De honderdste verjaring van den Prins de Ligne De herberg van den dood Het Oostenrijksch-Servisch geschil Rond het proces Caillaux ZICHT OP DEN DONAU RECHTOVER BELGRADO. De brug welke de Servische hoofdstad met de Hongaarsche stad Semlin verbindt. Boven: heer PASCHITS, Servië's eerste minister. Onder: M. BERCHTOLD, de Oostenrijksche minister van buitenlandsche zaken. Het Défilé der congressisten voor het Paleis. Links minister Carton de Wiart. Rechts, de afstammeling van den Prins de Ligne. Zondag werd in de waalsche gemeente Beloeil het eeuwfeest van den prins de Ligne plechtig herdacht. Het was, dag op dag, bonder jaar geleden dat te Wee- nen prins Karei-Jozef de Ligne, een der doorluchtigste afstammelingen der groo- te adellijke familie, die den Belgischen adel tot eer strekt, overleed. Schrijvers, dichters, geleerden, hooge militaire per- sonagies, de af'geveerdigden van den ko ning en van de regeering en een afge- veerdigde van het Huis van Oostenrijk waren gekomen om de nagedachtenis van den grooten veldmaarschalk van Maria-Theresia en Jozef II te huldigen. Het dorp was in volle feest en schoon bevlagd en versierd. Ten 2 ure 's namid dags kwamen de overheden, de leden der doorluchtige familie de Ligne, met prins de Ligne aan 't hoofd, vertegen woordigers van al de oudste en voor naamste families van 't land, en de ge- noodigden, in stoet en voorafgegaan door een militair muziek, op de Dorp plaats waar de plechtigheid plaats had. Het woord werd gevoerd door graai Clary M. Carton de Wiart, minister van Justicie; luitenant-kolonel Rousset afgeveerdigde der Société des Geus de Lettres van Parijs, en door citoyen Jules Destrée, socialistisch Kamerlid, voorzitter der a Amis de 1'Art wallon De eersten huldigden prins de Ligne als krijgsman, als letterkundige en als hof bouwkundige. Citoyen Destrée huldigde den prins als vaderlander a wiens vader land noch Oostenrijk, noch Frankrijk, noch België was, maar de geboorte grond, de plek waar hij het levenslicht zag Hij beging vervolgens de onvoor zichtigheid de groote Revolutie te roe men, die den adel omwierp!.... Deze woorden uitgesproken in de tegenwoor digheid der afstammelingen van den prins de Ligne maakten een pijnlijken indruk. Vervolgens had de onthulling van een gedenkzuil plaats en, in het heerlijk park van het kasteel van Beloeil, de op voering eener komedie van prins de Li gne. Een optocht van maatschappijen, concerten en de verlichting van 't park, sloten de feestelijkheden, die doordron gen waren van waalschen geest en van verheerlijking der fransche letterkunde. Voor hen, die Zondag naar Beloeil gingen was het eene gelegenheid om het kasteel en de warande van Beloeil te bezichtigen, het heerlijkste buitengoed van Europa, op wonderbare wijze ge spaard gebleven van de verdelging der o Sans-Culotten Deskundigen hebben van Beloeil langsheen de vaart van Blaton naar Ath gezegd dat het noch Versailles, noch Schoenbrunn, noch Potsdam, noch Pe terhof, noch Willemshoehe is, doch dat het iets eenigs is in zijn aard dat men nergens ontmoeten kan. Men noemt Beloeil ook nog Belgisch Versailles, om dat ook hier de tuinbouwer Le Notre de plannen heeft opgemaakt, doch het erf dei prinsen de Ligne is veel uitgestrek ter dan Versailles, vermits het omtrent zestig hektaren beslaat. Men herinnert zich den brand van 14 December 1900, die het prachtig kas teel in puin legde. Doch, zoo het kasteel is heropgebouwd, heeft ten andere de warande, met haar parken, vijvers, fon teinen, tempels, eilanden, haar XVIII0 eeuwsch karakter bewaard. Men treft in de warande vijvers aan van 600 meters lengte op 110 breedte. De fontein van Neptunus die den. grooten vijver be- heerscht, is wereldberoemd. (12® Vervolg.) Het betrof een op handen algemeene bewapening de beraadslaging duurde niet lang en de hoofden der club van de Epi-Scié beloofden aan hunne kon fraters van Montmartre den krachtda- digsten bijstand om de ware republiek te vestigen en haar te doen zegepralen. Al de in omvraag gebrachte punten werden om zoo te zeggen met geestdrift aangenomen; een enkel verwekte eenige moeilijkheden; het betrof de vestiging van eene geheime bergplaats van wape nen en munitie, in geval de regeering er in zou slagen zich van de kanonnen der nationale garde meester te maken en deze daarna zou willen ontwapenen. Eenige patriotten stelden hunne kel ders, anderen de raadszaal zelve voor, waarin zij vergaderden er waren er, en Luscipia behoorde tot dit getal, die aanboden ze in de riolen te verbergen er waren er zelfs die spraken van de steengroeven van Pantin of de catacom ben van Montsouris. Het. kostte den burger Thierry geene moeite al de ongemakken van die voor stellen te doen uitkomen, waarvan eeni- gen de wapens en munitie bijeen wilden brengen op de plaatsen zelve, die het meeste bij de policie verdacht waren, en waar zij zich bijgevolg zou beijveren de eerste nasporingen in het werk te stellen terwijl de anderen ze wilden verbergen op plaatsen, die wel is waar veiliger waren, maar te ver verwijderd van de wijk zelve waar de opstand zou uitbreken, zoodat het waarschijnlijk bijna onmogelijk zou zijn er op het gun stige oogenblik gebruik van te maken. incent kreeg, op dat oogenblik eene ware ingeving: hij: herinnerde zich door zijn vriend de Gezouten Schelvisch zijn ex-koilega bij de scherpschutters van Elourens, en die alvorens in dat eer volle korps te dienen, verscheidene maanden deel had uitgemaakt van eene ploeg werklieden, in de onderaardsche gewelven voor de versterking der steen groeven, dat er niet verre van de kerk van Val-de-Grace, aan den hoek van een pilaar, bijna geheel door de nieuwe met selwerken verborgen, zich eene deur be vindt gemeenschap hebbende met eenen put, die uitkwam in een lagere onbe zochte verdieping van gewelven, waarin men in veiligheid, allerlei oorlogsbenoo- digdheden, ontplofbare bommen, petrol, torpedo s, dynamiet of pierriet zou kun nen opstapelen. De in de raadvergadering geroepen Gezouten Schelvisch bevestigde de verklaring van Vincent; men kon in de gewelven afdalen door een kelder in de rue Soufflqt waar nog een ouden put bestond, die met de bovenste ver dieping gemeenschap had. Van dat punt aan de geheime deur der bergplaats be hoefde men niet ver te gaan; in geval v an nood kon men of in het benedenge- welf afdalen met om het Pantheon heen te gaan, of door den put weder op te klimmen naar de rue Soufffot waar van de binnenplaats aan een aan de Ma- riannen geaffilieerden broeder behoor de, hetzij eindelijk ontsnappen door de open uitgangen in de vlakte van Mont souris, die, gelijk bekend ist, ten deele door de onmetelijke gangen der cata comben ondermijnd is. De afgeveerdigden wenschten de bur gers Vincent en Rouzier dezen naam droeg de Gezouten Schelvisch bij groote gelegenheden geluk met de door hen gegeven kostbare inlichting; en die onmiddellijk zou meegedeeld wor den aan de algemeene kommissie der barrikaden, voorgezeten door burger Rochefort, ex-graaf de Rochefort Lu- W- Gij moog't van geluk spreken, gij-, ^de Laurier, terwijl hij met Vincent na de zitting wegging; want zoo zal het gaan: de kommissie komt bijeen, gij zult ontboden en geraadpleegd worden door de leden van den raad, en alvorens het eene maand verder is zult gij de ga lons van kapitein der nationale garde, misschien zelfs van kommandant dra gen. Gij hebt er nog veel meer reden toe, daar gij vandaag op Montmartre waart. Ja, op den eersten rang;*, om mij te laten doodschieten of guillotineeren, antwoordde Trekbeen die er reeds berouw over begon te gevo-elen zich te veel beroemd te hebben, dat hij bij de terechtstelling vuur gekommandeerd had. Maar het was toch eene daad van gerechtigheid, hernam Vincent. Gerechtigheid voor de eenen, moord voor de anderen, gromde Lau rier binnensmonds, eene dwaasheid van dengene, die er zich toe leent. Had ik nog maar te weten kunnen komen, wie de onbeschaamde reusach tige kerel is, dien ik tot hier achter volgd heb, ging hij na eene korte poos voort. Welke onbeschaamde? tWel een reaktionnair, die de par tij van de gevangenen der gerechtig heid van het volk opgenomen, heeft, dien ik had doen aanhouden omo'at hij de vermetelheid gehad had mij te dreigen en die nog gelegenheid gevonden heeft om te ontsnappen met eeinen anderen spion, klaarblijkelijk gezomden om de patriotten te leeren kennen en zo te ver raden aan de policie van Trochu en den beul van een Jules Favre, den vevrader» Zoo sprekende gingen de beide vrien den de a rue Saint-Jacques af. En gij meent, dat hij van ginds naar hier teruggekeerd is? Parbleu ik heb hem van de rue des Rosiers tot aan de rue des Feuil- lantines gevolgd; daar heb ik hem bij deu hoek uit het oog verloren en zoo plotselings, dat het mij niet verwonde ren zou of hij woont daar. Een reus, zegt gij Ja, een man van zeven voel. Niet jong Neen, hij heeft zelfs grijze haren. Breedgeranden hoed, grijze broek, bruin laken frak. Zoo is hij gekleed; zoudt gij hem ontmoet, hebben? Beter dan dat, ik woon in hetzelfde huis. Dat is niet mogelijk. Rue des Feuillantines, n° 8 bij een bandiet van een pastoor, den hard- vochtigsten en onebschoftsten van al de eigenaars, die i-k ooit ontmoet heb, van die inhalige en gewetenlooze klasse, die zich mest met het zweet van En gij kent hem Den pastoor? Laat die naar den duivel loopen; den andere. Ja, het is een Elzasser, een voor malige brouwer, die als vrijschutter der Vogeezen den oorlog heeft medege maakt, een volbloed klerikaal, een Prui sisch spion, denk ik, die.... Stil, spreek zoo niet van de Prui sen, het zijn thans onze bondgenooten. Men zegt dat zij aan Assy, Billioray en anderen van dé Commune geld beloofd hebben. Dan een spion van Trochu; hij is daar zijne dochter komen opzoeken, eene zekere Margaretha, even klerikaal als hij, en die niets anders doet dan preê- ken en allerlei bijgeloovige praktijken leeren aan de vrouwen, en eindelijk zijn zoon, een opgeschoten vlegel, die tot dé kudde der mobielen van Bretagne be hoorde, en bij een uitval een stuk lood in zijn vlerk gekregen heeft. Het geheele gebroed in hetzelfde huis En nog wel in het huis van een pastoor, hernam Vincent. Oschavui ten als een lucifer voldoende was om dat geheele gebloed op eenmaal te roos teren, zou ik mij niet lang bedenken. Uwe meubelen zouden mede ver branden. Ik zou ze niet betreuren, indien ze noodig. waren om de roostering te vol tooien, grijslachte de liederlijke werk man. Op voorwaarde nochtans dat uwe vrouw niet mede zou verbranden, niet waar Louise hernam Vincent met eene boosaardige uitdrukking op het gelaat; zij is ook zoo klerikaal geworden, dat ik haar weinig meer betreureh zou dan mijne meubelen. Indien plaats heeft wat ik ver wacht, zal ik mij uwe inlichtingen her inneren, hernam Laurier na een oogen blik zwijgens behoud uw pastoor voor u, indien gij rekeningen met hem te vereffenen hebt; ik behoud mij den reus voor, die mij insgelijks eene kleinigheid schuldig is, die ik gaarne met de intres ten van hem zou invorderen. Ieder krijgt, zijne beurt op deze wereld'. Zoo pratende waren zij tot aan het hek van het Luxemburg, tegenover het Pan theon, aan het einde der rue Soufflot. gekomen. Ziesprak Vincent, op het vergul de kruis wijzende, dat door de maan be schenen werd, ziet gij dat daar? Ja, maar al te goed. Welnu als wij overwinnaar zijn, zal ik daar naar boven klimmen om af te zagen, en er de stukken van straat te werpen en in de plaats van teeken der slavernij zal ik de roode i der vrijheid doen wapperen. Bravo broeder; degenen, die gen dat gij lauw zijt, kennen u niet begroet in u den man, bevrijd vai vernederende bijgeloovigheden van klerikalisme, den herboren burger. /ij drukten elkander met geest< th hand en scheidden met de woor Tot morgen op het stadhuis. Tot morgen de zegepraal der beid. Omstreeks dienzelfden tijd eindi 'h moedige heer Schiiltz in liet kl< salon van den pastoor het verhaa vreeselijke gebeurtenissen, waarvan dien dag de onvrijwillige getuige geweeste -Mijne kinderen, vermaande hei priester, laat ons God bidden opdat bloed* het laatste zij dat gestort wo en de heer aan de Fransehen de mis<j en de schande bespare elkander onde oogen hunner zegevierende vijandei vermoorden. Laat ons God in de eerste pl danken onzen goeden vader en or vriend Willem voor ons behouden hebben, antwoordden George en Mai retha gelijktijdig. Zij knielden neder en baden, als v christenen, dat is te zeggen, zij snn ten de vergiffenis des Hemels af voo: moordenaars en Zijne barmhartig" voor de slachtoffers. Terwijl zij de barmhartigheid en vergiffenis des Hemels inriepen, z^ ren op eenige schreden af stands van anderen haat en wraak. De moord van de rue des Rosie was slechts een voorspel. oi >rt V. jk DE BLOEDIGE MANIFESTATIE1 Den 10 Maart 1871 zou een vreen ling, in Parijs aankomende, niet heb vermoed, dat de vorige dag zich ön scheiden had door een begin van 1 geroorlog en door verfoeilijke moon het verplichte voorspel van elke omv teling*. Het was zulk een fraai weder enj Parijzenaars ziju zoo nieuwsgier! hadden hunne beste kleederen aark trokken, hunne winkels en magazij va gesloten, om met hunne vrouw on Ijg, deren de kanonnen te gaan bezichtig die zij misschien wel honderdmaal zien hadden, het huis 'nr 8 van de des Rosiers te bezoeken, te tracli de lijken der vermoorden te zien en i met eigen oogen te overtuigen of het tal kuiltjes, in de muren van den t'ei door de kogels gemaakt, wel juist o r eenkwam met het getal opgegeven c °P de reporters van de Petit Journa r de Petit Moniteur Petit Pressi5 enz., en al die kleine blaadjes, gedrB en in het licht gegeten tot meerc vreugd der kleine geesten. De menigte was luidruchtig en vei noegd, zij hield den Maandag van oproer. Dezelfde neringdoenden, die bij legenheid der misdaad van Troppma, hunne drinkhallen in de open lucht Pantin opgeslagen hadden, op de k ten van den kuil, •waaruit de slach f, fers opgedölven waren, legden de 1'ju ste hand aan hunne tenten en krai in de rue dés Rosiers Havelo straatjongens met de klak op een schreeuwden (Wordt voortgezet.; MEVR. GUEYDAN, eerste vrouw van M. J. CAILLAUX, met Kaar zoon M, DUPRÉ.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 2