen Bijstand op rijzen, die allen, benevens de pensioenkas, geroe pen zijn om te Lede te groeien en te bloeien, tot welzijn van den werkman en burger, tot welzijn van de gansche samenleving. Leve onze katholieke werken De ver gadering te Gent in het Landbouwershuis gehouden, onder het voorzitterschap van den heer Maenhaut, ten einde eene associatie voor de Franschmans in te richten had eene talrijke menigte uitgelokt. Na eene langdurige bespreking der belangen werd er besloten drie soorten van vereenigingen te stich ten den onderlingen bijstand in geval van ziekte, de pensioenkas aangesloten bij de lijfrentkas, en de leenkas. Er zullen ook zooveel mogelijk in al de gemeenten, waar franschmans verblijven, plaat selijke syndikaten ingericht worden. Eindelijk werd er ook een centraal provinciaal komiteit ge vormd en een vertoog door de aanwezigen getee- kend, waarin, op de tusschenkomst van den minis ter van buitenlandsche zaken wordt aangedron gen om te beletten dat de wetten, door de socialis tische volksvertegenwoordigers voorgesteld, in de fransche Kamer doorgaan. Die wetsvoorstellen hebben voor doel elk vreemd werkman in Frank rijk verblijvende, te belasten met 50 centiemen daags en te beletten aan de nij veraars dat zij bel- giche werklieden in dienst houden, 't Is te hopen dat die edelmoedige pogingen de beste vruchten zullen voortbrengen. Verleden Zondag, om 3 uren, gaven de groen heet hoofden alhier meeting, eene herberg nabij de statie. Er waren daar in het j geheel 17 (zeventien) mannen boven de twintig jaar, waaronder dan nog een ware domper, die met verachting en misprijzen het gewoon deuntje van 1 opmakerij stond te aanhooren. Waren nog tegen woordig 3 vrouwspersonen, 13 kinderen en de hond van t'huis, die maar gedurig op Pie van Chipka stond te bassen.... En kieswet Eename... (ligt dat niet tegen Oudenaarde en po.po. porchiouel, zeiLambrechts, en te pi... pi... pi.. pichoenkas, en te ploetwet, zei Pie, en daarmee mochten die 32 onnoozelen zich paaien en ver trekken, gesterkt in haat en nijd, dank aan den trio groene schismocraten triowant Van Schuy- lenbergsken, 't laatste klokluiderken, was er ook hij. Maar... maar.... waar magNorberrrrkentoch gebleven zijn Hij was nochtans ook te Lede afgestapt... Waar heeft hij gezeten En nog zoo jong zijn En moest tantje Wanne dat weten Pie jongen, een klein meditatieken over uwe mislukte meetingVindt ge niet, dat het overal begint aangebrand te rieken Van die kwakzalve rij met uw pak eksplikatiebeginnen al uwe vori ge aanhangers hunne volle goesting te krijgen. Uw eenigste troost nog, man, dat zijn de liberalen en de socialisten, uwe aartsvijanden van vroeger. Quantum mutatus ab illo 1 Er had Zondag te Lede nog eene andere meeting Met zes dagen neerstigheid Den zevenden godvruchtigheid Het gansche jaar door spaarzaamheid lever en arbeidzaamheid Wordt men rijk in korten tijd. Veel vloeken en zweeren Veel geld verteeren, Den Heer schier vergéten Veel drinken en eten. Bedriegen en stelen Veel tuischen en spelen Daarbij een slecht wijf Trekt d'armoe op 't lijf. Lokci-cn. Dinsdag morgend om 7 ure, heeft men uit de Durme, aan Heirbrugveer, het lijk op- gevischt van Frans Helmond, een ouderling van 77 jaar, die den avond van Nieuwjaarsdag, door de duisternis misleid, in het water gesukkeld was. Het lijk was zeer opgezwollen en in vergevorder den staat van ontbinding. Men heeft het per draag berrie naar bot doodenhuis van het hospitaal ge bracht. Opwyck. Het parket heeft zich naar Op- wyck begeven, om onderzoek te doen in zake van eene kindermoord. De plichtige moeder zou haar kind gewurgd en het lijkje onder eenen mesthoop verborgen hebben. Zij is aangehouden en, daar zij ziek is, in de ziekenzaal der gevangenis geplaatst. Andegcin. Zondag nacht werd alhier duch tig gevochten; de veldwachter, die tusschenkwam, werd aan het hoofd gekwetst. Eenige bandieten hebben de brievenbus in stukken geslagen, zoodat de brieven naar de post der statie moesten gedra gen worden. De daders zijn onbekend. Ypercn. In eene vergadering van katholieke kiezers, zondag avond in het Volkshuis gehouden, heeft onze achtbare volksvertegenwoordiger M. Colaert verklaard, dat de senateurs en volksver tegenwoordigers van het arrondissement Yperen eensgezind zijn om het eennamig kiesstelsel te verwerpen. Antwerpen. De soldaat, die Zondag nacht, in een gevecht, door nen sergeant eenen bajonet steek in den buik ontving, is de genaamde Van Zy- nendaele, van Aspelaere. Vclsique-Itnddersliove. Een der ver moedelijke daders van den diefstal in het klooster, is aangehouden. Sedert acht dagen was hij spoor loos verdwenen, toen hij dijnsdag morgen hier aan kwam, als uit de locht gevallen hij ging in 't een kaveetje en 't ander om nen borrel en zegde daar dat hij den naam had den diefstal in 't klooster bedreven te hebben, maar dat hij die mannen, die dat uitstrooien, ging rekening vragen over hun ge praat. O gie blageer Het duurde echter niet lang of kadé zat in 't gevang. Aspcr. Sedert vier weken is het de zesde maal dat het brandt in onze gemeente. In den nacht van vrijdag tot zaterdag was er weer brand ontstaan in de woning der kinderen Lodewijk Tar. De policie en de barenmutsen zijn er in gelukt de brandstichters bij de kraag te pakken. Ze zullen een pijpken rooken. Smakelijk, jongens rvuil. (Brabant), palende aan Oost-Vlaan- deren, Ninove-Meerbeke, lijdt geweldig aan den typhus. Verleden dijnsdag waren er niet min dan drij begrafenissen. Bcndcrmonde. Een schipper van Dender- monde, Jan Van Halen, varende naar Brussel is zaterdag op den Bupel overboord gevallen en ver dronken liij kon nogtans goed zwemmen, doch de koude had hem aangegrepen en hij was gezonken vooraleer men hem tér hulp kon komen. Een voerman van Lebbeke werd donderdag tusschen de twee bruggen der statie, door zynen horst overreden en nogal erg gekwetst. Ukkcl. Over drie weken waren drie personen vau Ukkel, door een razenden hond gebeten, naar het gesticht Pasteur, teRijsel, vertrokken. Twee keerden over acht dagen genezen weer. De derde, een 23 jarig werkman, op wien het serum geen uitwerksel had, keerde ook weer en werd door een geneesheer naar een hotel der gemeente gebracht. De ongelukkige heeft reeds verscheidene aanval len van razernij gehad en sedert zondag ligt hij op sterven men heeft hem op zijn bed moeten vast binden. Men denkt dat zijn doodstrijd n.geenof twee dagen zal duren. De arme jongen had binnen eenige dagen moeten trouwen. Turnhout. Twee jongelingen, met name Jan Melis, moesten hier aan de loting deel nemen. Bij vergissing lotte de eene in plaats van den andere en trok een goed nummer. Hij liep er verheugd mee weg, doch de vergissing werd aanstonds opgemerkt, het goed nummer werd aan den anderen Jan Melis toegekend, en de bur gemeester trok in de plaats van den afwezige, ongelukkig een slecht nummer. Komen. Wij hebben in onze gemeente eene honderdjarige vrouw, nog in volle verstand en ge zondheid zij eet en diinkt dagelijks met hetper- sooneel der menage 't is de genaamde Couvreur Appoline Silvie, geboren te Ennetiéres-en Weppes. Frankrijk, den 27 januari 1799, getrouwd te Lam- bersart den 24 november 1829 met Chs Louis David. Zij heeft veel kinderen en kleinkinderen. De gemeente neemt voorzorgen om maandag aan staande plechtig de eeuwelinge te vieren. Hoel. De gewezen burgemeester van Hoei, M. Wilmotte, 75 jaar oud, heeft zich door den kop geschoten de vlag hangt hall top aan het lokaal der Liberale Associatie. Heer Uitgever van de Volksstem. Het is ons zeer aangenaam in uw week blad te lezen wat gij over de feest van den H. An- tonius alhier zoo luisterlij k gevierd in uw laatste nummer meldt. Het was er wel zooals uw brief wisselaar het u geschreven heeft. Doch er is in dat verslag eene spijtige nalatigheid te weten dat er de mis op de hoogzaal in het muziek zoo wel en met zulke welgevoelde koorstemmen is uitge voerd geworden dat de zangers eenieders bewon dering terecht verworven hebben. Het is mij als katholieke ingezetene eene voldoening van hier eene openbare hulde vau dauk aan die ieverige zangers te brengen en ze tevens tot volherding aan te moedigen in hunne loffelijke pogingen van de godsdienstige plechtigheden door hunne goede stemmen en schoone gezangen op te helderen. Een uwer getrouwe lezers. Hoe broos toch 's menschens leven is Op wijk Naken eene vrouw iu deu fleur nog van haar leven, zekere De Frein, werdt verleden za terdag overvallen van eene kwaal eigen aan het vrouwelijk geslacht en was zondag morgend reeds een lijk. Binnen drie weken zal het juist vier jaar geleden zijn dat in de zelfste gebuurte aan dezelf de kwaal Leonie Manderie, vrouw De Cooman, is overleden. Moge hunne brave ziel in vrede rusten. Zeldzaam en zeer zeld zaam is het dat er daar eens Concert gegeven wordt. Nu Zondag aan staande 5 Februari zal het daar plaats hebben om 4 1/2 uren. 't Zal er puik en luisterrijk zijn want 't zijn de liefhebbers van den Katholieken Vrienden kring van Geeraards bergen die het Concert komen geven. Een ding is spijtig, te weten dat naar alle waarschijnlijkheid het lokaal zal te klein zijn. Die dus eene goede plaats wil hebben die moet oppas sen. Pie Winter houdt op van onzen verkooper te zijn. Om zijne handelwijze te verrecht- veerdigen en zijne nieuwe waar in de handen on zer Lezers te stoppen, heeft die gast niets beters gevonden, dan uit te strooien dat 't Stemmeken niet Eneer verschijnt, o. a. in de pastorij van Waerbeke, te Santbergen, enz. Wij laten alle deftige menschen over zulk gedrag oordeelen. Die heden een proefnummer ontvangt en zich begeert te abonneeren, schrijve ons een kaartje de prijs is 3,50 tot 1 Februari 1900, franco. DOOR HP-A-TTYJSTpriester. 4 Op eenige meters van 't karré beurden zij plotseling de hoofden op de beenderige gevrongen wezens schoten vuur, en losten hunne pistolen op den vijand af. Eenige blauwrokken zakten ineen op de vorenste gelederen doch oogenblikkelijk daarna bevool de Fransche generaal een nieuw pelotonsvuur dat schrikkelijke verwoestingen in de ruitersmassa aanrichtte. Het eenepeerd stronkelde over het andere. De huizen daverden in hunne grondvestingen. Voor de eerste maal werd ik bang, het bloed stolde in mijne aderen en ik dacht mij in den hoek van 't zolderkamertje te ver steken. Doch de vrees had mijne beenen als verlamd, ik zou maar blijven. Nu was het vierkant ten allen kante omsingeld en over mand. Als een zwerm sprinkhanen sprongen de uhlanen er om heen, stekend met hunne spiezen, kappend met de sa bels. Om reden van den korten afstand konden de Fran- schen geen gebruik meer maken van hunne geweeren. Men vocht lijf om lijf, met lans en bajonnet. Een witrok, door een machtigen ruk van zijn peerd, was te midden in 't kar ré gesprongen als de wind schiet de generaal, die nu niet meer glimlacht, op hem toe en dwarst hem den degen door de borst, dood op zijn peerd. Mij docht er was geen hoop meer voor de blauwen tot den laatsten man zouden zij allen omkomen. Het vierkant begon reeds te wijken, de Oostenrijkers stieten vreugde kreten uit. Doch wat gebeurt er Op eens steekt de Fran sche kommandant zijnen pluimhoed op de punt zijns de gens in de hoogte en heft tegelijkertijd een soort van op- wekkenden krijgsmarsch aan, de Marseillaise, zooals ik la ter te weten ben geraakt, een woest wild lied dat den zan ger als dronken maakt van zijne eigene woorden en den toe hoorder koud doet worden in den rug. Nauwelijks hebben zijne mannen de eerste tonen van den zang opgevat of ze zijn als in wilde dieren herschapen. Een nieuwe moed verdubbelt hunne krachten en maakt van ie- deren soldaat eenen held. Ik zie ze op handenen voeten kruipen met hunne bajonnetten reten zij de ingewanden der peerden open of lossen al onder hunne pistolen af. Het dier, afgrijselijk verminkt, steigert met uitpuilende oogen en een akelig gebriesch van de pijn, licht den man uit den zadel, die oogenblikkelijk vertrappeld wordt en door de Franschen afgemaakt. Eene ware slachting Weldra hoor ik den klaroen achteraan den aftocht blazen, de korte, dik ke commandant geeft het signaal van de vlucht. Al wat nog beenen heeft om te loopen heeft den rug naar den vijand omgekeerden wijkt pijlsnel, langs den kant vanwaar zij gekomen zijn, den weg naar Brugge in, dood en en gekwets ten in den brand latend. In eenige minuten was de straat ledig. Hoopen gesneuvelde peerden en manschappen lagen dooreen gemengd in eene vreeselijke verwarring, 't Bloed vloeide er onder, den kassijdenweg met breede vlekken striemende, die langzaam in de greppels wegzijpelden. Hoe er het dorp uitzag na den aftocht der Oostenrijkers moetik u niet beschrijven. De kogels hadden het kalken beplaksel der naastgelegene gevels in groote brokken afge schilferd. Heele stukken dakgoten hingen te bingebange- len langs de huizen. Geen enkel raam was er nog waar de kleine groene ruitjes heel inzaten. Bij plaatsen zelfs had het pelotonsvuur de kaafkes doen waggelen boven de strooi en daken. Eene echte verwoesting als of er hier eene hagel bui uren lang gewoed had 1 Al waren de Franschen bij machte geweest de vluchten- En het gebeurde dat de Heer buiten de stad, ai over de bergen, ging, met zijné discipelen. En zij kwamen aan een steilen berg en daar zagen zij een man met eenen ezel. Het arme dier lag uitgestrekt onder den te zwaren last, want het was overladen en zijn lijf bloedde. En de Heer ging tot den man en sprak, zeggende Man, waarom slaat ge dees arm dier Ziet ge niet dat het te zwak is om der gelijke vracht te voeren, en ziet ge niet dat het lijdt Maar de man antwoordde Wat gaat u dat aan Ik heb het recht van het te slaan zooveel ik maar wil, want mijn goed is het, en ik heb het ge kocht met geld. Spreek maar diegene aan die u vergezellen, daar zij me kennen en alles goed we ten. n En eenige discipelen zeiden tot Jezus Ja, Heer, zoo zegt hij waarheid wij waren aanwezig als hij het dier aankocht. Maar Jezus vervolgde, zeggende Ziet gijlie dan toch niet hoe 't bloedt, en hoort gijlie dan toch niet hoe het kermend zucht en roept Maar zij antwoordden Neen, Heer, wij hooren niet hoe 't kermt en zucht. En de Heer werd droevig en hij zeide Wee u die niet hoort hoe het kermt, hoe bet den Hemel- schen Vader om mededoogen smeekt wee, wee over hem wien het klaagt in zijn leed 1 En hij kwam naderbij en raakte den ezelen bet dier sprong recht en zijne wonden waren gene zen. En Jezus sprak tot den man, zeggende Nu moogt ge verder gaan, en sla van nu af uwen ezel niet meer, opdat gij ook mededoogen mocht zijn. de ruiterij te achtervolgen, het was hen te veel met hun ei gen volk om doen. De generaal was van zijn peerd gestegen en liep van gelid tot gelid met de chirurgijnen. Daar ook lagen er mannen met hun aangezicht tegen de aarde in plas sen bloed. Anderen riepen om hulp, stuiptrekkend in de he vigste pijnen, smeekend water, water, ik heb dorstin een zoo vliemend gegil dat ik het bescheidelijk hooren kon. Deze die den dans heelhuids ontsprongen waren snelden toe, maakten lappen linnen in het water hunner blikken bi dons nat en bonden die om het hoofd der gekwetsten. Ee- nigen snelden tot de naaste huizen om vervoermiddelen, want zij kwamen oogenblikkelijk met planken terug en beddegoed voor draagberriën. Wat is de oorlog toch een schrikkelijk iets God weet hoe lang ik nog naar dit alles zou gekeken hebben, de nieuwsgierigheid nagelde mij als aan het venster vast, toen ik mij eensklaps door eene ruwe hand van achteren bij de kraag voelde pakken, terwijl va ders stem mij in de ooren donderde Ge wilt ons dus de dood op het lijf jagen, deugniet Toen ging hij in den -kelder Trees opzoeken die nog altijd verstoken zat. Wij vonden ze zittend op hare hurken, ach ter eenen stapel ij dele tonnen, met in elk oor eenen vinger om 't geknal der geweeren te verdooven. De arme sloor meende eerst in de duisternissen dat het eene partij Fran schen was die haar kwam halen en schreeuwde bijna hare longers uit. Vader bracht haar alras tot bedaren. Toen wij echter met onze vangst weer in 't daglicht gekomen waren konden wij onzen lachlust niet langer bedwingen, niettegen staande het netelige van den toestand. Trees zag er uit lijk een mooriaan, zwart van 't stof en de haren vol spinneweb- ben. De gekwetsten werden in het hospitaal aan de Muide be zorgd. Op hevel van den majoor had de burgemeester iu al lerijl Stien Hermie den grafmaker ontboden en daar, uit hoofde van de felle vorst, de grond zeer hard om bewerken was, zette hij er nog den klokluider en den knaap van 't ge meentehuis bij. Gezamenlijk groeven zij drij diepe putten langs beide zijden van de kerk. In den eenen stopte men de dooden van beide legers, witrokken en blauwen, al dooreen, zonder kruis, noch gebed, als echte heidenen. De twee an dere ontvingen de gesneuvelde peerden. Deze die nog leef den maakte men eerst af vooraleer ze te begraven. Arme dieren Vader had mij echter niet vroeg genoeg laten uit gaan om de teraardebestelling bij te wonen. Enkel voor het huis van bakker Toercoenje zagen Koo Teunis en ik een peerd dat nog ademde den kop gedurig heen en weder be wegen als eenen slinger. Het wierp ons uit de waterige oo gen een bijna menschelijken blik toe. Koo Teunis beweerde dat het op zijne manier ons smeekte om afgemaakt te wor den. Er kwam een Fransche soldaat die zijne pistool op de hersenpan van 't arme beest losschoot. Toen boog het den kop voor goed en rustte. Wat mij het meest in dit alles trof was de onverschillig heid waarmede dat volkske de dood hanteerde. Niet eene spier verroerde op die bronzen aangezichten, terwijl zij hunne wapenmakkers in de aarde stopten. Gelijk ik ze van uit het zolderraam, na 't gevecht, hunpijpkezag ontsteken, even kalm en bedaard zag ik ze de dooden be graven. Zulkrtrof mij, ik die onlangs nog op de uitvaart van mijn oudsten broêr zoo ijselijk zien weenen had. Ieder burgershuis kreeg een aantal soldaten op logist, elk naar zijn vermogen. Dat er in den loop van dien morgen geen spraak kon zijn van haar school gaan zult ge lichtelijk begrijpen. Voor de dorpsjeugd, welke niet verder denkt dan 't vermaak van den oogenblik, zijn dergelijke voorvallen buitenkansjes van de fijnste soort. Wij liepen maar gedurig, Koo Teunis, Karei Vlaminck en ik, de straten op en af. Honderd dingen tege lijk trokken onze nieuwsgierigheid aan, in dien enkelen morgen kregen wij in eens meer te zien dan in vele jaren sa men. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1899 | | pagina 2