De Vergiffenis van den Monnik
Belgisch-Amerikaansche
Nationale Bond in de
Vereenigde Staten
Op de Lente
(56*te Vervolg.)*
A\ie dan? vroeg Alonzo.
De pijnbank, was het antwoord.
Den doffe zucht was het eenige ant
woord van den beschuldigde. Helaas»
sedert lang duchtte hij dat vreeselijk
woord. Hij duchtte het, want, hoe moe
dig men ook zij, zoo schrikt men toch
terug voor gloeiende ijzers en bloedige
tangen, voor pijn bankschroeven en ijs
koud water. Het lichaam heeft een in
stinkt matigen schrik voor dat alles. De
spieren beven, de zenuwen worden pijn
lijk gespannen, de verbeelding stelt den
ongelukkige de pijnigingen voor den
geest, die hij zal ondergaan, en reeds te
voren schijnt het hem toe, dat hij de
t ninenten, die men hem bereidt, werke
lijk 111 zijn vleesch gevoelt.
Hebt gij nooit gedacht, dat dit uur
a oor u slaan zoa, Alonzo Cano vroeg
ivosales met schelle stem.
Ik bereidde er mij integendeel op
voor, antwoordde de kunstenaar, met
©ene stem, waarin heldenmoed trilde,
fcedert. vier maanden is mijn verblijf in
dezen kerker slechts eene lange marte
ling bij dit. lijden zult gij de martel
dood voegen, welnu, ik bid God hem
met geduld en ter zijner liefde te onder
gaan.
Rosalès sprak waarheid, toen hij be
weerde dat de graaf van Olivarez tot
net laatste oogenblik toe zijn 011 betwist
baren invloed op den koning had aange
wend ten einde van hem te verkrijgen,
dat hij de dringende eischen zou afwij-
zen vau de rechters, «elke een einde
wilden maken aan een proces dat scheen
eeuwig te sullen duren. Philips IV, die
den ouden Hen-era niet schuldig had
kunnen g-elooven aan de misdaad van
valsche munt. te maken, toen hij de
schoonheid van een zijner doeken za°-
weigerde eveneens te gelooren, dat
Alonzo Cano zijne vrouw zou vermoord
hebben, toen hij de heerlijke Madona
zag, welke door den schilder op de trap
pen der hoofdkerk was. tentoongesteld.
Zulke vrome bezieling, zulk eene reine
ingeving des hemels kon niet samen
gaan met bloeddorstige neigingen. He
hand, die de penseelen bestuurd had,
welke den Gestorven Christus, door
een engel ondersteund hadden voort-
gebiacht, kou den dolk ecus moorde
naars niet gehanteerd hebben. Het ge
nie van Alonzo Cano bleef dus zijne
eenige verdediging.
Daarenboven was Philips IV zijn on
vermoeide beschermer geweest in het
bestrijden van de eischen der rechters
en de vorderingen der gerechtshoven.
Olivares beminde hem als een broeder,
ja, ais een zoon. .Maar toen deze begun
stigde minister, wiens macht Philips 1V
bijna in ongelegenheid gebracht had,
geheel uit de gunst des konings was ge
bannen, toen iiij ondervond, dat de mar
kies van Lucar te ondank baarder was,
naarmate hij hem hooger had verheven,
strekte dezelfde ongenade zich over ai
degenen uit, die den voormaügen gun
steling gediend of bewijzen zijner ge
negenheid ontvangen hadden.
Kosaiès, die op de eerste de beste ge
legenheid loerde, om Alonzo zijn reeds
zoo ellendig leven te ontrukken, begaf
zich, zoodra hij den val van ülivarez
vernam, naar Philips IV en vroeg hem
bevelen ten einde, het proces van Alon
zo Cano te kunnen eindigen.
Is dat nog niet algeloopen? vroeg
de koning.
De graaf Olivarez beschermde
Alonzo zeer.
De koning fronste de wenkbrauwen.
Heot gij geen enkel bewijs tegen
dien kunstenaar? vroeg hij.
Geen enkel.
Zendt hem dan vrijgesproken heen.
Er blijft eerst nog eene formaliteit
te vervullen.
Vervul die dan, zegde Philips IV,
en spreek er mij niet meer over.
Het zal volgens Uwer Majesteit's
verlangen geschieden, zee-de liosalès,
en daartoe ontbreekt nog slechts ééne
zaak aan dit perkament.
Welke?
Uwe handteekening.
De koning doorliep het vluchtig met
de oogen.
De pijnbank zegde hij, de pijn
bank
Het is volgens de wet, zegde Ko
saiès kioel.
Neen, dat nietdat nietzijn er
geen zachtere middelen?
Zij zijn allen vruchteloos geble
ven, sire.
- Welnu, daar hij ontkent-, daar de
bewijzen ontbreken, zend er hem heen.
En met hem zonder twijfel al de
booswichten, die de gevangenis vullen,
en evenals Alonzo hunne schuld ont
kennen
Dieven en roovers in vrijheid stel
len
Ja. En waarom niet, wanneer men
moordenaars loslaat, Majesteit?
Dat. is verschrikkelijk! dat is ver
schrikkelijk herhaalde de koning. Een
man, wien ik de hand gedrukt heb, een
groot, kunstenaar, wiens doeken de ker
ken opluisteren, wiens beelden de won
deren der Spaansche beeldhouwkunst
uitmaken. Ik kan niet, ik wil niet tee
kenen.
Kosaiès boog met gemaakte nederig
heid.
Moet ik den minister zeggen, dat
Uwe Majesteit de vrijlating van alle
gevangenen beveelt?
NeenKosaiès, neenInderdaad,
I de verantwoordelijkheid die op mij
I drukt, jaagt mij schrik aan. Zich te
toegevend jegens misdadigers toonen,
is evenmin verstandig en in het belang
der justicie, als meêdoogenloosheid je
gens de ongelukkigen. Komaan laten
wij denken, dat de eeretitel van don
Pedro was de Rectvaardige... Ro-
solès, zoo gij Alonzo niet kunt onttrek
ken aan de wet, welker strengheid ik
verwensch, spaar hem dan ten minste
zooveel mogelijk.... Beproef eene laat
ste poging, om eene bekentenis te ver
krijgen... Ik zal hem mijn eigen biecht
vader zenden... En zoo zijn lichaam ge
pijnigd moet. worden, ten einde de be
kentenis zijner misdaad aan zijne lip
pen ontsnappe, verbied ik, verstaat gij,
verbied ik op nadrukkelijke en vol
strekte wijze, dat men de rechterhand
van Alonzo aanrake, die hand, welke ik
gedrukt heb, en die onsterfelijke mees
terstukken beeft voortgebracht.
Philips I\ bedekte zijne oogen met
de hand en slaakte een zucht.
Toen hij het hoofd ophief, was Kosa-
vertrokken met liet bevel, Alonzo
aan de pijniging- te onderwerpen.
He rechter, die eindelijk zijne wraak
kon koelen, wilde geen uur, zelfs geen
minuut verliezen, hij vreesde eene her
roeping- van t hevel, een stap ran Gas-
pardo del Iïoca, om den kunstenaar van
de pijniging te bevrijden.
i!.clltte Kosaiès hem schuldig?... Dit
blijft een geheim tusschen God en hem,
maar wat hij voor zeker hield, was dat
Alonzo, hij mocht dan schuldig of on
schuldig zijn, slechts met verbrijzelde
ledematen of in zijne eer gekrenkt, van
«leze vreeselijke proef zou afkomen.
loen Alonzo Cano dit nieuws van den
fechter vernam, die liet. hem met eene
koelheid, die ternauwernood eene wree-
de vreugde verried, meedeelde, verza
melde hij m Zijne ziel al den moed, dien
de onschuld verleenthij rekte de spie
ren uit om zich voor de zwakheid des
vleesches te bewaren, stond op van den
grond, bleef een oogenblik rechtop
staan en vestigde op Kosaiès een blik,
dien de ellendeling de oogen deed neer-
slaan.
Ik hen gereed, zegde hij.
Kosaiès gaf een toeken aan de fakkel
dragers. om het hok te verlaten, en een
oogenblik daarna, steeg Alonzo, door
den gevangenbewaarder vergezeld, de
u enteltrap op, xlie van zijn verblijf naar
de andere onderaardsche vertrekken
leidde.
Wij hebben gezegd, dat de gevange
nis van Alonzo aan het uiteinde gele
gen was yan den trechtèrvormigen wen
teltrap, die tot. in liet. binnenste der aar
de doordrong. Hij had derhalve hon
derd trappen te beklimmen, alvorens hij
op 't gelijkvloers was.
Een ruim vierkant, waarop twee deu
ren uitkwamen, bevond zich boven aan
den eersten trap! Een breede trap be-
on er vlak tegenover.
De linker deur werd door den wachter
geopend, en de soldaten duwden Alonzo
Cano er in.
Wat Kosaiès betreft, nauwelijks was
de gevangene binnen, of hij verdween
met. den schrijver, die de antwoorden
van den beschuldig'de had opgeschre
ven.
Eerst onderscheidde Alonzo Cano
niets. Wel gevoelde hij dat hij in eene
groote zaal kwam. Hij, die sedert vier
maanden een hok bewoonde, maakte ge
makkelijk uit de beweging der lucht
op, dat het vertrek ruim, hoog en ge
welfd was. De toortsen der soldaten ver
spreidden ternauwernood een weifelend
licht.in leder gekleede mannen namen
ze hun uit de handen, en de soldaten
gingen heen.
Alonzo gevoelde eene huivering van
schrik.
De soldaten waren nog menschen, nu
echter wist hij, dat die bij hem bleven,
slechts beulen waren.
De stem van Rosalès deed zich op ge
ringen afstand hooren, en toch was het
Alonzo, hoewel hij het hoofd omwend
de, onmogelijk hem te bespeuren.
Bijna op hetzelfde oogenblik, streek
een roode gloed voor de voeten van den
kunstenaar over den vloer, en bij zag
dat een groot zwart, gordijn het vertrek,
waarin hij zich bevond, in tweeën
scheidde. De gloed kwam onder dit gor
dijn uit.
Eensklaps werden de gordijnen op zij
geschoven, en Alonzo ontving den in
druk, dien het plotselinge gezicht van
een brand op ons maakt.
Op den achtergrond van de tweede
helft van de zaal der pijniging brandde
een fornuis, en twee mannen, op fantas
tische wijze door den rooden weerschijn
der vlammen verlicht, stonden er naast
en legden ijzeren tangen en staven in
de witgloeiende kolen.
Op eenige schreden afstands vulde
een afzichtelijke dwerg eenige kruiken
met water.
Wat verder draaiden twee reuzen de
schroeven eener houten pijnbank op.
Langs de muren hingen wonderlijke
werktuigen, die zich onduidelijk daarop
afteekenden, en wier bestemming een
vreeselijk geheim was.
Aan eene tafel gezeten, waarop twee
ijzeren kandelaars stonden, elk van eene
kaars voorzienhadden Kosaiès en de
griffier hunne gewone gevoelloosheid
behouden. Men liet Alonzo eenigen tijd
den blik vestigen op de onheilspellende
voorwerpen, die aan de muren van deze
onderaardsche kamer hingen.
Toen de rechter dacht dat. de ongeluk
kige een diepen' indruk van dit schouw
spel gekregen had, zegde hij tot een der
mannen, die bezig waren met aan de
schroeven te draaien
Neem den gevangene de boeien af.
Alonzo ging op een bankje zitten, en
men nam hem achtereenvolgens de rin
gen af, die zijne enkels en polsen om
vatten.
Hij rekte zijne pijnlijke ledematen
uit, en kreeg ondanks zijn moed, eene
rilling van schrik, toen hij bedacht, dat
ijzer, hout en vuur binneu enkele minu
ten zouden samenspannen om hem te
folteren
Alonzo Cano, vroeg Rosalès, hebt
gij nagedacht, en wilt gij de verfoeilijke
misdaad, waaraan gij God en de men
schen rekenschap geven moet, beken
nen
Ik ben onschuldig, antwoordde de
ongelukkige.
Eene nederige bekentenis is een
eerste stap tot berouwDe rechters
kunnen zich toegevend toonen, de ko
ning kan gratie schenken.
Ik ben onschuldig, herhaalde nog
maals Alonzo.
Dan moet gij er u toe bereid hou
den, in uw lichaam eene harde proef te
doorstaan.
Ik neem ze als een marteling aan
Jezus was ook onschuldig, toen men
hem aan de beulen overleverde.
Toen hij een groot kruisbeeld be
merkte, dat tegen den naakten muur
Het is omtrent vier jaren, dat in de
Vereenigde-Staten eene Nationale Ver-
eeniging bestaat, welke al de bijzonder
ste maatschappijen onder de Belgen in
de Nieuwe Wereld bestaande omsluit eu
in de korten tijd van haar bestaan, eeue
ontzaggelijke macht voor het welzijn
van ons volk is geworden.
Het doel van dezen bond is: Hetgees-
elijk eu tijdelijk welzijn van het Bel-
hing, zegde hij met. innige vurigheid.:
Ik lieroep mij op U, mijn Heiland.
Ik ben thans geen man meer, maar een
worm, een ongelukkige, van wien de
beulen een voorwerp van medelijden en
afschuw gaan maken. Van te voren her
roep ik aan Uwe voeten al de onvoor
zichtige woorden, die de kwelling mij
zou kunnen ontrukkenIk ben on
schuldig, maar mijne zwakheid is toch
zoo grootAls ik deze proef doorsta,
doe ik de belofte U voor altijd mijn le
ven en mijne ziel toe te wijden, eene we
reld te vluchten, die mij misleid, be
drogen en gepijnigd heeft, en mij en
kel aan U te geven, om in armoede en
boete te leven.
(Wordt voortgezet.)
Nu natuur, den doodslaap moede,
Weêr ontwaakt met frissche kracht,
Zij mijn loflied aan d'Algoede,
Die haar tooit met rijke pracht.
Madeliefjes en seringen
Met viooltjens teêr en schoon
Schijnen psalmen op te zingen,
Jubelgalmen tot Gods troon.
Geur'ge bloemen, groene blaren
Biedt natuur ons lachend aan
Waar het oog ook heen moog' staren,
't Ziet slechts boomen, rijk bela&n.
Lieve lente, met uw bloemen,
t Schoonste kleed van Gods natuur,
Gij geeft stof om Hem te roemen,
Zeet'lend boven 't rijk azuur.
Met uw kleuren en uw geuren
Doet gi^ 't hart weldadig aan.
Voert de ziel door de eeuw'ge deuren,
Doet tot God haar dankbaar gaan.
Alles schoonheid, alles leven.
Wat gij ons te aanschouwen geeft.
Lof dan uit deze aardsche dreven
Hem, door Wien natuur herleeft.
Zingt dan vrij, gij nachtegalen,
Zittend in den groenen eik.
Wilt des Heeren grootheid malen
Voor zijn scheps'len, arm en rijk.
Op de bergen, in valleien,
Roemt het al zijn lof en eer.
Daar Gods scheps'len spelemeien,
Hupp'lend, zingend keer op keer.
Maar het was niet alles vreugde,
Wat de lieve lente ons bood
Wat het harte niet verheugde
Vloeide ook ,wel uit haren schoot.
In natuur, zoo heerlijk bloeiend,
Woeden ook wel smart en dood
Van den stengel, welig groeiend,
Valt de roos in 's aardrijks schoot.
Ook die ons aan 't harte gingen.
Die we minden trouw en teêr,
Vielen uit der vrienden kringen,
En hun standplaats is niet meer.
Als de Mei-zon, vriend'lijk schijnend,
't Veld bestraalt met gouden glans,
Welkt het bloempjen en, verdwijnend,
Tooit niet meer den bloemenkrans.
Bij der bloemen prachtfestoenen
Vindt men doornen evenzeer
Waar de blaren heerlijk groenen
Knaagt de worm ook keer op keer.
Schoonste van de jaargetijden,
Lieve lente, aan 't menschenhart
Schenkt gij troost in ramp en lijden,
Geeft gij blijdschap in de smart.
O, gij doet in mij herleven.
Als een dierb're mij begeeft,
Hoop en lust naar gindsche dreven,
Waar de doode weêr herleeft.
De eeuw'ge lente zal verschijnen
Eens vernieuwt Gods hand deze aard.
Dan zal alle leed verdwijnen.
Als Gods liefde 't al bestraalt.
.aat mij, Heerhet wel beseffen,
Dat op aarde niets beklijft
Laat mijn hart, wat me ook moog treffen.
Weten, dat Gij Vader blijft
D. THIJM.
gische volk in Amerika te bevorderen,
de uitwijkelingen bij te staan en den al-
gemeenen toestand van onze landgenoo
ten verbeteren.
Dat. doel is klein in woordental, doch
groot in beteekenis, en alhoewel Ame-
ïika onder liet Vlaamsclie volk al eens
als een luilekkerland wordt afgeschil-
dert, toch vindt de Nationale Bond
werk genoeg* om landgenooten te hel
pen in allerlei moeilijkheden en land
verhuizers bijzonderlijk hebben reeds
heel wat werk geleverd.
Het is natuurlijk op de eerste plaats
voor de nieuwelingen dat er dient ge
zorgd te worden en deze enkele regelen
zijn geschreven om te dienen als inlich
tingen en ook als waarschuwing voor
dezen, die schikken liet vaderland te
verlaten, om er eene broodwinning te
zoeken.
Landgenooten, welke hier voor de
eerste maal naar to komen, zouden wel
doen, eerst om inlichtingen^te vragen in
de gegevene plaats, waar ze zich schik
ken te vestigen. In bijna al de Belgische
nederzettingen in de Vereenigde-Staten
zijn vertegenwoordigers van den bond,
allen mannen van goed karakter, welke
alle vertrouwen waardig zijn en welke
ook bereid zijn in naam van den bond,
hunne broeders zooveel mogelijk dienst
te bewijzen. Indien men naar een van
deze wil schrijven (de heele lijst wordt
hieronder volledig met adressen mede
gedeeld), dan zal men zulke vertrouw
bare inlichtingen bekomen, als men
noodig heeft vooraleer de stap te wa
gen. Ook zoude in vele gevallen bedrog
en aftruggelarij worden vermeden, wel
ke hedendaags nog slachtoffers onder
de landverhuizers vinden.
Eene instelling van onschatbare
waarde is dat van het Belgisch Huis te
New-York. Daar is een priester, de Z.
E. H. J.-F. Stillemans, samen met een
schrijver, om de landverhuizers bij hun
ne aanlanding bij te staan en er zoude
geen enkele Belg of Hollander mogen
zijn, die niet die naam kent wanneer hij
te New-York aanlandt.
In vroegere jaren gebeurde het dik
wijls, dat landgenooten, door de Ameri-
kaansche staatsbedienden terugg'ezon-
den werden, door misverstand ot bij ge
brek aan genoegzame verdediging op
zekere punten. Unze missionaris is daar
nu om ze ter zijde te staan. Vele moei
lijkheden ontstaan ook door reisgoed,
reiskaarten enz., en voor al deze dingen
is het Belgisch bureel daar ten hunnen
dienste. Als ze verders aankomen op
hunne bestemming in gelijk welke
stad, en dat ze daar geen familieleden
hebben, die voor hen zorgen, de verte
genwoordiger van den bond is daar om
voor hen te zorgen. De besten onder ons
volk zijn aan het hoofd dezer inrichting
ên men heeft niets te vreezen, de wreede
onzekerheid van vroegere dagen is ver
dwenen en men kan integendeel overal
van den eersten dag te huis zijn.
Het is het verlangen van den bond,
dat iedere agent van stoombootmaat
schappijen in België, een afdruksel van
de lijst onzer vertegenwoordigers heb-
be, om aldus de vertrekkenden, 't adres
te geven, van bestuurleden of raadsle
den der stad waar zij zich heen begeven,
en wij zuilen met genoegen zulke lijst
sturen aan al wie ze vraagt aan den na-
tionalen schrijver. Niet alleen agenten
van stoom boot en, maar bijzonder allen
die het belang en de bescherming der
landverhuizers ter harte hebben, zouden
met ons moeten in betrekking komen en
op die wijze zouden de vruchten onzer
pogingen grootelijks vermeerderen.
Iemand, die geene jarenlange onder
vinding van dit land heeft, zoude nooit
mogen zich zelf verbinden, noch iets
koopen, zonder met een vertrouwbaar
persoon in betrekking te komen. Het
verleden verhaalt ons onder dit opzicht
eeno droeve geschiedenis. Honderden
Belgen werden bedrogen gelokt naar
■plaatsen, waar geen werk was te vin
den. Soms eene schoone boerderij be
loofd en verbloemde slavernij gegeven.
Verleiders, die lien goudmijnen beloof
den, waren soms in der waarheid ge-
meene schurken, welke het op hunne
spaarpenningen hadden gemunt. Meis
jes en vrouwen viel een schrikkelijk lot
ten deel, als het gevolg van te lichtzin
nig vertrouwen in onbekende gelukzoe
kers. Die toestand van zaken is echter
grootelijks veranderd en de nieuwe ko-
mer, die van de bestaande inrichtingen
gebruik wil maken, heeft niets meer te
lings naar hier te komen, b
der nijverheid is slap en duii
hier thans werkeloos. Gewoni
zouden best doen uit te stel
komen, het zoude hen eene*"^
leurstelling besparen. Dat
vooral schrijven en slechts q
als hen een vertrouwbare pe pi
zekert, bat er kans van werk
winning is. 1 pi
Hat men de hierbij gevq y
overzie, er is eene plaats voq
iijksten te bevredigen en er st
cent gevraagd worden voor'd jrt
welke men hen bewijst. Ia
te
'fcj
men zal steeds gelukkig zijn e
te kunnen helpen en te betvi
wij meenen wat wij zeggen, de
ik hoop dat de bovenstaan ^e'
zuilen voor gevolg hebben, d
denkenden in Vlaanderen onsi
pende hand zullen reiken, d
ons zullen samenwerken tot
Ken van het doel dat wij bet
weten t beschermen, steunes l
uithelpen van alle Uelgen in
inlichtingen van gelijk wei vi
in betrekking met ons volk ii f1
en alle .vragen in zake van d
nalen Bond zullen met lieide k
antwoord, indien men zich i hi
ondergeteekendeVragen vaj lij
lijken aard betreffende de eeni
re stad zal men best bekome f
vertegenwoordiger, welke vo L
plaatsen op de hieronder gege ta
Aangegeven. 1 lo
Gaston VEYS, scl j
at
vreezen
Hierbij moet ik ook eene waarschu
wing voegen van anderen aard, name
lijk voor dezen, welke schikken korte-
Zielner de namen en adressen j|
stuur en der briefwisselende raad? L
■iet jaar 1914
ia
Landgenooten, Belgen of Hollai
raad of hulp noodig hebben voor
of tijdelijk welzijn mogen zich j(
olgende bestuurleden wenden Lv
Geestelijke bestuurder: Eerw. H
baert, 10, Pleasant Str., Rochester,
EerevoorzitterEdward Soryj^
street, Moline, 111.
VoorzitterHenry B. Van Slemb^
Holcoinh Ave, Detroit, Mich.
Ondervoorzitters: Joe Voorde, 60$
street, South Bend, Ind.A. C. Va [g
net, 1404 16 th Avenue, Moline, Illin
Van Rickstal, 25, Madison Avenue, 1
Achiel Revyn, 1100, Champlain Sti e
Michigan Victor De Meester, 902, |C]
sion Street South Bend, Indiana;] lc
ckaert, 1209 S. 35 th street, Argent
Kansas.
Schrijver Gaston Vevs, 2037, 19
Moline, 111.
SchatbewaarderKarei L. Viane
mont Ave, Chicago, 111.
AdvokaatJohn C. Rabaut, Detrftg
HulpadvokatenPeter Meersmai d
Block, Moline, 111. Felix Streyckmi i.
Randolph Str.. Chicago, 111.
Ordeman Frank Cyriel, 329, Oakl
Chicago, 111.
Toezieners: Charles Martens, Pi
We, Irondequoit, N. Y. Arthur Dfi L
ley, N. Y.; Peter Norway, Annawai T
les Van Overwalle, 726, W. Monn ai
out'n Bend., Ind.Edward Andri Lr
Ave., Moline,
Bestuurder van het Belgisch bure< c]
York: Eerw. Heer J.-F. Stillemans, p,
time Building, New-York. R
Briefwisselende raadsleden Mol i
Joe Van Lancker, 2024 19 tli Street
Mich., William Westdorp, 841, C a
Street Chicago, 111., Louis Van I L
669, Wrighlwood Ave. Rochester, N
mond Meyvis, 538, S. Paul Street
Bend, Ind., Ph. Van Thornhout, 411
nutKansas City, Mo., Paul Prnvi
W., Blyd, New-York, N. Y., L.
Dries, 113, Maritime Building; Ea< f,
111., Joe Van Hoe, PostofficeRod 0
August Schatteman, 1406 39 tli
Belle Plaine, Iowa, August Blancka!
wan, 111., André CroegaertAtkin
Theo. Claeys Mineral, 111., John G
Ghent, Minrj., Christ. Van Wynsbefjj Ij-
ria, 111., Emiel Voet, 1300, N. Washinj
Marshall, Minn., Chas. De Rue
111., Charles Duytschaever, R. F. D. 1 q.
Kewanee, 111., Camiel De Vrieze, 231; j
StreetBrighton, N. Y., Theophil C [a
lantic Ave.Irondequoit, N. Y., Ed.
cker, Pine Grove Deerfield, Kans!
De Iveyser Newark, N. Y., Louis \\iL
F. D. 1 Belgique, Mo. Alois Staeli rg
ïyra, N. Y., Peter Governor, R. F. I sC
neseo, 111., Jan De GeeterSt-Lotl L
Minn., Frank DuytschaeverLetclit
C. M. Van de Voorde Long Grove, I(
tor De WulfCanadaigua, N. Y,
DhondtI.a Salle, 111., Edmond L!
F. D. 24 Box 36De Pere, Wis., J 1 dj
De Volksstem Lake Forest, 1 en
Dhulst, Box, 617; Monneota, Minn, st
MoorseOntario, N. Y., Peter Vei.'is i
Clifton Springs, N. Y.t Gust Landscln d<
liamson, N. Y., August De Smet;
Minn., Hector Van Risseghem Rig*»*,
Peter De VleeschhouwerSan Antfl
xas. Rev. J. Barrez, 64, Frio City I hi
South Omaha, Neb., Camile Pamela; a(]
V. StreetWalnut Grove, Minn., All
Hulle Waukegan, Mich. Camile DU 0
Dugdale Waters, Mich., Chas. Verlil
terson, N. Y., Edmond Rodts, 668, Rif
Mason City, Iowa, Jules Martens R-
54 Philadelphia, Pa., Jules De GtM
N. Oriana Str. Mishawaka. Ind., B
Van der Heyden, 316 W., 7 th Street
N. Carolina, Richard Vanderbeke.
H