■mfi.
De loop van President Kruger.
Aalst.
HET HUWELIJKSBOOTJE.
De Militaire kwestie.
Ulrukker-Xltitigeiier
3ttti (Pan Utuffel, AapfUfstrnat, 13, tc 2lal«t.
Eene goede tijding.
Kerkelijk nieuws.
Een Godloochenaar.
Abonnementsprijs voor ganseh België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen,
t Ir* h 06 au16'? bet nummer. Pakken en brieven noeven vrachtvrij toegezonden
e woraen. AUe briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor-
«v? scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle
jastippen van hét jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be
stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs tp zenden.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
6» JAARGANG. NUMMER 30$\ J
Aalst, den 8 December van het jaar 0. H. 1900.
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij
dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3e bladz. 10 centiemen den
rögel. Annoncen op de 4" oladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. 'Voor
de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend wenden tot
het Office de Publicité, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabonrieerdeh 'b^tyben.het
r-echt een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen
volgens zal verschijnen. - Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags.
't Is een aardig ding, een bootje
Wil men een uitstapje te water wagen,
dan is men voorzichtig genoeg eerst te on
derzoeken of het bootje geen lek heeft, of
het niet te licht is en gemakkelijk omkan
telt, of men goede roeispanen heeft om te
gen den stroom op te varen.
Methethuwelijksbootjegaathet gewoon
lijk heel anders. Men springt er maar in, zonder ergens naar
om te zien. Was men er dan nog maar met een nat pak af,
dat ware zoo erg nietmaar in dit bootje heet hetpompen
of verdrinken. Is men cr eens in, dan moet men varen, of
men wil of niet, men kan er niet meer uit.
Het is by gebrek aan die voorzorgen of voorbereiding toe te
schrijven, dat er zooveel huwelijksbootjes lek zijn, dit wil zeg
gen dat er zooveel huisgezinnen bestaan, diepongelukkig zijn,
waar noch vrede, noch geluk, noch eendracht heerscht.
Zulke huisgezinnen, waar man en vrouw zich niet verstaan,
zijn wezenlijk te beklagen het is een groot, een onherstelbaar
ongeluk voor ieder, zoowel voor rijken als armen.
Voor de arbeidende klas is evenwel dit ongeluk nog groo-
ter, dewijl hrj, buiten zijn werk, in den schoot zijns huisge-
zins, zijne voornaamste uitspanning, zijne rust en zijn genoe
gen moet vinden.
Gelukkige huishoudens waar dit alles te vinden is.
In 't algemeen wordt het meisje der volksklas, de toeko
mende huismoeder, in huis of school weinig voorbereid tot de
verhevene rol, welke zij later in de maatschappij te vervullen
heeft.
Worden de meesten niet opgeleid buiten alle kennissen van
huishoudeu Wordt er door velen wel aan gedacht ze spaar
zaam, ordentelijk, werkzaam, oprecht, zedig en deugdzaam te
maken
De nieuwe richting aan het lager onderwijs sedert eenige
jaren gegeven, de stichting van huishoudscholen, bestuurd
door geestelijke of wereldlijke onderwijzeressen, doen reeds
alom hunnen weldadigen invloed gevoelen.
't Is omdat de vrouw mis opgeleid is, dat zij de hoedanighe
den niet bezit, welke hoogst noodzakelijk zijn om het huise
lijk leven aangenaam en aantrekkelijk te maken en dat er thans
zoovele ongelukkige huishoudens bestaan.
Dat iedereen m aar eens rondzie, en hij zal zien waar slor
dige vrouwen zijn.
Wat gebeurt er daar De man krijgt afkeer van zijn huis
houden 't walgt hem, en hij zoekt andere plaatsen, waar het
zindelijk is maar helaas, waar hij weldra langzamerhand aan
den drank geraakt. Die man is bedrogen aangekomen eer zij
getrouwd was, ging zijne uitverkorene flink opgeschikt, en
thansmen zou ze niet meer kennen. Haar fortuin is gemaakt,
zeggen kortzichtige buurvrouwen. Zulks is enkel aan de ver
keerde opvoeding toe te schrijven.
In een ander huis, is de vrouw lui. Wanneer de man, na
een vermoeiende arbeid, te huis komt, is hij dikwijls verplicht
nog zelf voor zijn eten te zorgen. Dit slaat hem tegen en die
tegenslag moet hij gaan afdrinken het huiselijk geluk dat hij
gedroomd had, bestaat voor hem niet, en daarom zoekt hij
buitenhuis tevredenheid en genoegen.
Niet minder ongelukkig zijn de huishoudens, waar snoepe
rige, verkwistende of pronkzieke vronwen zijn. Alles wat de
man met hard werken gewonnen heeft, om in de benoodigho-
den van het huishouden te voorzien, komt alsdan niet toe om
de grillen der echtgenoote te voldoen. Er heerscht gebrek in
huis de man verliest den moed in zijn huishouden vind hij
het geluk niet waarnaar hij haakte, en hij gaat zijn verdriet
en teleurstelling in den drank versmooren.
Veel zou er nog bij te voegen zijn bestatigen wij enkel dat
het ongeluk van vele huishoudens te wijten is aan de verkeer
de opleiding der dochters en ook wel aan de overhaasting om
in't bootje te stappen.
Is men eenmaal zoover, dan moet men varen de kapitein
wil niet werken, of hij drinkt te veel druppelkens en kan het
roer niet rechthouden, ofwel hij gedraagt zich slecht, men
werpt hem overal over boord, hij zit zonder werk, er komen
dan lekken in het bootje, schulden dringen als water binnen
al het pompen van de vrouw en den kapitein helpt niets
meer... Ook gebeurt het wel dat de vrouw kapitein wil zijn en
aan het roer zitten. De kapitein heeft niets te zeggen, en als
hij iets zegt, is het er op. De kleine matrooskens leeren al
vloeken en schimpen vooraleer zij eenen Onze Vader kunnen
bidden.
Wat nu aangevangen om niet te vergaan
Ten eerste eene goede verdeeling van de zorgen, lasten en
arbeid eene geregelde verdeeling is de grondslag van den
huiselijken vrede de vrouw de huishouding de
man de kostwinning.
Ten ttveede dikwijls den blinde spelen. Een
blinde ziet de gebreken van een ander niet, en
daarom is hij meestal zachtmoedig zoo oók moet
een man de gebreken zijner echtgenoote over het
hoofd zien en vooral toonen dat hij de verstandigste
is. Mocht de vrouw de hare hebben en wie heeft
er geene bedenkt dat zij uwe wederhelft is en
niemand, zegt de apostel, haat zijn eigen
vleesch.
Ten derde, raden wij de vrouw de bescheiden
heid aan. Gelijk de mans soms den blinde, zoo
moet de vrouw zeer dikwijls de stomme spelen en
denken men vangt meer vliegen met een drup
pel honing dan met eene ton azijn.
Daarom goed uit d? oogen gekeken, alvorens in
het fyiotje te stappen. Eenmaal er in, dan is het
noodig dat men van weerszijde de noodige kristelij-
ke deugden bezitte, om elkanders fouten en kruis-
kens van het leven gelaten te verdragen, in andere
woorden, de kunst verstaan, om van tien zinnen er
vijf te maken.
Voegen wij daarbij, dat hoe meer
en kristelijk het huishouden zal zijn, des te meer
zal er verstandhouding en voortdurende vrede en
eendracht heerschen.
In de vergadering welke door de tweede af-
deeling van de Kamer der Volksvertegenwoor
digers verleden week werd gehouden voor het
onderzoek der begrooting van bmnenlandsche za
ken, ondervroeg M. de baron Leo Bethune, M.
den Minister van binnenlandsche zaken over de
toepassing der bepaling van de wet op de Bur
gerwacht, betrekkelijk het gebruik der Vlaam-
sche taal.
M. de Trooz, minister, gaf het volgend klaar
en afdoende antwoord aan M. Bethune.
De laatste verordeningen voor de bijzondere
korpsen der Gentsche Burgerwacht zijn thans
vertaald, de toepassing der wet zal dus ge-
schieden 1
Bravo Nu zal het uit zijn met het gedurig
overtreden der wet.
Sinds president Kruger den voet op vast, Eu-
ropeesch grondgebied heeft gezet wordt zijne
reis door de bladen op alle tonen en wijzen be
sproken.
De Engelsche bladen, diegene wel te verstaan
die Chamberlain genegen zijn, beweren dat
Kruger gevlucht is om te ontsnappen aan de En-
gelschen die hem zouden gevangen genomen en
naar St* Helena gestuurd hebben, indien zij er
de gelegenheid toe gevonden hadden.
Dat is natuurlijk verkeerd.
Het ware, het eenige doel der reis van presi
dent Kruger naar Europa, is, door zijne per
soonlijke bezoeken, aan de gekroonde hoofden
van Europa dezer bemiddelende tusschenkomst
te verkrijgen.
Dat dit het doel is van den grijzen president,
blijkt niet alleen uit de bevestiging der mannen
die deel uitmaken van de onmiddelijke omgeving
van Kruger, maar uit dezes eigene woorden.
Inderdaad, sinds hij in Frankrijk ontscheepte,
verklaarde hij aan verschillende personen dat
zijne reis naar Europa enkel voor doel had aan
zijn volk de onafhankelijkheid trachten te behou
den waarvoor zij goed en bloed veil hebben.
Dinsdag nog, eene afvaardiging van Fransche
studenten ontvangende, moedigde hij hen aan
het vertoogschrift te onderteekenen ten voordee-
le van het scheidsgerecht, want 't is alleen door
het scheidsgerecht, voegde de president er bij,
dat men de vrijheid en den vrede zal en kan be
komen voor de Zuid-Afrikaansche Boeren.
't Is dan ook enkel en alleen voor de berei
king van dat doel, dat ik de voor mijne hooge ja
ren gevaarlijke reis heb ondernomen. Geve God
dat,ik in mijne pogingen moge lukken en ik naar
Zuid-Afrika zal kunnen terugkeeren om aan mijn
volk de blijde tijding van het behoud zijner vrij
heid te dragen.
Moesten evenwel mijne vaderlandsche po
gingen mislukken, dan zou ik terug naar mijn
vaderland keeren en er, hoe ver gevorderd mij
ne jaren ook wezen, de wapens opnemen en den
dood zoeken op het slagveld te midden mijner
landgenooten
Ik stel al mijne hoop op God en ben zeker
dat Hij mijn volk redden zal
Ziedaar de edele taal van dien vijf-eri*zeverH
tigjarigen ouderling die hoopt en blijft hopen op.
God.
Dat de Almachtigè den wensch verhoore van
den vromen Oom Paul, dat is de rechtzinnige
bede van allen die het hart voelen kloppen voor
al wat edel, recht en rechtvaardig is.
Maandag der verleden week, om 2 ure namid
dag, heeft de gemengde kommissie voor het on
derzoek der legerkwestie hare tweede zitting ge
houden. De vergadering was van het begin af
zeer levendig. Om 3 uren hebben MM. Beernaert
en Devolder de zitting verlaten en hebben zich,
onder het houden eener levendige samenspraak
naar het ministerie van oorlog begeven.
De kommissie gelast haren voorzitter aan M.
den minister van oorlog eene reeks inlichtingen
en stukken te vragen, betreffende de vraagpun
ten welke aan de kommissie onderworpen zijn.
Eene bespreking ontstaat aangaande de orde
der werkzaamheden.
De kommissie verwerpt, met 16 stemmen te
gen 14, een voorstel, strekkende tot het onder
zoek van het vraagpunt der wijze van aanwer
ving, onmiddellijk na de twee eerste vraagpun
ten, betreffende het onderzoek van de verplich
tingen van Belgie tegenover andere landen en
den toestand onzer verdedigingsmiddelen..
De Courier de Bruxelies veegt hier bij
In den morgend hebben de katholieke leden
der kommissie eene bijzondere vergadering ge
houden. Er werd, met bijna eenparigheid, beslo
ten dat er geen spraak kan zijn van een leger-
hervorming te stemmen zonder overeenkomst
der meerderheid.
Tengevolge dezer vergadering hebben ver
scheidene katholieke leden der kommissie zich
bij M. de Smet de Naeyer begeven, om hem te
vragen of hij, in het voorkomend geval, de in
voering van den persoonlijken dienstplicht zou
betrachten met de medewerking der liberalen en
socialisten tegen de meerderheid der katholieke
kamerleden.
Het hoofd van het ministerie heeft geweigerd
eenige verbintenis aan te gaan of zijn besluit
dienaangaande te doen kennen.
Deze laatste mededeeling van den Courier is
hoogst gewichtig, doch wij weten nog niet in hoe
ver wij ze als echt mogen beschouwen, daar de
andere Brusselsche bladen zich bepalen bij de
mededeeling van het officieel proces-verbaal.
In alle geval de legerhervorming blijft het
voorwerp van vele gesprekken. Als de regeering
meent het land, door hare militaire commissie,
den halster aan te hangen, dan is zij deerlijk
mis. De tegenzin voor de krijgslasten, zoowel
oude als nieuwe, wordt met den dag grooter. Ons
volk wil van geene dwangen, het minst nog van
kazernedwang.
De regeering zal wijs genoeg zijn, hopen wij
het, om den volkswil niet verder te dwarsboo-
men. Zij zou er kunnen onder bezwijken, en met
haar de liefde voor het koningdom, nu nog zoo
diep in veler harten geworteld
Geen persoonlijke dienstplichtdat is het
woord. Vrijesoldaten, wel betaald, die later voor
rang hebben voor alle openbare bedieningen,
daar streven wij naar. Inmiddels, zoo
als voorgesteld, niet alleen geen ver
zwaren van het contingentmaar ver
mindering van den diensttijd 6000
jongens uit het volk leeren alle jaren
in de kazernen lui en slecht worden,
omdat zij er te veel loopen.
In de hofkringen, alwaar militai
re wierook dampt en bedwelmt,
kan men er anders over denken het
volk is van ons gedacht, en wat het
volk wil zal zijn.
Nijverheidsschool.
I11 den loop der toeko
mende maand zal een
exaam plaats hebben voor het aan
werven van jonge werklieden voor
het plaatsen van efectrisch^. veilig-
-heidstöestellën.op de spoorwegen. De
jonge werklieden ontvangen een dag-'
loon van 3 fr. en klimmen tot 5 fran
ken. Zij kunnen later als placeurs af
mqnteurs aangenomen worden, per
examen, en aldus van 5 tot 7 franken
daags winnen. Iedereen zoekt tegen-
woordig eene bediening aan den ij ze-
ren weg ij. -Zietdaar eene gelegenheid
voor jonge werklieden van aan een
deftig post jen te „geraken als ze de
zondaglessen van Electriciteit in de
stedelijke Nijverheidsschool willen
volgen.
Verleden jaar hebben zich een hon
derdtal jonge lieden in Aalst aange
boden om kleine vuurstoker te wor
den. Nogmaals wordt alhier in de Nij
verheidsschool een bijzondere leer
gang gegeven voor vuurstokers en
stoomtuiggeleiders, meestgevolgd door
jongelingen van den buiten. Men mer-
ke wel op dat deze die willen eene
plaats bekleeden voorafgaande moe
ten de noodige vakkennissen aanwer-
ven. Anders is er niet meer aan te
denken 1
Priesterlijke bcnociniugeii.
De E. H. Pauwels, priester in het
seminarie, is benoemd tot onderpas
toor te Viane, en de E. H. Watté, ge
wezen coadjutor te Oostacker, tot on
derpastoor in H. Kerst, te Gent.
In eene Duitsche dorps
school werd sedert eenige
dagen de schoolopzichter
verwacht. De meester deed
zijn uiterste best opdat zij
ne leerlingen een goed fi
guur zouden maken, en
vooral richtte hij de drie beste af om
bij de ondervraging over dencathe-
chismus goed te kunnen antwoorden,
ondervraging die zou loopen over de
drie eerste hoofdstukken Ik geloof in
God, ik geloof in Jesus-Christus, ik
geloof in den H. Geest.
Eindelijk was het oogenblik daar.
De strenge heer opziener stond voor
de klas, waar het doodstil was. Hij
richtte zich tot een der uitverkorenen
en vroeg
Nu, manneken, gelooft gij aan
God
Neen, zegde het manneken.
De inspecteur en de meester beke
ken elkander vol verbazing. Maar in-
fin, men moet met de kinderen geduld
hebben
Wat, gelooft gij niet aan God
vroeg nogmaals de strenge heer;
Neen, luidde nogmaals het vast
beraden antwoord.
De opziener is stom van verbazing,
de meester nog stommer. De stilte in
de schoolkamer is akelig. Maar dit
raadsel moet opgelost worden en de
opziener vraagt nog
Zoo Waaraan gelooft gij dan?
Ik... Ik geloof aan Jesus-Chris
tus, maar hij die aan God gelooft
zit ginder op de andere bank.
De inspecteur vertelt dat hij nooit
zoo gelachen heeft als bij de verklaring
van dezen godloochenaar.