ONZE JONGENS VAN 1798
KERKELIJK. NIEUWS.
Volksparlement.
Abdij Affliffem. Wie heeft niet van
c» zijne ouders en voor
DOOR
FA.TT'VN', priester.
21 -))))§((((-
Wanneer ik in Ertvelde toekwam luidde de to
renklok alarm men zei mij dat zij onafgebroken
sedert vier en twintig uren klepte. De boeren lost-
ten elkander al aan het klokkenzeel. Maar het
wreedste wat ik te zien kreeg wachtte mij te Asse
nede kom, dat moet ik u wat meer in 't lang ver
tellen.
't Was toevallig jaarmarkt in voormelde paro
chie, den 21 October, wanneer ik daar 's morgens
opstond, na deD nacht op 't Weihofbij pachter
Qaessens, een vriend van den huize, te hebben
doorgebracht. Natuurlijk maakte ik er mijn eerste
werk van, na den morgenkoffie, een toerke langs
de markt te maken. Alles was rustig de vreugde
van dien dag, beschenen door een zegen van een
weèrke zoo helder en zoo frisch, deed het lang ge
tergde volk een oogenblikske zijn leed vergeten en
waarschijnlijk zou alles rustig afgeloopen zijn zon
der de onverdraagzaamheid van burger De Neve,
commissaris der Republiek alhier, een despoot, een
plaagstok van de ergste soort.
Ik zal u zeggen, die De Neve was een geboren
Vlaming uit de streek, die op zekeren dag de Fran-
zweeg stil en dachtWacht, baasken, straks
wordt het mijnen toer; nadat de vrouwentoekker
zijn hart eens goed had opgehaald, ging hij naar
bed en sliep weldra in... De vrouw riep een paar
gebuurvrouwen en met hunne hulp naaide zij het
zat zwijn haastig, maar stevig en sterk, tusschen
dekens en matras, namen elk eenen stok en
klopten er op gelijk op nen kafzak... tot zoolang
de man pardon vroeg en beterschap beloofde...
Het volgende ter overweging aan de amateurs
Een die wel heeft gekookt
en niet en weet te zwijgen,
Zal licht een valschen gast
rond zijne tafel krijgen.
Een die een ambt bezit,
moet werken zonder krassen,
En lachen zonder stem,
en leven zonder brassen
Want die wijdmondig roemt
en stoft op zijn geluk,
Is nimmer zonder nijd
en zelden zonder druk.
Dat gaat te ver Het is gekend geworden dat
er te Alew-Yoi'k verscheidene honderden gehei
me speelhuizen bestaan, die zulke machtige be
schermers hebben dat de overste der policie af
gedankt is omdat hij ze wilde afschaffen Wat j
niets kost en deugt niet. De prijskamp voor
het uitvinden eener pate zonder witten fosfoor j
voor het maken van stekjes is bijzonder goed i
gelukt. Er zijn 50 medekampers. In 1890 wer
den er 2,733,000 flesschen champagne naar de
Vereenigde Staten gezonden en in Nitiovezijn
er over de 330 herbergen Eene deur die
schreeuwt, een hond die jankt en eene vrouw die
genever drinkt, zijn drie verschrikkelijke dingen.
Met de eerste zonnestralen is het seizoen ver
anderd, Wat al nieuwigheden in modellen en
soorten van mode hebben wij nu reedS al niet ge
zien I Drie dingen die nooit stilstaan de tijd,
een vlietend wateren de tong van een.... vrouw
mensch. De duivenmelkers zullen er thans
moeten van afzien hunne geliefde prijsreizigers
nog naar Chnsiillly mede te geven. De Fransche
Regeering heeft de onze verwittigd dat zij nog
slechts uit Crcil mogen vliegen. Waarom dad-
de Ja, God weet hetIn &Euerik» heeft
het assisenhof een kerel tot 6 jaar dwangarbeid
veroordeeldhij was pas 28 jaar oud en zou
reeds 22 keeren getrouwd zijn. Hij heeft vrou-
wenzitten in Frankrijk, Algeria, Amerika, Span
je, Hongarië, Turkije, enz. Slechts een jaar
woont hij in New-York en hij is er al 6 keeren
getrouwd. En 't is nen vioolist van beroep.
Een wijf draagt meer uit met een lepel
Als een man inbrengt met een schepel.
Peinst ne keer vva rammenant van volk dat
socialisten- en donchengebroed toch is
Verleden Zondag gaat onze Katholieke
Wacht naar «eenardslK i^eii naar 't
Feest harer Vrienden... Heel den namid
dag, een deftig verzet, de menschen nen goeden
penning gejond, een vroolijk liedje gezongenen
's avonds welgemoed naar de statie gaan om te
vertrekken, wanneer d'Aalstenaars eensklaps
verraderlijk worden aangevallen door eene ben
de schoelies, gewapend met dikke stokken en an
dere moordtuigen. Gelukkig dat onze Vrienden
ook niet vervrozen zijn en zich door dapper ver
weer uit de handen van 't gespuis konden red
den... Van de handelwijze der Geertsbergsche
politie zullen wij liefst zwijgen. In de gemeen
te Sardinië, in Italië, heeft de policie jacht ge
maakt op de struikroovers. 300 werden bij het
fas gepakt, waaronder verscheidene notabilitei-
ten, o. a. 6 burgemeesters, gemeentesecretaris
sen en landeigenaars, 't Ziet er lekker uit.
Geen wijzer man in alle steden
Als die met alles is tevreden.
Een liberaal gemeenteraadslid van Antwer
pen is voor drie maanden naar Zuid-Amerika
vertrokken de Antwerpsche liberuilen zijn dus
voor drie maanden hunne eenige stem meerder
heid in den Gemeenteraad kwijt. Mgr Ireland
is van dijnsdag te Parijs aangekomen. Don
Albertorio, hoofdopsteller van den Osservatore
van Milanen, werd woensdag terug in vrijheid
gesteld, Geene bannelingen meer naar Siberië.
Keizer Nikolaas II heeft besloten het balling
schap ai te schaften. Gedurende de maand
April hebben 49 maatschappijen van Onderlin-
gen Bijstand de wettelijke erkenning bekomen.
Men noemt sterken drank een nat dat alles
slap maakt: slappe beurzen, slappe beenen, slap
pe hooiden, slap verstand, slappe gezondheid,
slap geheugen, slappe zeden, slap Geloof.
Emilio Castelar, een der grootste mannen van
Spacajc, is schielijk overleden. In deu Haag-
zijn de geleerde bollen van heel den wereld ver
gaderd om den Algemeenen Vrede uit te roepen.
Als 't maar en zal waar zijn Jommer, nu is 't
serieus gedaan zelle, meê de perten der twee zee
honden van Luik. Na eene maand de nieuwsgie
righeid der straatbengels te hebben gaande ge
maakt, is de eene te Chokier gedood en de twee
de woensdag mörgend door eenen bewaker der
visch vangst.
r worden onnoozele Tisten gevonden die be-
weeren dat de Katholieke Partij in 't land de
meerderheid verloren heeft... Welnu, dat is
onwaar. In de kiezingen van 1896 en 1898 heb
ben de katholieken in de'eerste stemming 72000
stemmen meerderheid bekomen op hunne veree
nigde tegenstrevers, en in de ballotteeriug is die
meerderheid met nog 83000 stemmen vergroot,
dus, totaal155,000 stemmen.
'tls de ware wijsheid niet,
Die op aardsche schatten ziet
't Is ook niet het ware goed
Dat men om de glorie doet
Zondag avond zat er eene ploeg wallebakken,
daensisten van het vuilste groen, in een hunner
kaveetjes... Elk moest, in zijne zatte bermher-
tigheid, eene g(b)eestige spreuk brabbelen... Zie-
hiei wat er zoo al uitkwam Wen leven maar
tot als we dood zijn... 't En is voor de ganzen
niet gebrouwen.. Achter ons vergaat de wereld..
Koud bier maakt warm bloed... 't En moeten al
tijd dezelfde niet zijn... enz., enz. De bewe
ging tegen de nieuwe kieswet ligt al in duigen en
z en stond nog niet op touw... Wat verseert,
dat leeit. De Spaansche Koning is donderdag
14 jaar geworden. - Eene statistiek te Brussel
heeft doen waarnemen, dat in Frankrijk 46000
Belgen wonen, terwijl het getal Franschen in
Belgis slecht 52000 bedraagt. Meer dan 100
maatschappijen zullen aan het Jubelfeest van
onzen Woeste deel nemen. Op de foor van
Andeeleclit is een jongen, door het loslaten van
de koord, uit eene hijs gevallen het mennekên
werd stervend opgenomen. Die de hand aan
de ploeg slaat en achteruit ziet, is het Rijk der
Hemelen onwaardig. Elk is vriendelijk ge
groet en... tot de naaste week, als 't God belieft.
KIBELADOEKBN.
Vien. Gaat 't weer ander
zinnen krijgen, Stien
Stien. Wa zou'k zeggen,
'k moest d'ander week naar
de familie schrijven, maar was
dat nu toch een weer om daar
nen brief door te zenden
Veen.Ze zeggen dat er
te Gent gezucht wordt, Kozijn, in d'ekspositie dat
de ruiten rammelen, want trekt't weer nie op, z'en
zal geen geld opbrengen, en er zijn al die devooi-
ren gedaan en kosten.
Stien Kozijn, gij hebt nog te Gent gelegen
bij 't linje, is dat aldaar ieverst dat d'expositie is
of wat is dadde
Vien. 't Is tegen de kazern van Sint Pieters,
Kozijn, gelijk dagge zegt, in 'tpark, ik weet daar
mijne weg, ai, ai, ai, 'kheb daar drij jaar uitge
daan, gelijk een vrouw in heure winkel.
Stien. 't Zal hier ook een kermis zijn t'Olsjt,
wacht nog ne keer een goei veertien dagen, ze
zeggen dat er al rond d'honderd socheteiten laten
weten hebben dat ze daar zonder abuus zullen op
hun poiutilje staan, mee muzieken en rapoos.
Vien.Kozijn, wie zal er azoo nog ne stoet
sche grens tusschen hem en de Wet had gesteld.
Er liep zoo een aardig sprookjen in den mond van
't volk over de reden dier verdwijning van een
Mietje Walschaert namelijk, eene soort van suk-
keles, die gansch alleen in een planken hutjenop
den uitkant woonde en op zekeren dag haar pas
geboren kind van kant had gemaakt, enz... enz...
Kortom de jonge De Neve was spoorloos uit de
streek verdweven. Enkel wist men dat hij het vaan
del van Dumoariez te Jemappes gediend had tegen
België. Eenige maanden later kwam hij naar hier
terug met een heelen paternoster eerekruisen op
den uniformjas, den titel van generaal en de func
tie van burger-commissaris voor 't canton Assene
de.
Zulks had mijn vader destijds doen zeggen scha
terlachend schoone dingen, we sturen onze ga
leiboeven naar Frankrijk en Frankrijk maakt er
generaals van wat moeten wij dan wel van de
simpele soldaten peinzen
Ergeren dwingeland kan men zich tnoeielijk
voorstellen. Hij overtrof verre uit onzen Cannaert
nog in de kunst van 't volk te plagen. Wonder
toch, landverraders en renegaten zijn doorgaans de
wreedste vervolgers. Ge zoudt zeggen dat zij de
rust des gewetens zoeken in den val van alles wat
aan hunne misdaden herinnert.
Voor het oogenblik nogtaus dacht het volk van
Assenedo aan 'zijnen haat tegen dien man niet.
Tusschen de kramen in wemelde eene drukke me-
gezien hebben Ze zullen op Moorsel zeggen
dat er mee diezenden en diezendeu waren.
Stien. En ne goeien dag voor al die iet ver
koopt, kozijn, 't zal ne grooten kermisdag zijn.
Vien. Wadater toch gezeid wordt, kozijn,
van wegens de tegenpartie.
Stien. Laat hooren, kozijn.
Vien. Wegens van de kataplasems te ver
mijn en de katarakten, dat er naar verschillige
apotheeken van 't land achter russische slaapdrank
geschreven is en gesollesteerd, om dat aan Pië
Donsj 's avonds te voren op te geven en in geen
twee dagen wakker te worden.
Stien. Voorzichtig zijn is gewonnen, kozijn.
Vien. Want moet hij al da volk zien, al die
katelieken die voor Woeste zijn, ze vreezen da
sint Hubert te ver van hier zal zijn.
Stien.Da'k in dat huishouden iet te zeggen
had, kozijn, ik zou van nu ai alle dagen leeken
zetten, maar groene leeken, kozijn, dat Pië meent
dat het donchisten zijn.
Vien. Een goed gedacht, kozijn, want mee
pillekes of poijerkes en zullen ze zijn zeeneweeën
nio stillen.
Stien. En 'k ware zijn vrouw, kozijn, ik deê
die leeken een brosjken aan hunnen hals met't
portret op van paster Donch, ehj 0 alle donchisten
dragen da nu.
Vien. Kozijn, gij weet mee alles remede.
Stien. Eu 'k zette zijn lijf azoo vol als 't haar
op nen hond, ge zoudt ze zien trekken, kozijn, en
dan zou vrouw en kinderen mogen gerust zijn.
Vien. 'k Geloof het ook, kozijn, hij zou mee-
nen dat het allemaal donchisten zij n ewoor, en
kiezers, zoo ver als hij zien kan, en azoo...
Stien. Maar zeker, kozijn, want ze zeggen
als hij tegenwoordig den naam van Woeste uit
spreekt dat al de knoppen van zijn broek springen,
't is wel dat 't oudste meisken al begint kunnen te
naaien, want da meissen zou daarvoor verhuizen,
mee al die knoppen.
Vien. Kozijn, om raad te geven, zijt ge soe
verein, hebt ge da gelezen in de gazet hoe dat er
over acht dagen op nen trein gestolen is die in vol
le vitesse was, en dieven opgesprongen in den ach
tersten wagen waar dat de kostelijke papieren la
gen
Stien. Kozijn, da komt dat 't volk zijn go-
loof verliest, dat is socialistewerk en van de libe
ralen die zeggen dat er geene God en is.
Vien. 't Is pertekelier, kozijn, hoe dammen
hooren van dieverij en schelmerij en roekeloos
heid.
Stien. 't Is waar, snotteneuzen van 18 en 20
jaar en in die inbreken in de kerken en in de sta
ties en in d'huizen en in den dag zijn 't somwijlen
menheeren.
Vien. 't Is promentig azoo, ne mensch als
g'er begint op te peinzen en zou niemeer gerust
mogen slapen of ge zoudt wel ne revolver moeten
steken hebben tusschen eiken teen.
Stien. Kozijn, ge doet mij lachen, maar 't is
de waarheid dagge zegt.
Vien. Jo, kozijn, 't is tijd da'k naar huis ga,
en als ik iemand van de donsjen tegen kom, zal ik
hun ne keer vragen wat dat ze van die remede pei-
zen.
Stien. Ja, kozijn, want 't mag nog ne vijand
zijn, daarvoor toch geen slechte opinie in 'thert
zelle, 'k zou ze nog ne goeie raad geven als ik kan.
ouders hooren verhalen hoe de franschen in de
jaren negentig van verleden eeuw, ons geliefd
vaderland te vuur en te zweerd plunderden en
verwoestten Onze kerken werden omgeworpen,
onze autaren onteerd, onze priesters vermoord
en verbannen, onze kloosters en abdijen in puin
gelegd. Afftigem, de abdij der Kruis vaders, het
toevluchtsoord der hertogen van Braband, moest
hetzelfde lot ondergaan. De reusachtige torens
der kerk wierden ondermijnd, vol mutshout ge
stoken, dan met pek overgoten en zoo in brand
gestoken. Van het klooster zelf bleef niets ge
spaard het heilig beeld waardoor Maria Sint-
Bernardus wedergroette moest verborgen wor
den, en slechts na honderd jaren zou het terug
te voorschijn komen om vrede te brengen. Onze
Lieve Vrouw van Afftigem is immers O. L. Vr.
van Vrede, en men mag het als eene bijzondere
schikking der Voorzienigheid aanzien dat Maria,
op deze geschokte tijden, waarop er zooveel van
vrede gesproken wordt en er zoo weinig is, luis
terrijk op haren ouden zetel (24 Oct. 11.) is wil
len herplaatst worden.
De groote paus Leo XIII offerde haar een
prachtigen kelk. De kardinaal aartsbisschop van
Mechelen was tot tranen toe bewogen, toen hij
met eigene handen in het bijzijn van duizende
geloovigen het mirakuleus beeld op den autaar
dei nederige adbijkerk verhief. Van wijd en zijd
komt men thans voor O. L. V. van Vrede neder-
knielen. De H. Congregatie van kerkgebruiken
van Rome, heeft aan het heiligdom van Afftigem
eene nieuwe guust verleend, namelijk dat ieder
priester de votieve mis van O. L. V. mag cele-
breeren aan den autaar van O. L. V. van Affti
gem.
Verscheidene parochiën zijn weer aangekon-
digd om in het kort O. L. V. van Vrede te ko
men vereeren, onder andere Wambeke, Assche,
Meldert, enz. enz. Wij mogen dus verhopen dat
Afftigem weldra het oord zai zijn van duizende
bedevaarders, en dat zijne koningin van Vrede
de rust en de eendracht in ons duurbaar vader
land onder alle standen en gezindheden zal her
stellen.
Kerk der Arme Claren. Solemueele Octaaf
van het Allerheiligste Sacrament dos Autaars, in
de Kerk der Arme Claren-Colettinuen. Donder
dag 1 Juni, feestdag en de volgende dagen der oc
taaf zal het Allerheiligste Sacrament ter aanbid
ding uitgesteld worden. Om 6 ure met de gewoon
lijke Mis tot na het lof, welke zal geschieden om
3 ure namiddag. Vrijdag 9 Juni. Feestdag van
het Heilig Hart van Jesus en gedurige aanbidding.
Om 6 ure de eerste Mis met uitstelling van het
Allerheiligste Sacrament tot na het Lof. Om 8
ure de tweede Mis. Om 4 ure het Lof met te
Deum.
nigte van boeren en boerinnen, van meisjes en jon
gens, deze laatste hand aan hand, met den glans
van vergenoegen op de volle roode wangen als par-
dijzen, koutend, lachend, giechelend al dooreen,
kortom een ware lust om zien en beleven. Wie het
te warm had ging een potje drinken in De Zwaan
of frisscher nog in het lommer der hooge liudeboo-
men voor den Ingele. Aldus verkozen het de ouw-
kes, waaronder ik verscheidene ingezetenen van
Boschloo herkende, den notaris en den brouwer.
Terwijl de menigte rondom hen over en weder zich
in 't zweet liep, zaten zij op hun Vlaamsch gemak
en hielden een praatje.
Al met eens steeg het scherp gekras van een
valschstaande snarentuig boven 't gegons der me
nigte op. Een liedjeszanger had zijn doek met schil
derijen opgeslagen en preludeerde op de viool aan
het nieuw te zingen licduke. Het volk altijd vei -
lekkerd op dergelijke spelletjes in die verre tijden,
wanneer de liedjeszangers om zoo te zeggen de rol
van gazet vervulden, de jonge boeren en boerinnen
bijzonderlijk stroomden in dichte drommen rondom
den dorpskunstenaar toe.
Kijk, klonk het te allen kante, daar hebt ge
Jantje van Rijm.
Zeker had de liedjeszanger alweer eene grove
klucht verkocht, want 't gelach van 't volk verdoof
de eene wijle zijne stem.
Ik ging ook luisteren.
Verbeeld u een deerlijk, gebocheld manneke
Groot Yolksparlciuent
over de Provinciale Kiezingen.
Siska, Trezeken en Trientje staan aan de wasohkuip,
Siska. Wel, wel, kinders, hebt ge dat gele
zen, Zondag, in 't Stemmeken van Kattcrbi van
Maria-Lierde
Trezeke. Zwijg ervan, 'k heb er bijkans
tranen om gelachen. (Kwaad) Wat er hem toon wil
voorstellen, alzoo n'eu...
Siska. Stniet te geweldig, hoor, laat ons
eens kalm resonneeren, gelijk het eene deftige
waschvrouw betaamt, zooveel te meer daar wij ei
genlijk in die zaak niets te zien hebben... hadden
wij stemrecht, 't ware een ander geval.
Irientje. - Ja, 't vrouwvolk en is voor niet
veel geteld, maar toch kunnen wij onze klabetter-
tong niet stilleggen, 't Vrouwvolk kan meer dan ze
meenen, en als ik 't huis mijn man eens zijne zalig
heid zeg, dan zoudt somwijlen wel gebeuren dat hij
antwoordtwijf, ge zijt een babbelkous 1... Maar
toch moet hij eindigen met te doen 't geen ik hem
voorhoud.
Teezeken. Ja, dat gij er weg meê kunt dat is
gekend. Moest gij een meeting geven ge zoudt ze
allemaal zoo stom klappen als 'n en visch.
Trientje. Meeting, meeting, daar wordt te
genwoordig zooveel gemeten dat er het laatst geene
maat meer aan is. Maar moest ik Katterbi eens
onder handen hebben...
Siska. Wat zoudt gij doen
Trientje. Hem zeggen dat er nooit op de
wereld schooner Zebedeüs te zien was. Alzoo met
u den zot laten houden. U daar laten wijsmaken
door't liberaal gespuis dat ge geroepen zijt om't
arrondissement van Nederbrakel in 't parlement
van de provinciale staten te vertegenwoordigen 1
van rond de twintig jaren, aldus kwam u Jantje
van Rijm vóór bij den eersten oogopslag. Maar
zóó mismaakt hij was van lijf, zoo edel toekende
zich zijn gelaat, bij een nader onderzoek, op dien
aanstootelijken achtergrond af. De oogen tintelden
van vernuit in de matte gelaatstint en om do goe
dige lippen speelde een bestendige glimlach. Gelijk
doorgaans alle gebrekkigen, was Jantjen een grap
penmaker doch zonder de vliemende bitterheid in
de scherts, welke gemeenlijk met de geestesvinnig-
heid bij de zijnen gepaard gaat.
Jantje liet het volk eerst uitlachen. Toen lokte
de strijkstok een paar maten uit het krassend tuig,
i begeleid door de woorden kom maar bij, kom
bij mij koop maar vrij. Waarna hij de viool on
der den arm nam, beleefd zijne muts afpakte en de
toegestroomde menigte in dezer voegen aansprak.
Ge zult bemerken hoe hij meestdl in rijmen
sprak vandaar zijn naam.
Menschen en boeren, 't zijn vieze toeren, die
ik u zingen ga, ja, ja. Een lek met den strijk
stok op het snaartuig bij deze laatste woorden.
Hier zult ge zien. Wat zult ge zien De amazo
nen met een lijf als pijpsteelkes zoo dun? Neen, ge
zult zieu eene oude kennis, Pierlala sa sa, die weer
uit zijn graf is opgestaan in zijne vliegende
vaan.
[Wordt voortgeut).