m.
VALLING, BRONCIIIET
Lede en den Oorlog.
Rampen, Misdaden en Malheuren uit alle Werelddeelen.
Goeden Dag
LUIBKECHTS
Khumatick.
filter goedkOOp ea rap
öpbrakel.- U ,sQch.ri-ift ons: Zondag
ONZE JONGENS VAN 1798
Dat weer dat weer Chalen, wan
neer gaat dat eindigen met dien regen
Verloren gedaan, zegt Chalen, zoolang
als men de regenklok van Leè nie en
kan doen zwijgen 't zal nog al rege
nen, 'k heb ze van de mcrgend nog ge
hoord, en... ge meuget zeker zijn Le
deen Hofstade fel, kloekmoedig en ka
tholiek volk, in de lijfwacht van keizer
Karei waren er altijd 3 man van Leê en
2 van Hofstade. Over honderd jaar, 't
was in 't jaar 1797 onder defransche
revolutie, als de kerk van Lede als
hoofdplaats van 't kanton, wierd ver
anderd in gevangenis, hare vijf schoone
klokken werden naar Aalst gevoerd en
op de groote merkt in stukken gesle
gen de meubels der kerk werden pu
bliek opgeroepen, en wierden verkocht
voor de som van 276 guldens door 18
bijzondere ingezetenen van Lede, met
het inzicht van ze voor de kerk ie be
waren. Wij laten hier tot eeuwige ge
dachtenis hunne namen volgen J. B.
Braeckman, J. B. Saey, P. J. De Bac
ker, F. Van Hauwermeiren, L. Van
Hauwermeirenf F. J Eeraan, P. F.
Verbruggheu, B. J. Verbrugghen, A.
De Lannoy, P. J. Van Landuit, A.
Vliebergh, F. Mistier, F. De KerpeJ,
P. J. Blondeel, P. J. Vermeiren, J.
Pieters, J. Van der Meulen. F. Van In-
nismed. 't Zal in 't kort stillekens
aan volle maan worden in den oorlog
van den Afrik, wij zijn aan 't eerste
kwartier, den invai in den Oranje Vrij
staat, veldmaarschalk Roberts wil langs
daar den weg vinden met zijn 40 dui
zend soldaten, generaal French zit te
Kimberley, de engelschen hebben meer
moed't is nu te weten met welke
schalke plannen dat de Boers in hunne
zakken ritten, want die Boers te La-
dysmith eten ze sedert weken veel peer-
devlecsch, en blijft het duren, er zal
nog te kort komen, 't is droef.
Komt u soms op straat of wegen
Iemand tegen,
Onverschillig wie het zij,
Jongen, wees er haastig bij
Zeg dan, met een gullen lach,
Altijd vriendlijk Goeden dag
Is hij hoog in stand verheven,
Hoor eens heven
Wees beleefd dan als gij groet,
Spaar dan nimmer klak of hoed
Zie hem aan, maar met ontzag,
En zeg needrig Goeden dag
Is hij arm, maar rijk in jaren,
Grijs van haren,
En zijn rug van werken krom,
Och draai dan uw hoofd niet om,
Zoo 'k één ding u raden mag
Zeg eerbiedig Goeden dag
Spiegels. Kapitein, ik kom u
melden dat ik van verlof teruggeko
men ben...
Luibrechts. Zoo, kiekenkop,
dat is twaalf uren te laatdaarvoor
krijgt ge acht dagen arrest.
En ik heb u eene lekkere
hesp medegebracht, die ik in de keu
ken aan uwe vrouw gegeven heb.
Nu, voor dezen keer zal ik u
niet straffen, zei kapitein Luibrechts,
maar zulke dingen mogen niet meer
gebeuren, wel te verstaan, het te laat
komen
Aan de tanden van een peerd kunt
ge zien hoe oud het is, maar aan de
tanden eener vrouw nikske I
Het spoorwegbestuur zal dit jaar
voor 8o milj. fr. materieel bestellen.
M. Karei Felu, de schilderzonder ar
men, is maandag te Antwerpen gestor
ven, in den ouderdom van 70 jaar.
De geneesheer. Mijn beste heer,
'k heb u slechts eenen raad te geven
leg op het gedeelte waar ge pijn hebt
een pak Thermogene. Dit is duizend
maal beter dan ai de drogerijen en al
de pleisters. Aarzel niet.
(els aan het
van alle landen, zelfs de meest
gewone, voor priesterlijke roe
pingen van arme kinderen.
Kostbare godsdienstige
A gedenkenissen in ver-
wisseling gegeven*
Vraagt
una
WERK VAR
BETHLEHEM
Montien-Moresnet (Luik),
of aan Juffer Blancquaert
te Cortenbergh (Brabant)
ngen ol
WOUBRECHTEGEM. Zekere Jan Van Bocx-
stael, 36 jaar oud, keerde vrijdag avond huis
waarts. Aan de pastorij gekomen, werd hij door
een kerel aangerand, die hem verscheidene klup
pelslagen op het hoofd toebracht. Het slachtoffer
viel badend in zijn bloed ten gronde. Van Bocxstael
werd door een geneesheer verzorgd, die bevond dat
het kaaksbeen gebroken was. Diefstal was de drijf
veer der aanranding. De toestand van het slacht
offer is zeer erg. De dader is nog niet terugge
vonden.
WIEZE. Op een nacht der verleden week
ontmoette een jachtwachter alhier zeven wildstroo-
pers. Een dezer laats ten loste een geweerschot op
den wachter. Gelukkig dat hij zich achter een
boom verborgen had. Niettemin werd hij door
eenige loodkorrels in de beenen getroffen. Hij was
slechts licht gekwetst en kon de aanranders op de
vlucht drijven.
FRANKRIJK. De boetstraffelijke rechtbank
van Pontoise heeft zich verleden week bezig gehou
den met de zaak der dievenbende, de aristo's
geheeten, en waarin zekere Vanderbergh, die te
Ste-Kathelijne-Waver een buitengoedje had, be
trokken is. De kapitein der bende, met name
Fulud, is nu uit het gevang van Pontoise ontsnapt
in zeer geheimzinnige omstandigheden. Men heeft
de deur zijner cel, al de deuren der binnengangen
van het gevang en zelfs de straatpoort open gevon
den. De vrouw van den vluchteling is aangehou
den.
VRAAGT OVERAL
HET LEUVENSBIER
der gunstig gekende
Urouwerij titrntcé, AAL,ST.
WAERSCHOOT. De 150 -wevers der fabriek
Sociétê anonyme de Waerschoothebben maandag
den arbeid gestaakt, omdat een hunner werkgezel
len, die tegen eene hera opgelegde boete van 25
centiemen protesteerde, weggezonden was.
BOTTELARE. Maandag heeft men alhier uit
eene gracht, het lijk getrokken van Augustien
Mathijs, 73 jaar oud, wonende op de wijk Keiberg,
te Munte.
SYNGHEM. Zondag heeft men bij Gustaaf
d'Hoolaeghe, wijk Strepe, 540 fr. gestolen.
ANTWERPEN. Onlans werd M. Lutens,
voorzitter der schermafdeeling van den Kunst
kring, tijdens eene schermoefening door het wapen
van zijn tegenstrever in den mond getroffen, dwars
door het schermmasker. De fleuret doorboorde het
gehemelte. Ondanks de beste zorgen is M. Lutens
aan de wonde overleden.
VORST. Terwijl het proces der spoorwegramp
van Vorst voor de rechtbank was had 18 dezer,
dag op dag, een jaar na die vreeselijke gebeur
tenis, bijna op dezelfde plaats een ongeluk kunnen
gebeuren, met even vreeselijke gevolgen. De
expresstrein van Calais-Brussel is door het ver
keerd plaatsen van eene wisseln. op eene locomotief
gebotst. De reizigers hebben een schok gevoeld,
doch kwamen cr met den schrik van af maar de
rijtuigen waren zoo beschadigd, dat de reizigers
per tram naar Brussel moesten worden gebracht.
Het verkeer was gedurende verscheidene uren
onderbroken.
0 o 4- voor uw drukwerk ten
bureele van ditLLJ
Schoone Doodbeeldekens.
NEDERLAND. Een veehandelaar te Bocholt
ging eene weddenschap aan om van Bocholt Daar
Rhede, afstand 3 kwartier, in 7 minuten te rijden.
Bij won de weddenschap, maar overreed daarbij
eene vrouw, die gevaarlijk gewond in het zieken
huis moest worden opgenomen, en viel zelf, te
Bocholt aangekomen, van zijn karreke en bleef op
de plaats dood.
BRUGGE. Maandag morgend gingen de
peerden, aan een voertuig gespannen, op den loop
langs den Ghistelschensteenweg, te Jabbeke. Aan
de herberg Halfwegenhuis gekomen, botste de wa
gen tegen den bierwagen van M. Declercq, van
Varssenaere die voor de herberg stond.
M. Declercq, die zelf zijnen wagen geleidde en
in de herberg zat, kwam spoedig toegeloopen en
deed alle mogelijke pogingen om zijn peerd in te
toornen, doch dit laatste door den schok verschrikt,
ging op de vlucht en wierp zijnen meester omver,
die onder de wielen viel en vermorzeld werd de
borst was verpletterd.
Niettegenstaande spoedige geneeskundige hulp,
is de ongelukkige kort daarna in verschrikkelijke
pijnen bezweken.
Be schele hoofdpij» en andere galachtige
ongesteldheden zijn altijd ïadikaal genezen door
de slijmverdrijvende Walthérypil, mits men het
gebruik ervan eenigen tijd volhoudt.
Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke-
ueer, De Waele, Gysselinck, en in alle apotheken.
BRUSSEL. De uitspraak over de spoorwegramp
van Vorst, heeft maandag plaats gebad de stoker
Carlier, en de treiuoverste Levillon werden vrijge
sproken. De machinist Paturiaux, voor wien groote
verzachtende omstandigheden in aanmerking geno
men zijn, werd voorwaardelijk veroordeeld tot 1
300 fr. boet en tot een deel der kosten, ongeveer 1
50 frank.
-L::
GENT. De katholieke studenten die maandag
rond 5 ure, van een uitstap naar Antwerpen terug
kwamen, werden aan de statie door eene bende
liberale studenten aangevallen. Deze laatsten
wierpen met pakken blauwsel. Een groep werklie
den, socialisten naar allen schijn, voegden zich
bij de onverdraagzame geuzen en riepen met hen
A bas la calotte Ilet lokaal der katholieke studen
ten, op 't Klein Turkije, werd door de policie
bewaakt.
De liberalen trokken naar de Zuidstatie waar de
studenten van Leuven moesten vertrekken. Daar
wederom werd er met blauwsel geworpen. Daar de
Leuvenaars aan de geuskens hunne gemeene
manieren wilden afleeren, werden zij door de poli
cie met den blanken sabel in de statie gedreven.
In de stad duurden midderwijl de woelingen voort.
Eene bende liberale studenten viel op den hoek
der Gouvernementstraat katholieke studenten aan
Een verwoed gevecht volgde en eenige studenten,
katholieken zegt men, werden erg gekwetst. In de
Mageleinstraat werd er eveneens gevochten.
STEKENE. Donderdag avond is er brand
ontstaan in de schuur van Erancies De Schrijver,
Prinsenstraatje. Vlas, alaam en verscheidene
kiekens en konijnen zijn de prooi der vlammen
geworden.
GYSEGHEM. Eene der jonge congoleesche
meisjes, die in het gesticht alhier opgevoed wor
den, Anna Massunga, leed aan de knobbelteering
zij is naar Antwerpen, bij hare beschermster,
Mevr. de baronnes Brown de Tiége, weergekeerd.
Bij voorzorgsmaatregel heeft men ook de andere
congoleesche meisjes doen vertrekken, om de
lokalen te ontsmetten.
i laatst 18 dezer is er hier een
schrikkelijk feit gebeurtDe tachtigjarige weduwe
De Wolf heeft men dood gevonden op 200 meters
afstand harer woning in eene weide. De arme
vrouw, gansch alleen wonende, droeg wonden aan
heide armen en eene aan den hals. Men denkt dat
men die vrouw tot die plaats heeft medegedragen
of gesleurd en ze daar levenloos heeft laten lig
gen. Er bestaat geen diefstal, doch men denkt dat
de schelmen die vrouw wel kenden, daar er over
vijf jaren verscheidene geweerschoten gelost wier
den in de richting harer hoeve. De oorzaak der
moord kan ik Ued. niet mededeelen. De vermoorde
vrouw heb ik gezien in 't bijwezen der gendarmen
der gemeente Nederbrakel, die gisteren maandag
het parket van Audenaarde verwachtten.
BrieTTan I»I. Galand, landmeter te Lyon.
Zendt mij nog 3 doozen Walthérypastillen tegen
den hoest en de maagpijnen. Ik en mijne vrouw
bevinden er ons zeer wel meê. Telkeraale wij er
moesten van nemen, was eene enkele doos genoeg
om ons te genezen. Zend mij ook eene doos slijm
verdrijvende Walthérypillen.
Dépots te Aalst MM. Callebaut, De Valcke-
neer, De Waele, Ghysselinck en in alle apotheken
NEVELE. Toen Augustien De Cloedt, land
bouwer, 70 jaar oud, wonende wijk Kerrebroek,
zich maandag avond naar zijne stalling begaf, is
hij tengevolge der duisternis, in den mestput ge
vallen en verdronken.
ST.-ANNEKE. In de huizengroep tegenover
de kerk woont Fel. Sys, met zijne vrouw
en twee kinderen.
Die man wint den kost met de jacht op het
waterwild. Eiken Dinsdag vaart hij met zijnen bot
ter de Schelde af tot aan den Doel, waar hij dan
zijn vaartuig op eene plaat zet, en daar zijne vrouw
in het vaartuig achter laat om voor den pot te
zorgen, terwijl hij met de kinderen bij laag water
op jacht gaat. De vangst is voor de antwerpsche
criée bestemd.
Dinsdag had het jongste broerken van de vrouw
hem eveneens vergezeld. En het werd donderdag,
vrijdag, zaterdag, en nog was de botter met de
jagersfamilie niet terug.
Zondag nog niet. En daar er gedurende die da
gen en nachten, vooral woensdag nacht, zware
sneeuwstormen gewoed hadden, was de familie en
heel Sint-Anneke vol onrust.
Eindelijk besloten de broer van de vrouw en
vader Sys, zich naar den Doel te begeven, waar zij
gewoon waren op jacht te gaan.
En toen zij daar kwamen, vernamen zij het be
richt dat de jager met zijnen botter tijdens den
storm op eene hooge zandplaat was geslagen, waar
bij de volgende tij geen water genoeg kwam om
het schip vlot te brengen.
En al die nachten hadden die arme lieden daar
doorgebracht in kou en angst, tot eindelijk de
oeverbewoners het verlaten vaartuig opmerkten
en het ter hulp kwamen
Hunne terugkomst op Ste-Anneke werd gevierd,
alsof zij van de Noordpool kwamen.
DENDERMONDE. De policie hield onlangs
een vagebond aan die verklaarde Jules Cattoir te
heeten. Men ontdekte spoedig dat bij een valschen
naam opgaf. Cattoir was sinds verscheidene maan
den dood. De Vagebond, een franschman die in
banbreuk verkeerde, was in het bezit van een
livret op den naam van Jules Cattoir, gepension-
neerde van het Oost-Indisch leger. De kerel had
zich onder den naam van Cattoir willen doen ver
oordeel en om later dan als Cattoir bekend te staan
en pensioen te trekken.
VERHAAL UIT DEN BOERENKRIJG,
54 doop den Eerwaarden Heer l'attyn, priester.
't Kon ook een list zijn.
Hij toonde mij de grachten waar eene dikke ijsschors op ge-
vrozen lag.
Als 't al moet tegengaan, voegde hij er droevig bij nog
een paar zulke nachten en de Franschen trekken er met peerd
en wagen over
Wij maakten den toer der vestingwallen. Welk een armoed
je te Diest zag het er prinselijk uit benevens hier. l)e kapi
tein wees mij op de wormstekige stadspoorten die met eenen
duw om inwerpen waren, op de oude muren waar sedert ja
ren de tijd aan knaagde.
Papieren schutsels, zei Heyvaert droevig gestemd zon
der de les te Diest hadde ik er misschien in mijne nuchter
heid van jongen rekruut nog eenig betrouwen kunnen in stel
len maar nu
Hij nam mij bij den arm.
Weet ge wat, voegde hij er eensklaps bij, al wat men nog
van ons kan eischen is dat wij eervol vallen
In mijn klein verstand heb ik later die groote opeenhooping
van troepen als eene fout aanzien, 'k Zegge niet, hadde gene
raal Constant de Roux-Miroir over een leger van wel afge
richte soldaten en behoorlijke vestingsplaatsen beschikt. Nu
echter was de kennis van de streek ons eenigste voordeel op
den vijand. Elk hadde moeten blijven in zijn eigen dorpke, in
kleine groepjes de vliegende kolonnen bestokend in de holle
wegen eu paadjes om even gauw, na hun vijf, zes mannen ge
dood te hebben, iu de bosschen terug te verdwijnen. Duizend
dergelijke aderlatingen konden den vijand zeer verzwakken
op de wijze der vliegen die het éen peerd eindelijk moede ma
ken.
Ik zette eens die gedachten uiteen aan Frans Heyvaerthij
antwoordde eerst niet, doch later zei hij mij
Ach, jongen, moest een mensch altijd alles van voren af
weten, niemand zou ooit iets misdoen 1 n
's Andei bndaags, den 5d'n December dus, al heel vroeg, stond
ik ergens in eene bakkerij van stad en teekende op bevel van
deu kapitein de aangeslagene brooden aan, toen een hevige
schok de koperen kasserollen en aarden schotels langs de mu
ren rammelen doet. Terzelvertijd schiet er als een roode
streep voorbij het raam. Ik vlieg naar buiten op den koer. In
de verte ratelden geweerschoten. Op deu dorpel van den win
kel bots ik tegen kapitein Heyvaert die in allerhaast naar bin
nen ijlt en roept
Gauw, verwittigde jongens dat ze medekomen, deFran-
schen zijn in stad.
Wat de kapitein gevreesd had gebeurde. Generaal Gancy,
Jardon, Lautour, Lacroix waren met hunne troepen in den
avond aangekomen uit verscheidene richtingen. Een goed deel
van den nacht hielden zij zich schuil in de dorpen uit deu om
trek om met het eerste morgenkrieken in stilte vooruit te
rukken stadswaarts. Het schemerde toen zij reeds vóór de
poorten stonden. Een peloton soldaten beproefde de draag
kracht van het ijs, 't lag zoo vast als een steenen vloér. Toen
is een eerste regiment linievolk de grachten over gegaan aan
de Kempische poort, zonder zelfs de gelederen te breken en
is in de vesting gevallen als een donderslag in een helderblau-
wen hemel.
Nu liepen we met ons vieren de straat op, de twee bakkers-
gasten in hunne hemdsmouwen en blootshoofds, 't Was nog
niet volop dag, de witte gevels klaarden langzaam op uit de
duisternis. Hier en daar sloeg een bovenraam open en toe op
een grooten schreeuw, zeker van menschen zooals wij verrast
door dien plotelingschen aanval. Uit vele deuren kwamen
jongens te voorschijn, met 't geweer ouder den arm. Intus-
schen begonnen de kanonnen hunne helsche muziek aan 't ge
ratel der geweerschoten te mengen, 't Werd verschrikkelijk I
De klokken luidden brand. Er moest inderdaad ergens een
strooien dak vuur gevat hebben, want er streek onophoudend
een roode gloed langs de daken op en af, waarvan de bloed-
vervige tint wel gemaakt was om 't geratel en 't gedommel, 't
gehuil en 't gejank, in een woord het reusachtig gegons eener
overvalleue stad gemaakt vau duizend onbestemde jammer
klanken nog ijselijker te doen uitkomen.
Van Gansen reed ons voorbij meteen tiental officieren in
de volle vlucht. Een hunner riep kapitein Heyvaert iets toe,
zwaaiend met den degen in eene bepaalde richting. Wij zagen
zijne lippen bewegen, doch 't gedruisch belette ons iets an
ders op te vatten dan
Naar de markt, naar de markt
Zij verdwenen als bij tooverslag onder 't gewelfsel eener hoo
ge poort.
Terwijl wij voorbij de kerk trokken, sloeg een houwitser
tegen den toren aan en deed een paar valluiken van het klok-
kenraam aan splinters vliegen.
Was de vijand dan ook nijdig op de steenen reuzenwachter
die met zijn bronzen mond den nood der stad uitgalmde
Wij verdoolden ergens tusschen eene verwikkeling van
smalle straatjes, in dit gedeelte van de stad waar de vijand
nog niet ingedrongen was. Nogtans 't rumoer werd al grooter,
de geweerknallen naderden. Geen twijfel of in bijna alle
straten werd gevochten.
Het kon toen zoo wat zeven van den morgen zijn de bleeke
winterzon keek: langzaam als met tegenzin de laatste nevelen
weg.
Op eens staakte het grof geschut zijn gebrul aan de Maas-
trichtsche poort.
Kapitein Heyvaert zei mij onder 't dolen
Ze zullen de poorten ingenomen hebben, Wilhem
't Kanon zwijgt omdatze bang zijn op hun eigen volk te vuren.
Allen, ruiterij eu linietroepen, allen moeten op dit oogenblik
de vesting binnen zijn.
't Was effen zoo een houwitser of drij was voldoende ge
weest om die oude wormstekige vleugeldeuren, die sedert
eeuwen niets anders meer tegenhielden dan konijnendieven
en landloopers, in den grond te bonken.
Op een pleintj e, tegen een ouwcrwetschen windmolen die
boven de huizen uitstak als een toren, was een groep Herent-
halsche jongens zich aan 't vormen. Zij herkenden kapitein
Heyvaert en droegen hem 't bevel over de bende op. Een hun
ner zou ons den weg toonen naar de markt, waar, zoo 't scheen,
het gros van 't patriottenleger samentrok.
Wij trokken een klein straatje door, stil en eenzaam als
een kloosterpand, met voor ieder huis een hofke. Die stilte