Wh
KOOLGRAVER EN PATER.
J*
lirukker-llitgeuer
3ait Öan ttuffel, &apeUe0traat, 13, te 2laUt.
A.an onze Lezers.
Om zijnen kop uit te werken.
De nieuwe gouverneur
vau Antwerpen.
Onze Kloosterzusters.
Eene werkstaking
te Antwerpen.
Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis, 2.50. Voor de vreemde landen,
5,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden
te worden.Alle briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze bureelen toege-
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor
den in de scheurmand,geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle
tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be-
stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
6' JAARGANG. NUMMER Stiff
Aalst, den 22 December van het jaar 0. H. 1900.
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij
dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3° bladz. 10 centiemen den
regel. Annoncen op de 4«bladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor
de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot
het Office de Publicité, Rue de la Madeleine, Brussel. De geabon neerden hebben het
recht een maal per jaar eene annonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen -
volgens zal verschijnen. Ruchtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maanclaags.
\§r
Bij het begin van Nieuwjaar nemen wij andermaal de
gelegenheid te baat om aan op2e vrienden van stad en bui
ten nogmaals te zeggen Partifgenooten, ondersteunt uwe
drukpers, ondersteunt bijzonderlijk uwe plaatselijke strij
dende bladen.
Hadde ik een vast pant ik lichtte de aarde op zoo
schreef 300 jaren vóór Christus geboorte de grootste meet
kundige der oudheid, Archimedes dusdanig was zijn on
beperkt betrouwen in den door hem gevonden heiboom.
Geef de schrijvers en dichters de drukpers in handen en zij
zullen alles omverwerpen. Dusdanig is de hedendaagsche
machtspreuk.
In een land lijk België waar men met gouden en onuit-
wischbare letters in de grondwet neersqhreef De Druk
pers is vrij, is zij een vreeselijke macht geworden Naar
gevoïg de pers godsdienstig of goddeloos is, zal ze oneindig
veel goed of schromelijk veel kwaad verrichten.
Wat al onheilen heeft de slechte drukpers al niet met
kwistige hand rondgestrooid Daartegen wat al welzijn de
goede niet verspreid Deze getuigenis ten minste zuilen
zekerlijk alle katholieken ons geven Dat wij van den eer
sten dag van ons bestaan trouw onzen plicht hebben gekwe
ten. Boven alle berekening, onze eigene rust en intrest
onder de voetèn tredende is De Volksstem de trouwe verde
diger gebleven van den Landbouw, en.de katholieke zaak.
Daarom, vrienden van stad en buiten, ondersteunt werk-
dadiglijk uwe drukpers, de goede leest en verspreidt
bovenal De Volksstem Prijs 2, 50 's jaars.
Verleden Maandag avond waren er 3000 menschen in de
gilde der ambachten van Brugge vereenigd. Een mijnwer
ker moest er immers een voordracht geven. En hij sprak
gedurende een uur en half :over de geschiedenis van de
werkersbeweging in ons land sedert het begin der eeuw,
Hij toonde hoe het onstaan der machienen, het behoud
der slechte leerstelsels der liberale staathuishoudkundigen,
het verzuimen door de verblinde-ovcrheden, van het te keer
gaan der menigvuldige misbruiken die er bestonden, de
werklieden v.e#)itterd en hun genoodzaakt hadden zich tot
de socialisten te keeren, die hun veel beloofden zonder hün
eens voldoening te geven.
Over 60 jaren en min waren de werkhuizen ongezond,
het werk was niet geregeld, men zag kinderen van 9 t<?t 16
jaar 12 zelfs 15 uren daags in de mijnen zwoegen gansche
weken, en nauwelijks 30 centiemen voor 6 dagen werk
ontvangen.
De koolgravers van heden, aan het socialism zoo gehecht,
zijn de kleinkinderen van deze oude slaven en zij behouden
die klassenhaat die in het hert van hunne voorouders ont
staan is.
En die mijnwerker, die zelf met de koolgravers tot 1100
neters onder de aarde zwoegt, die eene werkstaking bij-
voonde, die leefde in 't midden van dit volk, bemint het,
in dikwijls zegt hij, wanneer ik in de mijnen daalde vroeg
k mij af, of ik beter zoude geweest zijn dan mijne werkge
zellen indien ik geen beter opvoeding ontvangen had.
Moeilijk is het en zal het lang zijn dit volk aan den
(nvloed der socialisten te ontrekken. Daar ziet men de
grootste ontucht heerschen, vaders in een uur de winst van
;ene ga»sche week verspelen, vechten en moorden, zooals
Ie beruchte Lange pennen het voorbeeld geven een
politiekommissaris van 't Waalsche kwam juist eenen brief
te sturen waarin hij zegde dat hij tijdens eene huiszoeking
n eene danszaal in de zakken der koolgravers daar tegen
woordig 36 revolvers, 26 poignaarden, 14 messen en 31
cnodsen gevonden had.
En na hulde gebracht te hebben aan de Katholieke Re-
jeering, die over zestien jaren begonnen is met wetten te
itemmen om den werkman, de vrouw en het kind te be
schermen vraagt hij aan de werklieden zich in vakvereeni
gingen gesteund op God, op veiduldigheid, op werkzaam
heid en leerzucht te vereenigen.
De vakvereenigingen alleen zullen den werkman redden,
en spreker wijst op het voorbeeld der engelsche arbeiders,
die in 't begin dezer eeuw zoo verachterd waren en nu eene
sterkte uitmaken waartegen niets vermag.
Hij smeekt de patronen en de aandeelhouders der nijver-
loidmaatschappijen den zedelijken zoowel als den stoffelij-
ien toestand van den werkman na te gaan, en in eene
sielroerende slotrede, begroet hij de opreizende eeuw,
waarin de werklieden zich in kristene en welin
gerichte vakvereenigingen, rond de H. Kerk
zullen scharen, waar zij geluk, welstand en vrede
zullen genieten.
De spreker werd door daverende toejuichin
gen begroet en in treffende woorden door M.
Stock bedankt.
Die mijnwerker, die gedurende 2 uren 3000
menschen verrukt had, is een jonkheid van 25
jaren, hij legde met de grootste onderscheiding
voor de Hoogeschool van Leuven zijn doktoraat
in maatschappelijke wetenschappen af, vroeg
aan zijne oversten het Dominikanerkleed voor
eenigen tijd te mogen afleggen en ging omtrent
een jaar met de koolgravers werken, en nu onder
den naam van E'. P. Rutten, werkt hij tot de
lotsverbetering van al de arbeiders, aan wien hij
zijne kennissen, zijn talent en zijn leven zal
toewijden.
Wij kunnen niet weerstaan den E. P. Rutten ge
luk te wenschen, hij die getoond heeft aan al die
verfoeilijke kerkvervolgers en priesterhaters dat
een Dominikaan van uitstekend talent ziph kan
vernederen om de kleinen dien hij bemint te lee-
ren kennen en hen des te gemakkelijker te helpen.
Socialisten en liberalen keunen zulke zelfsopof-
feringen niet, in de H. Kerk alleen zijn die te
vinden.
Jan Sus lag op zijn stoel
te slapen en te ronken
Hij had weer wat te veel
van 't korensap gedronken.
En dan gelijkt zijn neus,
op zijn verbleekt gezicht,
Eene rijpe abrikoos
die op een schotel ligt.
Vlug kwam eene stoute wesp,
al gonzend weg en weder.
En streek, belust op 't fruit,
op Jan zijn neusken neder
En kroop berg op, berg af,
al kribb'lend te allen kant,
Totdat de vent dien guit
er afstreek met zijn hand.
Maar pik de hekse stak
en 't brandde gelijk peper
En Jan schoot ijlings op,
zoo duivel en zoo keper,
Dat hij gelijk een kat
de stoelen oversprong,
De sluipwesp achterna,
die aan den waaier hong.
k'Zalu, vervloekt gespuis,
riep Jan, in stukken wrijven,
De leste moet er aan,
niet een en mag hier blijven.
En lap met vollen stok,
sloeg hij op wesp englas,
Zoodat de eerste dood,
de rest gebroken was.
Daar stond nu onze man,
0 ja, hij was gewroken
O ja, de wesp was dood
maar ook de ruit gebroken,
En wat zijn neus betrof,
die zwol, op een twee drij
En werd zoo dik en blauw
als een kalkoenenei.
Zoo varen er zooveel
wanneer ze zijn
Zij willen kost wat kost,
en streng hun eigen wreken,
Maar kijk het wel eens na
gelijk de dwaze guit,
Zoo slaan zij meestendeels
hun eigen ruiten uit.
Wij melden met de grootste voldoening dat M.
Fredegand Cogels het ambt van gouverneur der
provincie Antwerpen, hem door de regeering aan
geboden, heeft aanveerd.
Geen betere keus kon gedaan worden ter ver
vanging van den diepbetreurden baron Osy.
M. Cogels, oud-senateur, is een man van groote
verdiensten, een edel figuur, een oprecht katholiek
en een goed Vlaming, die 't Vlaamsch aan den
huiskring leerde, en in den huiskring spreekt.
Hij is in den bloei der jaren, ongeveer 50 jaar
oud zijnde.
Men weet met welke grootmoedigheid hij verle
den jaar van eene verdere candidatuur voor den
Senaat afzag, om geen moeilijkheden bij de aan
duiding der candidaten te zien ontstaan.
M. Cogels is daarenboven, als zoon van wijlen
M. Cogels-Osy, eene door en door Antwerpsche fi
guur.
Wij richten hem onze oprechte gelukwenschen
toe en zijn overtuigd, dat zijne benoeming in ge
heel het land met geluk zal vernomen worden.
Onlangs, had te Parijs, in de Fransche Akade
mie, de jaarlij ksche uitdeeling plaats van do prij
zen van deugd.
Dat zijn bijzondere belooningen, die alle jaren
gegeven worden, aan de personen die in Frankrijk,
de verhevenste werken van deugd en zelfsopoffe-
ring gepleegd hebben. Deze belooningen worden
nooit maar toegestaan na nauwkeurig en grondig
onderzoek,
Door wie zijn dit jaar de twee eerste prijzen be
haald geweest
Zooals het meest alle jaren voorvalt, door twee
nederige kloosterzusters.
De eerste prijs, een buitengewone prijs van 2500
fr. is gegeven geweest aan Zuster Maria van het
Dierbaar Bloedoverste der Ursulinen, te Times,
in Griekenland.
M. Jules Lemaitre, die verre is van katholiek te
zijn, was gelast, als bestuurder van de Akademic,
met den lof uit te spreken van de gekroonden, en
hij deed krachtdadig uitschijnen, hoe zuster Maria
te samen met hare medezusters, daar verre op het
vreemde, het vaderland doet in eere houden en de
belangen van Frankrijk ondersteunt en voorstaat.
Die nederige zusters, zoo sprak hij, doen zien
aan de vreemdelingen dat hunne katholieke hui
zen ware hoeken zijn van Frankrijk en dat zij
leven onder de schaduw en de bescherming van
fransche vaandel.
De tweede prijs werd toegekend aan zuster
Magdalenate Remancort, in het departement
der Vosges.
Sedert bijna vijftig jaar houdt die zuster zich
bezig met het bezorgen van zieken, aangedaan
door de afgrijzelijkste kwalen, die den mensch
kunnen overvallen.
Ook noemt M. Lemaire die edelmoedige zuster
den engel der vier- en kankerlljden-
den en deze die haar van bij kennen, heeten
haar de moeder der lijdenden la mère
des souffrants.
Ziet daar hoe die heldinnen van edelmoedigheid
en zelfsopoffering gewaardeerd zijn door het
fransch gouvernement, dat anderzins ten opzichte
van de religieuzen zoo haatdragend en vijandelijk
Zoo ook, maar nauwelijks eenige dagen geleden,
gaf de Journal des Débatseene liberale fransche
gazette, eenen artikel onder opschriftEene ziel
in 't gevang, waar hij de edelmoedigheid eener.
andere kloosterzuster verheft tot in de wolken.
Zuster Margarita, uit het klooster van Larnay
bij Poitiers, was gelast met de opvoe
ding van een kind dat blind, doof en
stom was, al met een. Dat kind heette
Marie Guerlin. Die zuster, met het ge
duld van eenen engel, jaren lang tim
merende, is toch zoo verre gekomen,
dat het armzalig meisje tegenwoordig
kan lezen en schrijven. Zij kent haren
catechismus, de heilige geschiedenis,
de spraakkunst, de aardrijkskunde. Zij
breit en crocheteert en leeft gelukkig,
daarzij te voren het rampzaligste schep
seltje was onder de kapedes homels.
De Journal des Débatsdie dit voor
val omstandig verhaalt, eindigt zijnen
artikel met het volgende slot
O zuster Margaretha, opvoedster
der ongelukkigen, verloster van deze
rampzalige, gij hare tweede moeder,
die het kiud van uit de duisternissen des
nacht tot het licht des verstands geroe
pen hebt, gij die hare rozende natuur in
eene kalme ziel hebt herschapen, gij
aan wie het geduld, de deugd en de
liefde eene soort van vernult gegeven
hebben, om het lijden het welk gij
afgekocht hebt, om wille van het voor
beeld dat gij hebt gegeven, om wille van
de schepselen die zullen gered zijn, zoo
als gij Maria Guerlin geredt hebt
wees gezegend en met diepen eerbied
gegroet 1
En zulke hoogverhevene en nooit
volprezen heldinnen, zulke engels van
edelmoedigheid, liefde en zelfsopoffe
ring noemen onze liberalen luiaards
Ha 1 dat zijn luiaards Toont ons, in
geheel uwen geuzenwinkel, een enkele
vrouw, die, op duizend stappen na, er
bij kan vergeleken worden Mannen
zooals gij, die door dommen haat en
laffe dweepzucht verblind, zoo lagen
laster naar al wat edel en verheven is
durft toewerpen, zulke mannen, mag
men met alle recht en in alle waarheid
LUIAARDS noemen.
Verleden jaar richtten de Onpartijdi
ge en Socialistische Dokwerkersbonden
eene beweging in, om van de scheeps
makelaars een opslag van 100 t. h. te
eischen voor het nachtwerk en het werk
op de zon- en feestdagen. De scheeps
makelaars meenden zich te verstaan om
te weigeren, doch zij kwamen tot geone
verstandhouding, en daar er veel werk
aan de dokken was en gebrek aan werk
volk, stonden zij ten slotte het dubbel
loon toe voor het nachtwerk en het
werk op de zon- en feestdagen.
De Bond der Reeders, Makelaars en
Sjouwers besloot verleden maand nog
slechts 50 t. h. opslag te betalen voor
het overwerk, en bepaalde dat het
nachtwerk zou beginnen in den winter
ten 6 ure in de plaats van 5, en in den
zomer van 8 ure in de plaats van 7. Dit
nieuw reglement moest nu maandag in
voege treden en de scheepsmakelaars
dreigden met een lock-outin geval de
dokwerkers die voorwaarden niet aan-
veerden. De dokwerkers hebben onmid
dellijk meetingen ingericht om den
weerstand aan het nieuw reglement aan
te preken en hebben nadien den arbeid
gestaakt.
In de policiebureelen werden al de
agenten bij hunne terugkomst van
nachtdiensten, geconsigneerd en cylisten
waren gelast met het overbrengen van
rapporten en het onderhouden der ge
meenschap tusschen de verschillige pos
ten van het havenkwartier.
M. de burgemeester, generaal Wil-
laert, kolonel Mols, stafoverste, en de
oppercommissaris Moonens, waren
reeds vroeg te been om mot eigen oogen
zich van den toestand te vergewissen.
Tegen 10 ure waren zij reeds aan de
Houtdokken en haddentoen al een groot
deel van hunnen toer afgelegd.
Alles was tot dan toe rustig er is
geen spraak van de minste ongeregeld-