DITJES EN DATJES.
ONZE JONGENS VAN 1798
Een arme troonpretendent.
Groote brand te Brussel.
Eugeen De Graeve (Rorique)
krijgt genade.
.m
niet in te zien, neen dat kunnen wij niet aannemen.
Veronderstellen wij eens dat dit noodlotting
stelsel in zwang kome, en bijgevolg, dat de socialis
ten aan het bewind geraken, wat zouden wij dan
zien gebeuren
Afschaffing van kloosters en geestelijke gestich
ten, vervolgingen tegen de priesters eenen
uitgezonderd) God uit de scholen gejaagd, de
rijkdommen geplunderd, de goederen verbeurd
verklaard, de kerken vernield, in een woord de
Commune van Parijs in 't groot aan ons landeken
toepepast.
Ziedaar het lief tafereeltje, geenszius overdre
ven, dat wij zouden mogen bewonderen.
En zeggen dat men als christen mensch durft
meêwerken om dien uitslag te bekomen.
Zeggen dat men de woorden van de Pausselijke
Encykliek verdraaidt en verwringt, ja zelfs de
H. Schriftuur inroept, om zijne handelwijze goed te
keuren
Ja, men heeft het meer dan eens gezegd, en
't blijft gezegd dat is Verraderij
Als zoodanig is ongetwijfeld te beschouwen
prins Victor Napoleon, die te Brussel woont en
slechts zelden in het openbaar leven zich vertoont,
om de eenvoudige reden dat het geld, om te agitee-
ren, hem ontbreekt. Wel heeft de stichter der
Napoleonische dynastie, Napoleon I, veel rijkdom
men vergaderd, maar het was meestalzoo gewon
nen zoo geronnen. Zijne methode om schatten
bijeen te brengen, bestond hierin, dat hij zooveel
geld als mogelijk was, naar Frankrijk bracht. Zoo
moesten de door hem overwonnen landen hem na
iedere nederlaag van 240 tot 400 millioen franks
oorlogschatting betalen. In zijn testament beschik
te hij over 1600 millioen franks, maar geen cent
werd uitbetaald aan de erfgenamen, die het bittere
brood der armoede moesten eten.
Napoleon III gaf zich alle denkbare moeite om
weder wat geld bijeen te brengen. Wat hij naliet,
kwam zijne weduwe Eugenie ten goede, zoodat de
overigen wederom niets kregen. Prins Victor leeft
dus in betrekkelijk bescheidene omstandigheden te
Brussel in de Avenue Louise. Zijn geheele hoop
rust op de ex-keizerin Eugenie, die verklaart heeft
dat zij den Napoleon, die den franschen troon be
klimt, 40 millioen zal uitkeeren.
Prins Victor bezit met zijn broeder Louis samen
niet meer dan 4 millioen, terwijl de Orleanische
troonpretendent over 300 millioen franks beschikt.
Van daar de levendige agitatie van den laatste en
de gedwongene werkeloosheid van den eerste in
hun aanspraken op den troon van Frankrijk.
In 1885 vroeg men aan den graaf van Parijs 80
millioen om hem op den troon van Frankrijk te
herstellen. Alsdan waren de omstandigheden gun
stig, heden zou men waarschijnlijk den dubbel
noodig hebben.
Schoon weder binst den dag, regen gedurende
den nacht! maar nog te weinig voor de velden, 't is
nog beter stillekens aan, als die stortregens en on-
weders. Gezien op een uithangbord in de stad
Wenduyne Salon van Coiffure. Zonder
Coiffeur. De artist-coiffeur heette Zonder De
keizerin-weduwe van China is ziek men beweert
dat hare ziekte veroorzaakt is door eene poging tot
vergiftiging door hare politieke tegenstrevers ge
pleegd. Een engelschman, die jaarlijks inkomen
van 12,000 fr. bezit, heeft uitgerekend tijdens zijn
gouden bruiloft dat zijn vrouw hem in 50 jaren het
sommetje van 320,000 fr. gekost had. 't En is geen
eens te veel. Eene ontploffing van grauwvuur
heeft plaats gehad in de koolmijnen van Sobole-
jewshohe, in Rusland, in den bassin van de
Donetz 28 mijnwerkers werden gedood. De
stad Leipzig is door eene groote werkstaking be
proefd. Al de schrijnwerkers, meubelmakers en
timmerlieden ten getalle van ongeveer 1200, heb
ben den arbeid gestaakt. -Let goed op, Mina, als
ge het kind een bad geeft zorg vooral dat het
water niet te heet of te koud is gebruik den ther
mometer. Kindermeid. O, maak u niet ongerust
ik heb geen thermometer noodig, ik zie het dadelijk
aan het kind als 't rood wordt, is het water te
heet, en als het blauw wordt, is het water te kond.
Een vreeslijk drama is te Wecklow, Engeland
voorgevallen M. Saint-Clair kreeg een telegram,
meldende dat zijne dochter in de badstad, waar zij
verbleef, verdronken was. De rampzalige vader
ging in zijn kabinet en schoot zich door den kop.
Welnu, den volgenden dag kwam aan 't licht dat
het telegram slechts een hatelijke klucht was,
en dat het meisje zeer welvarend was.
De bloedeloosheid, die de oorzaak is van
zoovele kwalen, (zwakte, bleekheid, hartklopping,
zenuwepijn, verval, enz.) is op korten tijd genezen
door Je Pil van Doktoor Raphaël. Prijs 1,75
Te Aalst loopen de Daensisten alle Zondagen
de stad rond voor te bedelen; over 14 dagen, was
de beurt aan het Ziekenfonds der arme vrouwen.
De geldomhaler vroeg in de huizen 1 fr. per jaar,
tot onderstand voor hunne armen paster.. £ou Pie
in zijn gazet de antwoorden durven schrijven, die
men hem in sommige huizen gegeven heeft
De Overste van het Capucienenklooster te Praag,
Pater Barnabas Weiss, vierde den 15 augusti zijn
diamanten priesterjubile. Pater Barnabas is in de
Prager muziekgezelschappen eene zeer gekende en
hoogvereerde persoonlijkheid, een man van gezag
op toonkunstgebied en zelfs een uitstekend cellist.
De stadsoverheden, de beduidendste kunstenaars,
geleerden en letterkundigen, waaronder Dr Ambros
en IF Hanslk, gingen in korps den waardigen
kunstenaar in bruine monnikspij geluk wenschen.
Tijdens de groote processie naar Lourdes,
zijn 81 processen-verbaal opgemaakt van wonder
bare genezingen, door de voorspraak van onze O.
L. Vrouw verkregen.
In strijd het met gerucht dat in omloop gebracht
werd, is er volstrekt geen spraak van de verdaging
der gcmecutckicziugctt deze blijven bepaald
op 15 October aanstaande laat onzen blauwen -
rooden-en groenen hutsepot maar komen, de buis
is al in de maak. De vlaamsche dichter Emma
nuel Hiel is Zondag te Brussel overleden.
Tijdens het vieren van eene godsdienstige plechtig
heid te Fez werden door twee kerels revolverscho
ten gelost op den Saltan van Itlnrokka. De
Sultan werd niet geraakt, maar twee generaals die
getroffen werden bleven op de slag dood. De
opschudding is groot in 't land. Wat een
oorlog kost. Wat Amerika de vernietiging der
Spaansche vloot gekost heeft, blijkt uit de volgende
statistische bijzonderheden, onlangs door het de
partement van oorlog te Washington als officieel
gepubliceerd. Alleen aan ammunitie gaf admiraal
Dewey 220,000 frank uit, toen hij de Montoj os-
vloot in de baai van Manilla in den grond boorde.
Cervera's vloot werd met een kapitaal van 5,000,
000 fr. aan ammunitie vernietigd. De Spaansch-
Ameriaansche oorlog was niettemin de minst
kostbare strijd dien de vereenige Staten tot nog toe
voerden. De verschrikkelijkke burgeroorlog van
1863-65 kostte de Vereenigde-Staten 17,800 mil
lioen fr. terwijl er 659,000 burgers op het slagveld
het leven lieten.
Walniacq die den portier van baron Osy te
Brussel vermoordde, is tot levenslange dwangar
beid veroordeeld. De kapitein Voillet en
Clianoinc twee transche officiers in Soudan dood
geschoten, worden beticht van de vreeselijkste
gruweldaden. Een neger werd onthoofd omdat hij
de weg niet konde aantoonen, een andere werd
doodgeschoten, 20 moeders met hunne kleine
kinderen werden opgehangen een stad van 10,000
inwoners werd in brand gestoken, de handen van
de doodgeschoten negers moesten als bewijsstuk
ken gebracht worden. En de franschmans heeten
zulke schanddaden de beschaving der volkeren.
Te Poperiuglie is men volop in den hoppe-
pluk. De hoppe is goed en gezond en staat aan den
prijs van 45 fr. de 50 kilos. In de streek zijn 2000
hoppeplukkers te kort. Do pluk zai geheel de
maand september duren.
De daizcndcu personen die er gebruik van
maken, zijn het eens om te verklaren dat de Wal-
théry-Pil een zacht purgeermiddel is, gemakkelijk
en het meest doorslaande voor het onderhoud der
gezondheid en de tegenwerking van slijmen en ge
zwellen.
DOOR
PATTYNpriester.
34
In allen gevalle de kogels van den vijand moeten
veel ledige plaatsen in den rang der boeren-officie-
ren geschoten hebben want toen Eelen twee da
gen later ons troepke toevallig gewaar werd ging
hij regelrecht op Frans Heyvaert los, drukte hem
vriendelijk de hand en zei luid genoeg opdat ieder
een het hooren zou
Heyvaert, ik stel u aan als kapitein om uw
moedig gedrag te Herenthals straks ontvangt ge
verdere orders.
Van eenvoudigen soldaat in eens tot kapitein
veroveren, wij Boschloonaren waren niet weinig
fier over onzen hoofdman
Kom, kom, bejegende Gij gemoedelijk, maak
zooveel omslag niet met mijnen nieuwen graad.
Kapitein of simpel soldaat 't is al voor dezelfde
zaak, met hetzelfde hart. Laat er ons liever eene
teug op zetten.
Hij bezat nog eenige kronen van baron van Meer;
wij liepen die in den naasten kroeg op de gezond
heid van onzen nieuwen kapitein verfeesten.
Corbeels was met eenige honderde boeren hoo-
ger op in de heide naar Lichtaart afgetrokken, Ee
len schuilde tijdelijk in de naaste bosschen tot dat
hij een weioig van dien harden schok hersteld was.
Ons klein troepke, zijnde allen versche mannen
die nu genoeg geoefend waren in de handeling der
wapenen, kreeg orde de bende van Gwyde Deprez
te gaan versterken te Duffel.
Vooraleer Aerschot voor goed te verlaten, wilde
ik Betjen en hare moeder nog eens gaan bedanken.
Die menschen waren oprecht lief geweest voor mij,
laat ons maar zeggen moederlijs. Zij hadden mij
van de wanhoop gespaard in een eersten oogenblik
van moedeloosheid. Ik zwoer hen nooit te verge
ten. Het ouwke weende wanneer zij mij op den dor
pel eene laatste maal de hand drukte. Indien ik
terug keer, verzekerde ik haar, kom ik langs hier
u nog eens groeten, moederke.
En waarom zoudt ge niet terug komen, Wil-
hem, berispte Betje, wat God bewaart is wel be
waard
Of het meiske wel zoo gerust was als zij het uit
gaf, over den goeden uitval der campanje wat mijn
persoon betrof valt straf te twijfelen. Maar zij had
er zóó het handje van om haar volk, zelfs in de
beroerdste'orastandigheden, eenen riem onder het
hart te steken Niet zoohaast ben ik te Boschloo
teruggekeerd of ik heb vader aan die lieden eenen
brief doen schrijven. Later op eene reis naar
Duitschland ben ik te Aerschot afgestapt, opzette
lijk om met Betje nog eens een paar uren het ver
leden te herleven
Een voedcriuagaziju vernield.
Vrijdag avond, tegen 9 uren zag een soldaat
van het eerste gidsenregiment, die op schildwacht
staat aan het magazijn der militaire bedden, te
Etterbeek, Brussel, eene groote klaarte door de
ruiten van het tegenoverstaande gebouw, dat tot
voedermagazijn voor het garnisoen dient.
Niet twijfelend of er was brand ontstaan gaf hij
het alarm en weldra hoorde men in de kazernen
der beide gidsenregimenten de alarmsignalen
blazen.
Overal werden de manschappen bijeengeroe
pen terwijl de pompiers van Etterbeek verwit
tigd werden, begonnen de soldaten zelf reeds met
de eerste reddingswerken, onder de leiding van
talrijke officiers en onderofficiers.
Öp dit oogenblik leverde de brand reeds een
schrikverwekkend schouwspel op. Het gebouw,
30 meters breed en 65 meters diep was van bo
ven tot onder gevuld met strooi, hooi, haver en
zemelen. Nog denzelfden dag was er 80,000 kilos
haver binnengebracht.
Ook woedde het vuur met onweerstaanbare he
vigheid en met levensgevaar zag men soldaten
eene groote hoeveelheid strooi naar buiten wer
pen, op de afgesloten binnenplaats van den be
stuurder.
Men begrijpt echter gemakkelijk dat dit nutte
loos werk was, daar de uitslaande vlammen wel
dra ook dit geredde strooi aantastten, en deze
staken op hunne beurt het vuur aan eene houten
loots, in welke ook nog eene hoeveelheid voeder
geborgen was.
Van dit houten gebouw bleef weldra niets over
dan een brandende aschhoop. Het stortte in, met
gevaar van al wat er omtrent stond te dooden.
De pompiers van Etterbeek waren weldra ge
volgd door die van Brussel. Vervolgens kwamen
die van Auderghem en Elsene en met vereenigde
krachten poogde men den brand te overmeeste
ren. Doch 't hielp niet. Er bleef nog slechts ééne
zaak over de omstaande huizen te beschermen.
Het tooneel werd hoe langer hoe verschrikke-
kelijker. Ook kwam allerwege de menigte in
dichte scharen, te voet en per tram toegesneld,
zoodat de gendarmerie en de soldaten moeite
hebben, 't volk op afstand te houden, hadde niet
de groote hitte zelf, de nieuwsgierigen tot achter
uitblijven gedwongen.
Binnen het gebouw zag men, te midden der
vlammen de gloeiende ijzeren balken plooien on
der de groote hitte, de drukking van de reeds
wankelende buitenmuren, en 't instortende dak.
De kornissen brandden en vielen te midden
van eenen stroom gesmolten lood naar beneden.
Niet ver van het brandende gebouw staat de
kazerne der artillerie, bij welke zich een kardoe-
zenmagazijn bevindt, met plat dak.
Dit dak werd dadelijk onder water gezet, op
dat de vuurregen, die bestendig neerkwam, niet
eene nog grootere ramp zou veroorzaken.
Van het voedermagazijn blijft op dit oogen
blik niets meer over dan puinhoopen.
Er waren vroeger twee afzonderlijke zulker
magazijnen. Nu had men den dienst voor het ge
heele brusselsche garnizoen hier samengetrok
ken. Dit maakt dat nu ook het geheele garni
zoen, bevattende ruim 2000 peerden, zonder
strooi of voeder zijn, zoodat men dadelijk naar
Leuven, Antwerpen en andere garnizoensteden
om het noodige heeft moeten telegrafeeren.Daar
enboven hebben de gewone levranciers last ge
kregen om al wat zij bezitten onmiddelijk af te
zenden.
De ramp wordt toegeschreven aan het broeden
van het versch ingebrachte hooi.
De schae moet verscheidene honderdduizend
franks bedragen.
Goede, brave meid, ze was jong gebleven zooals
ik en 'k geloof wel hadde Wilhem Hoeven ooit
den minsten zin in trouwen gehad, hij ware met
Betjen in één bootje getreden
In goede orde en op stap trokken wij de markt
voorbij mijn trommel regelde den marsch. Vele
burgers kwamen op hunne dorpels staan, anderen
keken nieuwsgierig achter hunne ramen allen
knikten ons goede reis toe. Pastoor Huveneers gaf
ons een laatsten zegen hij moest naar Meerhout,
zei hij, waar van Gans en den vijand niet weinig
spel leverde.
Een luidruchtig leve pastoor Huveneers be
dankten den weerden man voor zijne toewijding ge
durende deze laatste dagen, waarop hij insgelijks
vol geestdrift den steek in de hoogte zwaaide en
riep leve de jongens
Wat voor een prachtige dag te weeg voor wien
zich het bloed door eene fiksche wandeling zoekt
op te frisschen. In den nacht had het fel gevrozen;
de grond klonk hard als been onder onze stappen.
Aan ieder graske langs den weg, aan ieder taksken
in de hoornen reeg de rijp een pèrelensnoer en nu
deed de opstaande zon, spelend in dit kantwerk
van maagdelijken glans, de heele vlakte pinkelen
en winkelen. Ik weet niet wat voor een gevoelen
van jeugdigen geestdrift, wij hadden lekker gesla
pen, in eens onze harten aangreep, want de heele
kompanjie als één man hief het Lied van 't Patrió-
tiek aan, terwijl wij den loop van den Demer volg-
De fransche minister van zeewezen heeft den
zeeprefect van Brest bericht gezonden, dat aan
Eugeen De Graeve, gezegd Rorique, die in 1893
door de zeerechtbank van Brest ter dood veroor
deeld werd voor zeeroof, de rest van zijne straf is
kwijtgescholden.
De straf was, zooals men weet, in levensduren-
den dwangarbeid veranderd. Eugeen De Graeve is
op 't oogenblik te Cayenne.
Men weet dat zijn broeder Leo nee eenige maan
den geleden op de galeien gestorven is. 't Is inge
volge het aandringen van het Brusselsche Comi-
teit, dat M. Loubet het bevel tot invrijheidstelling
geteekend heeft.
Het nieuws is in ons land met algemeene vol
doening ontvangen.
De parijzer Matin geeft nu eenige terugblikken
de bijzonderheden.
Op 8 december '93 veroordeelde het zeegerechts
hof te Brest, tet de doodstraf, de zich noemende
gebroeders Joseph en Alexandre Rorique, wegens
zeeroof en doodslag en sprak op dezelfde punten
den kleurling Mirey vrij.
Wie eigenlijk de twee broers waren, wist men
niet. Voor de eer hunner familie, wiens naam zij
niet voor 't gerecht wilden gesleurd zien, hadden
zij stelselmatig hunnen echten naam verzwegen.
Eerst het volgende jaar, op 3 meert 1894, kwam
een nieuw vonnis uit met den waren naam der twee
beschuldigden Joseph Rorique was eigenlijk Eu
geen August De Graeve en Alexander Rorique,
Léonce Jaak De Graeve.
Op het oogenblik hunner veroordeeling waren zij
snikkend in malkaars armen gevallen.
Moed, broer sprak de jongste der veroor
deelden God zal eens die rechters vonnissen, zoo
als zij ons gevonnisd hebben.
Eugeen en Léonge De Graeve waren geboren te
Oostende, waar hunne familie zeer geacht was.
Dit was men intusschen te Brest, met den waren
naam der veroordeelden, te weten gekomen.
Op 10 meert 1895 veranderde president Carnot de
doodstraf in levenslangen dwangarbeid op 28 Ju
ni '97 verminderde president Faure hunne straf
tot 20 jaar.
Er was intusschen in Frankrijk en in België eene
groote beweging ontstaan ten voordeele der gebroe
ders De Graeve en, gelukkiger dan eene andere
meer geruchtmakende beweging, die veldtocht
bracht mannen van alle denkwijze bijeen.
Zij verzamelden een dossier dat voorzeker de
rechters van Brest, zeelieden zooals zij, zou getrof
fen hebben, hadden zij het in 1893 gekend.
In januari 1871 redde Léonce De Graeve, kapo-
raal-fourrier bij het 1° linie, een soldaat die in de
Spierevaart was gevallen en kreeg voor dit feit de
strepen van onderofficier en de medalie.
In 1874, te Luik, eene nieuwe medalie voor een
feit van moed en zelfopoffering.
In 1883 eene derde medalie, hem bij koninklijk
besluit toegekend, om ten ge vare van zijn leven,
een engelsch matroos te hebben gered, die in een
der dokken te Antwerpen was gevallen.
In 1885, in belgisch water, redden de twee
broers, op eene hun toehoorende stoomvischsloep
den kapitein en 12 matrozen van eene op het strand
geslagen noorschen driemaster en zij ontvingen
daarvoor van koning Oscar eene gouden med tlie.
En den 14 augusti 1886 kent koning Leopold
hun beiden het burgerkruis toe voor de redding
van 11 noorsche schipbreukelingen.
Laat die mannen avonturiers zijn, maar moeilijk
is het er piraten van te maken
Het is nu 6 jaar geleden dat de twee gebroeders
veroordeeld wenden. Léonce De Graeve is gestor
ven op de galeien moeder De Graeve is te Boom
gestorven van verdrietthans is het uur der vrij
heid voor Eugeen aangebroken.
Eene gebeurtenis heeft de genade verhaast. Ee
ne sloep met veroordeelden op de galei was gekan-
den.
Zwijgen gebood kapitein Heyvaert plotse-
Ginds, aan den omdraai der straat, dwarsten een
tiental hoezaren te vierklauw de straat, het eene
bosch uit het ander in. Eenige oogenblikken later
hoorden wij een hevig pelotons vuur, langs den
kant waar de Franschen de boschdreef ingestormd
waren. Waarschijnlijk werden zij door de boeren
aldaar verrast.
Overal werd er gevochten. Links en rechts ver
namen wij hier 't gedommel van 't kanon daar sal
vos van geweerschoten. Wel mocht men zeggen dat
het heele Kempenland van Leuven tot aan Achel
slechts één groot slagveld was.
Verscheidene andere troepkes boeren, die in de
eene of de andere schermutseling verslagen en ge
vlucht waren, kwamen zich bij ons aansluiten al
dus stond kapitein Heyvaert weldra aan het hoofd
eener tamelijke groote bende. Als 't zoo voort
gaat, zei Koo Teunis die er fier om was, vormen
de Vlamingen straks nog een leger op hun eigen
uit.
Gij hebt alzoo menschen die, kwestie van zelf
verdediging en vrijheidsmin daargelaten, van niets
anders houden dan vechten, kappen en kerven. Van
dit getal was Teunis hij deed niets dan zeggen,
iederen keer dat er in de verte een gedreun op
sneed van losknallend geschut
Wordt voortgezet