aWi
m
DOOD M BARON PAUL BETHUHE.
BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.
JDrukker-lilitijcucr
3ait bait ttuffcl, fiojJtUcstraat, 13, te 2laLat.
Abonnementsprijs voor gansch België, franco te huis. 2.50. Voor de vreemde landen,
6,00. 5 centiemen het nummer. Pakken en brieven hoeven vrachtvrij toegezonden
te worden.Alle briefwisselingen moeten den dijnsdag avond op onze burcelen toege
komen zijn, het blad den woensdag avond ter pers gaande. Ongeteekende brieven wor
den inde scheurmand geworpen. Alle postbureelen ontvangen inschrijvingen, op alle
tijdstippen van het jaar. De onkosten der kwijtingbriefjes zijn ten laste van den be
stemmeling. Men gelieve, bij verandering van woonst, het juist terechtwijs te zenden.
7e JAARGANG. NUMMER 306/
Aalst, den 12 Januari van het jaarO. H. 1901.
Vonnissen 1 frank den kleinen regel. Aankondigingen tusschen de nieuwstij -
dingen 20 centiemen per regel. Aankondigingen op de 3° bladz. 10 centiemen den
r0o-el. Aunoncen op de 4M>ladzijde worden berekend volgens plaatsruimte. Voor
i i i I.:-:.. i..-.— An n.nirin/<i<i flnat.Vloanjlnmn ïiitslül
de advertentiën buiten de provincie Oost-Vlaanderen, zich uitsluitend te wenden tot
het Office de Publicity Hue de la Madeleine, Brussel. De geabonneerdcn hebben het
recht en maal per jaar eene anuonce van 5 regels te plaatsen, die viermaal achtereen
volgens zal verschijnen. Ruohtbaarmakingen in te zenden vóór 's Maandaags.
Vrijdag morgend verspreidde zich in onze stad, de
droeve tijding der dood van den eerbiedwaardigen
grijsaard, Baron Paulus Valerius Julius Bethune,
godvruchtig overleden in den nacht van 3 tot 4 Janua
ri op zijne heerlijkheid van Overhamme, in den geze-
genden ouderdom van 71 jaar.
Het plotseling afsterven van den koenen verdediger
der Katholieke zaak slaat eene wijde bres in de bol
werken welke onze partij en onzen Godsdienst tegen
den laster der goddeloozen beschutten.
Na schitterende studiën aan de Hoogeschool van
Leuven, begon de heer Bethune zijne openbare loop
baan met een mandaat van provinciaal raadslid te
aanvaarden voor het Kanton Aelst, in welke stad hij
zich in 1856, na zijn huwelijk met wijlen Mevrouw
Adelaïda Hubertina Eliaert was komen vestigen meer
maals werd dit mandaat vernieuwd.
In 1870 verliet de achtbare afgestorvene den pro
vincialen raad van Oost-Vlaanderen om de plaats in
te nemen, welke hem in het Senaat door de kiezers
van het Arrondissement Kortrijk, aan wie hij door
zijne geboorte en talrijke familiebanden gehecht was,
werd aangeboden, in vervanging van zijnen achtbaren
vader. Daar ook wachte hij geen oogenblik, om er
eene der belangrijkste rols te vervullen, altijd aan het
hoofd der verdedigers van het goede.
In 1892, wierd hij door zijne collegas verheven tot
het eerste ondervoorzitterschap dier hooge vergade
ring, na gedurende acht jaren er het ambt van ge
heimschrijver vervult te hebben.
De talrijke andere diensten door Baron Paul Be
thune aan Godsdienst en Vaderland bewezen, als
Voorzitter der Provinciale commissie van Studiebeur
zen van Oost-Vlaanderen, als Eerevoorzitter der Ka
tholieke Vereeniging van het arrondissement Kort
rijk, als lid van den algemeenen raad der Staats-,
Spaar- en Lijfrentkas, enz., zullen voor immer in den
geest der dankbare Belgen geprent staan.
Wij meenen wel te doen, met de woorden dankbare
Belgen over te drukken zonder onderscheid van denk
wijze, aangezien alle tegenstrevende bladen, hunne
bloemen bijbrengen aan den krans welke de Belgische
Katholieke pers rond het hoofd van haren dierbaren
doode vlechtte.
Onze tegenstrevers begroetten in hem den eerzamen
ouderling, den verdraagzamen politieken man, den on-
baatzuchtigen werker, hebbende overal en bijzonder
lijk in de hooge omgeving waarvan hij eender leids-
mans was, de sympathie verworven van alle gezind
heden.
Menige onderscheiding beloonde den ievervollen
heer Bethune tijdens zijnen roemrijken levensloop, in
vergelding zijner trouw aan Kerk en Koning.
Wij zien hem vervolgens verheven tot Comman
deur van het Sl Gregoriusorde, Grootofficier van het
orde der verlossing, Grootofficier van het Leopoldsor
de, gedecoreerd met het burgerlijk kruis en het kruis
van onderlingen bijstand van ie klas.
Nauwelijks was de eerzame Strijder in onze stad
gevestigt, of te zamen met al degene die het zich ten
plichte hadden gerekend, ons duurbaar Aelst van het
geuzenjuk, dat zoo loodzwaar op de schouders onzer
deftige katholieke bevolking woog, te ontsmetten,
sprong hij in het harnas. Meermaals mislukten ge
deeltelijk hunne pogingen. Menige lans werd in het
strijdperk gebroken. Doch met taaie wilskracht, on
verschrokken moed, onvermoeibare verduldigheid,
werd den kamp tot in het jaar 1866, het heuglijk tijd
stip, onuitwischbaar in onze geschiedenis gegrift waar
op de katholieke lijst, waarvan den minzamen heer
Baron deelmaakte, voor het eerst zegepraalde.
Wij zien hem dus optreden als gemeenteraadslid
van Aelst, om later tot het schepenambt op te klim
men. Slechts eenige jaren geleden heeft hij die taak
vaarwel gezegd om ze aan zijnen zoon Baron Leo Be
thune, volksvertegenwoordiger van Aelst,over te laten.
Het katholieke vaandel, door zijne stevige hand op
31 October 1866 in onze stad geplant, wist hij geduren
de gansch zijne levensbaan recht te houden in alle
moeilijke omstandigheden en bijzonderlijk tijdens den
schoolstrijd van 1879, doorzijn onverpoosd werken,
zijne wijze redeneering, zijne voorzichtige handelwijze.
Aelst verliest in deu heer Baron Bethune een
zijner edelste figuren. Niettegenstaande zijne
drukke bezigheden zagen wij hem optreden als
voorzitter onzer Burgerlijke Godshuizen, als
eerevoorzitter van het Landbouwcomice van
Aelst, als lid der Kerkfabriek van S' Martens,
als voorzitter van den Katholieken Burgerskring
De Vriendschap van Aelst, enz. In alle die
middens werd hij geacht en bemind, omdat hij
er iedereen achtte en liefhad.
Vlaanderen betreurt in hem een der oudste
voorstaanders zijner taal, zijner rechten, zijner
vrijheden.
De burger beweent een zijner trouwste bewa
kers, en de nederige werkman beschreit zijnen
beschermer en bij zonderen voorspreker.
Want hoe menigmaal zagen wij hem zelf de
bureelen onzer ministeriën doorkruisen om in
eigen persoon, van hooger ambt, 't zij eene ver
korting va 1 dienst, 't zij eene bediening aaji deo
staat, 't zij eene genadevraag voor zijn volk af te
smeeken.
Menige traan van blijdschap deed hij door die
goede werken aan onze vlaamsche haarden wol
len éen voor éen heeft God die vreugdetranen
aangesnoerd tot een glansrijk diadeeffi, die op
heden de slapen van den diepbetretirden *ëiks-
vnend in de eeuwigheid omstrengeld.
De Volksstern bied aan de achtbare familie Be
thune de uitdrukking harer diepste en christe-
lijkste rouwbetuiging.
Dinsdag had de teraardbestelliug plaats van den
volksgeliefden Senator onder eenen buitengewonen
volkstoeloop.
Reeds vroeg in den morgend was onze bevolking
in oploop door de aankomst van een bataillon en
het muziek van het 2e linie van Gent, onder het
bevel van een Luitenant-kolonel en twee majoors,
om den afgestorvene de eer te bewijzen welke hem
toekwam als Grootofficier van het Leopoldsorde.
Bij ouze aankomst op Overhamme, beheerschte
eene diepe stilte die anders zoo liederlijke woon
plaats enkel ontwaarde men in de dreef en op den
koer van het kasteel de troepen en hun muziek die
zich aldaar hadden gevestigom er de haag te vor
men. De grijze nevels welke op dit oogenblik de
lucht innamen, zóo eentoonig meewerkende met de
afgestroopte boomen en planten, de bevrozen vel
den en vijvers, het doodsch stilzwijgen der aldaar
verblijvende luchtbewoners, omsingelden met den
grootste eerbied de aldaar heerschende droefheid
en gaven aan dit eeuwenoud verblijf het treurende
kenmerk, dat op dien stond zoowel paste.
Middelerwijl groeide de menigte aan. De treinen
van Brussel en Gent brengen talrijke vreemdelin
gen aan, die in allerhaast ten sterf huize wordeu
aangebracht. Wij bemerken onder andere MM.
Surmont de Volsberghe, Liebaert en de Favereau,
ministersWoeste en Tack, staatsministers
d'Ursel, voorzitter van het Senaatde senators
VanVreckem, de Merode-Westerloo, Braun, Des-
camps-David, Meesens, Mgr Keesen, Orban de
Xivry, Van de Velde, Baron de Grübben, de La-
noy, Dupont, Goblet d'Aviella, Simonis, Claeyes-
Boüüart, Montefiori-Levi, Iweins d'Eechoute, de
Jonghe d'Ardoye, Markies de Beaufort, Cappelle,
Goethals, de Kerchove d'Oulseghem, de Spot,
Steenacker, Baron d'Huart, Baron Wethnall, de
graaf de Pret Rose de Calesberg, gewezen senator
MM. de Sadeleer, voorzitter der Kamer, de volks
vertegenwoordigers Davignon, Rëynaert, A. Ver-
haege, Visart de Bocarmé, de Kerchove-d'Exaer-
de, De Bruyn, Van Cleemputte, de Gellinck, Thi-
bautM. Cantillon, plaatsvervanger van den heer
Senator Baron Paul Bethune de heeren Gouver
neurs baron de Kerckhove van Oost-Vlaanderen
en Cogels van Antwerpen, opgeleid door M. Abel
DeClippele, arrondissementscommissaris MM.
Cuvelier en Van Eetvelde, Staatssecretaris van
den Onafhankelijken CongostaatVenus, van Kor
trijk MM. Bruneel, de Montpellier en J. Vander-
peereboom, provinciale Raadsleden van Kortrijk
M. Jonckheere, Voorzitter der Rechtbank MM.
Claes en Vercruysse, afgevaardigen der Jonge
Wacht van Kortrijk, met vaandel.
Tusschen die ontelbare vreemdelingen aan
schouwen wij De heer burgemeester Gheeraerds,
met het schepencollege, de Raad onzer Burgerlijke
Godshuizen, de heer R. Ecman, lid der Bestendige
Deputatie, twee afgevaardigden der abdij van Affii-
gem, afvaardigingen der omliggende gemeenten,
talrijke gemeenteraadsleden, de officieren onzer
Burgerwacht en Vrije Brandweer, de Bestuurleden
der katholieke Jonge Wacht, de E. H. Van der
Schueren, bestuurder van het St. Martensgesticht,
de professors en schoolkinderen, eene afvaardi
ging der Broeders der Christelijke Scholen, en
menige geestelijke en wereldlijke bestuurders van
katholieke maatschappijen.
Om 10 uren is het bijna onmogelijk de woniug te
naderen.
De groote ingangzaal van het kasteel is in rouw
kapel herschapen de doodkist, bedekt met de
kenteekens van senator, was op eene hooge trede
verheven. Het bleeke licht der waskaarsen toeken
de zich nauwkeurig af op de met zwart bedekte
wanden. De familie en de zoons des afgestorvene
MM. Barons Felix, Leo, Karei, Gaston en M. De
lacroix, hadden plaats genomen aan den voet van
de katafalk, waar het wapen der Bethune's rustte.
Vóór de lichting van het lijk werden verscheide
ne redevoeringen uitgesproken.
Als oud-collega van M. Bethune in het senaat,
namens het staatsbestuur, neemt de heer Surmont
de Volsberghe het woord
Zetelende sinds lang in het Senaat, met onzen betreur
den Collega, kom ik op den rand van dit graf de uitdruk
king onzer deelnemende droefheid nederleggen in den naam
dier hooge vergadering.
Baron Paul Bethune bekleedde reeds talrijke ambten al
vorens het Senaat te betreden.
Geboren te Kortrijk in 1830, afstammeling van eene der
oudste familiën dier stad, behaalde hij in 1853 het diploma
van doktor inde rechten, om kort nadien provinciaal raads
lid verkozen te worden voor het Canton Aelst. Hij zetelde
in die vergadering tot 1869.
In al zijne ambten, gemeenteraadslid en schepen der stad
Aelst, voorzitter der Burgerlijke Godshuizen in die stad,
bij de Commissie der Studiebeurzen, enz., enz., overal
spreidde onze Collega dezelfde hoedanigheden ten toon,
aanhoudend in zijne werken, minzaam voor allen, altijd
gereed voor dienst te bewijzen, zich zijne ambten ter harte
trekkend, er alle vlijt en zelfopoffering aan toewijdend.
't Was bijzonder in het Senaat, dat hij ten allen tijde zij
ne wetenschap en werkzaamheid in al hunnen luister ont
plooide.
Door het arrondissement Kortrijk in 1870 geroepen om
in onze vergadering zijnen geëerden vader te vervangen,
werd hij sedert dien standvastig herkozen.
Ih 1884 vertrouwde het Senaat hem het ambt toe van se
cretaris, en in 1892 dat van ondervoorzitter.
Hij was onbetwistbaar een der standvastigste leden der
vergadering, nooit aan onze zittingen ontbrekende, tenzij
ernstige omstandigheden hem wederhielden ij
Zijne medehulp aan onze werken was eene der uitge
breidste zij paste zich toe aan de meest verschillende en
belangrijkste zaken.
Voorzitter gekozen der Commissie van Geldwezen, aan
vaarde hij meermaals het ambt van verslaggever over de
ontwerpen, hem voorgelegd.
Ons over eenige dagen op eene plotselinge wijze ontrukt,
alswanneer niets een zoo onverwacht einde deed voorzien,
zal hij tusschen ons eenparige droefheid nalaten.
Belijdende, overtuigde Christene, verwaarloosde hij geen
enkel werk van liefdadigheid, zijn evennaaste mild helpen
de, zonder ruchtbaarheid, immer getrouw aan zijn Geloof,
verhopen wij, dat God, in zijne barmhartigheid, hemde
eeuwige belooning heeft geschonken.
Deze gedachte alleen kan de droefheid stelpen zijner be
proefde familie, Zij is de ware troost in het ongeluk.
In naam uwer collegas, bied ik U een laatst vaarwel.
Naden Minister, neemt M. Tack, Staatsminis
ter en Ouderdomsdeken der Kamer, het woord, in
den naam van de Katholieke Vereeniging van
Kortrijk.
Wij vertalen insgelijks de lijkrede die M. Tack
met moeite kon lezen, zoozeer was hij door aan
doening aangegrepen.
Namens de Katholieke en Behoudsgezinde Vereeniging
van een arrondissement, waarvan de heer Baron Paulus
Bethune gedurende 30 jaren zonder onderbrekingen het
I Senaat, de belangen verdedigde, kom ik aan de nagedachte-
j nis van den dierbaren afgestorvene, in mijnen naam en in
den naam zijner collegas, een blijk van hoogachting en er
kentenis brengen, beantwoordende aan de lange diensten
en zijne onuitputbare zelfopoffering voor het openbaar
welzijn.
In de googe vergadering volgde hij zijnen
eerbiedweerdigen Vader op, wiens nagedach
tenis nog altijd in ons midden in vereeringis,
en waarvan tie vurige vaderlandsliefde in eene
zóo groote mate deelnam aan onze roemrijke
Vrijmaking van 1830, geboortedatum van Ba
ron Paul.
Van dit oogenblik ging er geen enkele geluk
kige of aandenkwaardige gebeurtenis in het
arrondissement Kortrijk voorbij, zonder dat
den naam van Bethune er geen werkzamen
rol in speelde.
Ik mag het zooveel te meer bevestigen, daar
ik er als ooggetuige van spreek, na door de
vriendschap des vaders zooals deze van den
zoon te hebben vereerd geweest. Wat meer is,
geen enkele inwoneronzer stad, zou nalaten
eerbiedig te buigen in den naam van den eenen
zooals in den naam van den anderen.
En hoe zou het anders kunnen, wanneer
alles ze aan onze dankbaarheid aanwijstde
gestichten van Weldadigheid en onderwijs zoo
bloeiend in onze stad, waarvan ze stichters wa
ren, de beschermers, de aanwervers onder
andere van die maatschappij van Onderlin
gen Bijstand, die 73 jaren bestuur telt, die zoo
vele weldaden over onze werkende klassen
spreidt, die tot voorbeeld strekt van zoovele
anderen, die M. Baron Bethune, vader, door
zijne milde giften en raadgevingen aanmoe
digde, waarvan hij in persoon de wekelijksche
vergaderingen voorzat en waarvan Baron
Paul Bethune eerevoorziter bleef tot het einde
zijns levens.
Zijn dergelijke voorbeelden niet van aard,
de toenadering der klassen teweeg te brengen,
tot dewelke degenen verzuchten, hedendaags
in grooten getalle, die in dit tijdstip van sociale
hervorming, de christene princiepen in prak
tijk brengende, de listige aanhitsingen van den
geest van ikzucht en begeerlijkheid verijdelen
om het oor te leenen aan de strenge stem der
plicht, aan de klachten der ellendigen, der on-
gelukkigen
De Baron Paul Bethune schijnt voorzien te
hebben, dat den Onderlingen bijstand in de
toekomst, eene der verzachtingen, zoo niet
het geneesmiddel zijn zou voor de wonde der
armoede, dit somber erfdeel der hedendaag-
sche nijverheidscrisisen. Het is daarom dat hij
al zijne krachten toewijdde aan den vooruit
gang dergenen waarvan hij mocht uittoepen
Quorum pars maxima fui.
Van waar mochten deze gelukkige neigin-
§en voortspruiten Het is omdat M. Baron
ethune, zonder te rekenen dat hij van uitver
koren aard was, zijne opleiding ontvangen had
in den schoot zelve van den familiekring. Hij
werd, met zijnen oudsten broeder Jan-Baptist,
de beroemde oudsheidskundige,wien wij groo-
tendeele de hergeboorte der gotische Kunst in
België te danken hebben, en met zijn jongsten
broeder, Mgr, Felix Bethune, Kanunnik der
Kathedraal van Brugge, toevertrouwd aan
eenen Meester die zijne drie leerlingen,
aan het land die verkleefde medeburgers
schonk, die elk, uitmuntten in het midden
welke Zij hadden verkozen.
Ja het was aan den vaderlijken haard dat
hij die christelijke en politieke overtuiging
putte, waarvan hij in zijne zóo wel vervulde
loopbaan het bewijs gaf.
liij eindigde zijne rechtskundige studiën
aan de Hoogeschool van Leuven, waar hij
doktor in de rechten, bestuurlijke en politieke
wetenschappen werd uitgeroepen.
De stucuen waarop hij zich had toegelegd,
zijn talent, zijn vriendelijken omgang, zijne
volksgezindheid, zijne dienstwilligheid, welken
den eersten den besten verwierf, duidden
hem aan om het kiezerskorps van het arron
dissement Kortrijk in den Raad der Natie te
vertegenwoordigen. Hij deed er zich opmer
ken door zijne standvastigheid in het werk,
door zijne gemengde kennissen, door zijne
belezenheid en klaarheid van geest; de ver
handelingenvan het Senaat laten ons talrij
ke en merkwaardige verslagen van hem over;
ook hadden zijne collegas hem vereerd met
het eerste ondervoorzitterschap, en men weet,
met welke onderscheiding hij die taak ver
vulde.
Hij nam dikwerf deel aan de besprekingen
van het Senaat; zijn woord was eenvoudig
en klaar, immer los en tevens gewogen, al
toos bestempeld met dien glans, waarvan de
edele opvoeding getuigt, met dien indruk in
de jonge jaren verworven. Eene zijner ka
raktertrekken was de stiptheid inhét vervul
len der ambten, hem toevertrouwd.
Afgevaardigd door het Senaat om de
Staatsrekenschap na te zien, ontbrak hij
aan geene der zittingen der Toezichtcom-
missie der bijzondere Schatkist; groot was
de verwondering zijner collegas hem niet
te zien verschijnen op 3e belangwekken
de vergadering van 31 December laatstle
den zij werden weldra uit hunne verbaasd
heid gewekt bij het lezen van den brief
door denwelken hij zich verontschuldigde
uit oorzaak van ongesteldheid. Het was,
helaas! wie had er zich aan verwacht
den laatsten aktvan zijn openbaar leven die
hij kwam te verrichten.
Zijne werkzaamheid breidde zich vooral
uit in de studie der landbouw- en nijver-
heidskwestiën. Hij had in deze, met dewel
ke zijn mandaat verwant was, eene ware
bevoegdheid verworven.
De belangen van liet arrondissement
Kortrijk waren bijzonder do oorzaak zijner
onverpoosde bezighedenhij veronacht
zaamde geene enkele, en nam er de verdedi
ging van, telkens eenig gevaar hen be
dreigde zijn iever en werkzaamheid ken
den geene palen.