ZONDAG 30 NOVEMBER 1913
SPAANSCHE VORSTEN OP REIS
CZAAR FERDINAND ZOU AFTREDEN
EEN KONINKLIJK ALBANIË
Czaac FERDINAND van Bulgarië
Ferdinand der Bulgaren. Czaar Ferdi
nand zooals hij zicli zelf placht te
noemen, heeft er, naar beweerd
wordt, genoeg van en zou zijn troon
willen afstaan, aan zijn oudste zoon,
prins Boris.
Gewoonlijk wordt deze tijding twee
maal per week medegedeeld en evenveel
malen gelogenstraft. Er moet evenwel
toch iets schelen.
Volgens de Marodni Pava orgaan
van den Bulgaarschen kabinetsoverste,
De Prins VON WIED,
vermoedelijke koning.
De bisschop van Aliaso,
(Albanië).
't Is nu toch de prins von Wied, die
meest kans heeft van de eerste Koning
van Albanië te worden.
Zooals men weet is hij goed gesteund
door de Weensche en Berlijnsche hoven
en ook Italië mag hem graag lijden.
Het vlot nochtans niet gauw genoeg
naar het oordeel der Albaniërs.
Ook is de bischop van Alaaso, daar-
I toe aangezet door de algemeenheid zij
ner onderdanen, opzettelijk naar Wee-
nen gekomen, om er aan keizer Franz-
Jozef een waar afbeeldsel van den toe
stand in Albanië voor oogen te leggen.
Volgens de bisschop van Allaso ver
wacht heel Albanië met ongeduld den
koning.
Haar prins von Wied de kroon wil
torschen, zal de Albaneesche regeering
afgevaardigden van alle clans naar Wa-
lona ontbieden, om, tegen half Decem
ber, den prins tot hun vorst te kiezen.
Een Albaneesche afvaardiging zal dan
naar Potsdam vertrekken, om den prins
de kroon aan te bieden en deze zal in
Januari met zijne echtgenoote naar Al
banië reizen, waar hij, als alles goed
gaat, in de laatste helft der maand, den
troon zal bestijgen.