«Vil ALLERHANDE NIEUWS. VALLING, BRONCHIET Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen. Regent het ginder, dan druppelt het hier. LUIBRECHTS» Rhuniatlck. kwH-V i ii f l, «'A' «tv Ooi'lognieuws en ander. OjVZE JOXT.EXS VAX 1798 7. Och sprak hij, dat ruw Boerenvolk Heeft mij zwaar getrakteerd, Te Dundeé en te Glencoé werd Ik haast verrampeneerd. Te Necholsnek, daar dreven zij Mijn' ezels op de vlucht, En nu, zij rijden zelf er op, Da's 't schoonste van de klucht 8. In Modderrivier wierp men mij, Ik kwam daaruit vol slijk, Gewasschen in Magersfontein, Lei men mij op den blijk Men klopte mij te Stormberg droog, Dat 'k huilde van de pijn, Ik liep op den Spioenskop en Men klopte er op den mijn 9. 't Is jammer! sprak thansNonkel Paul, Wat zijt gij nu van zin Och sprak de djek, ik trek terug En scheep mij daad'lijk in. Ik wil die schelmen niet meer zien, Of 'k kap z' in appelmoes, Hoewel ik immer wierd geklopt, Ik blijf Victorious Zondag geraakten twee reizigers, die zich in het zelfde compartiment van den trein Brussel-Gent be vonden, in hevige woorden wisseling over den oorlog van Transvaal. Plotseling, en eer er zich iemand aan verwachtte, vlogen die Boersch- en Engelsgezinden malkandei in 't haar en eene zoo formidable bokspartij ontstond, dat op een oogwenk al de koffers en reizigers, door elkander verstrooid la gen. Eene die het niet al te vast had, deed het noodsignaal werken, en onmid- delijk stopte de trein, en de treinoverste met twee wachters gelukten er in de boksers tot kalmte te brengen. Nauwe lijks echter was den trein weer in beweging, of de bokspartij begon op nieuw en ditmaal namen er al de reizi gers, waarschijnlijk meest uit klucht aan deel. Het noodsignaal werd ditmaal zoo koortsachtig mogelijk in beweging gebracht, en de treinoverste die begreep dat hij alle vijf minuten den trein niet kon ophouden, begaf zich op nieuw naar het bepaalde rijtuig, dat nu volop in oorlog geraakt was. Aan de eerstko mende statie te Meirelbeke heeft hij de twee opperboksers die den strijd begon nen hadden met geweld op vasteu grond gezet en proces verbaal tegen hen op gemaakt. Op den trein was nu de vrede hersteld en de oorlog in eene lachpartij veranderd. Of de boksers te lande den strijd voortgezet hebben meldt de ges schiedenis niet. "Pai'lmr - Delboth. Watert gij Ir II lOil uiet tand yaü ^s_ so. Fnuiken, fnuikte, gefnuiktgelijk vloeiend regelmatig werkwoord. Hij is gefnuikt, wij zijn gefnuikt. Dat ik fnui- ke, ik zal fnuiken, wij fnuiken. Zend naar den Poucha. Malbroeok. Die kan hoog zingen, hein Die u ver smaadt versmaadt mij. V. uit Hol land. Besten dank voor uwe mededee- ling. Met onbeschaamde stoutmoedig heid spreekt hij over zaken die hij slechts oppervlakkig kent. All right. Hoe is 't mee den bol Albert kan bal len maken, en Albert mag Luibrechts was 's avonds uit de her berg van Spiegels vertrokken zonder zijn laatste glas te betalen. 's Anderdaags ging hij voorbij de her berg. Luibrechts, riep Spiegels, er staat hiernogeenpintbiervan gisteren avond. Drink ze uit, zei Luibrechts, ze zou nog wel versterven. fcr -v4-"d? 14 De geneesheer. Mijn beste heer, 'k heb u slechts eenen raad te geven leg op het gedeelte waar ge pijn hebt een pak Thermogene. Dit is duizend maal beter dan al de drogerijen en al de pleisters. Aarzel niet. v van alle landen, lelfa de meert gewone, voor priesterlijke roe pingen van arme kinderen. Kostbare godsdienstige gedenkenissen in ver wisseling gegeven* v Vraagt inlich- mq/. tingen ot eend NINOVE. Vrijdag zijn in de Geeraadberg- schestraat eenige dronken lotelingen van Meerbeke aan 't vechten geraakt met lotelingen der stad de eersten werden geklopt, doch zij kregen verster king en een nieuw gevecht ontstond in eene herberg op Herlinchove. Zekere Joseph DeTroyer werd met een hamer op het hoofd geslagen en bekwam in den schouder een messteek van 8 cen timeters diep. Zijn toestand is zeer bedenkelijk. ZELE. Zaterdag namiddag stond het paard van Achiel De Potter, bakker en voerman alhier, op de tramlijn nabij de statie. De tram kwam aan- gestoomd, en de voerman kon niet beletten dat het paard onder de wielen viel, en de twee voorste pooten werden verbrijzeld. Het dier is moeten af gemaakt worden. SLEYDINGE. M. Debaecker, jachtwachter, werd zaterdag morgend bewusteloos gevonden op de baan van Sleydinge. Hij stierf eenige oogen- blikken later zonder een woord te kunnen gespro ken te hebben. Een onderzoek is over deze geheimzinnige dood geopend. DEYNZE. In de maalderij van M. Devolder zijn woensdag drie zakken meel van eene groote hoogte op den werkman B. Verzyn gevalleD, de ongelukkige heeft de beenen gebroken en de borst verpletterd. WAARSCHOOT. Vrijdag namiddag heeft hier een kerel, in een twist, zekeren Hendrik N... met een kapmes eeu slag op het hoofd toegebracht en het gelaat doorkerfd. Het slachtoffer is in be- denkelijken toestand naar het gasthuis gebracht. Het parket heeft een onderzoek ingesteld. VRAAGT OVERAL HET LEUVElSrSIBIIElIR, der gunstig gekende ift'OHteei'ij Frans iïfuwé, A A Ij S TT. URSEL. Zaterdag morgend kwam de tram, geladen met schorreu, naar Ursel gereden. Om trent de plaats waar over eene maand de ploegbaas verongelukte, sprong de lokomotief van de riggels en reed in de gracht. Een achttal werklieden waren op den trein gelukkig is niemand bezeerd, hoe wel zij er maar konden afspringen, toen de trein ontspoord was. LOOTENHULLE. Eenige jongelingen dezer gemeente die van Aalter kwamen waar zij deelge nomen hadden aan de milicieloting, bevonden zich in eene herberg der Cyustraat te Lootenbulle, en begonnen onder elkander te vechten. De baas uit de herberg, vreezeude dat zij alles wat in zijn huis was, zouden vernielen, loste een schot, met het ongelukkig gevolg dat een persoon van Knesselare, die getrouwd is met de zuster van eenen dezer lotelingeu, zekeren Coeckeyt, getroffen werd aan het hoofd, in de rechterzijde en in een der beenen. ENGELAND. Woensdag bad te Northampton eene meeting plaats, waar M. Labouchére het woord moest voeren. De voorstaanders van den oorlog bestormden het bureel. M. Labouchére kon zich met groote moeite doen verstaan. Weldra veranderde de meeting in eene algemeene vecht partij. Men wierp met tafels en stoelen. Verschei dene personen werden gekwetst. M. Labouchére, zelf aan het hoofd gekwetst, moest zich in eene kamer schuil houden tot dat de policie de be- toogers uiteen gedreven had. Van US. J. Dresscn, pastoor-deken te Breda. Met de antislij machtige Waltherypil genees ik meer menschen dan eenen doktoor.Het is eene uitmuntende remedie, die ik nooit zal laten aanteraden. Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke- neer, De Waele, Gysselinck, en in alle apotheken. door getrokken. De policie was er kort achter en snapte ze bij de kraag die rappe abladoes waren al bezig met de kolen te verkoopen. Gestolen goed zal niet beklijven Men ziet de dieven arrem blijven. Te Southampton is een engelsch transport schip dat ging naar Afrika trekken in brand ge raakt. In Frankrijk, te Fontaine is nen elek- triekbewerker die eene herstelling deed aan den telefoonkabel door de elektriciteitdoodgebliksemd. De engelsche regeering vraagt aan het parle ment een nieuw krediet van 13 millioen pond ster ling en 120 duizend manschappen voor den oor log. 't Is beter eene brok als een brijzoling, zei Gyselink. gels aan hei WERK VAK BETHLEH EM - Montien-Moresnet (Luii), of aan Joffer Blancqoaert te Gortenbergh (Brabant). Uit Nlenw-Orteans is er ne stoomboot met 1000 muilezels en levensmiddelen aan boord naar Zuid-Afrika vertrokken. Nu spreken de engel- schen van langs nen anderen kant te probeeren, in den Oranje-Vrijstaat. De engelschen zitten aan het Drakengebergte en vandaar zouden zij eene groote heuvelvlakte doortrekken die in 't midden van Zuid-Afrika ligt. Maar daar en is het al niet veel meer gebaand als aan de Tugela. Die heuvelvlakte is sainéngesteld uit hoogten en bergten, die goed trekken op eenen reusachtigen trap vol kloven en afgronden, watervallen en rivieren die hunnen weg door dc opeengestapelde rotskrompen gebaand hebben. Gansch de streek van het Drakengeberg te levert eenen wilden en woesten aanblik op en gebaande wegen zijn er niet te vinden. Men weet dat het engelsch leger een nasleep heeft van dui- zende voorraadwagens, artilleriefoergous en kanons die bij het doortrekken van die woestenij onge looflijke moeilijkheden zal opleveren. En zijnde Boeren verplicht te wijken, zij zouden tijdens den aftocht al de bruggen en tunnels van de spoorlijn Durban op Pretoria laten springen en voor de en gelschen de eenige baan naar Transvaal onbruik baar maken. Het gouvernement van Pretoria kan, tot dit einde de 250 duizend kassen dynamiet op- eischen die in de magazijnen liggen van de maat schappij der springstoffen. Een koetsier vond vrijdag avond ne man in zijn rijtuig zitten te Else- ne, bij Brussel, die bongré malgré hem wilde doen naar 't paleis van den koning voeren. De koetsier zag dat hij met eenen zinneloozen te doen had en voerde hem naar het kommissariaat waar hij oen geneeskundig onderzoek onderging.Te Oosten de, terwijl ne voerman eenoogenblik zijn gespan alleen liet, zijn er twee kaailossers er mee van WESTREM. In den nacht tusschen maandag on dinsdag zijn dieven langs een venster van 't koor, dat zij verbrijzeld hadden, inde kleine kerk van Westrem-bij-Wetteren gedrongen hebben er zich als echte vandalen gedragen. Al wat eenige weerde had werd door de kwaaddoeners omgewor pen en verbrijzeld. Daar de kerk arm is en geene inkomsten bezit, weet men niet hoe de E. H. pas toor er in gelukken zal de schade te herstellen, die door de heiligschenders aangericht werd. i NEDERHASSELT. Maandag avond rond 5 1/2 ure vond een landbouwer van Aygem, die huiswaarts keerde, op het grondgebied van Neder- hasselt den genaamdeu Charles Louis De Lauge, 80 jaar oud en wonende in deze gemeente, be wusteloos ten gronle liggen. De ongelukkige, die op twee plaatsen den schedel gebroken had, ademde nog en werd naar zijue woning overge bracht. Het parket van Audenaarde is ter plaats geweest en heeft bestadigd dat diefstal de drijfveer geweest is dezer moordpoging. Tot nu toe heeft men geen spoor van den dader ondekt. Het rliiimatisin, de jicht en alle andere ziekten door de gal en de slijmen veroorzaakt, zijn op weinige dagen genezen door de slijmachtige Waltherypil. Nooit teleurstelling. Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke- neer, De Waele, Gbysselinck en in alle apotheken VERHAAL UIT DEN BOERENKRIJG, 53 doos* den Eerwaarden Heep Pattyu, priester. Februari speelt zijn perten, 'tis eenen hutsepot van al dat niet en deugt, regen, wind, sneeuw, flauwenza. Wat kunnen wij er aan doen De socialisten alleen met de donchisten spreken van gelijkheid, iedereen gelijk aan den dijk, iu alles, overal, waar gaan de blinden en de doo- ven dan naartoe Hoort en leest, 't Mooï gedicht Eerst hovenier, daarna bankier, Dan staatsman en dan pachter, Danadvokaat, daarna soldaat, Dan klerk, dan zwijnenslachter Dat er menschen gevonden worden die om 't profijt, voor 't geld, in 't vooruitzicht van schoone plaatskes en gloria mundi, dat aan de menschen pogen wijs te maken, dat kan men verstaan, er zijn zooveel stielen in de wereld en iedereen wint geerne zijn brood, maar hoe dat er sukkelaars ge vonden worden om dat te gelooven, en zich daar door te laten misleiden 1 Och Heere Mundus vult decipi. Maar wij weten wel met wat bedrog Men paait d' onnoozele menschen, En 'k zou voortaan maar naar de maan Al die gelijk wenschen. 't Oordegem, tegen Aalst, eene aardige ont dekking, op het kerkhof, vier voeten diep, eenen bak in hout met een lijk, onlangs begraven, naar alle apprense. Het lijk is een vreemdeling. Moe der justicia loopt heur beenen af. De influwen- za, die leelijke ertiche I Langs alle kanten scholen gesloten, zieken en lijken. De influwenza is gelijk een kopstuk der socialisten, waar het rustig is en goed, brengt hij ramoeltje en ongemak. Te Aii- derlccht, nen dief, rond één uren van den nacht, had het kiekenkot geplun derd van ne menheer Joni- aux. Deze wordt wakker door het geblaf van den hond, hij staat op, ziet den dief over den muur van zijnen h- f klauteren met eenen welge- vulden zak. Hij lost een re volverschot, en de dief nam de vlucht, zijnen buit achterlatend. Plautus zegt ieverst in zijne boe ken indien ik rechter was over de achterklappers en hunne toehoorders, ik zou de eenen doen op hangen bij de tong en de anderen bij de ooren. De engelschen hebben tot hiertoe omtrent 10 dui zend manschappen verloren en hoeveel levens vraagt dien wreeden oorlog nog hoe menig hert zit daar om te weenen, 't is ne mau, 't is ne zoon die niet kan gemist worden en dien wreeden oor log 1 't nieuws komt aan te Londen! ze worden uit- geplakt 1 zooveel dooden en zooveel gekwetsten 1 welke tortuur en de zieken wie zal ons dat zeg gen De oorlog is de baan Van rampen en ellenden; Die God tot straf van 't kwaad Op aardrijk neer komt zenden. Hij sleept na zich de pest, Den wreeden hongersnood, Waar hij zijn treden zet Voert hij alom de dood K Ik weet wat liet is, zei de dokter, ze roepen allemaal om 't zelfde, n En hij liep water putten. Toen hij echter terugkwam en ik gulzig de beide handen om den bak sloeg, keerde ik met een grooten schreeuw het hoofd om en stiet den emmer vol walg van mij af het water had eene roode tint en op den bodem lag een soldatenknoop met een stuk blauw laken aan I Het heele dorp was schoongeveegd van blauwrokken, ik zag Diets meer dan kielen en vilten hoeden die de burgershuizen binnen trokken. De torenklok sloeg plechtig en traag vijf uren. De dreef op hare heele lengte was bezaaid met lijken, blauwe kielen en uniformen al dooreen. Voorzeker zullende jongens het hier zeer heet gehad hebben doch wat gaf het hun als do victorie ten langen laatsten maar op hunnen kant bleel? Velen zongen. Over hetbrugsken in de verte, ging 't gevecht immer voortgeweerschoten knalden één voor één. 't Waren de onzen die de vluchtende Eranschen achtervolg den. Toen bemerkte ik hoe er vóór de kerk, op het pleintje, waar ik de Fransche kanonniers een stuk grof geschut had zien stellen, hoe er daar een groep oversten aan 't parlesan ten stond, waaronder aanstonds de gulle tronie van pastoor Huveneers mijne aandacht trok. Hij was druk in gesprek met een jongen, krachtigen man, een bruinen met kortgeknipte haren en zwarte oogen die er alles behalven gemakkelijk uit zagen. Met den eenen voet reeds in den stijgbeugel van een prachtig groot, wit paard liet bij zich den linkerarm in eenen braagband omwinden, en schreeuwde daarbij vau ongeduld, ais eene trompet, dat men het kanon zou medenemen. Deze die de wonde verbond smeekte hem te vergeefs een weinig geduld te hebben. Hij schreeuwde nog luider. Op een teekeu van hem begonnen de trommels den aftocht te slaan. Lang zaam stierven de geweerknallen weg, terwijl heele klissen jon gens al zingend en jubbelend de brug weer dorpwaarts opstap ten. Die bruine daar op zijn paard, zei Joseph mij, da's An- toon Constant van Roux-Miroir met de jongens van Alken, Thienen, Hamme-Mille en Jodoigne... We trekken samen naar Hasselt... Ge moogt den man eene ferme keers branden; zonder onze tusschenkomst ware er niet één onder u levend uit den valstrik geraakt. Met innige vreugde ging ik de hand van pastoor Huveneers drukken. Hij sloot mij in zijne armen. Ha, braaf Vlamingske, zijt ge daar Dat doet mij waar lijk plezier... Ik vreesde dat gij ergens ginder gebleven waart. Hij lichtte droomond den blik noordwaarts op, naar de blauwe heide, waar heelo zwermen raven boven de lijken der onzen van vreugde krassend dwarrelden. XL Hoe wij te Hasselt verpletterd werden. Toen wij Hasselt bereikten, in den morgen van den 4d8n De cember, vonden wij de stad reeds bezet en verschanst door Van Gansen. In goede orde, met fijfers en trommels aan de spits, trokken wij de hoofdstad laugs de baan van Sint-Trui den binnen, als zijDde deze uitweg de eenigste nog vrij. Van Ganson had in allerhaast een goed deel der kassijde in stad doen opbreken om met de steenen, met oude wagens, mest en aarde de andere poorten van bolwerken te voorzien. Die van Sint-Truidea zou alleen open blijven een goede veldoverste houdt rekening van alle mogelijke kansen, zelfs die eener volledige nederlaag. Daar lieerschte dezelfde verwarring als te Diest, den mor gen onzer aankomst, maar niet meer dezelfde geestdrift. De taaiste illuzic, hoe vast ook in onze ruwe zielen gespijkerd, moest wijken voor de harde mokerslagen der ondervinding. Onze aankomst nogtans, het zicht der Waalsche broeders, onder het geleide van Antoon Constant de Roux-Miroir, deed de hoop een oogenblikske weer opflikkeren in de harten. Hun manhaftig uiterlijk boezemde vertrouwen iu. Iedereen dacht 't zijn versche troepen... ze hebben nog al hunne kracht... wie weet, gaat Onze Lieve Heer zich door hunne tusschen komst niet eindelijk over ons land ontfermen. Generaal Constant de Roux-Miroir bijzonderlijk bracht den besten indruk teweeg en ik moet bekennen dat die jonge, krachtige man, met zijn edel, dieppeinzend gelaat, zijnen arendsneus en zijne zwarte oogen, scherp als vliemen, gelijk hij daar voorbijreed, keersrecht, op het hoog, wit paard, on beweeglijk en ernstig als eeu marmeren beeld in 't gejubel eener blijde intrede, dat hij zelfs in den staf van eenen ko ning niet zou misplaatst geweest zijn. Te Hasselt vond ik Frans Heyvaert terug. Buiten eenen sa belhouw in de wang was onze hoofdman er ook heelhuids van tusschen gekomen. Natuurlijk was 't gebeurde met Jan Bral op de verlatene pachthoef het eerste wat ik vertelde. Met Gust Hermie dat maakt dus drie Boschloonareu, zei hij voor alle lijkrede. Dien hadden ze vinden hangen, dood, in de schouw eener boerenkeuken aan eene van die zware schuifkettingen waar de meiden de ketels met beestenkost aanhakken boven 't houtvuur Zijne bloote voeten, tot ééne kool verbrand, hingen slechts eenige duimen van de vuurplaat af. Wat er eigenlijk in dit huis was omgegaan zou nooit iemand te weten komen. Men vermoedde enkel dat de Franscheu den sukkelaar had den gevangen genomen en hem, bij een aanhoudend weigeren hun het geheim onzer schuilplaats te verklikken, de vreese- lijke foltering der voetbranders hadden toegepast. Vroeger deden zulke historiën ons schudden en beven. Frans Heyvaert sprak nu op een even koelbloedig toontj en alsof er kwestie was van zon en regen. Ach, wij hadden zeiven reeds zooveel doorstaan Id den namiddag liepen wij de vestingen bezichtigen. Daar de streek hier plat is, zagen wij heel ver, in de richting van Maastricht, eene smalle lijn van bivakvuren tegen den grau wen gezichteinder opflikkeren. Daar legerde Jardon anders scheen de streek vrij van soldaten. Kapitein Heyvaert kon zijne verwondering niet genoeg lucht geven sedert drij dagen waren de troepen van Jardon geen haarbreed genaderd. DeFranschen zullen ons vergeten hebben," lachte hij gedwongen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1900 | | pagina 2