enjaclit in Rusland
PIA... PIA...
ALLERLEI
jacht geschiedt, des winters als
irek aan voedsel de wolven nog
en stoutmoediger maakt dan zij
de volgende wijze
of vier jagers, elk met eenen
p gewapend, plaatsen zich in
)ïkaEene troïka is een zeke)
niet drie peerden bespannen. Hei
ste van deze peerden moet altijd
de twee buitenste moeten altijd
of galopeeren, als gij dit beter
t. Dit middenste peerd moet niet
jk draven, maar het moet draven
q kop naar den grond gebukt en
wordt het* de sneeuweter ge-
niette genstaande het beest lie
ver eet, als het geene lange haver
te begrijpen. De twee andere
al rennende hunnen kop op zijde
het eene naar den rechter, het
naar de linker zijde, en zij wor-
woedenden» genoemd,
koetsier, op wien men mag staat
j bestuurt de troïka.
achter aan het rijtuig bindt men
jl ie koord, of om meer zekerheid,
ae ketting, een jong verken vast.
oorde of deze ketting moet juist
i iters lang zijn. Het verksken mag
a 'zacht kussen in het rijtuig zit-
ei t dat men aan een bosch komt
ten voornemens is de jacht te be-
Aldaar wordt het arm beestje
>rc rijtuig gezet en het moet te voet
0 De koetsier zweept zijne peer-
l zij snellen als bliksems vooruit,
ei (rksken schreeuwt uit al zijne
1 en niet zonder reden. Op dit ge
it iw steekt een wolf zijnen neus uit
;ch en loopt achter het verksken;
n< lSt wordt hij gevolgd van twee
nftien, van vijftig wolven. Allen
oi het verksken grijpen, de eene
e jn snuit, de. andere met zijnen
oi ïet verksken, met de grootste
j{ voortgerukt, schreeuwt en her-
bj iwt, lijf sta bij. Daardoor worden
s ndere wolven wakker, die in het
lce van het bosch liften te slapen.
3r wolven van drie uren in het ronde
Vi toegeloopen, en geheel hunne
bo vervolgt de troïka
r( an is een goede koetsier bijzonder
3e kelijk. De peerden die natuurlijk
ïfl grooten afschrik van de wolven
i i, worden als uitzinnig. Het mid-
dat moet draven, zou willen galo-
en de twee buitenste die moeten
,r( ren, pogen het gebit van den toom
iti en hunne tanden te vatten, om
!a, ïeller als de pijl uit eenen boog<
ho j het bosch te kunnen vluchten,
e arende al dien tijd schieten de ja-
Jt< mder ophouden onder de wolven;
tchben niet noodig te mikken, want
scheut is raak. Het verksken
Hinwt, de peerden bneschen, de
id i huilen, en de geweren donderen
b t kraakt en klettert.
?e lang- als de"koetsier zijne razende
in meester is, dan gaat alles wel;
liikan hij ze niet meer beteugelen,
le het'rijtuig aan iets haperen, stort
sai ïka om, dan is alles verloren. Des
i ïndaags of twee dagen nadien,
>ta men de stukken van liet rijtuig,
ij pen der geweren, en de afgeknaag-
m enderen der peerden, jagers en
li een, hoop over hoop liggen.
leden winter heeft de prins Repni-
Jo 10 o eene jacht gedaan, en het
Z! de weinig o£ 't wa£ zijne laatste
1 j deed. Hij was met twee zijner
en op een kasteelken, dat niet
d' ran een groot bosch was gelegen:
11 besloten den wolf te gaan jagen,
jn er gezegd, van de wolven te gaan
k' gd worden.
J 8 ïeidden een lang.open rijtuig, dat
kt troïka, in hetwelk drie personen,
:het verken mede te rekenen, zich
L ckelijk konden bewegen. Zij span-
s j f drie sterke peerden aan, die tot
al lvenjacht wel waren afgericht, en
1 eenen koetsier, die in de land-
geboren zijnde, in die jacht zeer
er :n was. Elke jager had twee gewe-
aa et dubbelen loop en honderd vijt-
ik) tidoesen om te schieten.
kwamen aan de steppe dat is
'gen, aan eene onafzienbare vlakte
sneeuw bedekt. Zij hadden den
00 gekozen, omdat de wolven dan
Tl eest- op gang zijn. De maan scheen
eb: r, en haar licht'door de witheid der
w weerkaatst, geleek bijna aan de
ne( te van den dag. Het verksken werd
it rijtuig gezet, en de troïka snelde
1 J Het beestje zoo ellendiglijk voort-
r°' kken, begon te schreeuwen. Eeni-
p ilven verschenen, doch in klein ge-
j ij waren eerst wat vreesachtig, en
den het niet te naderen. Haar al
ken s vermeerde hunne bende, en
ie bloediger geworden, naderden zij
'^e, en meer tot de jagers. De koetsier
zijne peerden in en reed niet snel.
ore, neer de wolven ten getalle van
er tig genaderd waren, begon de slag-
Een geweerschot donderde, een
sto viel. Toen ontstond er eene groote
iet k onder de wolven, en eensklaps
i> i in hun getal wel de helft vermin-
op Maar welhaast vergrootte de ben-
ij mieuw.
len n alle kanten hoorde men gehuil
rde et eene gehuil antwoordde op het
leg re, zoo verre men hooren kon. Van
at« santen zag men spitse neuzen opda-
w en oogen als karbonkels flikkeren
ma grootste getal der wolven waren
eben schot, en de jagers begonnen een
ei ondend vuur. Maar, boewei bij elk
itst een wolf viel, verminderde de ben-
;'ioj etzij vermeerderde integendeel op
t Al verbazende wijze; welhaast was het
rvol
geene bende meer, het was eene over-
groote kudde die dicht ineen gedrongen,
achter de troïka eene overgroote halve
maan vormde, waarvan de twee hoornen
langs beide kanten, zich reeds een wei-
uig voorbij de peerden begonnen uit te
strekken. Deze kudde vergrootte nog
gedurig, zoo dat het scheen dat de wol
ven van onder den sneeuw uit de aarde
liwamen gekropen. Hunne verschijning
uad een verbazend spookachtig voorko
men; want men kon niet begrijpen hoe
net mogelijk was van op zoo korten tijd
twee of drie duizend wolven, in die
vlakte vergaderd te zien, waar men over
nag er nauwelijks twee of drie kon ont
denken.
Nu liadden de jagers het verken terug-
in liet rijtuig genomen; net beestjen, al-
uoewel op een zucüt Kussen gelegd, üiela
nog zoo nuastig met op van senreeuw en,
net welk de stoutmoeüigHeid der wolven,
uie er op verlekkerd waren, gedurig ver*
nuooeiue. ne jagers liauden geen oogeu-
oiiii opgenouuen van scnieten, en nad-
den reeus meer dan de iiellt van liunne
Kogeis verscnoien, en zij waren nog
noor twee of drie duizend wolven ge
volgd. ue doornen der naive maan, wel
ae ue kunde der wolven vormde, begon
nen meer en meer de peeruen vouioij
te s lenen, en ailengskens ureigden zij
zien toe te sluiten, en eenen Kling
vormen waarvan Het rijtuig, de peer
uen, de jagers en liet vamsiieii liet mid
denpunt zouden worden.
Kwam er een der peerden te vallen
dan was alles gedaan; en de peerden
scnenen rook en vuur uit hunne neus
gaten te blazen, eu maakten algrijse-
Ziehier het artikel netjes op 't papier
geschreven; 't is hertelijk gewrocht
den Grooten Oceaan zendt me schelp
diertjes af.... Die langwerpige omslag
daar a Acknowledgment of receipt
komt van Sanghaï. 't Is Pater Davrout,
iijke zijsprongen.
vv at dunkt u van dit alles,
en vernissen, doch 't is beter dat hij zoo
maar blijft, hij zoude er kunnen bij ver
liezen, eenvoudig en natuurlijk weg is
uog 't best
O artikel!getrouwe werker, op
wien ik al mijne hoop stel, hebt ge uwe
zending goed verstaan?...
Ik heb eene groote school voor 600
kinderen noodig Gij zult het verkon
digen... het aan iedereen toeroepen, aan
de geabonneerden natuurlijk, maar ook
uog aan veel anderen!.-, aan den werk
man die u zal vinden liggen in den
spoorwagen... aan den autugeleider....
aan uen ianierlanter die op en van de
suaat ieeit... aan de nuisnoudster wiens
uenoodigneden gij zult inpakken... Gij
uit net verkonuigen op de bijeenkom
sten der rijnen en geleerden gelijk op
naaiwinnels waar de naaisters
uien Komen om te werken.
Zjells reeds gescHeurd en aan flarden
getrokken zal ieder deeltje nog spreken,
juist geiijK de gewonue suluaut die nog
een ïaaisie geweerscnot lost vooraleer
ie sterven.
Ziijt ge gereed, o artikel?... Staan er
geen drumouten in?.*. zujt ge lees baai-
gedrukt?... Vertrek dan!... en dat Uns
jj.eer uwe reis zegene!...
ileu zou kern wel wat kuuneu polijsteu van 't gezelscüup Jezus, die ge b'iugt
i vinden te Sien-Hsien, Ho-Kieu-tu f iche-
ly>.... Die hier komt van .Noumea, van
een officier in die kolonie verblijven
de.... deze kreeg ik van Pater Le Scao,
te Kakamoeka, langs Konilou... Die an
dere daar draagt een Duitsch adres
Katkoliscke Mission Kilomeni post
Lembern Haien Tanga Een Elzasser
van Ste-Odila, ginder uit 'nen verloren
hoek, stuurde hem mij op.
Dia... pia!... ons klein artikeltje
deed reeds de reis rond de wereld: zie
llier een postzegel van Voüémar, Mada
gascar; een anuer van HaUwella, op het
eiland Ceylon; een derde met onleesbare
vette letters gestreept, ik weet niet van
waar bij herkomstig is, doch men zegt
dat men er de Katholieke gazetten geer-
ne ziet aanlanden, er de goede dagblad-
,a- schrijvers bemint en dat men zelfs voor
hen bidt...
Ivan
sprak de prins tot zijnen koetsier.
Mij uunkt, mijnbeer, antwoordde
Lvan, nat net Uier niet pluis
Vreest gij iets? hernam de prins
De duivels Hebben Het bloed gero
ken, wedervoer ivau, en als gij blijtt
scnieten dan zal hun getal nog vermeer
deren.
Wat zoudt gij ons raden? vroeg de
prins.
Het schieten te staken, en de peerden
te laten ioopen uit al hunne macHt, was
het antwoord.
Zijt gij zeker van uwe peerden?
Ja.
Kn van ons ook
De koetsier antwoordde niet; hij wil
de zich niet verantwoordelijk voor hun
leven maken. Nochtans wrerd zijn raad
goedgekeurd.
Hij gaf dus den vollen toom aan zijne
peerden, en richtte ze eensklaps naar het
kasteel. Deze edele dieren, door den
schrik aangespoord, schenen op de vleu
gelen der winden te vliegen, en de koet
sier wekte ze nog op door een scherp ge
schuifel, terwijl zij in hunnen loop eene
halve ronde beschreven die eenen dei-
hoornen van de halve maan, door de wol
ven gevormd, moest doorsnijden. De
wolven wreken om doortocht voor de
peerden te laten. De jagers maakten zich
gereed om opnieuw te schieten.
Op uw leven, riep de koetsier,
schiet niet.
Zij gehoorzaamden aan Ivan.
De wolven, door deze onverwachte
wending verrast en gansch verwonderd,
schenen een oogenblik buiten alle be
sluit, en wisten niet naar welke ricktin
zij zich zouden keeren.
Ondertusschen verdwreen de troïka
achter eene wolk van sneeuw, eu als de
wolven haar opnieuw wilden vervolgen,
was het. reeds te laat; zij konden ze niet
meer achterhalen.
Een kwartier daarna was het rijtuig
in het zicht van het kasteel. Het bleek
later dat de peerden op dit kwartier den
weg van twee uren hadden afgelegd.
Des anderendaags gingen de jagers
het slagveld bezoeken, en vonden er de
geraamten van meer dan twee honderd
wolven
Ik draag dit artikel op aan al dezen
voor wie liet woordje Drukpers een
uietszeggend, een onbeduidend woord
is. Zij bespeuren de kracht en de macht
van dat woordje niet. Zij stappen het
voorbij zooals men een gewone muur in
eene gewone straat bij een gewoon we
der voorbijloopt....
a Pia... pia... hij vertrekt, de arti-
nel
Hij wordt in de rijtuigen gebracht..
Uij Komt aan in üe siatiéu.-. mj neemt
uen expressHij wordt aigezet, des
uaents, op de eenzame en tnans verla
tene losplaatsen en Kaaienhij laat
zicli op gerucHtmakende wagens laden.,
mj springt in de lederen zaKken der
biiefuragers van den buiten... Hij ligt
nu op uen stuurstang van den lij wie
ier. -. bij schrijdt snel vooruit laugs de
wegen, mj Klimt op de bergen, verbergt
zien in het ruim der groote zeescliepeu...
Yrier en twintig uren vliegen voorbij.
De Dayardstraat binnen Darijs is ver
laten....
De stilzwijgende werktuigen staan
boomstil en semjnen uit te rusten,
waar zijt ge, artikeltje?
Geen nieuws van u te vernemen...
ik wil mij niet verontrusten want de
postbureelen blijven des Zondags geslo
ten.
of
ziet
J
Maandag in den morgen, niets...
bijna niets.-.
JSlecüts eenige brieven uit Parijs zelf.
Maar den Dinsdag reeds ziet men wel
dat ge gewerkt hebt!... Seine en Oise,
Seine en Marne antwoorden dan de
Unampagneprovincie, Normandië, Rij-
sel, Roubaix, Toerkonje, immers altijd
zoo edelmoedig en getrouw .Bour
gogne, Hretagne en zijne eilanden.
Uen Woensuag morgen, breidt zich
de kring- nog uit... de snuffelaar snuf
felt voort en loopt verder en verder!..-
Avignon, Bordeaux, Straatsburg...
Den Donderdag- Marseille, Cannes,
Nizza, Pau, Bayonne...
Den Vrijdag: 't artikeltje is al over
de grenzen. De vreemdeling- antwoordt
me reedsBelgië, Holland, Eugeland,
Duitschian,d, Italië, Spanje, Unze Lieve
V'rou w van Sion te \V eenen
Pia... pia 't artikeltje zet zijnen
weg voort.
En meent ge dat het gedaan is daar
mee?.... Volstrekt niet!.... De onver
moeibare artikel uit onze drukkerij ver-
zondeu, trekt verder eu verder...
Thans is hij reeds zoo ver dat hij ver
loren loopt in de oneindige naamlooze
verten Hij doorkruist Cliina, hij gaat
naar 't Noorden, hij verschijnt te Mouk-
den... te Taïkou, in Corea... 't is Mgr
Demange, bisschop van Adras, die me
schrijft.
En langs den anderen kant van de we
reld is 't ook hetzelfde. De artikel door
reist pia... pia!... eene woestijn van
vuur; hij lokt brieven uit die per Kemel
uaar deu hranschen post in Soudan ge
voerd worden.
Ziehier zonderlinge postzegels van den
Gabon, verbeeldende een ruwe en schu
we neger of een luipaard... Andere van\ i^;
de Somalische zeekust, met hunne veel- r
kleurige moskeepriesters.
Geen land der wereld waar ons arti
kel niet toekomt.
Mijne hand wordt moede van al die
ontelbare brieven te beantwoorden.
Doch gij, artikeltje, halsstarige werker,
gij zijt niet vermoeid van de verste woe
stenijen te doortrekken, altijd zwoegend
en zweetend met dien nooit te veel ge
prezen geestdrift om te voldoen aan de
zen, die op u al zijn betrouwen stelde...
ge gaat en ge komt immer weer, en ge
doet u lezen, herlezen en vertalen...
En gij hebt er niet mede gedaan....
a Pia... pia...
En dagelijks nog laat ge mij nieuws
van uwen doortocht geworden... «Pia...
pia....
COED BETAALDI
Zekere Mantens kwam te Rijsel, en
vond daar een heer die met hem kennis
maakte en voorstelde eens eene wande*
ling in stad te doen.
Beiden pakten menig glaasje en als
liet op betalen aan kwam, was de vreem
deling verdwenen.
Ge moogt dat niet kwalijk nemen,
sprak M&danje, dat is een tour Eran-
gais betaal maar!
Dat neem ik niet kwalijk sprak
Mantens, integendeel, haal maar nog
eene flesch
Terwijl Madame in den kelder was,
sloot hij den grendel der kelderdeur en
riep:
Madame, ge moogt dat niet kwa
lijk nemen, dat is een tour Elamand
En-... weg was Mantens!
BIJ DEN TROEP
Sergent. Soldaat Sniksteen, wat
moet gij doen als het paard van den ma
joor op den loop gaat en deze gevaar
loopt er af te vallen?
Lachen, sergent, zei Sniksteen, en
hij was geUeel verwonderd, toen hij
voor twee dagen in de doos moest.
HIJ WIST ZE NIET.
Eene vrouw van den buiten was naar
Parijs gekomen om in eene zaak te ge
tuigen.
in de groote stad niet thuis zijnde,
vroeg ze aan eenen heer den weg naar
t Daleis van Justicie.
't Paleis, vrouwke, zei de heer,
maar de
'k geloof
bestaat.
iet ge glin'.~vPor u,
mTwijzen;
40PLe in l'Tankrijk nog
MOEDERLIJKE RAAD.
Moeder Snobs op den huwelijks
dag tot haar dochter
Onthoud dit Lisa, dat als ge eene
flinke huisvrouw wilt worden, ge op
drie dingen te letten hebt: op de kas,
op den Huissleutel en op
woord.
DE MODE.
het laatste
En gij nu, katholieken, oordeelt
De Drukpers is niets!... Zij dient
tot niets Zij verdient uwe oplettend
heid nietzij is geene opoffering
geen gebed van uwentwege... geen cent
uit uwen geldbeugel weerd...?!
't Is een gewoon en onbeduidend
woord, dat ge zonder achterdenken
moogt overslaan en voorbijloopen zoo
als men 'nen doodeenvoudigen blinden
muur, in eene doodsche straat, bij slecht
weder voorbijrent...
(Naar Pierre l'Ermite.)
Twee maanden geleden schreef ik een
zeer aantrekkelijk artikel, 't liep over
een gansch bijzonder onderwerp: «Eene
voor meisjes te bouwen school, op Mont-
rnartre.
Ik schreef het om de noodige gelden
daartoe te kunnen bijeenkrijgen; en zoo
wilde ik er voordeel uittrekken om stel
lig op te merken en na te gaan waar
mijn artikel zoo al zoude aanlanden en
vruchten afwerpen.
En dat is uiterst belangwekkend!...
Denkt nu niet dat het eene persoon
lijke kwestie is. Weest overtuigd
dat de volledigste stompzinnigheid
bij voorbeeld bet nieuws door hetwelk
men in 't Vatikaan, in de tegenwoordig
heid van Z. H. Pius X een jeugdig kop
pel de Furlana deed dansen de
eigenste reisweg zal volgen en alhoewel
zoo onbegrijpelijk dwaas en onwaar, de
eigenste overtuiging in de verschillen
de verstanden bij de lezers zal teweeg
brengen.
Nu, volgt me wel op.
Op Zondag en Maandag bespeur ik
reeds de eerste Russische postzegels,
dan de Bulgaarsche, de Servische, de
Liumeensche en de timbers van Turkije.
Pia... piak.. 't artikeltje reist al
tijd voort....
Het wordt te New-York ontscheept
en op den Canadian Pacific Railway of
spoorweg geladen, het springt in den
Transiberiaanschen trein, 't neemt den
spoorweg naar Bagdad... en het komt
toe te Tunis, Kaïrouan... te El-Kantara,
Biskra, Touggourt...
Mijn portier en de brievenbesteller,
belonken en trachten uit ganscher hart
naar de postzegels die op de brieven
voorkomen want ze worden nu toch zoo
raar en zeldzaam...
Ethiopische postzegels met hunne
twee oplettende leeuwkens, kleine Sia-
meesche meisjes, groote blauwe méha-
ris... Pia... pia!... 't artikeltje loopt
immer verder nog...
Waar gaat en komt ge niet!Gij
neemt uwen intrek onder de tent van den
Harrar.... en van de Roodhuiden; hunne
zendelingen hebben het gelezenen,
's avonds in de woestijn, aan den voet
der steile bergen, onder den blauwen
hemel, verzamelden zij 'nen pak caca-
toëspluimen, pijlen, en wat uit kokove-
zeltjes gewezen schortjes, en zonden ze
mij op: Voor de school.
Dus, zijt gij het, ja, 't is uwe goede
schuld!.... ik verwar u niet in mijne al-
gemeene genegenheidGij spraakt
voor mij op eene duidelijke wijze ten
beste; en men antwoordt mij diensvol
gens.
Pia... pia!... Gij laat het u niet
verdrieten en gij trekt immer vooruit...
Men zou niet durven zegen dat ge ver
moeid zijt, hoe verder gij doorreist, hoe
meer gij met geestdrift opwekt en hoe
meer ook men aan uw verlangen beant
woordt
Êen Zusterke van op de eilanden van
EEN ONBETAALD SCHOT.
Jef Snugger, van Leuzegem, wensch-
te matroos te worden en hij ging naar
Antwerpen naar den kapitein van een
schip om zich te verhuren.
Hoor eens, zei de kapitein, ik moet
u zeggen dat men, om matroos te zijn,
niets mag vreezen.
'k Ben ik van niks benauwd, zei
Jef. -Ti
Ik zal dat probeeren, zei de kapi
tein. Zet u aan den voet van den mast.
Snugger deed het.
üe kapitein nam zijn pistool en schoot
een kogel door Suugger's hoed, maar
Jef roerde niet. Hij loste een tweede
schot. De kogel vloog door Snuggers
frak. Hij pinkoogde zelf niet.
't. Is goed, jongen, ge zijt aange
nomen en ziehier twee frank, eenen voor
het schot in uwen hoed en eenen voor
het schot in uw frak.
Merci, kapitein, zei Snugger. En
voor het schot in mijn broek? Is er daar
geen vergoeding voor?
Hoe? Ik heb in uw broek niet ge-
st boten.
Ik wel, zei Jef.... van schrik.
Een der bekende modekunstenaars
werd onlangs in een kring van vertrouw
de vrienden gevraagd, hoe hij toch aan
de wonderlijke gedachten voor de eigen
aardigste scheppingen op het gebied der
dames-mode kwam.
Na de belofte der diepste geheimhou
ding verried hij:
Het oorspronkelijkste. Dat laat ik
ontwerpen door gek geworden kleerma
kers in het krankzinnigengesticht.
HIJ KENDE HEM.
Vrouw Dingemans, op 't bal, tot haar
echtgenoot:
Hebt ge 't al opgemerkt, Fons, de
zoon van dokter Pillemans schijnt een
oogske op onze dochter te hebben.
Ja, en 't andere op mijn coffre-
fort.
EENE SCHIKKING.
M. Van Zon, tot den coiffeur: Kap-*
pers, ge moet morgen mijne vrouw in
huis komen friseeren..
Kappers. 't Spijt me, mijnheer,
maar in huis friseer ik niet-
Zoo nu, dan zal ik u het hair wel
zenden.
OP DE VINKENVANGST.
Sanders en Spiegels gingen uit om
vinken te vangen.
Geen woord spreken, zei Sanders,
anders verjaagt ge de beestjes.
Wees maar gerust, zei Spiegels.
Na eenigeu tijd kwam er eene bende
vinken aangevlogen.
Les voilariep Sanders, en de vin
ken vlogen weg
Gij 'n aap, zei Spiegels, waarom
hebt ge uwen bek niet gehouden?
Ja maar, zei Spiegels, wie gaat er
gaan peizen dat die vogels Fransch ver
staan
EEN WIJZE LANDBOUWER.
In de levens van de heilige Vaders dei-
woestijn wordt er gesproken van eenen
landbouwer wier akkers altijd veel meer
voortbrachten dan die der anderen. Zij-
ue geburen vroegen hem waarbij dit
ln\ am:
Het moet u niet verwonderen, zeg
de bij bun, dat mijne landen vrucht
baarder zijn dan de uwe: ik heb altijd
de tijdvakken en het weder dat ik be
geer.
Hoe is dit mogelijk vroegen zij
hem.
Luistert, antwoordde hij ik wil
uooit geen ander weder dan hetgeen
God wil, en daar ik mij geheel en gansch
aan zijnen goddelijken wil overlaat, zoo
scheukt hij mij tot helooning van mijne
onderwerping gewenschte oogsten.