AAN 'T SCHUREN. ONZE JONGENS VAN 1798 Bismarck in Londen. Verschillend Nieuws. melfje t is nog geen vageruur maar... 't is eene hel. Primo. Jan komt's middags van het werk, Tan de tien keeren negen maal is de soep nog niet klaar en dan nog, welke soep De patatters zijn aangebrand, het huis is vol rook. Mie heeft in hare jonkheid leeren crocheteeren, dansen en pianospe len, maar patatters-jassen, soep koken dat was haar te gemeen, daar kent ze niets van. Secondo. Mie is grillig als Jan eens het onge luk heeft te denken, dat 15 franken toch wel wat veel is voor 'nen hoed, dan laat ze de onderste lip tot op den boezem hangen en wel voor 8 dagen is het slecht weer of ze zingt het lied van den stom. men keizer. In die dagen van beproeving, die zoo talrijk zijn voor de groote en kleine gezinnen, is Mie eindelijk gansch neergeslagen en moedeloos, ze laat staan wat staat en liggen wat ligt, en ze heeft te weinig godsdienst om daarin troost te zoe ken. Hoe zou ze dan een aanmoedigend woord kun nen vinden om Jan op te beuren Later komt het klein volkje voor den dag, de last wordt grooter, de vlijt en de moed wordt klei ner, het huizeken wordt zoo vuil, zoo onzindelijk, dat Jan als hij vermoeid van het werk komt, geen stoel meer vindt waarop hij zich ordentelijk kan neerzetten. Wat doet Jan? Hij gaat om zich wat op te beuren, in 't huis, waar de vrouw iedereen toe lacht voor de centen, waar 't huizeken altijd pro per is, in de kroeg tegenover, en daar versmoort hij zijn verdriet in den drank. Mannen, die van ondervinding spreken kunt, zegt eens rechtuit, is het zoo niet 't Zijn dus altijd' de mannen niet welke de eerste oorzaak zijn dat de drank hen van het spoor helpt, dikwijls dragen de vrouwen een gedeelte, een groot gedeelte dier schuld. Jongelingen, die op vaarde zijt het bootje kortelings in te stappen, opgepast en weet waar dat ze zitten en meest altijd in gevaar. Wanne. Och mensch, ik heb daarvoor zien menschen schreeuwen, maar schreeuwt alwel als g het te ver laten komen hebt, schreeuwen zeg ik, dat de tranen, naar omhoog hun voorhoofd oplie pen. Nette- Alla, Wanne, pak maar uwen dwijl t dunkt mij dat al wel is. Wanne. Ja, Nette, gaat 's wijlens nog om ne ng water, en daarmee is 't gedaan. Nette. Wij moeten toch zien da 't wel is, want 'tis dijnsdag Onze Lieve Vrouwdag, wij moe ten d'er nog op passen. Wanne. 'k Moet nog altijd peizen op de pro- cesse van 't hospitaal, dat en had ik nu nog nooit nie gezien. Nette. Als 't katholiek hier iet begint, ge meugt het zeker zijn, alla'k ga algauw om twee hakers water ft anne. Maar Nette, zou da waar zijn dat degeen die hier schuren, in den hemel ook zullen moeten schuren? Nette. Och Wanne, waar dagge gij perblik- sem na mee bezig zijt, ik houd mij aan mijne ca- techismus. Wanne. Die moesten schuren en wasschen zijn blij dat 't nog ne keer geregend heeft, na is er weer ewa water. Nette. De groenselboer te morgend lachte da zijn bretellen van zijn schouders schokten, om dat zijn loof nu met dien regen ging uitkomen, zei hij. Wanne. Alla te beter, dan is elk kontent. Nette. Uit schuren gaan is nog ne frissche stiel als 't azoo werm is gelijk d'ander week. Wanne. 't Is waar, water is frisch en gezond, maar azoo doet elk 't zijn, en azoo wint elk ietj maar die arme boeren, als 't azoo brandend heet is' en ge staat daarin te pikken geheel den dag. Nette. Maar Wanne, uw twee jongens zijn ook bij de turners, doet da t'huis azoo ook kunsten en paretten? Wanne. Zwijgt er at, als da t'huis is, 't is een eksecheeren, zondag is 't groote feest in de Patronage, 'k en weet nie hoe dat z'het die gramins wijs maken. Nette. 't Is waar, d'ons kunnen azoo ook t'huis gramoeschen maken en tuimelperten dat er ons kat bijtijd jalous van is en buiten gaat staan. Wanne. 't Is een schoon dingen, maat, die patronage, ze zijn d'er in goei handen en anders da loopt op straat. Nette. Och Heere, Wanne, zwijg mij van 't straat, als ge daar somwijlen van die wallebakken ziet, waar dat iedereen benauwd van is, en de cha grin van d ouders t zijn allemaal meest ou straat- loopers. Wanne. Zeker, de slechte kompagnies dat is 't verderf, mensch, maar z'en zoün bij mij nie moe ten afkomen zelle, mee 's avonds uit te zitten en straat op straat af te loopen. Nette. Is 'tnie om uw dood t'halen, Wanne, als ge daar zit t'huis naar te wachten en dagge niet Toen Bismarck de laatste maal te Londen was meende Sir Charles Dilke hem een genoegen te doen door hem een Engelsche bierbrouwerij te laten zien. Het bezoek duurde twee uren. Van tijd tot tijd stond Bismarck stil voor een kuip versch bier voor vaten oude ale of stout en telkens werd hij uitgenoodigd, ervan te proeven, aan welk verzoek hij met gratie voldeed, bij pinten vol. Ten slotte wenschten de bestuurders der brou werij hunnen bezoeker een geschenk ter aanden- kmg aah te bieden. Zij brachten hem in een salon, waar op een tafel een prachtige bierpul met twee zilveren handvatsels stond, welke ruim twee liters kon bevatten. Die werd nu volgeschonken met oude ale en den Vorst aangeboden. Aan de anderen werd het bier gereikt in metalen kroezen als gewone men schen die bezigen. Bismarck zei toen zacht in het Fransch tot Sir Charles Na al wat men mij reeds liet drinken was ik op zoo'n proefstuk niet verdacht. Maar men zal met kunnen zeggen, dat een Duitscher bang was voor Engelsch bier. n Daarop vatte hij het drinkgevaarte, waarop zijn naam stond gegraveerd, bij de handvatsels, dronk het zonder afzetten ledig, bedankte zijne gasthee- ren en ging heen. Hij wilde op straat niet in een rijtuig gaan, maar liever wandelen. Het was zeer warm en de Vorst leunde zwaar op den arm van Sire Dilke, die, naar hij later vertelde, den Duitschen staatsman den adem hoorde uitstooten als een blaasbalg. Bismarck sprak nietmaar toen zij bij London- bndge aankwamen, bleef hij plotseling stilstaan, keek eemgen tijd naar de oude steenen brug en zei toen met gesmoorde stem tot zijn medegezelHe, ik had nog niet opgemerkt, dat het een draaibriiJ was Van dien tijd dagteekent mogelijk zijné aversie van het, volgens hem, dum, faul en eigenwijs- makende bier. Casteele, dat ook weldra in asch gelegd werd. Ge lukkig is al de schade door verzekering gedekt. lMeerbeke-bij-Ninore. Ter gelegenheid van een huwelijk dat maandag alhier plaats had, hadden de inwoners der gemeente uit de stad ver scheidene kanons doen komen, om salvoschoten te lossen. Toen men aan 't schieten was, is er plot seling een dezer kanons ontploft en een toeschou wer werd in volle gelaat getroffen en op den slag gedood. Selzaete. Zondag nacht, tusschen 11 en 12 ure, is de genaamde Heuri Vereecke, 25 jaar oud, in de vaart gevallen en verdronken. Hij laat eene weduwe met drie minderjarige kinderen achter. Het jongste kind werd zondag namiddag gedoopt. Wichelen. De genaamde Constant Nachter- gaele, die sedert eenigen tijd niet meer wel bij zijn verstand scheen, is maandag morgend in zijne wo- ning opgehangen gevonden. Wetteren. Op den Boschkant is zaterdag middag de schuur van de weduwe Van Hekkebroek met eene nabijstaande strooimijt afgebrand. Het vuur deelde zich mee aan de woning van den zoon August Van Hekkebroek, die ook met gansch den inboedel en eene hooimijt de prooi der vlammen werd. Het vee werd gered. Ueaaden. Een steenbakker, Achiel Soeten, 37 jaar oud, is maandag omtrent het Klaverken in de Schelde gevallen en verdronken. NlnoTc. Een hevige brand heeft op den jenweg van Pollaere drie huizen vernield. De schaê is zeer groot. Brussel. Een jong soldaat, Jan Bocher, een Antwerpenaar, van het 2" gidsenregiment, heeft zich zondag door eene ware heldendaad onder scheiden. Langs den boulevard Barthelémy wande lend, zag hij eene kar in de vaart vallen. Hij wierp zijne bovenkleeren uit, sprong in 't water en redde eerst den voerman. Toen ging hij ten tweede male in 't water om de strengen van het peerd los te snijden om dit te redden. Eindelijk maakte hij zwemmend een^ koord aan den wagen vast en trok dezen alzoo met behulp van verscheidene oogge tuigen aan wal. plaats waar de ballon moest vallen. De Succes kwam juist in tijds de ballon raakte het water en weldra zonk de mand waarin zich drie officiers dor geme bevonden. De luchtreizigers werden gered en ae ballon werd opgeviseht. De verongelukte luchtbal was de ballon der ge nie hij was vrijdag uit den polygoon te Berchem opgestegen en de wind dreef hem zachtjes in wes telijke richting, over de stad naar de Schelde. Hij dreef zeer laag. Op de Vrijdagmarkt meende men zelfs dat hij in raking zou komen met de schouwen der buizen. Door het uitwerpen van ballast bereikte men weer eene aanzienlijke hoogte, doch boven de Schelde daalde hij weer, en wel zoodanig dat hij bijna m aanraking kwam met het tuig van het ver trekkende engelsche viermastschip Walter H. Wusoit. Dit hadde erge gevolgen kunnen hebben maar de zaak liep goed af. De luchtreizigers dre ven in de laagte voort, denkelijk met het inzicht te Calloo te ankeren. Maar de ballon daalde voort durend tot hij eindelijk in de Schelde lag, eer Cal loo bereikt was. Gelukkig werden de luchtreizigers door den sleepboot gered. Bestelbergeu. M. A. G, gewezen opper- klerk van de Genie te Gent, 46 jaar oud, was naar Antwerpen gekomen om werk te zoeken. Daar zijne pogingen vruchteloos gebleven waren, kwam hij vrijdag te voet van Antwerpen terug en ging in de herberg der wed. Bracq, te Destelbergen-statie een borrel drinken, die hij niet betaalde. Hij begon' brieven te schrijven. De herbergierster gin°- met haar werk voort. Kond 1 uur, terwijl zij zich op en koer bevond, hoorde zij opeens een schot. Zij liep de herberg in en vond M. A. G... de borst met een kogel doorschoten, op eene bank liggen zijn hemd begon te branden. De vrouw riep om hulp haar zoon kwam toegeloopen en doofde 't vuur uit' Een geneesheer heeft het overlijden bestatigd De revolver was nog met vijf kogels geladen. M G laat eene weduwe en twee kiuderen achter. R T *iij Lieven Schepeus, wonende Kattenhoek, is donderdag een zevende zoon gebo- rt>n Instorting tc Harirniont. Vijf werklie den waren in eene glasblazerij bezig met het ma ken van eene galerij voor den afloop van het wa ter, toen eensklaps het welfsel instortte en de werklieden onder de puinen begroef. Een glasblazer, die boven het instortende gewelf arbeidde, bon zich redden. Eene ploeg van 70 arbeiders zoekt naar de slacht offers, waarvan er eerst slechts twee gevonden wer den. Beiden hadden opgehouden te leven. Een meter verder vond men de anderen, allen als eene klis aan elkander geklemd. Het parket doet een onderzoek, om de verant woordelijkheid vast te stellen. Het ongeluk heeft in de streek veel ontroering verwekt. DOOR PATTYN, priester. 30 -))))§((((- Wij streden voor 't behoud van eigene zeden, van kerk en altaar. Mocht de priester, of beter moest de priester die ons doopte, die ons onder wezen had voor onze eerste communie, die ons morgen trouwen zou, indien het God beliefde ons behouden naar huis te brengen, moest hij die aldus de heugelijkste gelegenheden van het leven vóórzat daar ook niet zijn om onze dooden te zegenen op het slagveld Later hebben wij wel meer geestelijken zich al dus in onze rangen zien vermengen als aalmoeze niers, nergens echter als eigenlijke bevelhebbers der troepen. Deze hier was Huveneers, oud pastoor van Haesendonck, een man als een lammeke Gods zoo zacht van gemoed, 't Was goed te zien dat hij zijn ambt van kaporaal-onderwijzer slechts als een drukkenden plicht aanveerde, want die kommandos van rechts, links, rechts... schoudert 't geweer... vuur... pasten op dat gulle, joviale vollemaansge zicht even als tandpijn aan een kermistafel. Kapitein Sluyts groette ons op militaire wijze, gaf eene schuddering aan zijnen ransel en verdween achter den hoek van de straat. Toen waarschuwde Slcidlngc. Dinsdag voormiddag had de vrouw van PieterBlanckaert, op hetZwaantjen, eenen ketel kokend eten voor de verkeus in eene kuip gegoten. Terwijl Z!j eens tot in haar huis was gegaan, was haar driejarig zoontje de kuip gena derd om er aardappelen uit te halen. Het kind is er met de handen en het hoofd ingestuikt en heeft zulke schrikkelijke brandwonden bekomen, dat het dinsdag nacht overleden is. Velsicque-Rnddcrshove. Woensdag rond 5 ure namiddag, ontstond er brand in de woning van den landbouwer Alfons Verlinden, in de Pad- destraat. De vrouw was alleen thuis. Het vernie lend element breidde zich zoo spoedig uit, dat het onmogelijk was aan blusschen te denken.' Het vee is kunnen gered worden. Van daar en op eenige oogenblikken breidde het vuur zich uit tot in het naburige huis, bewoond door Emmanuel Van de ons pastoor Huveneers dat hij aanstonds beginnen zou met de uitdeeling der wapenen uniformen waren er niet. Men kon ze ook best missen. Of de ze die eenen Franschen neervelt een rooden jas of een blauwen kiel draagt maakt weinig uit, zei onze nieuwe commandant, 't voornaamste is dat de vij- and een man minder zij. Frans Heyvaert riep 't appél. Ieder van ons trad op zijne beurt uit 't gelid en kreeg eene patroon- tesch, sabel, bajonnet en geweer met twintig pa tronen per man. Men hing het een en het ander over buis, kiel of jas. De waarheid dwingt mij te zeggen dat wij met onze slijkerige kleederen, plat getrapte schoenen en vilten mutsen er juist'uitza gen lijk eene bende roovers. Ik kreeg eerst niets dan eenen sabel in mijne hoedanigheid van trom melslager doch Koo Teunis had een oud geweer, uit den tijd der Vijgen, zoo lang en zoo zwaar dat hij er onder gestopen ging. En daar de patroon- tesch hem bijna op de hielen hing, weospast.Huve- neers hem hoe hij de riemen moest inkorten. Ik kon mij niet weerhouden te lachen, alhoewel' al dat wapentuig van sabels, bandeliers en patronen mets geestigs vóórspelden maar alles ging hier zoo broederlijk, zoo gemeenzaam, zoo gansch in familie. Iets wat ik ooit niet mag vergeten was dat men ons allen het wit stuk doek op de borst spelde waarvan ik u reeds gesproken heb het lapke met hetroode kruis voor kocarde. Ongeluk in dc kalkgi-oef van Lfeunes. Zaterdag morgend is in de kalkgroef van Linnes, bij Ciney, een vreeselijk ongeluk gebeurd. Twee werklieden waren bezig eene mijn gereed temaken, terwijl negen anderen niet verre van daar werkten. Onder den invloed der warmte ontplofte de mijn te vroeg, en de twee werklieden werden tot eene hoogte van 40 meters in de lucht geworpen. Zij kwamen verpletterd op den grond neer. Vier andere werklieden werden gedood door neer vallende steenbrokken en de vijf anderen bekwa- men zware wonden. Werkmaterieel en al wat zich daar omtrent be vond, werd als door eene aarbeving onder elkaar geworpen. Een bnllnn in dc Schelde. Een ongeval dat erge gevolgen had kunnen hebben, gebeurde vrijdag namiddag, rond 4 ure, ter hoogte van Cal loo. De sleepboot Succes kwam met een rhijnschip de Schelde opgevaren, toen de kapitein, M. Der- gus, een ballon met buitengewone snelheid zag da len. Een ongeluk voorziende, deed hij de rhijnboot los maken en vaarde met vollen stoom naar de St-Ciillia. Dinsdag avond wilde een politiea gent, in de Turkijestraat, tusschen een huishoude- lijken twist komen. De man bracht den agent een slag met eene flesch op het hoofd toe. De agent verloor veel bloed uit eene ijselijke wonde. Twee heeren droegen den gekwetste op den koer en dien den hem de eerste zorgen toe. De agent werd ver volgens in bedenkelijken toestand naar zijne wo ning overgebracht. Een opziener en een agent van P° ie kwamen toegeloopeu en verzochten den da der hen naar het kommissariaat te volgen. De ke rel greep twee syphons en zegde tot de agenten indien gij een stap vooruit doet, sla ik u den kop in 1 De agenten gelukten er met de grootste moei te in den kerel te ontwapenen en op te leiden. En dan: «met rotten, rechts... naar't oefe ningsplein... marsch ging Huveneers roepen, toen een naderend klaroengeschal ons allen deed opkijken. Ha, daar hebt ge Eelen die uittrekt met de jongens 1 hoorden wij hem zeggen. Hij deed ons tegen den muur van 't klooster scharen om de boeren vrijen doortocht te laten. God, wat heb ik er zien voorbijtrekken in dien helderen October morgen. Er kwam geen einde aan den optocht. Te recht mag men zeggen dat alle dorpen en vlekken uit de Kempeu hier vertegen woordigers hadden, alsook alle standen uit de maatschappij. Er waren jeugdige, frissche wezens en ook bruingezengde tronies vol rimpels van' den veldarbeid. Heeren stapten nevens boerenknech ten, men kon ze gemakkelijk herkennen aan hunne kleederdracht, die dezelfde gebleven was onder de wapenen. Iets wat mij alras trof was het gemis aan grof geschut. Ik zag niet één enkel kanon in dien langen stoet. En het heeft wel gebleken later dat zulks eene gioote leemte was, want iederen keer dat de boeren op het punt stonden den zege te be halen, hadden de Franschen slechts de kanonnen te laten spreken om den kans weer in hun voordeel te doen keeren. Vooraan reed een jonge boer te peerd, een man als een reus zoo breedgeschouderd en fier als een koning, omdat hij de vaan droeg: het aloude vaan dei der gilde van Rhetorica, zei pastoor Huveneers i ni|7A Men schrijft ons LCUaC. Maandag 11* September zal het bisschoppelijk gesticht van Leuze zijnen 68st» verjaardag viereu. Een uitnoodigings- f aan elteu oudea Leerling door het comiteit gezonden geweest. Nochtans had den eenen of den anderen van hen hem niet ontvangen, wij smeeken hem, het tegen woordig bericht als eene uitnoodiging te aanzien en zijnen naam kenbaar te maken aan Mijnheer Mou- lart, bestuurder van het gesticht, wie hem met ge noegen een toestemmingsbewijs zal zenden. Feestmaal om 1 ure. Herinneren wij ook dat denzelfden dag de aan gehechte landbouwschool vau het gesticht hare 55- jarig bestaan zal vieren. Deze school, de oudste van België, was al be gunstigt door het bestuur in 1845 en de Minister Rogier vereerde ze door een bezoek in 1849. In 1894, Mijnheer De Bruyn minister van land bouw, willende openlijk de achting bewijzen die hij draagt aan het onderwijs dezer school, stemde toe zijn vijftigste verjaringsfeest voor te zitten feest die in het geheugen van al die er tegenwoor dig geweest zijn onvergeetbare en uitmuntende ge heugens liet. ons. Onder de manschappen liepen er ook eenigen met een linnen verband om het bleeke, pijnlijk staande aangezicht. Zeker gekwetsten uit den aanval op Leuven, dacht ik. En onwillekeurig moest ik huiveren 'twas de eerste maal dat ik gekwetsten te zien kreeg. Wie weet, misschien voordat er eene week voorbij was zou Wilhem Hoe ven aldus ook toegetakkeld loopenwel te ver staan indien hij zich niet iets veel ergers op den hals haalde dan eene lichte schrab. Mijn blik kruis te dien van kapitein Sluyts die neveus ziju regi ment opstapte. Hij groette glimlachend met een zwaaike van de hand. Weinig was ik er op be dacht dat wij voor eeuwig afscheid namen op dit oogenblik want nooit meer heb ik van den braven man hooren spreken.Hij zal ergens in den brand te Herenthals omgekomen zijn. Wij zagen ook eenen priester te peerde, aan wieu pastoor Huveneers de hand ging drukken. Als hij terugkwam, zei hij ons dat het Gwyde Deprez was, pastoor van Duffel vroeger, nu oppeialmoezenier van 't leger der Vlaamsche hoeren. Eindelijk kwam Eelen aangereden, omringd van zijnen staf, indien dergelijke naam wel toepasselijk is op mannen lijk Meulemans, notariszoon, Cra- beels, drukker en herbergier. Wel was Eele'n nog niet tot algemeene bevelhebber uitgeroepen maar toch voerde hij het hoogste gezag uit. Wordt voortgeut).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1899 | | pagina 2