VOLKSPARLEMENT.
BureelKapellestraat, 13, Aalst
Een kaartje Retour.
Vooruit- Chipka
Van alles wat.
ZD^-ZEZLnTS I
Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen.
5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden
te worden. Alle briefwisselingen moetenden dijnsdag avond op onze bureelen toege-
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor- j
den in de scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle
tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be- i
stemmeiing. Mengeüeve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
5° JAARGANG.
^NUMMER 218.
Aalst, den 11 Maart van het jaar 0. H. 1899.
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstii-
dingen 20 centiemen per rejrel. Aankondigingen op de 3° bladz. 10 centiemen den
j regel. Annoncen op de 4° bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor
de advertentien buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot
j het Office ae Pubhcité, Itue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerden hebben het
recht een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen-
j volgens zal verschijnen. Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaa<rs.
't Was te voorzien.
Wij hebben het zoo dikwijls gezegd onder el
kander Wanneer zullen de oogen open gaan
En de oogen gaan open.
Geen onweder dat blijft duren.
Na regen zonneschijn.
De winter mag nog zoo hard zijn laat hem
maar koud zijn, vriezen en sneeuwen, toch zal
de lieve lente hem verdriDgen en bloemen zaaien
opzijn versleten sneeuwtapijt.
Zoolang gaat de kruik te water tot dat ze
breekt.
En de kruik is gebroken.
En de brave menschen keeren weder.
Eén voor één, stillekens aan maar toch ko
men ze, allen.
En de Daensen worden het gewaar.
Ze klippen alarm in hunne ga_etten Wij
verliezen volk, schrijven ze, veel volk. Onze
mannen keeren terug naar de oude partij.
En ze trachten hun eigen zeiven te troosten
en ze schrijven er bij Het zijn afvallige broe
ders, die ons verlaten. Met zulke mannen doen
wij niets ze mogen heen gaan.
En wij, Daens, wij zeggen 't Zijn wijze men
schen, die weerkeeren. Wijze menschen, aange
zien zij de valschheid van de waarheid hebben
weten te onderscheiden. Wijze menschen, aan
gezien zij verstaan, dat een Priester, die in open
lijken strijd leeft met zijne Kerkelijke Overheid,
klaarblijkelijk van het rechte spoor is afge
dwaald en verloren loopt.
c Zoudt ge gelooven, zegde mij onlangs een
rechtschapen werkman, dat ik er ook eene speld
ga aansteken. Dat gaat waarlijk te verre. Ik heb
ook Daensist geweest maar als ge ziet waar
heel dat boeltje naartoe leidt, dan krijgt gij er
genoeg van.
De brave man had gelijk.
Waar leidt dat boeltje naartoe
Van den eenen kant hebt ge eenen Priester in
opstand tegen zijn Bisschop, eenen Priester die
verbod heeft van meetingen te geven, en die
meetingen geeft in de herbergen, terwijl zijne
medepriesters in de kerken, samen met de 'ge-
loovigen, het H. Lijden van den gekruisten God-
Mensch overwegen eenen Priester die verbod
heeft van in dagbladen te schrijven, en die, niet
tegenstaande dat verbod, wekelijks in afgekeur
de gazetten de katholieke partij aanrandt.
Van den anderen kant hebt ge eenen wereld
lijke, die al zijne talenten te pande stelt om de
liberalen te verheffen en op te hemelen, de libe
ralen, die hij vroeger, eer hij gevallen was, zoo
diep verachtte en zoo fel bekampte eenen we
reldlijke, die eedverbonden aangaat met libera
len en socialisten, de gezworen vijanden van den
Katholieken Godsdienst.
Dat zijn de twee kopstukken van die partij.
Wij zeggen Wijze menschen, die dat einde
lijk verstaan hebben.
^En wij zeggen ook, Daens Brave menschen,
zijn het die tot ons terug komen. Smijt ze maar
over boord 1 Verloochen ze, misken ze maar:
bij ons zijn ze allerbest gekomen 't zijn juist
diegene uit uwe partij, welke wij begeeren de
andere moogt gij houden.
En allicht dat er nog eenige oogen opengaan,
dan is uw judaswerk hersteld en staan de zaken
hier in Aalst gelijk over tien jaren twee partij
en, éene tegen en éene vóór den Godsdienst
't Is op dat veld, op 't veld van den Godsdienst
dat wij den strijd zullen leveren.
Wij verwachten u.
U, Daensisten, liberalen en socialisten,
U, helsche, gemaskerde huichelaars,
U, verouderde, verstokte Godsdiensthaters,
U,revolutionnaire, baatzuchtige bloedhonden.
Van nu af wordt ons leger, dat van dag tot
dag aangroeit, in slagorde geschaard.
Onze standaard is het Kruis, en aan dat Kruis
hangt de oude wimpel van Constantijn
IN HOC SIGNO VINCES
DOOR DIT TEE KEN ZULT GIJ OVER
WINNEN 1
Sedert dat Vooruit van Gent zelf verantwoorde
lijk is voor zijne lasteringen en eerroof, doet hij nu
zijne boeten en schadevergoedingen betalen door
zijne leden en zoo gaat hij voort met meer en meer
te lasteren.
Op Chipka gebeurt juist hetzelfde. Om hun ver
raderlijk werk voort te zetten en wekelijks in hun
ne gazetten en schriften meer en meer te kunnen
liegen en lasteren, en het volk tegen de katholie
ken en hunne priesters op te maken, hebben zij
den Daens-penniug ingericht, waardoor zij den
werkenden man dwingen iets van zijn zuurgewon
nen loon in de kas te storten. Wat onbeschaamd
heid 1 Maar 't spel pakt niet. Op Chipka klaagt
men putten in d'aarde, dat er geen zaad in 't buks
ken komt. Of 't werkvolk gelijk heeft! 'tZou
wraak roepen van eenen penning te jonnen aan
mannen die uit stijfhoofdigheid gezworen hebben
de katholieke partij in den grond te booren en
die, om tot dat einde te geraken, aanhangers ge
worden zijn van liberalen en socialisten, vijanden
van Kerk en Godsdienst. Neen 1 Ons volk wil daar
niet van. Het is daarom te godsdienstig en te ka
tholiek. Ook hooren wij wekelijks dat er mannen
Je groene kliek verlaten en hoegenaamd geen ge
meens meer willen met al wat rood, blauw of groen
ziet. Dat was te verwachten.
Onze achtbare volksvertegenwoordiger de heer
Baron Leo Bethune heeft in de Kamers eene tref
fende redevoering uitgesproken ten voordeele der
Belgische werklieden die jaarlijks naar 't Fransche
gaan werken. Hij sprak over het gering getal Bel
gische consuls in Frankrijk en drong er op aan
dat de te benoemen consuls de beide talen zouden
moeten machtig zijn. Het gebeurt maar al te dik
wijls dat belgische arbeiders die 20 mijlen boven
Parijs werken, verplicht zijn zich tot de Belgische
volksvertegenwoordigers te wenden ofwel omdat
daar geene belgische consuls zijn ofwel, als er
zijn, omdat zij geen vlaamsch kennen en zoo hun
recht niet kunnen doen gelden. Hij vroeg ook dat
de regeering zou willen onderzoeken of er geene
confereucie kan tot stand komen, waarop de vraag
stukken van internationaal recht zouden geregeld
worden in 't belang der bescherming van de uitwij
kelingen.
De heer De Sadeleer sprak in denzelfden zin en
heeft ook gevraagd dat de lijst der belgische con
suls in den vreemde aan de Gemeentebesturen zou
worden gezonden.
Om brandenden petrol uit te dooren.
Als men eene petrollamp heeft omgeworpen en
dat het yunr zich aan de olie mededeelt is het vol
strekt onmogelijk het vuur met water te blus-
schen. Om het vuur uit te dooveu is zand of asch
een onfeilbaar middel, maar men heelt dat al tij a
bij de hand niet. Hetgeen men in 't huishouden
meest altijd heeft dat is melk, die bijzonder goed is
om brandenden petrol te blusschen. Van zoodra
men ze op de vlammen giet, zijn deze uitgedoofd.
Schipperij. Aangaande de nieuwe regle
menten, die in Frankrijk op de belgische schip
pers zullen toegepast worden heeft de minister
van buitenlandsche zaken verklaard dat zij in voe
ge gekomen zijn op 1 Meert en dat hij erin gelukt
is ze merkelijk te doen verzachten. De belgische
schippers zullen geen borgtocht moeten storten,
wanneer zij verklaren dat de vaartuigen, waarme
de zij in Frankrijk komen, binnen het jaar het land
terug zullen verlaten.
Foafoorstckskens. Zooals men weet heeft
het Belgisch gouvernement 50 duizend franken uit
geloofd voor degenen die kan uitvinden om steks-
kens te vervaardigen zonder witten phosfoor.
Voor dat sommeken kan men nog al eens zoe
ken, en toch heeft men het nog niet gevonden,
want men heeft den termijn nog verlengd tot 1 Mei
1899.
Op dit oogenblik hooren wij, dat nijveraars van
(jeeraardsbergen eene heele nieuwe pap gevonden
hebben, die volkomen hinderloos is bij de fabrika-
tie van stekskens en waar hoegenaamd geen witte
phosfoor aanwezig is. Deze pap eou de stekskens
doen branden op alle voorwerpen, zelfs op natte.
Als 't waar is zullen de uitvinders de 50 duizend
ballekens van het gouvernement kunnen opstrij
ken, en voor de andere zoekers is de kans weeral
verkeken. Er kan toch maar éenen wel meê zijn.
Borgciucestcrs van gewicht. In eene
kleine gemeente van Noord-Braband werd er sterk
gedongen tusschen 3 vrienden, naar het ambt van
burgemeester. Geen der vrienden wou hebben dat
er door mededinging tusschen de vrienden ongunst
en jalousie zou ontstaan eu na een vijfde beraad
slaging, die weerzonder besluit afliep, kwam meu
't akkoord dat degene die het zwaarste woog alleen
zijne recht m zou mogen doen gelden en den post
aannemen. Top. Elk ontdeed zich van zijnen
overjas, en een voor een in de gemeenteschaal, zoo
was het pleit opgelost, A. woog 198 pond, B. be
haalde 206 en voor de 3dö, voor C. moest men nog
4 pond bijzetten. Deze bereikte 210 pond. De twee
vrienden wenschten den gewichtigsteu geluk, die
dan ook weldra de gewichtigste betrekking in de
gemeente kreeg. (Historiek).
gij schrijft altijd
dat dc werkman te weinig wint.
Waarom vraagt gij hem dan die zuurge
wonnen censken§ af
door uwen Daens-Penuing,
door uwen strijdpenning,
door uwen Turn-Cluh-Penning
't Is al van penning dat ge leest in uwe
gazet.
Als ge dat leest, ge zoudt soms meenen op beê-
vaarttezijn naar O. L. V. van Lourdes, waar
de bedelaars met gretig opengespveide handen van
weerskanten van de baan om eene almoes kermen.
Turlut. Dag, Toerloet,
wa kapabel weerSjerniblé
Toeeloet. Och, Turlut,
waar dagge uw hoofd wilt mee
breken I
Turltjt. Daar zie, wa
vieze goeste is dadde
Toerloet. Kundet gij
verbeteren of veranderen met de lucht in te sjoe-
ren
Turlut. Heddet gij nie ook liever schoon als
slecht
Toerloet. Awel, 'k en zegt niet, maar hed-
de gij kapobeleteit over 't weer
Turlut. Och Heere, neen ik, ik pakt ekkik
gelijk dat 't komt
Toerloet. Awel, gelijk ik ben Och, da be
moeien altijd met 't weer
Turlut. 't Dunkt mij dagge een betjen krie
belachtig zijt vandaag.
Toerloet. Ne mensch en is alle dagen den
zelfden nietkom wij gaan hier rechtover om een
pintjen 't zal er mee overgaan.
Baas, geef ons elk een pintjen bier.
Baas. Ast aier zal believen. Wa schoon weer
vandaag, eh
Toerloet. Och jongen, wa zou me wij ons
met 't weer bemoeien
Baas. 't Is waar, maar de menschen willen
daar toch ook hun rede over zeggen: wa wilde daar
aandoen
Turlut. Baas, Toerloet is in zijnen viezen
andaag.
Toerloet. Maar 'k en doe, maar da weer al
tijd En da bier pleeg hier ook beter te zijn
Baas. Eh! 'k zal toch gaan gelooven da Toer
loet in zijnen viezen is.
Turlut. Hij moet oppassen, want 't isjazoo
van alles te krltikeeren en te willen changeeren
dagge donchist wordt.
Baas. 't Is zeker azoo dat komt. Pie Donch
vindt nawel dat de liberalen die naar de kerk nie
en gaan en hunnen paschen sedert lang niemeer
eu houden, dat da nu de beste christenen zijn hij
schrijft het.
Turlut. Zie, nu zit Toerloet daar te kijken
gelijk nen uil door een aukergatToerloet,...
donchist worden
Toerloet. Och, en spreekt mij toch van
geen donchisten, ik heb daar over een uur of twee
nog eenen een pak zottigheid meegegeven 't is
misschien daaraf da 'k nog een betjen vies ben
baas, haal ne keer ne spiegel, da'k zie...
Turlut. Ah, g'hebt azoo al in 't raison gele
gen vandaag.
Baas. Daar zie, spiegelt u ne keer goed.
Toerloet. Jo, jo, 'k heb 't al gezien 't is
daarafO dat schandevel I
Iurlut. Zoo, Toerloet, een rankouter ge
daan
Ioerloet. Ehja, een kladde van ne vent,
vloeken en zweren, en fie vau Paster Donch roe
pen.
Iurlut. Toetoe, en laat ons daar nie van
beginnen, is er geen ander nieuws in de wereld,
baas?
Baas. De gazetten, zie zo ligt hier, schrijven
dat onze Paus een betjen ziekelijk zou geweest
hebben nen dag ol twee.
Toerloet. Hebbe kik nie gehoord dat de
Paus nu op zijn 't negentig is
Turlut. Zeker 't negentig geworden van dees
maand, 't is pertekelier.
Ioerloet. Hij moest er honderd worden,
moest hij er wel honderd worden.
Turlut. Dat da God wilde believen, azoo ne
wijzen en heiligen man dat onze paus is.
Toerloet. 't En is maar Pie Donch die ook
ai vindt dat de paus t'oud wordt.
Turlut. Jommer, laat ons daarvan zwijgenl
Maar Toerloet, ik en hob u op 't concert van de
patronage van sint Joseph nie gezien
Toerloet. Nee, nie geweest, nie altijd kun
nen en nie altijd weten, ewoor
Turlut. Alia, alia, ten naaste keer moeje
daar ook zitten, zelle.
Baas. Eh, dat nie en ware da ne mensch, 's
zondaags 's avonds pertekelier, zijn herberg nie'en
kan laten staan, 'k was er naartoe, en 'k heb er
hier veel hooren van klappen dat zoo wel was, alia
ze doen devooiren op Schaarbeek.
Toerloet. Mijn moeder was ook van Schaar
beek, maar mijn vader was van sinte Merten.
Turlut. d'Er zitten daar veel scha jongens
op Schaarbeek, langs den dérremondschen steen
weg, dagger moet mee lachen willen of niet, als ze
spelen.
Baas. En da kiein goed doet daar gimmenas,
mensch, g'hebt van uw leven nog hooren klappen
van die koorendansers van Sinte Lievens-Esschen
ewoor, maar z'en hebben d'er geen kopi bij, da
marcheeren, die gimmenas en da scherremen.
Toerloet. Ze moesten hun Pie Donch zijn
broek van zijn gat leeren scherremen I
Turlut. Jommer, ge zijt daar werom al.
Baas. Alia, 't is pertekelier gelijk dat daar
herdie mennekes bij zijn.
Toerloet. Als 't azoo warm weer blijft, zijn
de zivollomen hier ileus, let er op.
Turlut. Zie na begint ge zelf van 't weer te
klappen en daar fleus en mochten wij niet.
Baas. Toerloet g'en kunt vandaag voor uwen
kameraad geen woord van pas zeggen.
Toerloet.'tis ongelukkig voor ne mensch
van mijn jaren alia drinkt uw glas uit en kom
mee.
Turlut. Alia, Baas, tot later, salu en
avant, Toerloet.
Toerloet. Zie ne keer goed rond of dagge
Pie Donch nieverst nie en ziet, ik zou hem ne keer
moeten iet zeggen.