ONZE JONGENS VAN 1798
KERKELIJK NIEUWS.
Wie deugt er nog in Aalst
Siska, de eierboerin.
De schoonste dag van het leven.
Stadsnieuws.
Katholieke Werkmanskring, Aalst.
Katholieke Jonge Wacht.
Een kollossaal Fortuin.
de vorst van dees leste weken nog al schade zou
gedaan hebben aan 't fruit, appelkoozen en pechen,
peeren.
.'Stien. 't En zou mij nie nijg verwonderen,
kozijn, want de noord wind die daar gesjoeft heeft,
't zier, kozijn, zier en scherp.
Vien. Och en dat 't weer zoo dwees ware als
sommige menschen
Stien. Och zwijgt daaraf, kozijn, er loopen
serrewoordig aardige kattegoriën van schepselen,
als ge z' hoort klappen, z' hebben al 't verstand, en
als ze bezig zijn of iets willen te weeg brengen, 't
en trekt er nie op, wa zoudt er op trekken nie-
meer als een slek op nen timber.
Vien. En in de walen hebben de mijnwerkers
't werk laten staan, hoor ik.
Stien. Zoo hebben wij gelezen in de gazetten,
'tis voor opslag zeggen ze maar 'k geloof dat er nog
veeleer socialistekopstukken achter de gordijn
zitten die 't volk opmaken.
Vien. Och, kozijn, mijdt u van die jannen die
gedurig en kontinneerlijk van't volk spreken en
afkomen mêe beloftens, en u opmaken.
Stien. G'hebt gelijk, kozijn, geen goei, geen
goei.
Vien. Meest altijd mannen, kozijn, die weten
waarvoor, die geeren zoün ieverst komen, en voor
wie dat 't volk moe leerken staan....
Stien. En azoo de menschen hun ooren vol
blazen van fernijn gelijk een harmoneka, hen boos
maken on malkontent.
Vien. Te Ninof is er al een van die gedoemde
gazetten gevallen onder de reprobatie van 't volk,
die klodde heette de Klokke Roeland.
Stien. 't Is nog spijtig dat die vodde, Roeland
moest heeten want er zijn er hier t' Ol.sjt veei die
Roeland heeten en geheel brave menschen zija.
Vien. De naam en verandert de zaak niet,
kozijn, maar die gazet en heur drukkerij zijn mee
al 't materieel perbliek verkocht op de merkt te
Ninof, 't is een teeken dat de menschen beu waren.
Stien. 't Zal azoo komen mee al de gedoemde
gazetten, gedoemd is gedoemd.
Vien. Die Klokke Roeland was azoo een vuilblik
van een gazet waarin dat alle deftige man en prie
sters en bisschop in verweten wierden en geschan-
deleseerd, alle weken goed, toerejoer.
Stien. Ze moesten ze een hemde doen dragen
van pikdraad die zulke werken durven doen, 't is
een schande voor ons land, is 't een schande.
Vien. Maar gelukkiglijk, 't volk en heeft da
nie willen koopen, 't volk heeft nog een deftig hert,
kozijn en dat en duurt niet.
Stien. Neen 't kozijn, dat is gelijk ne schuif
trompet, ne keer in in en uit en 't is gedaan.
Vien. Maar zie ne keer, kozijn, hoe dat alles
jeugdig staat en groeit.
Stien. Er heeft 't onzent nen boer gezeid als
't azoo blijft, dat er zullen patatten zijn gelijk de
kanonballen van Halle.
Vien. Er zijn er inderdaad al die schoon
uitstaan.
Stien. Maar, kozijn, a propo van nieuwe pa
tatten, heb ik nie hooren zeggen dat er een nieuwe
kieswet gaat gemaakt worden voor de kamers.
Vien. Ik heb da gelezen, maar 't en zal voor
ons niet dienen kozijn, 't en is maar voor de zeven
groote arrondissementen van 't land als ik mijn
memorie goed onthouden heb.
Stien. En dat ik meester waar, ik maakte
een wet dat ze zoun moeten voor niet zitten in de
kamers, 'tland zou dan wel gerust zijn en zonder
troebels.
Vien. G'hebt gelijk, wel die 't volk opmaken
voor de censen.
Stien. En om voor niet te zitten op den trein,
paster Donch zaliger, nu en is hij geenen paster
niemeer, hij is afgestraft en en mag geen mis lezen,
awe paster Donch zaliger.
Vien. Och, kozijn, en spreekt dienen naam
me uit, want ik moet dan altijd een kruisken ma
ken gelijk als 't weerlicht...
Stien. Awe, 't is nog best ook, g'hebt gelijk
wij zullen da liever azoo laten, iedereen kent de za
ken genoeg.
Vien. Jojs, zeker, kom laat ons aan de
brugge liever om een pintjen gaan, hebt ge van uw
leven ne schooueren dag beleefd.
DOOR
PATTYN, priester.
16
-))))§((((-
Een deel der ruiters vatte post aan den ingang
van 't dorp, een ander op het marktplein met de
brandende lont aan 't kanon als om ons allen bij
het minste teeken van opstand in de lucht te doen
springen.
Courtois reed gansch alleen met twee adjudan
ten het dorp door, dat in eens zoo doodsch en een
zaam was geworden als een kerkhof. Vóór het huis
van den notaris Martens, oud burgemeester der
gemeente, hield hij stil, doch steeg van zijn peerd
niet af. Martens werd door twee soldaten uit zijne
woonst gehaald en als moordenaar vóór den gene
raal gebracht.
In de verwarring van dit onverwacht bezoek
had de oude zijnen steek opgehouden.
Hoed af, lomperd beet een ruiter hem toe
en met den punt van zijnen degen stiet hij het
hoofddeksel van den notaris in het zand.
Burger Notaris, sprak Courtois den gewezen
burgemeester toe, den vinger dreigend naar hem
uitstekend, vóór acht dagen zal de gemeente Bosch-
i-t loo eene brandschatting van twaal duizend livers
èian het midden-comiteit te Gent betaald hebben,
Zondag laast was onze ge-
meente in feest hot gold de
inhuldiging van het prachtig vaandel van den On-
derlingen Bijstand Pensioenkas het werd
vervaardigt door het huis De Meere Overlye van
Kortrijk. Zestien katholieke Maatschappijen
luisterden de plechtigheid, die met een overheerlijk
weder begunstigd werd, Men schat op ruim 2000
personen die de inhuldiging bijwoonden.
Na de plechtige wijding van het Vaandel door
den Z. E. H. Deken van Geeraardshergen, namen
onze Achtbare Volksvertegenwoordigers, M. M.
Vander Linden en Baron Leo Bethune het woord,
om de leden van den 0. B. geluk te wenschen, om
dat zij het veerdeel verstonden van de Zieken- en
Pensioenkas. Daarna besteeg de Heer Van Isegem
van den Antisocialistische bond van Gent, het ver
hoog en sprak in eene kernachtige taal over den
tegenwoordigen trijd van het kwaad tegen het goed
en zette de aanwezigen aan om hand in hand met
hunne priesters voor heerd en altaar te strijden.
Onder den grootsten geestdrift verspreiden zich dan
de verschille maatschappijen in de gemeente om
kort daarop in alle rust de gemeente te verlaten.
Lang zal men dit feest te Moerbeke gedenken.
Leve de Onderlinge Bijstand, leve de Pensioen
kas van Moerbeke Mochten zij groeien en bloeien
onder de bescherming van hunnen machtigen Pa
troon, den H. Antonius van Padua, tot welzijn van
burger en werkman tot spijt van die 't benijdt.
De onderpastoors deugen niet
De pastoors en dekens deugen niet
De bisschoppen ook niet
De paters Jesuieten en de paters Redemptoris
ten ook niet
De Professors van 't klein Collegie ook niet
De broeders ook niet
De zwarte zusters ook niet
De gemeenteraad ook niet
De katholieken ook niet.
Wie deugt er dan nog
Niemand meer, niemand dan 1° Daens-Mayart
uit de Achterstraat, gehuwd en vader van vier kin
deren, en 2° Pastoor Daens, de gestrafte priester.
Eieren, madam
Neen, Siska Ge hebt de vorige week zulk
klein goed gegeven, dat ik eenen afschrik van uwe
eieren heb gekregen.
Ja maar, madam, dat was ook goedkoope waar
deze zijn veel grooter. Bezie ze maar eens
Nu goed, tel er mij dan een honderd.
(Siska neemt eenen grooten korf bij de hand en
begint te tellen Een, twee, drie, vier, vijf, zes,
zeven.... Daar komt, geloof ik, uw jongste aan,
madam Een fiksche jongen 't Heugt mij nog, dat
hij pas in de lange kleeren kwam.
Ja, Siska, dit is al een heele poos geleden,
niet waar Hij is nu ai in zijn zestiende.
Zestien jaren Waar blijft do tijd (voorttel-
lende Zestien, zeventien, achtien, negentien....
Nu maar, van mijne dochter zal het u ook
nog wel geheugen, Die is van de week al vier en
twintig geworde.
Vier en twintig Mijn hemel is dat zoolang
geleden Vierentwintig, vijfentwintig, zes en
twintig, zeven en twintig
Ja, Siska, zoo ziet ge een mensch wordt alle
dagen een dagje ouder.
Dat ondervind ik ook, madam Acht en twin
tig, negen en twintig, dertig, eeu en dertig
We ontloopen malkaar anders ook al niet
veel, geloof ik. Ik ben nu toch al in mijn een en
vijftigste.
Een en vijftig Laat eens zien Ja, dat komt
zoo wat uit. Men zou het anders aan u niet zeggen.
Een en vijftig, twee en vijftig, drie en vijftig, vier
en vijftig, vijf en vijftig....
Ja maar mijn man is een weinig bouwvalli-
zoo niet...
Een onheilspellend gebaar van den arm in de
ronde volledigde den volzin.
- Twaalf duizend livers in een nestje gelijk
Boschloo, maar dat kan niet, burger commissaris,»
kreet de notabele.
Kunnen of niet kunnen, de som zal er zijn of
gij verbeurt er uw hoofd bij, grinnikte de repu
blikein tegen.
Alsdan gaf de notaris, die op eens al zijne koel
bloedigheid had teruggevonden, dit heugelijk ant
woord
Gelijk ge wilt, burger Majoor, doch ik waar
schuw u er zal wel bloed uitkomen maar geen
geld.
Die schromelijke som voor den tijd werd rond-
gehaald en uitgekeerd op het bepaald termijn se
dert dien had niemand meer lust tot eenigen tegen
stand, doch inwendig wies het vuur der wraaklust
aan tot een onuitbluschbaren brand.
Nu moet ik u nog vertellen hoe men bij ons de
Paters, mijne oude meesters, uit hun klooster
dreef.
Ik weet nog heel goed, 't was in den winter, op
eenen vrijdag. De sneeuw was twee voet hoog ge
vallen in den nacht. Met het eten in den mond liep
ik van de koffietafel om Koo Teunis wij zouden
samen sledevaarten op den ijsstoel.
Aan den hoek der Krommewalstraat botsten wij
op Karei Goedertier, die liep als een bezetene.
ger hij loopt ook al naar de zestig.
Dan is mijnheer precies zou oud als mijn man
Hij is ook bijna zestig....Zestig, een en zestig, twee
en zestig, drie en zestig... En hoe maakt het de
oude heer
O besthij wordt in de andere maand twee
en zeventig.
't Is geene kleinigheid, zoo 'n twee en zeventig..
Twee en zeventig, drie en zeventig, vier en zeven
tig, vijf en zeventig...
En uw oude grootvader, als die nu nog eens
leefde, dan was hij ai in de negentig.
Och, madam 1 misgun de goede ziel zijne rust
toch niet. Negentig, een en negentig, twee en ne
gentig, drie en negentig, vier en negentig, vijf en
negentig, zes en negentig, zeven en negentig, acht
en negentig, negen en negentig en dat 'shonderd.-
Wacht, madam, nu zal ik de mand wel even achter
brengen.
Ja, dat 's goed Siska, en hier is 't geld.
Dank u, madam, maar ik zie wel, 't is aan de
deur wat al te koud. Ga maar gauw daar binnen.
De eiereboerin zal het met meid wel afdoen.
Nu goed dag, Siska
Dag, madam
Na eene hunner schitterende overwinningen,
zijn de officieren van het fransche leger bij Napo
leon Bonaparte aan den feestdisch. Een jonge
luitenant krijgt eensklaps eene schoone gedachte
zooals hij zelf meende hij stelt de vraag voor,
welken dag ieder der dischgenooten voor den
schoonsten van zijn eigen leven hield.
Iedereen dacht een oogenblikje na, en gaf dan
een antwoord op de voorgestelde viaag de een
noemde den dag, waarop hij een welverdiende
ridderorde had gekregen, de ander hield het voor
den dag, waarop hij tot generaal was bevorderd,
enz. enz. Eindelijk komt de beurt aan Napoleon
Bonaparte, maar de groote veldoverste is in diepe
gedachten verzonken.
Generaal, zegt een der officieren, het moet u
wel moeilijk vallen den schoonsten en gelukkigsten
dag van uw leven aan te wijzen, want het getal
uwer schoone en gelukkige dagen isbij zonder groot.
In 't geheel niet, antwoordde Bonaparte, ik
ben volstrekt niet in verlegenheid, het is mij zelfs
zeer gemakkelijk u den gelukkigsten en aller
schoonste dag van mijne eerste H. Communie.
De jonge officieren lachten hartelijk om dit on
verwachte antwoord in hunne onverstandige
lichtzinnigheid hielden zij de woorden van hunnen
aanvoeder voor eene bittere scherts. Maar een oude
generaal, die vele veldslagen had meegemaakt en
steeds met moed had gestreden, deelde volstrekt
niet in den spotlust der jongere krijgslieden hij
scheen diep geroerd door de oprechte bekentenis
van Napoleon, en wischte zonder schaamte of
menschelijk opzicht een traan uit het fiere solda-
tenoog.
Op dit gezicht stond Bonaparte plotseling op
reikte den grijzen krijgsman de hand en sprak
Mijn broeder, gij alleen begrijpt mij die
anderen daar verstaan mij niet.
Priesterlijke beiioemiogeii. De volgen
de priesters der laatste wijding zijn benoemd: de
E. H. Borreman, tot professor te Eecloo de E.
H. Moortgat, tot surveillant in de normaalschool
te St-Nikolaas de E. Camerman, tot coadjutor te
Wannegem.
Oude postzegels. Wie ons zijne oude
postzegels opstuurt verricht een uitstekend goed
werk ten voordeele der Missies. Beste Lezers, hebt
gij oude timbertjos, weinig of veel, ze worden met
dank op ons bureel aanvaardt, en de Missionaris
sen zullen u zeker in hunne gebeden niet vergeten.
Pirloir - Malbroeck. Te naaste week con-
c gres bij den ouden langen wij
zullen uwe schuiftrombonnen volsteken met enve
loppen.
u Komt ras mede, zei hij ons, daarbij een angst
vol gezicht zettend, ze gooien de Paters buiten.
Het Patersklooster was een ouderwetsch, vier
kant gebouw, omringd van sloten en van muren,
dat gansch alleen stond op den uitkant van het
dorp. Een breede gang leidde van de straat naar
de deur. Al wie een beetj e geleerdheid bezat in
ons midden hield die van de Paters daarom ook
had de bevolking ze lief. 't Waren brave, rustige
zielen, misschien wel juist geen ovcrvliegers, maar
die iedereen in vrede lieten. Hunne kapel bezat
een wonderbeeld, namelijk het kleine zwarte Lieve
Vrouwke Ter Hagen. Dat beeld, vertelde men, had
gedurende den tijd der Geuzen, toen men ten al
len kante de priesters verj aagde en vermoordde,
nog tranen gestort van blijdschap bij den terug
keer der vrome monniken.
De groote kloosterdeur stond wagenwijd open.
In den gang, vóór de kapel, had een peleton kara-
biniers post gevat. Die mannen met hunne smeri
ge pruikestaarten en slijkerachtige jassen klapten
en lachten ondereen, met 't geweer aan den voet,
alsof zij hier op een feestje waren.
Kijk, zei Karei goedertier, hij wees op den
blauwrok die 't kommando voerde, da's onze
sergeant Wilmotte, hij is bij ons gebiljetteerd en
heeft mij gisteren eenen bandelier gegeven.
Inderdaad wij zagen den sergeant familiaar een
oogske trekken naar ons maatje iets wat dezen
laatsten wel een hoofd groeien deed van preutsch-
Zondagriist. Zondag toekomende blijft de
apotheek open van M. Renneboog, Nieuwstraat.
tlirnisplauting. Zondag namiddag, -om
3 uren, wordt op het graf van wijlen M. Arthur
De Troch, vanwege den Kath. Trompettersblub
een Kruis geplant. Men zal vergaderen ten lokale,
bij den heer Frans Tack, op Ac Werf, om 2 1/2
uren. Geen enkele domper mag ontbreken alle.
katholieke maatschappijen gelieven, te zorgen tal
rijk op te komen, ten èinde de nagedachtenis van
onzen Vriend waardig te herdenken.
Feest van den H. Jozef, beschermer van
den Kring.
Zondag 30 April 1899, om 10 uren 's morgens,
in St-Martenskerk, Plechtige Mis. Om 9 uren
vergadering in 't lokaal. Optocht naar de Kerk.
Na de mis terugtocht naar den Kring en Prijslo-
ting. Aanspraak door den Heer Baron Leo Be
thune, Volksvertegenwoordiger. Alle katholie
ken worden dringend verzocht Mis en Stoet met
hunne tegenwoordigheid te vereeren.
's Namiddags, om 5 uren, Groot Con-
Cört, in de zaal van den Werkmanskring, door
de Koninklijke Harmonie.
Zaterdag 29 April, om 81/2 uren
's avonds, Algemeene Vergadering
bij den heer Emiel Van de Maele, in
het Paviljoen, Groote Markt.
Op Zondag 7 Mei zal men het Pa
troonfeest vieren van den H. Michaël.
Om 10 uren Plechtige Mis.
Na de mis buitengewone vergadering bij den
heer Jan D'Haese, Groote Markt.
Aanspraak door den heer Leo Gheeraerdts,
Burgemeester.
's Namiddags, Uitstap.
't Is van algemeene bekendheid, dat Mevr. de
Kerchove de Denterghem-de Limou, die eene week
geleden, te Beirvelde in Oost-Vlaanderen overle
den is, ontzaglijk rijk was.
Zij was de dochter van Jonker de Limon de
Loose en de eenige erfgename van het overgroot
fortuin der edelfamilie de Loose, thans sedert ja
ren uitgestorven.
Maar hoe hoog haar fortuin, dat thans haren
erfgenamen ten deel valt, wel beloopt, zouden mis
schien maar weinigen kunnen zeggen.
Nu, wij hebben hier onder de haud een staat
van zaken liggen betrekkelijk dat fortuin, die
twintig jaren geleden werd opgemaakt. Ongetwij
feld zijn daar sinds dien veranderingen aangoko
men, maar vermindering zal het wel niet geweest
zijn.
Wij willen onzen lezers dien staat van zaken
eens meêdeelen den titel van kurieuseteit.
M. en Mev. de Kerchove de Denterghem de Li
mon bezaten in 1880 aanstaande en liggende goe
deren
lu Oost-VInandcren.
{Een are is 100 vierkante-meters.)
Gent, 317 aren 75centiaren; Adegem, 16224,00;
Bassevelde, 232,Q0 Baardegem, 259,40 Appels',
1096,00 Berlare, 356,40 Aalst, 2337,50 Au-
degem, 231,20; Cherseamp, 9061,40; Kalken
9021,80; Kluisen, 702,60; Destelbergen, 14939,70;
Eekloo, 2098,30 Loochristi, 4411,70; Maldegem
72724,60; Moerbeke Waas, 7139,10; Laerne'
2044,00 Ertvelde, 734,50 Moerbeke Geer]
9718,00 Meldert, 3670,20; Knesselaere, 4673,60;
Nieuwenhove, 1292,00; Onkerzele, 21807,00;
Grimmingen, 23366,00 Oost-Eekloo, 10405,80
Schellebelle, 3904,40Selzate, 47,90 Saffelare'
85,80; Smeerhebbe, 52,00; Seveneecken, 8719,00;
St-Jan in Eremo, 1585,50 Stekene, 8687,50
Waterland-Oudeman, 296,00 Sinay, 550,90
Santbergen, 956,40 Ursel, 29513,90; Oostwinkel,'
9621,20 St-Laureins, 8500,10 Ronsele, 197,50
St-Margarita, 392,40 Smetlede, 1440,30 Oor-
degem, 3552,00 Wichelen, 12320,80; Zeveren,
heid.
Zeker uit hoofde van het vroege uur en ook om
de groote koude, waren er weinige nieuwsgierigen
op den uitkijk. Eenige moederkes in bun slaapge-
waad, met lossejakken en een wollen borstdoek
over bet hoofd een stuk vier, vijf ambachtslieden
op weg naar hun werk en wat straatjongens. Het
was er zoo stil in dat groepken als op eene begra
fenis allen keken benieuwd naar het wijd open
staande deurportaal.
Laat ons binnengaan, opperde Koo Teunis
stil.
Als wij maar geen slagen krijgen, meende ik
de maatjes te moeten waarschuwen de soldaat uit
de brouwerij heelt gisteren den stalknecht bijna de
keeltoegenepen
Altemaal leugens, riep Karei Goedertiei, onze
meid is verzot op sergeant Wilmotte, zij zegt dat er
geen bravere menschen in de wereld loopen.
Het knipoogske van den blauwrok maakte Karei
duizend mannen sterk. En de daad bij de woorden
voegend sloop hij de kapel binnen. Ik volgde hem
op de hielen met Koo Teunis.
Al werd ik honderd jaren oud, nooit vergeet ik
wat wij alsdan gezien hebben. Verbeeld u op be
vel van den president van den municipalen raad
Cannaert, gevolgd door een tweede peloton kara-
biniers, waren de paters, elf priesters en drij leke-
broeders, in de kapel bijeengekomen.
Wordt voortgezetJ.