De prijskamp voir trekpaarden te Brussel
Het nieuw Fransch ministerie
DE BLOEDIGE GEBEURTENISSEN IN ALBANIË
;ènele
Op. on ze-
nel L. W.
kómt
Thomson.
ZONDAG, 21 JUNI 1914.
DE OVERWINNAARS DER KAMPIOENATEN.
Boven De hengst (Indigènele Wiesbecq), vos, 6 jaar, toebehoorende aan
M, Cesar TEAMERMAN, van Buggenhout.
Een der deelnemende paarden komt van onder de meet
Dit jaar zijn de kampioenaten der hengsten en der merriëu gewonnen door
vee onzer verdienstelijkste Vlaamsche kweekers, namelijk voor de hengsten,
looi' M Gesar Temmerman, van Buggenhout, en voor de mernen, door Al. Ki-
hard Van den Dorpe, van Wortcgem. Beide overwinnaars zijn prachtexem
plaren van ons trekpaardenras. Daarbij zijn zij; ook van het echt ras, van het
fare kampioenras, want beiden stammen af van den wereldberoemden hengst
Indigène du Fosteau, die het kampioenaat won m 190b, 19U7, 1908 en iy09.
Ie kinderen zijn dus huu vader waardig
Reeds zijn hooge sommen geboden voor de kampioenen, zelfs 200.000 fr.
oor (Indigène de wiesbecq), doch hunne eigenaars hebben geweigerd en....
ij l)ebben wel gelijk.
Beneden: De merrie (Duchesse de Bouveloo), baai, 4 jaar, toebehoorende
aan M. Richard VAN DEN DORPE, van Wortegem.
De prijskampen voor trekpaarden van zwaar inlandsck ras, nemen hier jaar-
jks meer en meer in belangrijkheid toe, en zulks moet niemand verwonde-
-.n, daar België stilaan eene wereldfaam krijgt om zijne puike trekpaarden.
Ook sparen noch koning Albert, norli bet gouvernement de aarmoedigm-
en niet aan de paardenfokkers.
De laatst gehouden prijskampen te Brussel, hebben bewezen, dat de Belgi-
?he paardenfokkers feu volle begrepen hebben, welke boedanigheden van onze
aarden vereischt worden en dus leggen allen er zich op toe, volmaakte dieren
er markt te brengen.
Ook wor t liet met den jure voor de jury moeilijker en lastiger, om de pnj-
en toe te kennen, en de tijd is misschien niet ver meer af, dat men om beters
rille geen kampioen meer zal mogen uitsteken, doch den titel in verdeeling toe-
lennen aan verschillige paarden.
De Albaneesche warboel kómt zich te
kenmerken door het wegmaaien van. den
Hollandschen officier Thomson, die op
jammerlijke wijze voor Durazzo gesneu
veld is.
mon 4«*ke -kolo-
K. Thomson; rechts, een
der poorten van de hoofdstad1 van Alba
nië, bezet döor Italiaansche en Oosten
rijksche marinesoldaten met schroetka-
nonnen.
Kolonel THOMSON.
Kolonel L. W. J. K. Thomson, die iL
het Nederlandsche leger den rang van
majoor bekleedde, werd den 11 Juni
1869 geboren; hij was dus slechts 45 ja
ren oud.
Hij deed zijne officiersstudiën aap de
Kon. Milit. Academie, waar hij, in 1888
benoemd werd tot tweede infanterie lui
tenant.
Reeds vroeg heeft hij den oorlog van
nabij gezien en zelf mede gemaakt in
At,jek (Sumatra). Vijf jaar lang was hij
gedetacheerd bij 't Nederlandsch-Oost-
Indische leger en nam deel aan den veld
tocht tegen Toekoe-Oemar.
Voor zijn moedig gedrag in Atjeh
heeft hij de Willemsorde gekregen.
Toen in 1899 de oorlog uitbrek, is hij
naar Zuid-Afrika gegaan als militaire
attaché, waar hij den oorlog in Natal,
Vrijstaat en Transvaal heeft medege
maakt en talrijke gevechten bijwoonde
waarin hij zich steeds dapper gedroeg.
Na zijn terugkeer heeft Thomson de
Hoogere Krijgsschool verder afgeloo-
.peiu om daarna ingelijldAc worden bij
liet. regiment grenadiers en jagers en ook
werkzaam te zijn bij het krijgsgeschied
kundig archief van den generalen staf.
Wanneer de mogendheden zich voor
de inrichting der Albaneesche gendar
merie tot Nederland hadden gewend en
de Nederlandsche regeering generaal-
majoor de Veer, kolonel Thomson en an
dere officieren had aangeduid, wist
Thomson wel dat hij met groote moei
lijkheden zou te kampen hebben.
En spoedig bleken die moeilijkheden
nog grooter dan hij ze zelf voorzien had.
Want de Nederlandsche officieren
hadden niet alleen te kampen tegen de
vijanden van den vorst, maar vooral te
gen kuiperijen en intrigues in het land
zelf, vooral van wege den eerzuchtigen
Essad-pacha.
Hoe kolonel THOMSON sneuvelde.
De bezetting van Durazzo, die 9.000
man sterk moet zijn, spoedde zich on
middellijk na de eerste schoten, door de
opstandelingen op de stad gericht, naar
de opgeworpen verschansingen.
Van daar werd onverwijld 't geweer
vuur geopend op de oproerlingen. Het
vuur werd door kolonel Thomson geleid,
maar ook de vorst bevond zich aan het
front van het gevecht.
Bewonderenswaardig is hetgeen de
Nederlandsche officieren hebben ver
richt. Kolonel Thomson bracht op het
kritieke oogenblik door het concentree-
ren van machinegeweervuur den storm
aanval der opstandelingen tot staan.
De opstandelingen hernieuwden ech
ter spoedig met nog grootere hevigheid
hun aanval
Thomson's manschappen lagen in de
loopgrachten, toen hij hun beval in de
vuunienie op te rukken. Zijne man
schappen, meest Malissoren, aarzelden
wegens de hevigheid van het vijandelij
ke vuur. Toen sprong Thomson, om hen
aan te moedigen, uit de loopgracht en
stormde met blooten sabel vooruit; plot
seling werd hij door een kogel doodelijk
getroffen. De leiding van het vuur ging
met zijn val over op den oudsten Neder-
landschen officier m rang.
TJit de talrijke gevechten welke de
gouvernementstroepen reeds met de op
roerlingen geleverd hebben schijnt te
blijken dat de rebellen strijden ond.er de
bevelen van ervaren officieren, die op
de hoogte zouden zijn van hetgeen bin
nen Durazzo gebeurt.
De opstand is nog ver van geëindigd].
De Oostenrijksche en Italiaansche marinematrozen bezetten de poorten van
Durazzo met mitrailjeuzen.
Men weet, hoe M. Viviani na mislukt
te zijn in zijne pogingen om een kabinet
samen te stellen, opdracht werd gege
ven aan M. Ribot een ministerie te vor
men, dat twee dagen nadien reeds om
ver lag.
M. Viviani, die toch reeds had laten
hooreu, dat hij nog mannen in reser
ve had, werd dan opnieuw verzocht het
ministerie aaueen te flansen, en ditmaal
lukte hij spoedig.
Meer geluk hebbende dan M. Ribot
verscheen hij Dinsdag met zijne koïle-
gas voor de Kamer, om er lezing te ge
ven van zijne ministerieele verklaring.
Alhoewel sommige punten in deze ver
klaring in 't geheel de socialisten niet
voldeden, en deze dan ook niet verzuim
den te onderbreken en het ministerie te
bestrijden, bijzonderlijk voor wat be
treft den diensttijd in het leger, lueld
M. Viviani vol, dat het nu geen oogen
blik was, om daaraan iets te veranderen.
M. Jaurès sprak over de militaire wet
en over de financiën, die hij met elkan
der verwant acht. Hij voorspelt een de-
f'iciet van één milliard en verdedigt de
gewapende natie en vraagt dat de regee
ring dit systeem zou voorbereiden door
de reserven te organiseeren.
Na eene korte weerlegging van M.
Viviani bekwam het ministerie, in de
stemming over de dagorden eene meer
derheid van 233 stemmen.
M. VIVIANI EN ZIJNE MEDEWERKERS.
Zittend M. YIYIANI. Yan links naar rechts: M. COTTYBA, arbeid; RAY
NAUD. koloniën; GAUTHIER, marine; NOULENS, financenFernand
DAYID, landbouw; BIENYENU MARTIN, rechtswezen; HALVY, bmnen-
landsché zaken;»THOMSON, handel, LAURAINE, onderstaatsekretans van
oorlog; MESSIMY, oorlog; René RENOULT, openbare werken. M. AUGAGN
EUR, minister van openbaar onderwijs WaB afwezig.