'T EEN EN' T ANKER
van een speler.
Yreesslijke misdaad te Ascq
De geheimzinnige misdaad
Moorddadige ontploffing
aan boord van een yaebt.
213 JSl. Gr B X-, Jïk. X3
MISVERSTAND
tussehen een antiklerikalen Iieeglee-
raar ea een Aalsterscieu socialist.
Schrikkelijke zelterd
liet Titanic "=onderzoek
Liefdedrama te Madrid
Gruwelijk drama van liet bijgeloof
Achitienile jaargang n' 14S
2 CENTIEMEN HET NUMMER
Woensdag 26 Juni 1912.
ABONNEMENTEN!
Zes maanden 4 franken. Een jaar 8 franken.
Inschrijving in alle postbureelen van het land.
EERSTE UITGAAF, 4 uren 's avonds. iïk i|»
TWEEDE UITGAAF, 7 uren 's avonds.
BUREEL-EN i
TE AALST
728,
TE BRUSSEL
Steenweg van Waterloo, 728.
BestuurderJ.
0Kerkstraat,
Telefoon 114
Van Nuffel-Be Gendt.
AANKONDIGINGEN
KI. aank. (1 tot 4 kl. rog.) fr. 0.60
3* biaóz. (de regel) fr. 0.50
4* blaaz. (de regeJ) fr. 0.30
Financ. amnion, (per regel) fr. 2,00-
Rek la men (per regel) fr. 1,00
Gemengd nieuws (per regel) fr. 2,00
Recht. herstel'I. (per regel) fr. 2 00
Overlijden (per regel) fr. 2,0(1
De dag- en weekbladen van de so-
-cialisten staan vol over algemeen stem
recht en algemeene werkstaking.
De liberale bladen overwegende de
wijze spreuk Hij die zijne broek
verbrandt, moet op de blazen zitten,
beginnen wat voorzichtiger te zijn.
Wij laten derhalve dan ook die be-
ginsellooze partij onbesproken en
houden ons hier enkel bezig met bet
plaatselijk blad der socialisten.
De Aalsterscbe socialisten, hoe klein
ook in getal, meenen met hun buiten
gewone minderheid de les te mogen
spellen, beer en meester te mogen spe
len over de overgroote meerderheid
der Aalstersche bevolking. Welnu,
wij zeggen heel beleefd, maar ook even
beslist en even krachtdadig aan de
socialisten Gij die steeds schermt en
zwermt met de woorden gelijkheid en
rechtvaardigheid gij zuil hier in do
stad de schreeuwende ongelijkheid, de
tergende onrechtveerdigheid niet doen
geschieden, dat duizenden menschen
honger en gebrek, ellende en droef
heid zullen kennen, zij en hunne fami
lie, om den moedwil van een handsvol
r evolutionn airen
Als ge spreken wilt over gelijkheid,
rechtvaardigheid, broederlijkheid,
volkswelzijn en volksopbeuring, leert
dan toch, uit liefde voor ons volk, uit
eerbied voor uw eigen zeiven, leert
toch kennen wat ge doen moet, wat ge
zijn moet, om rechtvaardig, 0111 vrij
heids- of gefijkheidslievend te hande
len.
Gij schrijft,of ten minste gij bedoelt,
dat wij onjuist zijn geweest, wanneer
we zegden dat het enkel de heethoof
den zijn die de schuld, de oorzaak zijn
der troebelen en omdat te staven,
haalt gij het veelbeteekenend feit aan
out zelfs Anseele en de Brouckere uit
gejouwd zijn geweest toen zij kalmte
en onderwerping aanbevolen....- Ja,
zij zijn uitgejouwd. Waarom Wel
omdat het volk opgewonden, opge
hitst was, en dat uwe roode hoofd
mannen tegen die ophitsing eene ver
koeling brachten. Doch daar ligt niet
de knoop. De vraag is Van waar
kwam die ophitsing, die opgewonden
heid Die vraag verlangt een ant
woord. En, daar gij daarop toch niet
antwoorden zult, zullen wij het in uwe
plaats doen... Sinds maanden staan
uwe bladen vol van ophitsing, van
aandrijverij, van bedreiging tegen het
wettig gezag. Zoo de kiezing van 2
Juni ten voordeele der katholieken
moest uitvallen, dan ware het onver
mijdelijk. de revolutie in hot land
zoo stond sinds maanden te lezen in de
hoofdorganen der partij. Is het dan te
verwonderen, dat daags na de kolos
sale verplettering u door gansch het
kiezerskorps opgediend, is het te ver-
wonderen dat de eenvoudige men-,
schon, wier hersens nog schudden
onder den aandrang van die hevige
ophitsingsartikels, is het te verwonde
ren dat zij oversloegen tot geweldda
den
nln is het niet natuurlijk dat uwe
kopstukken door dat zelide misleide
volk werder uitgejouwd en uitgeflo
ten!...
Ah We zouden willen weten wat
gij zelf zoudt hebben gedaan, wanneer
mannen die maanden en maanden u
den kop hadden warm gemaakt, eens
dat het zooverre gekomen was, juist het
tegenovergestelde kwanten zeggen, be
weren en aanprediken van wat ze reeds
zoolang als do heiligste waarheid had-
der.voorgehouden'De uitjouwingen der
roode kopstukken door de roode mas
sa, verre van de aandrijvers te ver
ontschuldigen, zijn de sterkste bewij-
zon van de verantwoordelijkheid en
plichtigheid van de roode dagblad
pers.
Dan gaat ge over tot een ander orde
van gedachten. En ge beweert:
De geschiedenis leert ons dat alle
omwentelingen, zoowel die van
1702, als van 1830, 1818, 1870
niet veroorzaakt werden door eenige
mannen, maar wel door de groot#
massa, door het werkende volk.
Laat ons toe, U eerst eene vraag te
stellen Gij schrijftDe geschiedenis
leert ons. Hebt ge u wel ooit de moeite
getroost, de geschiedenis waarlijk te
leeren, te -bestudeeren, te doorgron
den Neen, want anders zoudt ge zul
ke ongerijmdheden niet schrijven.
Niet langer dan verleden week,
schreef Paul Fredericq, antiklerikale
hoogleeraar aan de universiteit van
Gent, als spottend antwoord aan ge
zel Destrée, die sprak over bestuur
lijke scheiding: M. Destrëe kentde
geschiedenis niet, want kende hij ze,
hij zou weten, dat al de revoluties,
al de omwentelingen, en op de eerste
plaats die van 17tf&, 1830, 1848, en
1870, het werk is geweest van eenigo
mannen.
E11 de oorzaak van hun welgelukken
is geweest, de hangerigheid, de lam
lendigheid, de nalatigheid van de
meerderheid, die toeliet dat een heel
klein deeltje der bevolking den hoo-
gen toon aansloeg en naar volle wille
keur handelde. Doch, in België is de
meerderheid vast besloten weerstand te
biedenen sterk door hare hernieu
wingskracht, is zij op voorhand zeker
over de omwentelingsbeweging te zege
pralen...
Wij laten de lezers nu vrij te oor-
deelen tusschen het gedacht van die
twee antiklerikalen. De eene is een
professor aan de Gentsche hoogeschool
en in de antiklerikale ontwikkelde
wereld zeer goed gekend de tweede
is een eenvoudige socialist, die het
noodig heeft gevonden, den eenen ol
anderen zijner partijgenooten achter
na te praten. Deze laatste zegt dat al
de revoluties zijn veroorzaakt door de
groote massa M. Fredericq schrijft
ze toe aan eenige opstokers. Wij zijn
het op dit punt eens, ten volle eens,
met den Geutschen hoogleeraar, en
wij besluiten De oproer in hel Wa
lenland is geweest de gebeurlijke
opstand binnen enkele maanden zal
zijn het werk van een handsvol heet
hoofden, die het kleine volk misbrui
ken om hun eigen profijt, hun eigen
voordeel te bewerken.
E11 daarom juist, zullen wij met
handen en voeten werken tegen die
voor ons werkende volk, zoo door en
door noodlottige beweging.
Hat kasteel wam den Baste-
B*aaBa oeuzgq* missiomnariMeia.
In het tijdschrift «La Vie d la Campagne
van Parijs, staat eene breedvoerige beschrij
ving van de 2 aaneanpalende hotels door M.
Vandervelde bewoond, en van zijn prachtige
hoven. Het moet wel iets bijzonders zijn,
zoo niet,zouden vreemde tijdschriften er niet
over schrijven. Dat is het gewoon verblijf
van het roodo kopstuk nu zit hij in Zwitser
land. En als gij die mannen lioort sproken
dan zijn wij, do vuige bewaarders, de kapi
talisten? en hen zeiven noemen ze: wij, do
arme wroeters, de verdrukte slaven Zoudt
ge nu waarlijk niet omvallen
HuBde aan BeSgêë. Wij lezen
in het nummer van 16 Juin in de Action
libérale Populaire onder het handteeken
van M. L. Laya Nooit heeft een volk geno
ten van breeder en algemeener vrijheden
van eene industriëele en economische,
meer wetenschappelijke en meer moderne
bewerktuiging, van een soortelijken voor
spoed van stouter en tevens wijzer sociale
wetten, die ons (Frankrijk) op alle gebied
voorbijstreven, en dit alles met het minimum
van lasten en belastingen...
Snuift dat op, heeren afbrekers van uw
eigen land.
©raze handel wasi footes* en
kaas. I" 1911 zijn et' minder melk
koeien in België ingevoerd, en zoo is er
meer boter dienen ingevoerd geworden.
In 1910 hebben wij 5.668,000 kilo boter
ingevoerd, in 1911 6S876,000 kilo.
In 1909 word er uit Australië, Canada,
Siberië enz., 270.000 kgr. ingevoerd -. in
1911 of 2 jaar later was het 1 millioen
300;000 kilo. De Ilollandsche ingevoerde
boter blijft zoo staan rond de 5 millioen kilo.
Wij voeren gemiddeld per jaar 1,500,000
kgr. boter uit, meest naar Frankrijk. We
hebben dus in ons land feitelijk 5.300,000
kgj*. boter tekort, qï 40,000 melkkoeien,
t. t. z. vijf percent van het getal dat we be
zitten.
In 1909 hebben wij 11.160,000 kgr. in
1910; 11.751.000 kg.en in 1911; 11,412,000
kgr. kaas ingevoerd. Daarvan komt uit
Holland 86 percent.
In 1911 heeft Frankrijk ons 723,600 kgr.
Zwitserland 641,000 Engeland 107.500
Duitschland 56,000 kgr. allerhande kazen
gel o ver d.
Wij hebben uitgeleverd 120,000 kgr. die
we zelf meest in do vreemde hadden gekocht.
De Belgen woeden Congo-
leezen. De minister van Binnenland
heeft aan" de gouwheeren laten weten dat de
Belgen die naar den vreemde of-naar Congo
trekken voor 'nen vasten tijd, niet moeten
opgeschreven blijven in do bevolkingsregis
ters. Zij die in Congo gaan wonen, worden
dus Congoleezen.
Fcamkrijk herwordt katho
Siek. Wie zegt dat M. Marcel Serjfibat,
socialistisch kamerlid van Parijs in de
Bulletin de la semaine van .12 Juni. Hij
verklaart onbewimpeld, dat de letterkundige
voormannen, de mannen der universiteit, in
groot getal lot de katholieke kerk overgaan;
en daar de invloed der ontwikkelden onver
mijdelijk komt over de massa, zoo is het ook
zeker, dat het volk linnen korte jaren, in
groot getal tot de katholieke Kerk zal terug-
keeren.
Mocht het waar zijn De Paus heeft
het verleden jaar ook nog voorzien.
Altijd maar ©psSag. Dage-
lijks nog zijn er spoorwegagenlen die van
hoogerhand het verblijdend nieuws ontvan
gen dat hunne wedde verhoogd is en dat
hunne achterstallige loonsverhooging zal
worden bijbetaald. Nochtans, de kiezing is
reeds 3 weken voorbij. Zouden onze tegen
strevers ons niet willen zeggen, uit welk
kiesbelang M. de Broqueville nu die verhoo-
gingeu toestaat Ze zouden ons genoegen
doen.
iedevaai*t naai* ©.-L.-%fs«ouw
vast ILiSM (Affiles. Van 27 Oogt tot den
4 September. Een trein zal op 26 Oogst
vertrekken met een dag ophoud te Parijs-
Montmartre.
Fransche sermoenen door EE. PP. De
Harveng, Godschalck.
Vlaamsche sermoenen door E. P. De
Groot. Nadere inlichtingen te verkrijgen
bij E. H. PirotLa Louvière.
Te Parijs in de Doudeauvillestraat
wonen de echtelingen Lufarge, een huis
gezin van brave, eerlijke werkers. Hun
zoon Lucien, 20 jaar oud, mekaniukwerker,
had de beklagenswaardige manier aangeno
men op koersen le spelen. Zaterdag wenschte
hij weer aan zijnen noodlottigen drift toe te
geven, maar ongelukkiglijk hadden vroe-
g-ere tegenslagen hem tot den laatsten cent
gekost. Zeker te winnen ditmaal, stool hij
een honderd frank van zijne ouders, en ging
er weer mede zijn geluk beproeven op de
wedrennen. Eilaas, bij verloor er tot den
laatsten cent en kwam naar huis, waar hij
zijne brave ouders zijn vergrijp niet diorf
bekennen. Hij klom. als het avond gewor
den was, naar den zolder, met zijns vaders
scheermes gewapend, sneed zich den hals af
en deed dan eenen schrikkelijken sprong
naar beneden, waar men bemin eenen bloed
plas aantrof. Leven was er in hem niet meer
te bespeuren.
Moge zijn voorbeeld eenige razende spelers
onder oogon komen en tot inkeer brengen.
(FRANSGH NOORDEN)
In een der talrijke werkmansbuizen van de
Kléberslaaat, te Ascq. wonen de echtgenoot
ten Louis Dufranee, afkomstig Van Halewyn.
De man 72 jaar oud, is werkzaam in de
stokerij Beirnaert.
Toen de 68-jarige vrouw Zondag namid
dag haren man, die geheel den naoht ge
werkt bad, niet zag naar huis komen, begaf
zij zich naar de stokerij, Nationale baan,
waar zij aan den bewaker, Severin Delpacc,
inlichtingen vroeg.
Deze zegde dat Dofrance na zijn weekloon
te hebben ontvangen, het geslicht verlaten
bad doch om de oude vrouw gerust te stel
len onderzocht hij al de plaatsen der stokerij.
In eene overgroote kuip, waar het vuil
water in loopt, zag de bewaker het lijk vau
Defrance op hel water vlotten.
Hij riep om liulp, waarop verscheidene
personen toesnelden en liet lijk van den
ongelukkige uit do kuip trokken en-vast
stelden dat het slachtoffer aan den hals eene
afzichtelijke wonde droog.
Ook een zijner broekzakken was omge
keerd en nergens vond men zijn geld.
Op eenige stappen van de plaats ondekte
men eene spade, waaraan bloed kleefde en
dus voorzeker liet wapen was, waarmede de
ellendeling den ongelukkige ouderling bij
het verlaton der fabriek, had vermoord.
De gendarmen inmiddels verwittigd,snelden
ter plaats en deed zijn eerste onderzoek.
De vermoedens vielen op eenen jongen
werkman die met Defrance 's nachts had
werkzaam geweest.
Dokter Delezenne die het lijk geschouwd
heeft, verklaarde dat de dood oogenhlikkelijk
moet geweest zijn.
Diefstal is de drijfveer der misdaad ge
weest.
Het parket is Maandag te Ascq afgestapt
om het onderzoek voort te zetten.
De werkgezel van M. Defrance. die Zon
dag namiddag werd gezien, wordt opgezocht.
In tegenstelling met de vorige dagen
heersclUe er Zaterdag weer groote belang
stelling voor het verhoor van de Titanic »-
commissie. Als getuige trad op. zooals aan
gekondigd, de kapitein van de Carpathia
heer Rostron.
Deze begon mede te deelen dat bij zeven
en twintig jaar op zee was. en gaf verschil
lende bijzonderheden omtrent zijv ïois, ge
durende welke hij de overlevenden van de
Titanic redde. Voor het eerst sedert de
ramp was hij weer in Engeland.
De attorney general maakte van zijn ge
legenheid gebruik tusschen beide te komen
en" den kapitein te bedanken voor zijn optre
den U veroorlooft mij, zeide bij, u namens
de regeering uit te drukken, boe vervuld wij
zijn van dankbaarheid over uw gedrag en
voor bet groot aantal menschenlevens. dat
gij nog hebt kunnen redden. (Luide toej.) Ik
neem deze gelegenheid te baat u dit mede te
deelen bet is de eerste gelegenheid die zich
daartoe voordoet.
Ook de voorzitter van de kommissie sloot
zich bij die woorden aan en de kapitein boog
ontroerd ten dank.
Dan zette hij zijn verhaal voort en vertel
de, dal de telegrafist, die naar kooi gegaan
was, maarniet gesiapen had, om 12 u. 35
zijn hut binnenkwam, meldend dat hij een
dringend waarschuwingssignaal van de Ti
tanic ontvangen bad. Dadelijk bad bij
opdracht gegeven om naar de aangeduide
plaats op te stoomen degevono snelheid
van de Carpatia was 14 knoopen, maar
men voerde die nu op tot 17 1/2. Om even
half vier zag hij op 20 mijlen afstand een
groen licht de Titanic was toen nog
vlot. dacht hij.
Om vier ure bereikte hij de plaats van de
ramp spoedig zag hij weer een groen licht,
dat echter van een boot bleek te komen.
Achtereen werden twintig booten van de
Titanic aangetroffen, waarvan een drietal
leeg waren, omgeslagen of van dok gespoeld.
Zeven honderd en vijf passagiers werden aan
dek genomen, drie lijken waren in de booten
en een persoon stierf aan boord van de
Carpathia
Op de vraag van de attorney general deelde
de kapitein mede, dat volgens zijn inzicht
slechts twee of drie booten overladen waren.
In verschillende andere hadden nog tal van
personen plaats kunnen nemen. De booten
werden over een oppervlakte van 5 mijion
verspreid gevonden.
Verder verklaarde de kapitein oog dat hij
wanneer het helder weer was, toch zijn,
vaart niet verminderd hebben zou, ook al
was hij gewearscbuwd voor ijsbergen. Bij
helder weer was hij zeker van zijn schip.
Daarmede was het getuigenverhoor afge-
loopen. De pleidooien werden nog niet be
gonnen. Alleen verklaarden de verschil
lende overheden, dat zij verder geen aanval
zouden doen op de bekende houding van sir
Cosrno en lady Duff Gordon, zoodat hun
vertegenwoordiger niet zou behoeven te
blijven. De vertegenwoordiger van Oo'n bond
van matrozen verklaarde nog dut r.ijns inziens
de ramp voor oen goed deel \o wij ter. viel
aan gebrek van zeemanskunst cn dat kapi
tein Smith niet vftn schuld kon worden
vrijgepleit.
VAN WIESBEEK.
Aanhoudingsmandaten bekrachtigd.
De Raadskamer der Rechtbank van Brus
sel heeft do aanhoudingsmandaten bekrach
tigd, afgeleverd tegen Ernest. Léon en Maria
Vierendeels, wegens de moord gepleegd op
hunnen vader Isidoor Vierendeels.
Het dient echter gezegd te worden, dat er
tot liiertoo slechts heel onduidelijke vermoe
dens op de kinderen van het slachtoffer
wegen.
Een getuige beweert Ernest gezien le heb
ben, op liet uur dat demisdaad zou moeten
gepleegd zijn, nabij de plaats waar later bet
lijk ontdekt werd. Van Leon werd eene vest
aangeslagen waarvan de mouw met bloed
bevlekt was.
Tegen Maria wordt ingebracht, dat zij
een verdacht gesprek gevoerd hoeft mot
haren broeder Guslaaf, in tegenwoordigheid
der gendarmen. Zij zou namelijk gezegd heb
ben, dat de familie van het slachtoffer, niet
verplicht was de waarheid aan liet gerecht
te zeggen, en toen haar broeder antwoordde,
dat zulks juist het tegenovergestelde was,
snauwde zij hem toe Zwijg gij, en be
moei u daar niet mede, gij waart er niet
bij
Maandag morgend vond een wachter der
koninklijke hovingen van het Prado^tc Ma
drid, in een afgelegen graspark, de lijken
van een jong meisje en van oen jongeling
liggen. Beiden hadden revolverschoten in
het hoofd en naast de lijken lag nog oen
browningrevolver.
Op het meisje werden kostbare juweelen
gevonden en daar Ireido lijken reeds in staat
van ontbinding vei keerden, moest de dood
reeds verscheidene dagen ingetreden zijn.
Dank aan papieren c-p de lijken gevonden,
kon de identiteit der zelfmoordenaars vast
gesteld worden.
Het meisje was de 18jarige Elvira Agunya
en do jongeling de genaamde Severo Eclie-
varia 26 jaar oud. bediende in een groot han
delshuis van Madrid. Deze was gehuwd en
vader van 3 kinderen.
Het onderzoek beeft aan het licht ge
bracht, dat het meisje slechts eenige dagen
geleden vernomen had, dat haren vriend
gehuwd en huisvader was. Zij had dan be
sloten te sterven en overhaalde haren min
naar haar eerst to dooden en zich nadien te
zelfmoorden.
Een doode en verscheidene gekwetsten.
Uit New-York wordt gemeld, dat op hot
oogenblik dat de roeiers der hoogescholon
van Yale en Harvard hunne koers eindigden,
eene geweldige losbranding onlslond. Een
regen van stukken hout vloog op de talrijke
vaartuigen, daar bijeengebracht om do roei-
wedslrijden bij te wonen.
Weldra stelde men vast dat eene ontplof
fing gebeurd was aan boord van het yacht
Cristina toehoorende aan heer Fleischer,
den koning der molens van Nieuw-
Engeland. Eene zijner genoodigden. Madame
Jarvic. echtgenooto van een'gekeiuien ban
kier van Now-York. werd op den slag
gedood. Zij was' in hare calnen bezig aan
haren opschik, om zich dan naar hot noen
maal le begeven, als het ongeluk voorviol.
De ongelukkige werd door oen venster ge
slingerd. en kwam op de brug van liet yaoht
terecht. Haar lijk was verschrikkelijk ge
steld.
Verscheidene andere genoodigden zijn
door glasscherven gewond.
Het yacht heeft groote schade geledon.
De oorzaak der ontploffing is nog onbekend.
Te Nabuel, in Tunis, is een gruwelijke
misdaad gepleegd. Eene Araabsche vrouw
heeft eon inlandsch meisje gedood ten einde
haar bloed aan haar zoonfje te drinken te
geven en aldus zijne genezing te bekomen.
Sinds eenige dagen was de kleine Mania
ben Mohamed verdwenen. Een onderzoek
werd geopend en de overheden vernamen
weldra, van een inboorling, dat dezes mees
ter hem bevolen had het lijkje van een
meisje aan den voet van een boom te begra
ven.
Opzoekingeri werden onmiddelijk gedaan
en men vond inderdaad het lijkje der kleine
Mania.
De patroon van den inboorling, zekeren
Mohamed Najar werd aangehouden, doolL